2 Herdenking

Aan de orde is de herdenking van het overleden oud-Kamerlid Liesbeth Baarveld-Schlaman.

De voorzitter:

Op 14 maart jongstleden overleed op 77-jarige leeftijd Liesbeth Baarveld-Schlaman. Zij was van 10 juni 1981 tot 13 juni 1995 lid van de Eerste Kamer voor de PvdA.

Liesbeth Baarveld-Schlaman werd geboren in Arnhem. Zij werd politiek actief in het toenmalige Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, waar zij naast raadslid ook drie jaar lid van het dagelijks adviescollege was. Mevrouw Baarveld-Schlaman stond bekend als een geëmancipeerde en progressieve vrouw. Zij zette zich op vele terreinen in voor juistheid en rechtvaardigheid. Zij streefde naar een samenleving die de zwakkeren beschermt en die goed onderwijs en goede gezondheidszorg biedt. En ook naar een samenleving die mensen beoordeelt op competenties en niet op uiterlijk of geslacht.

Liesbeth Baarveld-Schlaman was zeer actief op het terrein van de buitenlandse politiek. Van 1977 tot 1981 was zij internationaal secretaris van de Rooie Vrouwen in de PvdA. Hier in de Eerste Kamer werd zij voor haar fractie eerste buitenlandwoordvoerster. Negen jaar lang zat zij de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken voor. Daarnaast was zij ook lid van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties.

In deze Kamer stond mevrouw Baarveld-Schlaman bekend als een zelfbewuste en betrokken persoonlijkheid. In haar maidenspeech sprak zij over de angst voor kernbewapening en voor een kernoorlog. Zij sprak over het effect dat een cultuur van angst op kinderen had en bestreed het beeld dat Russen intrinsiek slechter waren. Zij wees de deelname van Nederlandse fregatten aan de oorlog in Koeweit af en sprak zich ook uit tegen technische samenwerking met Sadam Hoesseins Irak. In 1992 voerde zij namens haar fractie het woord bij de behandeling van het wetsvoorstel tot goedkeuring van het Verdrag van Maastricht.

Mevrouw Baarveld-Schlaman was een aimabele, kordate vrouw. Zij was begaan, betrokken, geïnformeerd en weinig conformistisch. Voor sommige collega's in de Kamer was zij te progressief. Zij was in 1990 door haar fractie voorgedragen als kandidaat voor het voorzitterschap van de Kamer maar trok zich later als kandidaat terug.

In de veertien jaar van haar Eerste Kamerlidmaatschap stond mevrouw Baarveld-Schlaman pal voor de bevordering van de mensenrechten en de democratie, ook in andere landen. Zij deed dat vanuit haar hart en vol inzet, zonder de pretentie te hebben dat daardoor de wereld ineens zou veranderen. Zij was lid van de parlementaire assemblees van de Raad van Europa en de West-Europese Unie. In de Assemblee van de Raad van Europa was zij vicevoorzitter van de commissie voor Defensie en rapporteerde zij onder andere over de mensenrechten in het Midden-Oosten.

In 1994 werd mevrouw Baarveld-Schlaman onderscheiden als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in 1995 kreeg zij de medaille Pro Merito van de Raad van Europa.

Mevrouw Baarveld-Schlaman zal in onze herinnering voortleven als een bijzonder mens, kleurrijk, maatschappelijk geëngageerd en gedreven door rechtvaardigheid. Moge de waardering die zij in de samenleving heeft geoogst tot steun strekken van haar familie en vrienden die een zeer dierbare hebben moeten verliezen.

Ik verzoek om een moment stilte.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

De Kamer heeft diverse voornemens tot het sluiten, vaststellen, wijzigen of verlengen van verdragen, protocollen en overeenkomsten ontvangen, alsmede enkele algemene maatregelen van bestuur.

Ik stel vast dat voor deze voornemens de termijnen zijn verstreken en dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze voornemens geen behoefte bestaat. Het betreft de stuknummers 23908 (R1519), AK; 33049, A; 33148, A; 33152, A; 33155, A; 33160 (R1973), A; 33174 (R1974), A; 33190, A; 33198 (R1976), A; 33205 (R1978), A; 33206 (R1979), A.

Op verzoek van de fractie van het CDA heb ik de heer Franken aangewezen als lid van de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties in plaats van de heer Terpstra.

Naar boven