Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 4, pagina 197-199 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 4, pagina 197-199 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.
Vragenvan het lid Nijpels-Hezemans aan de minister van Binnenlandse Zaken over eventuele leeftijdsdiscriminatie bij (her)benoeming van burgemeesters als gevolg van gemeentelijke herindeling.
Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):
Mijnheer de voorzitter! Vorige week was de minister-president niet ingenomen met mijn voorstel om een verbod op leeftijdsdiscriminatie expliciet op te nemen in de Grondwet. Het kabinet wil leeftijdsdiscriminatie op andere wijze ter hand nemen en niet wachten op een eventuele grondwetswijziging. Deze woorden waren nog niet koud of ik werd geconfronteerd met enige commotie rond het sociaal beleidskader burgemeesters bij gemeentelijke herindelingen en met name in Noord-Brabant en Zeeland. Blijkens deze circulaire waarin een expliciete seniorenregeling is opgenomen, worden betrokken burgemeesters van 58 jaar en ouder niet meer geacht te solliciteren naar de vacature in de nieuw te vormen gemeente. Tevens heb ik begrepen dat de vacatures voor een aantal door herindeling nieuw te vormen gemeenten dezer dagen in de Staatscourant worden gepubliceerd. Vandaar onze haast.
Voorzitter! Ik wil de volgende vragen stellen. Dient de passage in de circulaire, dat burgemeesters van 58 jaar en ouder geacht worden niet meer te solliciteren voor een nieuw te vormen gemeente, als dwingend te worden opgevat of dient zij slechts ter ontmoediging van de kandidaten in kwestie? Staat een dergelijke beleidsuitspraak niet op gespannen voet met het voornemen van het kabinet om leeftijdsdiscriminatie bij werven en selectie van werknemers te bestrijden en met het voornemen te komen tot flexibilisering bij pensioen en uittreden? Is de minister van mening dat bij burgemeestersbenoemingen een aantal criteria anders dan leeftijdscriteria gesteld moeten worden? Allereerst het kwaliteitscriterium, waarbij ook de bekendheid met lokale problemen na herindeling een rol kan spelen. Beperkt de minister met het stellen van het leeftijdscriterium in de circulaire niet de rol van de gemeenteraad bij het opstellen van de profielschets? In hoeverre doorkruist het stellen van dit leeftijdscriterium de adviserende rol van de vertrouwenscommissie en de rol van de commissaris van de koningin? Is het mogelijk dat vertrouwenscommissies en commissarissen der koningin door de minister aangezet worden tot zelfcensuur? Realiseert de minister zich dat de rol van de vertrouwenscommissie eerder uitgehold wordt dan versterkt? Betekent deze speciale seniorenregeling dat de minister zich op het standpunt stelt dat hij bij benoemingen af zal wijken van eventuele voordrachten van de vertrouwenscommissie of van de commissaris der koningin? Hoe kan de minister het aan burgers verkopen dat burgemeesters van 58 jaar en ouder die willen werken voor hun inkomen en voldoen aan het kwaliteitscriterium bij de benoeming gepasseerd worden? Kan de minister het ook uitleggen dat diezelfde oud-burgemeesters fors betaald moeten worden omdat hij het nodig vindt jongere mensen in te laten stromen in het burgemeestersambt? Dat is toch niet zorgvuldig omgaan met belastinggelden? Deze laatste vraag stelde de minister zichzelf tijdens het notaoverleg van 3 april jl. Hopelijk weet hij inmiddels het antwoord.
Minister Dijkstal:
Mijnheer de voorzitter! Inderdaad is in het kader van het sociale beleid een aantal regelingen getroffen. Het lijkt mij het best gewoon even de vragen van mevrouw Nijpels langs te lopen.
