Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de algemene financiële beschouwingen, te weten:

- de motie-Hoogervorst over de voorgestelde verhoging van de brandstofaccijnzen (25000, nr. 38).

(Zie vergadering van 29 oktober 1996.)

De voorzitter:

De stemming zal hoofdelijk plaatsvinden. De eerste vraag aan de leden is of zij allen de presentielijst hebben getekend. Dan verzoek ik de leden hun plaatsen in te nemen. Ik verzoek ook tijdens de hoofdelijke stemming stilte te betrachten, opdat wij hier precies en nauwgezet kunnen registreren of u voor of tegen hebt gestemd, zodat wij daarnaar niet hoeven te gissen en de uitslag betrouwbaar kan worden gegeven.

Vóór stemmen de leden: Assen, Beinema, Van den Berg, Biesheuvel, Bijleveld-Schouten, Blaauw, Blauw, Van Blerck-Woerdman, Bolkestein, Bremmer, Bukman, V.A.M. van der Burg, Van de Camp, Cherribi, Cornielje, Dankers, Deetman, Van den Doel, Essers, Gabor, Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Heerma, Van der Heijden, Hendriks, Hessing, Hillen, Van der Hoeven, Hofstra, Van Hoof, Hoogervorst, De Hoop Scheffer, Ten Hoopen, Janmaat, De Jong, H.G.J. Kamp, M.M.H. Kamp, Keur, Klein Molekamp, Koekkoek, Korthals, Lansink, Leerkes, Leers, Van der Linden, Mateman, R.A. Meijer, Th.A.M. Meijer, Mulder-van Dam, Nijpels-Hezemans, Passtoors, Reitsma, Remkes, Van Rey, Rijpstra, Van Rooy, Schuurman, Smits, Van der Stoel, Terpstra, Te Veldhuis, Verbugt, Verhagen, Verkerk, Van der Vlies, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, B.M. de Vries, J.M. de Vries, Weisglas, Van Wingerden, Wolters, Zonneveld, Aiking-van Wageningen en Van Ardenne-van der Hoeven.

Tegen stemmen de leden: Augusteijn-Esser, Bakker, Van den Bos, Van Boxtel, M.M. van der Burg, De Cloe, Crone, Van Dijke, Dijksma, Dijksman, Dittrich, Duivesteijn, Van Gelder, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, Van Heemst, Hoekema, Houda, Huys, Jeekel, Jorritsma-van Oosten, Kalsbeek-Jasperse, De Koning, Lambrechts, Liemburg, Lilipaly, Marijnissen, Middel, Van Middelkoop, Van Nieuwenhoven, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Van Oven, Van der Ploeg, Poppe, Rabbae, Rehwinkel, Van 't Riet, Roethof, Rosenmöller, Rouvoet, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schutte, Sipkes, Stellingwerf, Sterk, Swildens-Rozendaal, Van Traa, Valk, Ter Veer, Versnel-Schmitz, Verspaget, Vliegenthart, Van Vliet, M.B. Vos, Vreeman, Wallage, Van Walsem, Van Waning, Witteveen-Hevinga, Wolffensperger, Woltjer, Ybema, Van Zijl, Zijlstra, Van Zuijlen, Adelmund en Apostolou.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de motie met 74 tegen 71 stemmen is aangenomen.

De heer Janmaat (CD):

Mag ik aan de regering vragen wat zij met de motie gaat doen?

Minister Wijers:

Wij zullen het resultaat van deze stemming meenemen naar het kabinet. Ik wijs er voor de volledigheid op dat in het kabinet besloten is over een samenhangend pakket. De beslissingen slaan op een fors pakket van investeringen in de infrastructuur van ongeveer 2 mld. en een variabilisatie van de autokosten. Wij zullen de uitslag van deze stemming daarin meewegen.

De heer Janmaat (CD):

Het kabinet weet het dus nog niet. Ik weet niet of het geoorloofd is aan de fractie van de VVD te vragen of zij het wel weet. Hoe hard gaat zij achter deze motie staan?

De heer Bolkestein (VVD):

Mijn fractie heeft voor deze motie gestemd.

De heer Janmaat (CD):

Dat was al duidelijk. Het is geen nieuws wat de heer Bolkestein thans vertelt. Hoe hard gaat de VVD-fractie zich opstellen, als het kabinet de motie niet wil uitvoeren? De vraag is des te dringender, omdat in de pers twijfels zijn gerezen over het uitvoeren van de motie, die gisteren via een hoofdelijke stemming is aangenomen. Daarover wilde de fractie van de VVD ook niet het achterste van de tong laten zien.

De heer Bolkestein (VVD):

Als mijn fractie voor stemt, dan is dat noch hard, noch zacht, maar gewoon voor.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen achteraf.

De heer Hendriks:

Mijnheer de voorzitter! Ik verklaar voor de motie van het medelid Hoogervorst (25000, nr. 38) te hebben gestemd, omdat bij verhoging van de accijnzen op motorbrandstof vooral in de grensstreken van ons land geen voordelen, maar overwegend nadelen te verwachten zijn.