De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Doek, wegens het bijwonen van de AVVN te New York, ook de volgende twee weken;

Van den Broek-Laman Trip, wegens ziekte;

Doesburg, wegens verblijf buitenslands.

Verder zijn ingekomen berichten van verhindering van:

de minister van Justitie, voor een gedeelte van de middagvergadering in verband met een kort debat in de Tweede Kamer;

de minister en staatssecretaris van Defensie, vanaf 16.00 uur in verband met de begrotingsbehandeling Defensie in de Tweede Kamer;

de minister van Economische Zaken, tijdens de stemmingen in de Tweede Kamer en vanaf 20.30 uur vanavond in verband met een debat in de Tweede Kamer.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik deel de Kamer voorts mede dat de minister van Buitenlandse Zaken mij zowel mondeling als schriftelijk met redenen omkleed toestemming heeft gevraagd, vandaag wegens zijn voorzitterschap van de OVSE afwezig te mogen zijn. Die toestemming heb ik verleend.

Een bericht van verhindering is eveneens ontvangen van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Uit deze brief van gisteravond blijkt geenszins dat haar aanwezigheid zodanig onmisbaar is dat dit haar afwezigheid hier legitimeert. Ik ga ervan uit dat de minister-president bewerkstelligt dat dit in de toekomst niet meer zal voorkomen.

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat deVoorzitter Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is opgenomen aan het einde van deze editie.)

Naar boven