Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen donderdag 23 mei bij het begin van de vergadering:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een herziening van de planprocedure (verkorting planprocedure) (24623);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met verlenging van de verblijfsduur voor bepaalde categorieën leerlingen in m.a.v.o. en v.b.o. (regeling verlenging verblijfsduur leerlingen m.a.v.o. en v.b.o.) (24631).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 11, 12 en 13 juni:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de Wet bestrijding ongevallen Noordzee en de Wet op de economische delicten in verband met richtlijn nr. 93/75/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 september 1993 betreffende de minimumeisen voor schepen die gevaarlijke of verontreinigende goederen vervoeren en die naar of uit de zeehavens van de Gemeenschap varen (PbEG L 247) (24271).

Ik stel voor, de stukken 21427, nr. 144, 21693, nr. 36, 22343, nr. 25, 24658, 23669, nr. 16, 23725, nr. 16, 24400-VI, nr. 41, 24400-VII, nr. 38, 24400-X, nrs. 84, 85 en 89, 24400-XV, nr. 38, 24400-XIII, nr. 43, en 23432, nr. 12 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Ardenne.

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Gisteren is er een algemeen overleg geweest met de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over de toelating van bestrijdingsmiddelen, en een evaluatie daarvan. Ik wil u vragen, het verslag van dit overleg op de agenda te zetten, teneinde de Kamer een uitspraak te kunnen voorleggen. Dit hoeft niet vandaag; dat kan op een nader te bepalen tijdstip.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van mevrouw Van Ardenne te besluiten. Ik zal een nader voorstel doen wat de agendering betreft.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Lambrechts.

Mevrouw Lambrechts (D66):

Voorzitter! Vanmorgen viel in het dagblad Trouw te lezen dat de Onderwijsraad adviseert de evolutietheorie te schrappen uit het toekomstige VWO-examen algemene natuurwetenschappen. Eerder adviseerde de Onderwijsraad de evolutietheorie wèl in het centraal schriftelijk op te nemen, maar dan bij het vak biologie. Ik vraag de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de Kamer per brief te informeren over de vraag of er een gewijzigd advies van de Onderwijsraad is gekomen en, zo ja, wat daarvan de reden is. Verder vraag ik haar om nu eindelijk eens helderheid te geven over het standpunt van de regering inzake de evolutietheorie in het centraal schriftelijk.

De heer Koekkoek (CDA):

Voorzitter! Uiteraard heb ik geen bezwaar tegen het verzoek om een brief van de staatssecretaris. Die brief zal wat ons betreft vooral moeten inhouden, hoe zij reageert op het advies van de Onderwijsraad.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Ik sluit mij bij het laatste aan. Overigens had de staatssecretaris al meegedeeld dat er, als ik mij niet vergis, nog in juli een regeringsstandpunt zal komen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven