2 Hamerstuk

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de zorgtoeslag, in verband met de introductie van een vermogenstoets (33024).

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat het debat over dit wetsvoorstel van de agenda van de Kamer van vandaag is afgevoerd en dat het wetsvoorstel als hamerstuk kan worden afgedaan. De heer Reuten wenst hierbij een korte verklaring af te leggen. Ik geef hem daartoe gaarne de gelegenheid.

De heer Reuten (SP):

Voorzitter. Mijn fractie had de minister van Volksgezondheid aanvankelijk hier willen laten verschijnen, omdat twaalf van onze dertien vragen uit het nader voorlopig verslag niet beantwoord werden. Afgelopen vrijdag stuurde de minister een aanvullende nadere memorie van antwoord, waarin de vragen alsnog beantwoord werden. Ik kan nu volstaan met een verklaring waarom mijn fractie tegen het wetsvoorstel stemt of daartoe strekkende aantekening laat opnemen.

Het wetsvoorstel introduceert, naast een inkomenstoets, een vermogenstoets voor de toekenning van zorgtoeslag. Daar is mijn fractie niet tegen. Echter, wat een vermogenstoets heet te zijn, is in feite een toets op uitsluitend box-3-vermogen. Dat is kort gezegd voor de meeste mensen het spaargeld op de bank. Daarmee discrimineert het wetsvoorstel tussen vormen van vermogen. Het wetsvoorstel treft nu vooral huurders. Mensen die met hun spaargeld boven de toetsgrens de woninghypotheek aflossen, vallen immers buiten deze zogenaamde vermogenstoets. Hetzelfde geldt voor spaarders boven de toetsgrens die een, eventueel aanvullende, pensioenverzekering afsluiten. Daarmee introduceert het wetsvoorstel willekeur. De minister blijkt ook niet bereid om onder andere huurders met spaargeld op de bank voor te lichten aangaande de mogelijkheid van zo'n pensioenverzekering.

Het is triest dat met het bezuinigingsoogmerk van de minister de rechtvaardigheid het kennelijk moet afleggen. In de aanvullende nadere memorie van antwoord verdedigt de minister zich door te wijzen op de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Inderdaad, deze wet introduceerde dezelfde discriminatie. Deze verdediging van de minister is echter gebrekkig. Immers, met haar wetsvoorstel introduceert zij zelf een afwijking van de genoemde wet. Met evenveel recht had zij een verdere afwijking van die wet kunnen introduceren, zodat ten minste haar wetsvoorstel gezuiverd van willekeur zou zijn.

Mijn fractie is voorstander van een waarlijke vermogenstoets, maar vanwege de genoemde willekeur stemt mijn fractie tegen dit wetsvoorstel.

Het wetsvoorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

De aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA en de PvdD wordt aantekening verleend dat zij geacht wensen te worden tegen het wetsvoorstel op stuk nr. 33024 te hebben gestemd.

Naar boven