Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 met betrekking tot het inwinnen van het advies van de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (28267).

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Middel (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Vorige week is tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel al gebleken dat de PvdA-fractie moeite heeft met dit wetsvoorstel. Onze kritiek concentreert zich op twee punten. In de eerste plaats wordt met terugwerkende kracht een verworven recht geschrapt, waar eventueel een precedentwerking uit voortvloeit. De minister heeft gezegd dat het niet anders kon. Zij zei dat de praktijk weerbarstig is, maar dat het niet weer zal gebeuren. Dat is dus een duidelijke toezegging. In de tweede plaats hebben wij er moeite mee dat de taak van de onafhankelijke Adviescommissie voor vreemdelingenzaken terzijde wordt geschoven. De minister heeft gezegd dat dit werk ook door ambtenaren kan worden gedaan.

Drie fracties in deze Kamer, de fracties van D66, GroenLinks en de PvdA, hebben de zeer constructieve suggestie gedaan om de taak van de onafhankelijke Adviescommissie voor vreemdelingenzaken in stand te houden en deze commissie te laten bemensen door ambtenaren van de IND. Zij hebben toch niet meer zoveel te doen, omdat het aantal asielzoekers drastisch terugloopt. De minister kwam echter met een buitengewoon bureaucratische redenering om aan te geven waarom dit volgens haar niet mogelijk was. Dat heeft er in de fractie van de PvdA toe geleid dat er intensief is gediscussieerd over de manier waarop het nu verder moet. Enkele fractieleden zeiden dat wij gewoon principieel moesten tegenstemmen. Onze tegenstem houdt de wet echter niet tegen, want een meerderheid van deze Kamer is toch voor. Bovendien is de Tweede Kamer, weliswaar tandenknarsend, akkoord gegaan met deze wet. Al met al is de fractie van de PvdA in deze Kamer tot de conclusie gekomen dat zij met moeite akkoord kan gaan met dit wetsvoorstel. De manier waarop het gegaan is, verdient geen schoonheidsprijs. Wij geloven de minister op haar woord als zij zegt dat het niet weer zal gebeuren.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks tegen dit wetvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Naar aanleiding van de vergadering van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad deel ik u het volgende mede. De Eerste Kamer heeft op Voorzitter21 oktober 2003 het verslag met bijlagen ontvangen van de JBZ-raad van 2/3 oktober 2003. In de aanbiedingsbrief bij dit verslag werd instemming gevraagd bij een viertal koninkrijk bindende ontwerpbesluiten. De bijzondere commissie voor de JBZ-Raad heeft heden voorgesteld in te stemmen met de punten 2a, B3 en B6. Instemming wordt onthouden bij agendapunt 2b, louter om de formele reden dat ook bij het verslag geen Nederlandse taalversie werd aangeboden van de ontwerpbegroting.

Voorts heeft de Eerste Kamer op 22 oktober 2003 de geannoteerde agenda met bijlagen ontvangen van de JBZ-raad van 6 november 2003. In deze geannoteerde agenda worden dertien ontwerpbesluiten als koninkrijk bindend aangemerkt.

Op 31 oktober 2003 werd de aanvullende geannoteerde agenda met bijlagen voor de JBZ-raad van 6 november 2003 ontvangen. Aangezien hierbij nieuwe ontwerpteksten na het verstrijken van de vijftiendagentermijn werden voorgelegd bij de agendapunten 2k (nieuw), B4, B6, GC1 en GC2, geldt voor deze ontwerpbesluiten dat deze de uitdrukkelijke instemming van de Eerste Kamer behoeven. Afgezien van de formele bezwaren is de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad voornemens met betrekking tot agendapunt B4, de ontwerprichtlijn minimumnormen toekenning vluchtelingenstatus, nadere vragen te stellen aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Gelet op het vervallen van de agendapunten 2i, B11 en B13 stelt de commissie een oordeel uit met betrekking tot de punten 2i en B11. B13 correspondeert met agendapunt B6 van de JBZ-raad van 2/3 oktober jl. waarvoor reeds werd geadviseerd instemming te verlenen.

De bijzondere commissie voor de JBZ-Raad heeft zich heden derhalve beraden over de agendapunten 2b, 2c, 2f, 2h, 2j, B10/GC3 aan de hand van de documenten welke werden meegezonden met de geannoteerde agenda. De commissie heeft heden voorgesteld in te stemmen met 2b, 2c, 2f, 2h. Instemming wordt onthouden aan 2j, aangezien geen Nederlandstalig document is aangeboden en instemming wordt onthouden aan B10, aangezien geen ontwerptekst is aangeboden.

Ik stel de Kamer voor deze adviezen te volgen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven