1

Dinsdag 29 maart 2011

Aanvang 13.00 uur

Voorzitter: Van der Linden

Tegenwoordig zijn 69 leden, te weten:

Asscher, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Benedictus, Van den Berg, Van Bijsterveld, De Boer, Böhler, Dölle, Van Driel, Dupuis, Duthler, Eigeman, Elzinga, Engels, Essers, Franken, Goyert, De Graaf, Hamel, Haubrich-Gooskens, Hendrikx, Hermans, Ten Hoeve, Hofstra, Holdijk, Ten Horn, Huijbregts-Schiedon, Janse de Jonge, Van Kappen, Kneppers-Heijnert, Knip, Koffeman, Kox, Kuiper, Lagerwerf-Vergunst, Laurier, Leijnse, Leunissen, Van der Linden, Linthorst, Meindertsma, Meulenbelt, Meurs, Noten, Putters, Quik-Schuijt, Reuten, Russell, Schaap, Schuurman, Slager, Slagter-Roukema, Smaling, Staal, Strik, Swenker, Sylvester, Tan, Terpstra, Thissen, Tiesinga, Vedder-Wubben, Vliegenthart, De Vries, De Vries-Leggedoor, Werner, Westerveld en Willems,

en mevrouw Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Devoorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Peters, Flierman en Biermans, wegens verblijf buitenslands;

Yildirim, wegens verblijf buitenslands in verband met deelname aan een verkiezingswaarnemingsmissie in Kazachstan;

Doek en Broekers-Knol, wegens persoonlijke omstandigheden.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

Devoorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

Devoorzitter:

Ik stel de Kamer voor om, gelet op de motie-Schuurman, op grond van artikel 34 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer, in te stellen een Tijdelijke commissie voorbereiding parlementair onderzoek privatisering/verzelfstandiging overheidsdiensten. Deze commissie heeft tot taak, de Kamer te rapporteren over de uitwerking van een mogelijk parlementair onderzoek naar de kwaliteit en zorgvuldigheid van de besluitvorming over en de effecten van de privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten op overheid, burger en samenleving, mede in hun onderlinge verhouding. De rapportage dient in elk geval te voorzien in een omschrijving van het doel, de vormgeving van het onderzoek en een plan van aanpak, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de ondersteuning die voor het onderzoek nodig wordt geacht, als ook een onderbouwing voor de raming van de voor het onderzoek benodigde middelen.

Daartoe wordt besloten.

Devoorzitter:

Ik stel de Kamer voor, de commissie te doen bestaan uit zeven leden en zeven plaatsvervangende leden: een lid en een plaatsvervangend lid uit de fracties van het CDA, de VVD, de PvdA en de SP, een lid uit de fractie van de ChristenUnie met een plaatsvervangend lid uit de fractie van de SGP, een lid uit de fractie van GroenLinks met een plaatsvervangend lid uit de fractie van de Partij voor de Dieren, en een lid uit de fractie van D66 met een plaatsvervangend lid uit de fractie van de OSF. Kunt u daarmee instemmen?

Daartoe wordt besloten.

Devoorzitter:

Ik deel de Kamer mede dat ik op de voet van artikel 36, tweede lid, van het Reglement van Orde als leden van de commissie aanwijs:

  • - uit de CDA-fractie het lid Dölle met als plaatsvervanger het lid Terpstra;

  • - uit de VVD-fractie het lid Kneppers-Heijnert met als plaatsvervanger het lid Ascher;

  • - uit de PvdA-fractie het lid Leijnse met als plaatsvervanger het lid Noten;

  • - uit de SP-fractie het lid Vliegenthart met als plaatsvervanger het lid Elzinga;

  • - uit de fractie van Groen Links het lid Laurier met als plaatsvervanger uit de fractie van de Partij voor de Dieren het lid Koffeman;

  • - uit de fractie van de ChristenUnie het lid Kuiper met als plaatsvervanger uit de fractie van de SGP het lid Van den Berg;

  • - uit de fractie van D66 het lid Staal met als plaatsvervanger uit de fractie van de OSF het lid Ten Hoeve.

Voorts deel ik de Kamer mee dat ik tot voorzitter van de Tijdelijke voorbereidingscommissie benoem het lid Leijnse en tot ondervoorzitter het lid Staal.

Ik stel voor, deze mededeling voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

Devoorzitter:

Ik wens de commissie zeer veel succes.

Ingekomen is een beschikking van de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van het lid Heijnen tot lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

Naar boven