Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de moties voorgesteld tijdens het nota-overleg van de vaste commissies voor Justitie en voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het drugsbeleid, te weten:

  • - de motie-Oudkerk c.s. over de uitwerking van geformuleerde wenselijkheden (24077, nr. 6);

  • - de motie-Oudkerk/De Graaf over herijking van de verslavingszorg (24077, nr. 7);

  • - de motie-Van Oven/Oudkerk over toetsing van de beleidsuitvoering (24077, nr. 8);

  • - de motie-Van Oven/Oudkerk over de beperking van de verkoop van softdrugs tot 5 gram (24077, nr. 9);

  • - de motie-Van Oven/Oudkerk over de produktie en toelevering van nederwiet (24077, nr. 10);

  • - de motie-Van de Camp c.s. over een uitgewerkt onderzoeksplan naar de verstrekking van heroïne (24077, nr. 11);

  • - de motie-Van de Camp c.s. over de scheiding van de verkoop van softdrugs en alcohol (24077, nr. 12);

  • - de motie-Van de Camp c.s. over de verkoop van softdrugs in cafés (24077, nr. 13);

  • - de motie-Van de Camp c.s. over de vervolging van huisteelt (24077, nr. 14);

  • - de motie-Van de Camp c.s. over een maximaal bezit van softdrugs van 5 gram (24077, nr. 15);

  • - de motie-Van de Camp/Van Wingerden over een Europees drugsbeleid (24077, nr. 16);

  • - de motie-Van de Camp/Van Wingerden over de versterking van politie en justitie (24077, nr. 17);

  • - de motie-Korthals over concrete voorstellen voor een pilotexperiment (24077, nr. 18);

  • - de motie-De Graaf over de aanpassing van de verkoopnorm van de bezitsnorm (24077, nr. 19);

  • - de motie-De Graaf c.s. over het budget voor ambulante verslavingszorg (24077, nr. 20);

  • - de motie-De Graaf c.s. over extra politiesterkte en celcapaciteit (24077, nr. 21);

  • - de motie-De Graaf/Van Oven over een Europees onderzoek van het drugsprobleem (24077, nr. 22);

  • - de motie-Rabbae over een vergunningensysteem voor teelt en binnenlandse handel van cannabisprodukten (24077, nr. 23);

  • - de motie-Rabbae over staatstoezicht op teelt, handel en distributie van cannabisprodukten (24077, nr. 24);

  • - de motie-Aiking-van Wageningen over de berechting van straathandel (24077, nr. 25);

  • - de motie-Van der Vlies c.s. over de positie van gemeentebesturen die de nuloptie hanteren (24077, nr. 26);

  • - de motie-Schutte/Rouvoet over het afzien van experimenten met verstrekking van heroïne (24077, nr. 27);

  • - de motie-Schutte c.s. over het tegengaan van de produktie van nederwiet (24077, nr. 28);

  • - de motie-Marijnissen over behandelcontracten voor criminele verslaafden (24077, nr. 29);

  • - de motie-Marijnissen over wachttijden voor afkickprogramma's (24077, nr. 30);

  • - de motie-Van Wingerden/Verkerk over het binnen vijf jaar sluiten van alle coffeeshops (24077, nr. 31);

  • - de motie-Van Wingerden/Verkerk over de voorlichting van scholieren (24077, nr. 32);

  • - de motie-Van Wingerden/Verkerk over een onderzoek naar rijden onder invloed van hard- en softdrugs (24077, nr. 33).

Ik stel voor, dinsdag 2 april bij het begin van de vergadering te behandelen:

  • - de brief van het Presidium inzake de Procedure voor stemmen over personen (24663).

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van volgende week:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de ondernemingsraden (24593);

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de In- en uitvoerwet (opneming van de mogelijkheid om in bepaalde gevallen voor de uitvoer van goederen een vergunningvereiste te stellen) (24576).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 10 en 11 april:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het basisonderwijs, de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs, alsmede de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de decentralisatie van de huisvestingsvoorzieningen (24455).

Ik stel voor, aan de orde te stellen in de vergaderingen van 16, 17 en 18 april:

  • - het voorstel van wet van de leden Van Heemst, O.P.G. Vos en De Koning tot wijziging van de Wet op de naburige rechten in verband met de rechten van omroeporganisaties (24240);

de gezamenlijke behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten (Financiële-verhoudingswet) (24552);

  • - het wetsvoorstel Regels inzake de invoering van de Financiële-verhoudingswet (Invoeringswet Financiële-verhoudingswet) (24553).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 23, 24 en 25 april:

  • - het voorstel van wet van het lid Van Boxtel houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen) (23259).

Tot slot stel ik voor, het voor hedenmiddag geagendeerde wetsvoorstel Wegenverkeerswet van de agenda af te voeren en te verplaatsen naar volgende week.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik het lid van Heemst tot plv. lid in de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in plaats van het lid Swildens-Rozendaal.

Ik stel aan de Kamer voor, te besluiten tot de volgende spreektijden bij het Fokker-debat dat volgende week woensdagmiddag zal beginnen. De spreektijden zijn op verzoek van de commissie: 15 minuten voor de drie grote fracties, 10 minuten voor de fractie van D66, 7 minuten voor de fractie van GroenLinks en 5 minuten c.q. 2,5 minuut voor de overige fracties.

Ik stel voor, woensdag het debat over Fokker hoe dan ook te voltooien en zo nodig na afloop te stemmen. Dat zou kunnen betekenen – met een streep onder zou – dat wij misschien het tijdstip van 23.00 uur zullen overschrijden.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Linden.

De heer Van der Linden (CDA):

Voorzitter! Wij hebben vandaag een sobere brief gekregen van de minister van Landbouw en de staatssecretaris van Volksgezondheid over de BSE-affaire.

Ik zou u willen verzoeken, de regering te vragen een uitvoerige brief aan de Kamer te sturen met informatie over de situatie in Europa, de afspraken op Europees niveau, de consequenties voor de sector en met name voor de boeren zelf. Wij vernemen ook graag wie de financiële consequenties moet dragen en of er sprake is van nieuwe feiten in Nederland.

Ik heb begrepen dat er straks een procedurevergadering is. Ik had reeds vanochtend bij u aangekondigd dat ik deze vragen zou stellen. Ik zal deze in de procedurevergadering herhalen.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter! Het besluit van het kabinet om 64.000 mestkalveren ter destructie aan te bieden, heeft ook bij onze fractie vragen opgeroepen. Natuurlijk dient elk risico voor de volksgezondheid te worden vermeden. Hedenmorgen hebben deskundigen van de faculteit diergeneeskunde in Utrecht, de Landbouwhogeschool Wageningen en het Centraal diergeneeskundig instituut uit Lelystad, die wij geraadpleegd hebben, verklaard dat er geen enkele wetenschappelijke grond is om tot destructie over te gaan, omdat de BSE-ziekte niet voorkomt bij koeien jonger dan drie jaar.

Daarom wil ik de minister vragen om op de kortst mogelijke termijn in te gaan op de volgende vragen.

1. Heeft de minister zijn besluit genomen op grond van wetenschappelijke gegevens? Zo ja, welke gegevens zijn dat?

2. Als er geen wetenschappelijke basis voor het destructiebesluit is, wat is dan de grondslag van het genomen besluit?

3. Is er sprake van dat het besluit genomen is op basis van economische motieven en, zo ja, welke?

De heer Blauw (VVD):

Voorzitter! Op verzoek van GroenLinks is er om kwart voor drie een procedurevergadering van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het is natuurlijk aan u om te besluiten, maar het lijkt mij goed dat u weet dat de zaak in procedure is gebracht.

De voorzitter:

Ik stel vast, dat de commissie een procedurebesluit heeft genomen. Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar de minister. Dan zien wij wel hoe de minister antwoordt. Ik ga er hierbij van uit dat dit antwoord in de follow-up van de procedure van de commissie zal zijn besloten.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Apostolou.

De heer Apostolou (PvdA):

Voorzitter! Mede namens de fracties van het CDA, D66, GroenLinks en de SP verzoek ik u, het verslag van het algemeen overleg van gisteren over de remigratieregelingen op de agenda van de Kamer te plaatsen, opdat wij een motie kunnen indienen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit verslag aan de agenda toe te voegen. Ik zal bekijken of dit volgende week behandeld kan worden, maar ik kan dat niet beloven. Zo'n debat duurt toch weer een halfuur.

De heer Apostolou (PvdA):

Het hoeft maar een paar minuten te duren.

De voorzitter:

Als u de enige bent die het woord voert en het slechts een paar minuten duurt, kunnen wij het dinsdag doen. Ik zie echter dat dit niet het geval is.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! Ik weet niet waar de heer Apostolou die informatie vandaan heeft. In het algemeen overleg van gisteren is gebleken dat er in de Kamer verschil van inzicht bestaat. Ik zou dus in ieder geval ook willen spreken.

De voorzitter:

Het punt wordt in ieder geval aan de agenda toegevoegd en wordt dan volgende week of in de week na Pasen besproken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! De Kamer heeft op 13 maart jl. een overleg gevoerd met de minister van Verkeer en Waterstaat over de intentieverklaring inzake het concept-convenant verkeer en vervoer. Op een aantal punten hebben wij problemen met de uitleg die de minister hieraan heeft gegeven. Daarom willen wij graag nog plenair met de minister over dit thema spreken.

De voorzitter:

Ik heb een vraag aan mevrouw Vos. Is dit besproken in de commissie? Gelet op de orde die wij normaal hebben, lijkt mij dat in de rede te liggen. Dan kunnen wij de zaak ordelijk behandelen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Mijn voorstel betreft het op de agenda plaatsen van het verslag van een overleg met de minister.

De voorzitter:

Dat wilt u aan de agenda toevoegen?

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ja, dat wil ik aan de agenda toevoegen.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform het verzoek van mevrouw Vos te besluiten. Het wordt een twee-minutendebat. Dit zal de komende weken plaatsvinden.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven