Noot 1 (zie blz. 91)

Bijlage

Interpellatievragen van de leden Meindertsma (PvdA) en Van der Lans (GroenLinks) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer naar aanleiding van het niet ter beschikking stellen van informatie over financiële gevolgen van de introductie van een nieuwe berekeningssystematiek van de huursubsidie-uitgaven, waardoor deze de komende jaren 150 mln euro lager uitvallen dan was voorzien.

1. Wat bedoelt u precies met het antwoord (d.d. 12 oktober jl.) op de desbetreffende vragen van de leden Meindertsma en Van der Lans dat «het kabinet reeds had besloten het financiële effect in te zetten voor het generale beeld»? Klopt onze gevolgtrekking dat «het financiële effect» daarmee onttrokken wordt aan de geraamde uitgaven voor de huursubsidie? (Zie Aanhangsel Handelingen Eerste Kamer, 2004–2005, nr. 2.)

2. Wanneer precies heeft het kabinet het besluit genomen om het «financiële effect» in te zetten voor «het generale beeld»? Klopt het dat het kabinet over de extra bezuinigingsopgave van 750 mln euro op 9 juli een besluit heeft genomen en dat de berekende besparing daar deel van uitmaakt? Waar baseert u uw uitspraak dan op dat ten tijde van de behandeling van de Wijziging van de Huursubsidiewet in de Eerste Kamer dit besluit al genomen was?

3. Bent u het overigens met ons eens dat niet de regering maar het parlement daarover het laatste woord heeft?

4. Deelt u de opvatting dat de brief over het huurbeleid vanaf 1 juli 2005 (d.d. 4 juni) geen precieze informatie bevat over de omvang van het financiële effect dat zou kunnen optreden als gevolg van een verandering in de berekeningssystematiek? Waarom heeft u de precieze omvang van deze effecten, die op basis van de CBS-inflatieprognoses immers relatief gemakkelijk te berekenen zijn, op dat moment niet kenbaar gemaakt?

5. Waarom staat de taakstelling huursubsidie, zoals vastgelegd in het hoofdlijnenakkoord, in uw visie los van de financiële effecten die te maken hebben met een andere inflatiesystematiek? Anders geformuleerd: waarom is «het financiële effect» niet meegenomen in de realisatie van de (bezuinigings)taakstelling op de huursubsidie?

6. Is het niet zo dat de modernisering van het huurbeleid, zoals aangekondigd in uw brief aan de Tweede Kamer (d.d. 25 juni jl.) besproken wordt in onderhandelingen met verschillende partijen zoals Aedes (de brancheorganisatie van de woningcorporaties) en de Woonbond? Ligt het dan ook niet voor de hand de toepassing van een andere berekening van de huursubsidie, inclusief meevallers, onderdeel van die besprekingen uit te laten maken?

7. Huursubsidie is een van de meest effectieve vormen van overheidssubsidiëring. Ligt het – gezien de bezuinigingsopgave die het kabinet zich heeft gesteld – niet in de reden dat mogelijke financiële meevallers in de uitgaven van de huursubsidie worden aangewend om de effectiviteit van dit subsidie-instrument in stand te houden en de voorgenomen verhoging van de eigen bijdrage zoveel mogelijk af te zwakken?

8. Zou dat ook niet de meest voor de hand liggende invulling zijn van het door u geformuleerde uitgangspunt dat u uw «uiterste best zal doen om de pijn te verzachten»? (Handelingen EK, 29 juni 2004, p. 36.)

9. Waar staat in het regeerakkoord dat taakstelling op huursubsidie gehaald moet worden door een lagere bijdrage aan huren en niet – bijvoorbeeld – door lagere huurverhoging?

Naar boven