Zij vraagt of de regeling dwingend is. Dat is niet het geval. Iedereen die dat wenst, van welke leeftijd dan ook tot aan de in de wet genoemde maximumleeftijd, mag solliciteren. De regeling is zelfs niet bedoeld als ontmoediging van kandidaten. Wellicht is het goed dat mevrouw Nijpels en de Kamer zich realiseren dat de genoemde circulaire op verzoek van met name de burgemeesters uit Brabant tot stand is gekomen. Ik begrijp de commotie ook niet helemaal want het gaat om een verzoek dat daar vandaan komt en de circulaire is uiteindelijk in goed overleg in het georganiseerd overleg – men zou hier een vergelijking kunnen maken met andere sectoren waar sprake is van het overleg tussen werkgevers en werknemers – totstandgekomen.
De circulaire houdt, afgezien van enkele andere punten, inderdaad ook een zogenaamde seniorenregeling in, zoals wij die ook wel in CAO's aantreffen. In dit geval gaat het om een 58-plusregeling. Zij houdt in dat de eervol ontslagen burgemeester een wachtgelduitkering geniet tot zijn pensioengerechtigde leeftijd, dat nieuwe inkomsten niet zullen worden gekort tot 100% maar dat dit stapsgewijze gebeurt, dat voor betrokkene geen sollicitatieplicht meer geldt, dat betrokkene niet meer wordt geacht te solliciteren – zo wordt het vermeld in de circulaire –, dat de desbetreffende burgemeesters nadrukkelijk in aanmerking zullen worden gebracht voor het vervullen van een waarnemerschap en dat in de circulaire opgenomen bepalingen met betrekking tot ambtstoelage, hypothecaire geldleningen, ziektekosten, verhuiskosten en gratificaties van overeenkomstige toepassing zullen zijn. Voorzitter! Ik vermeld dit alles met nadruk omdat hiermee wordt aangegeven dat het om een rechtspositionele regeling gaat.
Wat betekent dit nu in relatie met de rol van de vertrouwenscommissies? Voorzitter! De Kamer weet dat, omdat het beleid van het kabinet op dit terrein zeer uitvoerig met haar is besproken. Het kabinet is van oordeel dat, naast het kwaliteitscriterium en de rol die de vertrouwenscommissies wat dit betreft kunnen vervullen, ook zogenaamde bovenlokale aspecten een rol spelen. Het gaat om vier aspecten: het benoemen van meer vrouwen in het ambt van burgemeester, de politieke verhoudingen in het land, het loopbaanbeleid en het vraagstuk van burgemeesters die als gevolg van gemeentelijke herindeling beschikbaar komen. Wij zullen in Brabant, Drenthe en Zeeland – en waarschijnlijk een jaar later ook in Overijssel – met nogal grote aantallen burgemeesters te maken krijgen die vrijkomen uit de heringedeelde gemeenten. In het overleg waarnaar mevrouw Nijpels verwees, heb ik willen zeggen dat ik het niet juist zou vinden wanneer wij enerzijds al die vrijkomende burgemeesters op een lijst van wachtgelders zouden laten staan, en anderzijds vrolijk allemaal nieuwe burgemeesters zouden benoemen. Op die manier zou men niet zorgvuldig met belastinggelden omgaan.
In de relatie vertrouwenscommissie-commissaris van de koningin-minister is volstrekt helder wat de bevoegdheid en verantwoordelijkheid van elk van hen is. Ook dat is uitgebreid in deze Kamer besproken. Inderdaad is de rol van de vertrouwenscommissie een adviserende. Dit betekent dat de minister de bevoegdheid heeft om een ander oordeel te hebben dan de vertrouwenscommissie of zelfs de commissaris van de koningin. Dat is voorzien en beoogd en ik ben niet van plan om dit te wijzigen. Daarmee wordt de rol van de vertrouwenscommissie niet uitgehold; het behoort bij de afspraken die met de Kamer zijn besproken. Het kan dus voorkomen dat ik van het advies afwijk, afhankelijk van de specifieke situatie die in een bepaalde gemeente geldt.
Wat betekent dit alles in materiële zin? Op wens van de burgemeesters die in de knel dreigden te komen door herindeling, is deze regeling gemaakt. Zij geldt voor alle 58-plussers, maar degenen die individueel willen solliciteren, mogen dat doen. Wat daarvan de uitkomst zal zijn, kan ik op dit moment niet voorspellen omdat dat afhankelijk is van de specifieke situatie.
Mevrouw Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels):
Voorzitter! De minister is zijn beantwoording begonnen met te zeggen dat hij de commotie niet begrijpt omdat dit allemaal tot stand is gekomen op verzoek van de burgemeesters zelf. Ik heb in mijn vragen gerefereerd aan burgemeesters in Noord-Brabant en Zeeland. Met name in Noord-Brabant is een aantal burgemeesters nogal ongerust geworden over het feit dat zij geacht worden niet meer te solliciteren. Ik begrijp ook best dat vele burgemeesters inzien dat zij toch niet meer aan een andere post komen en dan natuurlijk liever een goede regeling hebben dan een slechte. Maar de mensen die willen werken voor hun inkomen moeten daarvoor in ieder geval de kans krijgen.
Ik ben blij dat de minister zegt dat het niet dwingend is en dat zij rustig kunnen solliciteren. Maar, als een 58-plusser eenmaal een hoge plaats op de voordracht van de commissaris van de koningin heeft verworven en de minister daarvan afwijkt en er waarschijnlijk niet bij zegt dat dit om leeftijdsredenen is, kan die burgemeester als afgewezen sollicitant, en dus als niet-heringedeelde burgemeester, dan toch nog aanspraak maken op diezelfde regeling?
De minister heeft ook gezegd dat het geen uitholling betekent van de rol van de vertrouwenscommissies. Ik heb echter sterk de indruk dat straks de vertrouwenscommissies in 28 gemeenten in Noord-Brabant zich niet 100% serieus genomen voelen.
Voorzitter! Ik blijf mij zorgen maken. De sollicitatieprocedure is nu gestart en wij zullen binnen enkele maanden weten hoe dat verder gelopen is.
Minister Dijkstal:
Voorzitter! Ik blijf het toch niet helemaal juist vinden om te spreken over een "uitholling" van de rol van de vertrouwenscommissies. Nogmaals, in overleg met deze Kamer is nadrukkelijk vastgesteld welke bovenlokale afwegingen een rol zullen spelen. Dat weet iedereen; ook elke vertrouwenscommissie in Nederland. Het ligt zeer voor de hand dat geprobeerd wordt de burgemeesters die vrijkomen, van welke leeftijd dan ook, onder dak te brengen. Dat is trouwens precies het punt waar mevrouw Nijpels zich sterk voor maakt. Dat daarmee de facto de ruimte voor vertrouwenscommissies, bijvoorbeeld in de gebieden van de nieuw gevormde gemeenten, wordt verkleind, ligt nogal voor de hand. Ik zou bijna zeggen dat ze dat zelf ook zo zouden moeten wensen als zij zich ordentelijk willen opstellen op het terrein van burgemeestersbenoeming. "Uitholling" vind ik hier dus echt een verkeerd gekozen woord. Ik herhaal, dat de regeling tot stand is gekomen op verzoek van de burgemeesters, met name uit de gebieden die mevrouw Nijpels heeft genoemd, via hun vertegenwoordigers in het georganiseerd overleg.
Voorzitter! Wat doe je met een burgemeester die niet geacht wordt te solliciteren omdat hij ouder is dan 58 jaar? Dat is een lastige vraag. Ik ben akkoord gegaan met deze regeling omdat het van tweeën een is: óf je vindt dat er geen seniorenregeling moet zijn en dan hoef je verder niets te regelen, óf je vindt dat het voor de 58-plussers noodzakelijk en wenselijk is om een aparte regeling te treffen en dan is de consequentie dat mensen niet worden geacht te solliciteren. Anders lijkt het op het eten van twee walletjes: je gaat wel vrolijk solliciteren maar als het niets wordt, heb je altijd nog die goede regeling. Waarom dan een regeling voor 58-plussers en niet voor mensen van een andere leeftijd? Dat was een lastig punt, maar al met al ben ik er toch mee akkoord gegaan. In het onverhoopte geval – hij wordt niet geacht te solliciteren – dat een burgemeester van boven de 58 solliciteert maar wordt afgewezen, komt hij toch nog in aanmerking voor deze regeling. Ik heb dat inderdaad afgesproken in het georganiseerd overleg. Dat zal dus gebeuren.
Mevrouw Oedayraj Singh Varma (GroenLinks):
Voorzitter! De minister heeft gezegd dat de mensen die vrijgekomen zijn in herindelingsgebieden weer onder dak gebracht moeten worden. Dit betekent dat er geen nieuwe sollicitanten kunnen zijn. Wat betekent dat voor de positie van vrouwelijke burgemeesters? Wij hebben ooit afgesproken dat wij moeten proberen minimaal 100 vrouwelijke burgemeesters te krijgen. Wijkt de minister af van dit voornemen of gaat hij dat specifieke beleid ook in deze gebieden laten plaatsvinden?
Minister Dijkstal:
Voorzitter! Toen dat punt in deze Kamer werd behandeld, is door allen gezegd dat een aantal van de wensen in concurrentie is met elkaar. Als je de politieke verhoudingen beter tot hun recht wilt laten komen, als je meer vrouwen in het openbaar bestuur wilt en als je vrijgekomen, ook niet-vrouwelijke, burgemeesters onder dak wilt brengen, dan concurreren de doelstellingen met elkaar. Ik heb in het overleg gezegd en ik heb het gisteren in het overleg met de commissarissen van de koningin herbevestigd, dat een van deze zaken niet automatisch boven de andere gaat. Er zit spanning tussen. Wij moeten in de praktijk bekijken hoe wij zo goed mogelijk met deze wensen rekening kunnen houden. Mevrouw Nijpels noemde de kwestie van de 58-plussers. Wij willen proberen deze mensen in te zetten en wel als waarnemers. Gisteren hebben de commissarissen van de koningin mij laten weten dat zij daartoe nadrukkelijk bereid zijn. Ik heb zelfs al twee goede voorbeelden op dit terrein. Op die manier proberen wij de spanningen tussen de doelstellingen weg te nemen, maar helemaal wegnemen kunnen wij ze niet. Ik zeg wel met nadruk dat wij, waar mogelijk, meer vrouwen in dit ambt moeten benoemen.
De heer De Cloe (PvdA):
Mijnheer de voorzitter! De fractie van de PvdA heeft voor het zomerreces, bij de behandeling van de notitie van de minister, nadrukkelijk ingestemd met het uitgangspunt van de notitie, namelijk versterking van de positie van de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad in het algemeen. De Kamer heeft dat ook uitgesproken. De uitwerking in de brief van 14 augustus heeft ook onze instemming. Het verbaast mij dan ook dat mevrouw Nijpels pas nu met de opmerkingen komt. Het stuk ligt al meer dan een maand bij de Kamer!
Ik heb nog een vraag aan de minister. In antwoord op de vraag van mevrouw Nijpels of de circulaire wellicht wat dwingend is, antwoordt hij: nee. Is de circulaire niet ontmoedigend, zo vroeg mevrouw Nijpels. Ook niet, zo antwoordt de minister. Maar ik lees in de notitie dat voor degene die 58 jaar of ouder is geen sollicitatieplicht geldt en dat betrokkene niet meer wordt geacht te solliciteren naar de vacature in de nieuw te vormen gemeente. Dat kan prachtig worden omschreven, maar het is toch bepaald wel ontmoedigend om te solliciteren!
Minister Dijkstal:
Natuurlijk. Wellicht heb ik mij onzorgvuldig uitgedrukt. Ik heb gezegd dat men niet geacht wordt te solliciteren. Dat is natuurlijk ontmoedigend. Dat is de hele strekking van de regeling. Zou ik het niet willen ontmoedigen, dan had ik de regeling ook niet gemaakt!
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19961997-197-199.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.