4 Stemming Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte (35174).

(Zie vergadering van 26 mei 2020.)

De voorzitter:

Thans is aan de orde de stemming over het wetsvoorstel 35174, Wijziging van de Participatiewet en enige andere wetten in verband met het opheffen van discriminatoir onderscheid tussen bloedverwanten in de tweede graad en anderen die een gezamenlijke huishouding voeren waarbij sprake is van zorgbehoefte.

Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

Het woord is aan mevrouw Klip. Graag bij de interruptiemicrofoon, want dan hoeven we minder vaak te reinigen. Dat kon u niet weten.

Mevrouw Klip-Martin (VVD):

Voorzitter, dank u wel. Namens de VVD-fractie lees ik een stemverklaring voor. Dat doe ik ook namens de woordvoerder, mevrouw De Bruijn-Wezeman, die vandaag niet in Den Haag is.

Voorzitter. Met enige verbazing heeft de VVD-fractie tijdens het debat over dit wetsvoorstel geconstateerd hoe eenvoudig diverse woordvoerders in de senaat over een uitspraak van de Hoge Raad heen stappen als zijnde niet gedaan, en zich blijven vastklampen aan de door de Hoge Raad vernietigde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Natuurlijk is het aan de wetgever om aan te geven hoe de gewraakte discriminatoire bepaling opgeheven moet worden. Maar wanneer vanwege de politieke verhoudingen in beide Kamers der Staten-Generaal de medewetgever er niet uit komt, mag van de senaat toch worden verwacht dat de rechtsstatelijke weg wordt bewandeld en er wordt ingestemd met een wetsvoorstel dat een eind maakt aan een verboden, ongelijke behandeling. Hebben wij immers niet allen gezworen of beloofd de Grondwet te onderhouden en te handhaven en niet toe te laten daarvan af te wijken? Door niet in te stemmen met dit wetsvoorstel staan wij toe dat de discriminatoire bepaling in de Participatiewet zal blijven staan en handelen wij in strijd met artikel 1 van de Grondwet. Het moge duidelijk zijn dat de VVD dit niet wil laten gebeuren. Wij zullen dus voor het wetsvoorstel stemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Klip. Zijn er andere leden die een stemverklaring wensen af te leggen? Gaat uw gang. Mevrouw Stienen namens de fractie van D66.

Mevrouw Stienen (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris heeft in haar antwoorden en appreciatie bevestigd dat de uitspraak van de Hoge Raad duidelijk een aanwijzing geeft dat op basis van de geconstateerde discriminatie de uitzondering voor bloedverwanten in de tweede graad in de Participatiewet en een aantal andere wetten moet worden opgeheven. Mijn fractie heeft deze wetswijziging vanuit deze afweging vooral op juridische gronden beoordeeld. Tegelijkertijd hebben we in ons debat vorige week gesproken over al die mensen in onze samenleving die voor iemand anders willen zorgen, of dat nou mantelzorg betreft, gewoon zorgen voor elkaar, of zorgen voor een familielid met zorgbehoeften. De D66-fractie vindt dat de staatssecretaris duidelijk heeft gemaakt dat de financiering van de zorg en deze specifieke zorgbehoefte geen onderdeel is van dit debat en deze wetswijziging, en dat dit debat losstaat van de bijstandsuitkering en het recht op een bijstandsuitkering. Het is duidelijk dat deze wetswijziging een kleine groep mensen zal raken. Het blijkt nog niet makkelijk deze groep mensen in kaart te brengen. Goede communicatie en voorlichting zijn derhalve van belang.

Voorzitter. De D66-fractie vindt dat er door de overgangstermijn van twee jaar voldoende waarborg is dat deze mensen gevonden kunnen worden door de gemeente waarin ze wonen. Mijn fractie is blij met de toezegging van de staatssecretaris gemeenten aan te moedigen ruimhartig om te gaan met artikel 18, lid 1 van de Participatiewet om mensen te ondersteunen die eventueel gedupeerd worden door deze wetswijziging. Daarom zal D66 voor deze wetswijziging stemmen.

Dank u.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Stienen. Dan de heer Janssen namens de fractie van de SP.

De heer Janssen (SP):

Dank. Ook de SP hecht zeer aan rechtsstatelijkheid. De uitspraak van de Hoge Raad is, zoals iedere rechterlijke uitspraak, richtinggevend in die zin dat er iets moet wijzigen. Er waren in dit wetsvoorstel twee mogelijkheden om zaken te wijzigen. Het kabinet heeft één mogelijkheid geblokkeerd door te weigeren iets te veranderen aan de Participatiewet. Daardoor bleef er slechts één mogelijkheid over. Het is geen kwestie van tekenen bij het kruisje en deze oplossing, blijkbaar de enige oplossing die door het kabinet als rechtsstatelijk wordt gezien, wordt door ons niet gesteund. Daarom zullen wij hiertegen stemmen, met name omdat het verzoek om het wetsvoorstel terug te nemen en te vervangen door een ander wetsvoorstel, dat wel op steun zou kunnen rekenen, niet gehonoreerd werd.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Janssen. Ik kijk even rond of te zien of nog meer leden een stemverklaring wensen te geven. Dat is niet het geval.

Dan stemmen wij nu over het wetsvoorstel. Wij stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van het CDA, D66, de ChristenUnie en de VVD voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV, GroenLinks, de SP, de PvdD, de PvdA, de SGP, de OSF, FvD, 50PLUS en Fractie-Otten ertegen, zodat het is verworpen.

Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, in afwachting van de komst van de minister van Economische Zaken en Klimaat naar het midden van de zaal.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven