De voorzitter:
Aan de orde is de herdenking van de heer Luteijn. Ik verzoek de leden te gaan staan.
Wij hebben de goede gewoonte om de oud-leden die ons zijn ontvallen hier te gedenken. Zo herdenken wij vandaag David Luteijn die op 13 april jongstleden op 78-jarige leeftijd overleed. Hij was voor de VVD twaalf jaar lid van de Eerste Kamer, van 13 september 1983 tot 13 juni 1995, waarvan acht jaar fractievoorzitter.
Ik heet ook zijn familie welkom bij deze herdenking.
David Luteijn werd op 11 juli 1943 geboren in een boerengezin in het Zeeuwse Zuidzande. Na de hbs in Oostburg studeerde Luteijn agrarische economie aan de — toen nog — Landbouwhogeschool in Wageningen.
Na zijn afstuderen ging hij in 1970 werken als hoofd marketing van kunstmestfabriek Windmill Holland in Vlaardingen. Zeeland lokte echter en na twee jaar werd hij secretaris van de Zuidelijke Landbouw Maatschappij, de ZLM, in Zeeland en Noord-Brabant.
Nog liever was Luteijn zelf akkerbouwer. Daarom werd hij in 1975 samen met zijn vader eigenaar van een akkerbouwbedrijf in Zuidzande, op zijn geboortegrond. Naast het bedrijf bleef hij vele decennia actief binnen landbouw- en natuurorganisaties.
Van 1987 tot 2001 was hij bovendien bestuursvoorzitter van Cebeco, de coöperatieve aankoopvereniging voor Land- en Tuinbouw. Luteijn was ook nog enige tijd waarnemend commissaris van de Koningin in Zuid-Holland en directeur van energiebedrijf Delta.
Toen hij op 13 september 1983 lid werd van de Eerste Kamer stond hij dus met beide benen in de praktijk. Hij werd namens de VVD — hoe kan het ook anders — woordvoerder landbouw en visserij. Ook hield Luteijn zich bezig met ontwikkelingssamenwerking. Zijn maidenspeech hield hij bij een initiatiefwetsvoorstel over de vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen.
Vier jaar later werd Luteijn fractievoorzitter, waardoor hij ook jaarlijks sprak bij de Algemene Politieke Beschouwingen, u welbekend. In 1987, zijn eerste keer, sprak hij uitgebreid over de rol en de plaats van de overheid. Die moest volgens hem zo veel mogelijk terugtreden met — ik citeer — "minder gedetailleerde en minder hoge uitvoeringskosten vergende regelgeving, en met minder maatschappelijke verspilling in het kader van de onderlinge touwtrekkerij tussen delen van de centrale overheid en hogere en lagere overheden."
In de debatten nam Luteijn het woord niet om het woord te voeren, maar omdat hij iets te zeggen had. Daarvoor koos hij het juiste moment. "Timing en dan erin gaan", noemde hij dat. Dat de Eerste Kamer steeds politieker werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw was voor hem geen probleem. Hij zei dat het om de kwaliteit van wetgeving gaat en dat je dan best je tanden mag laten zien.
Als fractievoorzitter was Luteijn ook lid van het College van Senioren, het overleg van alle fractievoorzitters dat wordt voorgezeten door de Kamervoorzitter. Bij het afscheid van Luteijn in 1995 omschreef toenmalig voorzitter Tjeenk Willink beeldend hoe Luteijn deelnam aan die wekelijkse vergaderingen. "Je zat op een strategische plek in een hoek van 45 graden tegenover de Voorzitter, een beetje onderuit, ontspannen, met oog voor de argumenten van anderen. Op het juiste moment een inschatting of advies geven waarmee ik iets kon", zei Tjeenk Willink.
Bij de kabinetsformatie van 1994 weigerde Luteijn de ministerspost van Landbouw. Hij zat liever op een tractor dan op het ministerie, schreef het Reformatorisch Dagblad. Hij noemde zichzelf vrijetijdspoliticus: "Ik moet er niet aan denken om zeven dagen van de week aan politiek te besteden", aldus Luteijn.
Op 6 juni 1995 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, nadat hij eerder al was benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.
David Luteijn was in hart en nieren liberaal én boer, die zich in de Eerste Kamer open, loyaal en collegiaal opstelde. In zijn werk zowel binnen als buiten de politiek was hij zakelijk, recht door zee en een man van weinig woorden. Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.