Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, de spreektijden voor het debat over de situatie bij het CTSV vast te stellen op 7 minuten voor de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD en D66, 5 minuten voor de overige fracties en 2,5 minuut voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks.

Ik stel voor, de debatten inzake het rapport van de enquêtecommissie opsporingsmethoden als volgt te laten plaatsvinden. In de week van 16, 17 en 18 april zal de discussie met de commissie worden gevoerd. Vervolgens zal het debat met de regering plaatsvinden in de vergaderingen van 7, 8 en 9 mei. Indien en voor zover het debat tussen Kamer en commissie leidt tot nadere standpunten van het kabinet, zullen deze de Kamer uiterlijk vrijdag 27 april bereiken. Aan het slot van de behandeling, dus na 9 mei, zullen ook de besluiten worden genomen over de lijst van beslispunten.

Ik stel voor, toestemming te verlenen tot het houden van een wetgevings- c.q. nota-overleg met stenografisch verslag op:

maandag 1 april:

  • - van 11.15 uur tot 14.15 uur van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de armoedenota (24515) (dit gaat om een vervolg van een overleg dat reeds is aangevangen en dat kennelijk veel meer tijd vergde dan men aanvankelijk had gepland);

maandag 10 juni:

  • Voorzitter- van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over de verkeersveiligheid;

maandag 17 juni:

  • - van 11.15 uur tot 18.30 uur van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de PKB Drink- en Industriewatervoorziening (23168).

Mevrouw Schimmel (D66):

U hebt voorgesteld om de spreektijden voor het debat over de situatie bij het CTSV vast te stellen op zeven minuten voor de grotere fracties en minder minuten voor de wat kleinere fracties. Is dat niet krap bemeten, gelet op het feit dat het een behoorlijk ingewikkelde situatie is?

De voorzitter:

Neen. Ik let daarbij op de besluitvorming van gisteren door de Kamer en op de mededeling van de voorzitter van de commissie dat er weliswaar een discussie zal plaatsvinden, maar dat die discussie niet afrondend zal zijn. Ik heb namelijk begrepen dat men gevraagd heeft om een regeringsstandpunt naar aanleiding van het rapport van de heer Rood. Als ik het goed heb beluisterd, lag daarin de aankondiging besloten dat ook daarover nog een keer gesproken zal kunnen worden. Met andere woorden: het zal geen afrondend debat zijn. Vandaar mijn vraag van gisteren of het een kort debat zou kunnen zijn. Ik kan mij goed herinneren dat daar met "ja" op werd geantwoord.

Mevrouw Schimmel (D66):

Ik ben het weliswaar met u eens dat het geen afrondend debat zal zijn. Desalniettemin is het natuurlijk een debat waar een aantal belangrijke zaken moeten worden besproken. Er is verschil tussen "kort" en "kort" en ik vraag mij af of die zeven minuten voor de grotere fracties en wat minder voor de kleinere fracties voldoende zullen zijn.

De voorzitter:

Dan zal ik iets royaler zijn, maar het moet mij wel van het hart dat ik de besluitvorming binnen de commissie merkwaardig vind, omdat het inhoudelijk debat voluit zal plaatsvinden naar aanleiding van het rapport van de heer Rood. Men heeft immers niet alleen gevraagd om dat rapport aan de orde te laten komen, men heeft ook gevraagd om een regeringsstandpunt. Met andere woorden: morgen zal niet meer dan de aanloop kunnen zijn. Ik wil in deze Kamer een beetje vermijden dat wij dingen tien keer publiekelijk bespreken, waarbij wij iedere keer doen alsof het de eerste keer is. Ik denk niet dat dat een goede indruk naar buiten maakt. Ik stel dus voor om misschien toch naar die verdeling van zeven, vijf en tweeënhalve minuut te blijven streven, lettend op het feit dat – als ik althans de procedure van de commissie volg – dit traject nog een lange follow-up zal krijgen.

Mevrouw Schimmel (D66):

Ik wil het verder niet bestrijden, maar wij spreken in deze Kamer niet steeds over hetzelfde. Er zijn voortdurend nieuwere gegevens die ons ter beschikking komen en die tot een nieuw debat leiden.

De voorzitter:

Ik ben blij dat te horen. Zullen wij proberen om het toch rond die zeven minuten te houden?

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Voorzitter! Wij hebben in de vaste commissie niet over spreektijden gesproken.

De voorzitter:

Nee, maar ik heb gisteren een vraag gesteld en daar was u bij.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA):

Dat wil ik best toegeven, maar het punt is dat mevrouw Schimmel gelijk heeft. Wij hebben een knip aangebracht door eerst te spreken over wat nu in de actualiteit...

De voorzitter:

Laten wij het kort houden, want wij hebben vandaag nog meer te doen.

Ik stel nader voor, de spreektijden te bepalen op 10 minuten voor de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD en D66, 7,5 minuut voor de overige fracties en 3 minuten voor de groep-Nijpels en het lid Hendriks. Dit heeft het voordeel dat er wellicht minder interrupties nodig zijn.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Aiking-van Wageningen.

Mevrouw Aiking-van Wageningen (groep-Nijpels):

Voorzitter! Onze fractie zou naar aanleiding van het verslag dat gisteren is gemaakt van het overleg in de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en voor Justitie graag het onderwerp "de reorganisatieplannen van het LSOP in verband met de opheffing van De Cloese in Lochem en De Harne in Harlingen" op de agenda van de Kamer zien geplaatst.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Mijn fractie steunt dit verzoek, voorzitter.

De voorzitter:

Het is een twee-minutendebat. Ik stel voor, dit verslag aan de agenda toe te voegen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Over het tijdstip waarop wij dit aan de orde zullen stellen, zal ik nadere voorstellen doen. Ik denk dat het deze week niet meer lukt.

Naar boven