24ste vergadering

Dinsdag 10 maart 2009

13.30 uur

Voorzitter: Timmerman-Buck

Tegenwoordig zijn 72 leden, te weten:

Asscher, Van de Beeten, Van den Berg, Biermans, Van Bijsterveld, De Boer, Broekers-Knol, Doek, Dölle, Van Driel, Dupuis, Duthler, Eigeman, Elzinga, Engels, Essers, Franken, Goyert, De Graaf, Haubrich-Gooskens, Hendrikx, Hermans, Ten Hoeve, Hofstra, Holdijk, Ten Horn, Huijbregts-Schiedon, Janse de Jonge, Van Kappen, Klein Breteler, Kneppers-Heijnert, Koffeman, Kox, Kuiper, Lagerwerf-Vergunst, Laurier, Leijnse, Leunissen, Van der Linden, Linthorst, Meindertsma, Meulenbelt, Meurs, Noten, Peters, Putters, Quik-Schuijt, Rehwinkel, Reuten, Rosenthal, Russell, Schaap, Schouw, Schuurman, Slager, Slagter-Roukema, Smaling, Strik, Swenker, Sylvester, Tan, Terpstra, Thissen, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Vliegenthart, De Vries, De Vries-Leggedoor, Werner, Westerveld, Willems en Yildirim,

en mevrouw Van Bijsterveldt-Vliegenthart, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Hillen, wegens bezigheden elders;

Bemelmans-Videc, wegens verblijf buitenslands in verband met het bijwonen van vergaderingen van twee subcommissies van de Raad van Europa in Monaco;

De Graaf, wegens het bijwonen van de COFACC-conferentie in Praag.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van prof. dr. ir. D. de Zeeuw.

Ik verzoek de leden, te gaan staan.

Op 18 februari jongstleden is prof. dr. ir. Dick de Zeeuw overleden. Hij was lid van de Eerste Kamer van 1970 tot en met 1975 voor de Katholieke Volkspartij.

Dick de Zeeuw werd in 1924 geboren in Tadjong Poera, Nederlands-Indië. Hij studeerde landbouwkunde in Wageningen, waar hij in 1954 promoveerde. Na zijn promotie studeerde hij biochemie en biofysica aan verscheidene universiteiten in de Verenigde Staten. In 1956 keerde hij terug naar Wageningen, waar hij twee jaar later directeur werd van het Instituut voor de Toepassing van Atoomenergie in de Landbouw, vallend onder het ministerie van Landbouw en Visserij. Bij hetzelfde ministerie, maar nu in Den Haag, werd hij in 1976 directeur van de Dienst Landbouwkundig Onderzoek. In 1985 keerde hij wederom terug naar de Landbouwuniversiteit te Wageningen, als voorzitter van het college van bestuur. Van 1982 tot aan zijn emeritaat in 1989 was hij bijzonder hoogleraar organisatie en coördinatie van toegepast biologisch onderzoek aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Naast zijn wetenschappelijke carrière was Dick de Zeeuw actief in de politiek en groeide hij uit tot een kopstuk van de KVP. Nadat hij in 1952 van Nederlands hervormd rooms-katholiek was geworden, werd hij een jaar later voor de KVP lid van de gemeenteraad van Ede. Met een onderbreking van twee jaar zou hij dit blijven tot 1970. Daarnaast was hij van 1962 tot 1971 lid van de provinciale staten van Gelderland. Gedurende zijn lidmaatschap van deze Kamer was Dick de Zeeuw woordvoerder hoger onderwijs, wetenschapsbeleid en milieuhygiëne. Hij was ook voorzitter van de vaste commissie voor Wetenschapsbeleid en Wetenschappelijk Onderwijs. Zijn bekendheid in de Nederlandse politiek verwierf hij voornamelijk als partijvoorzitter van de KVP; een functie die hij van 1971 tot en met 1975 – nagenoeg parallel lopend aan het lidmaatschap van deze Kamer – zou vervullen. Velen zullen hem herinneren als de man die zich in die periode sterk maakte voor een nieuwe doorbraak in de politieke verhoudingen, waarbij hij de KVP wilde omvormen tot een partij die ook openstond voor niet-christenen. Toen dat niet lukte en het oprichten van een nieuwe partij evenmin, werd hij lid van de Partij van de Arbeid. Zijn politieke overtuiging was evenwel dat hoofdstromen niet geduid moeten worden als "socialisme" en "liberalisme", maar als "conservatisme" en "progressiviteit". Hijzelf wilde een progressief politicus zijn.Voorzitter

Wat lang onbekend is gebleven omdat hij daarover tot 1982 heeft gezwegen, waren zijn ervaringen tijdens de oorlog, die hij voor het grootste deel had doorgebracht in de concentratiekampen Buchenwald en Mittelbau-Dora. Zoals hij later zou schrijven, vormden de kampervaringen de grondtoon van zijn leven. Het inzicht in de duistere kanten van de mens gaf hem de energie, zich niet aflatend in te zetten voor het werken aan een betere wereld. Hij leefde daarbij naar het Arabische spreekwoord "Schrijf de slechte dingen die je aangedaan zijn in het zand, maar schrijf de goede dingen die je overkomen zijn op marmer". De titel van het boek luidde dan ook "Schrijven op marmer: Lessen uit Dora".

Dick de Zeeuw heeft in zijn leven bewuste keuzes gemaakt, ten aanzien van zijn geloof en ten aanzien van zijn politieke overtuiging, zijn politieke partij. Hij heeft zijn leven ook willen leven naar de uitspraak van Nietzsche, zoals weergegeven op het overlijdensbericht: "Het grote in de mens is dat hij een brug is naar de toekomst en geen doel." Die brug heeft hij ook na zijn pensionering willen zijn door zich onvermoeibaar te blijven inzetten voor met name ontwikkelingssamenwerking. Dick de Zeeuw is in het zadel gestorven, op missie in Bangkok voor de Wereldbank, 85 jaar oud.

De Eerste Kamer is hem dankbaar voor wie hij was en wat hij heeft bijgedragen aan onze samenleving. Moge dit een steun zijn voor zijn familie bij het verwerken van hun verdriet.

Ik verzoek u om een moment stilte.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

Ik breng de Kamer in herinnering dat het debat over wetgevingskwaliteit in het kader van de behandeling van de vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor 2009 (31700-VI), de briefwisseling over het rapport van de Visitatiecommissie Juridische functie en wetgeving (31700-VI, letters B en C) en de nota "Vertrouwen in wetgeving" (31731, nrs. 1 en 2) op 10 februari jongstleden is geschorst. Inmiddels heeft de vaste commissie voor Justitie besloten, voor te stellen om af te zien van een derde termijn. Ik stel voor, dit voorstel te volgen en de beraadslaging als afgerond te beschouwen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven