3 Stemming Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Regels ter bevordering van de kwaliteit van zorg en de behandeling van klachten en geschillen in de zorg (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) (32402). 

(Zie vergadering van 29 september 2015.) 

De voorzitter:

Ik heet de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die namens de regering bij de stemming aanwezig is, van harte welkom in de Eerste Kamer. 

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf. 

Mevrouw Martens (CDA):

Voorzitter. De leden van de CDA-fractie delen de intentie van het wetsvoorstel, namelijk om de positie van de cliënt in de zorg te versterken en de afhandeling van klachten en geschillen te verbeteren. De grootst mogelijke meerderheid van de fractie is er echter van overtuigd dat dit wetsvoorstel zal leiden tot juridisering, claimcultuur, medicalisering en defensieve geneeskunst, met als gevolg kostenverhoging. Zij zien bovendien dat het gebrek aan samenhang in wetgeving in het zorgdomein verder wordt vergroot. Zij voelen zich in dezen gesterkt door de waarschuwingen van de Raad van State, Actal en alle landelijke organisaties van zorginstellingen en zorgverleners, van specialisten tot eerste lijn. Zij hebben grote vragen bij de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Zij achten een nieuwe wet, met nieuwe definities, nieuwe procedures en nieuwe verplichtingen voor slechts een beperkt deel van de zorgsector als middel erger dan de kwaal en stemmen daarom tegen, temeer daar volgens de minister het in veel gevallen al goed gaat, er weinig gevallen zijn die bij geschillencommissie en de rechter komen en het vooral gaat om het stimuleren van informele procedures. Eén lid beschouwt het wetsvoorstel als een verbetering voor de consumenten in de zorg en stemt daarom voor. 

De heer Ten Hoeve (OSF):

Voorzitter. Ik heb niet aan het debat deelgenomen, maar wil toch een korte stemverklaring afleggen. In de eerste lijn moeten de basisbeslissingen worden genomen over wel of niet behandelen en, zo ja, wat voor behandeling dan. Daar moeten verantwoorde beslissingen kunnen worden genomen, ook al wil een patiënt anders of meer. Dat betekent dat ik ernstige twijfel heb aan de directe koppeling tussen klacht en claim in de geschillencommissie. Desondanks is een goed, zo volledig mogelijk en consistent systeem van klachtbehandeling wel belangrijk. Ik zal dus toch voor deze wet stemmen. 

De heer Don (SP):

Voorzitter. De minister wil in de Tweede Kamer onderzoeken of de Wet maatschappelijke ondersteuning onder de reikwijdte van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg kan vallen. Dat is een stevige toezegging aan deze Kamer. Het is immers een goede zaak als de hele zorg onder deze wet gaat vallen, ook zorg verleend onder verantwoordelijkheid van 393 gemeenten in Nederland. Als SP-fractie willen wij zien wat dit oplevert. Daarom willen wij onze motie hierover aanhouden. Wij verwachten dat de minister vaart zal maken op dit voor ons wezenlijke punt. Mocht die voortgang uitblijven, dan zullen wij de Kamer alsnog om een stemming over onze motie vragen. Wij blijven onze vraagtekens houden met betrekking tot de positie van de eerstelijnswerkenden, maar kunnen ermee leven dat er een goede implementatie en evaluatie van de wet volgt. Alles overziende krijgt de minister van ons de ruimte om haar toezegging na te komen. Daarom zullen wij onze steun aan het wetsvoorstel niet onthouden. 

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Don stel ik voor, zijn motie (32402, letter P) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

De heer Ganzevoort (GroenLinks):

Voorzitter. Wij delen de intentie van de wet, maar zijn niet gelukkig met de wetstechnische vormgeving. Zoals mijn grootmoeder echter al zei: als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan. 

De voorzitter:

Ik ben benieuwd wat dat voor resultaat oplevert. 

Ik zie dat er geen andere leden zijn die een stemverklaring willen afleggen. Ik stel voor te stemmen bij zitten en opstaan. 

Daartoe wordt besloten. 

In stemming komt het wetsvoorstel. 

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP, D66 en de PVV en het lid Oomen van het CDA voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de overige aanwezige leden van de fractie van het CDA ertegen, zodat het is aangenomen. 

Naar boven