Voorzitter: Broekers-Knol
Tegenwoordig zijn 68 leden, te weten:
Backer, Barth, Beckers, Van Beek, Beuving, Van Bijsterveld, De Boer, Van Boxtel, Bröcker,
Broekers-Knol, Bruijn, Van Dijk, Duivesteijn, Duthler, Elzinga, Engels, Essers, Ester,
Faber-van de Klashorst, Flierman, Frijters-Klijnen, Ganzevoort, Gerkens, Thom de Graaf,
Fred de Graaf, Marcel de Graaff, Hermans, Hoekstra, Holdijk, Ter Horst, Huijbregts-Schiedon,
Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koffeman, Kok, Koning, Koole, Kox, Kuiper, Van
der Linden, Linthorst, Lokin-Sassen, Martens, Nagel, Popken, Postema, Quik-Schuijt,
Reuten, Reynaers, Ruers, Schaap, Scholten, Schouwenaar, Sent, Slagter-Roukema, Sörensen,
Van Strien, Strik, Sylvester, Terpstra, Thissen, Vliegenthart, Vlietstra, Vos, De
Vries, De Vries-Leggedoor en Witteveen.
De
voorzitter:
Aan het begin van de eerste vergadering in 2014 wil ik graag memoreren dat het op
9 januari jl. precies 550 jaar geleden was dat in Brugge de eerste algemene vergadering
plaatsvond van de Staten-Generaal van de Nederlanden.
In 1464, het "geboortejaar" van de Staten-Generaal, werden de Nederlanden geregeerd
door Filips de Goede, hertog van Bourgondië. In de gewesten die onder zijn bewind
vielen, ontstonden geleidelijk aan mechanismen om de macht van de landsheer in toom
te houden. De landsheer kon zijn bewind niet voeren zonder enige vorm van instemming
van degenen over wie hij regeerde. Vooral als hij om financiële middelen verlegen
was, riep hij vertegenwoordigers uit de gewesten samen. Die vertegenwoordigers waren
de drie zogeheten standen: geestelijkheid, adel en gegoede burgerij. De Franse benaming
"états" werd vertaald met "Staten" en die aanduiding leeft tot op de dag van vandaag
voort in de namen van Nederlandse staatsinstellingen, de Staten-Generaal en Provinciale
Staten. Het bijzondere van de eerste vergadering was dat deze vooral ook gewijd was
aan de benoeming van een regent; het zal de leden niet vreemd voorkomen.
Nadat de noordelijke Nederlanden zich in de zestiende eeuw hadden losgemaakt van de
landsheer koning Philips II van Spanje, ontwikkelden de Staten-Generaal zich tot de
hoogste bestuurlijke macht binnen de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Sinds de oprichting van de constitutionele monarchie in 1815 hebben de Staten-Generaal,
bestaande uit Tweede Kamer en Eerste Kamer, de rol van volksvertegenwoordiging: medewetgever
en controleur van de regering.
In 2015 zullen wij het 200-jarig bestaan van ons parlement, de Staten-Generaal, vieren.
Vandaag wil ik markeren dat de grondslag van onze volksvertegenwoordiging veel ouder
is en teruggaat tot 1464.
Dan ga ik nu over tot de orde van de dag.
Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:
Franken, Schrijver en Swagerman, wegens verblijf buitenslands;
De Lange en Brinkman, wegens bezigheden elders.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
De
voorzitter:
De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst
heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de
vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich
met de voorstellen heeft verenigd.
(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)