Noot 1 (zie blz. 980)

Interpellatievragen van het lid Platvoet (GroenLinks) op 19 februari 2004 medegedeeld aan de minister-president, de minister van Algemene Zaken.

1

Is het waar, dat u tevoren op de hoogte bent gesteld door Prins Bernhard van diens voornemen om een open brief1 te schrijven?

2

Was u op de hoogte van de inhoud van deze open brief voordat deze in de Volkskrant werd gepubliceerd?

3

Was u het eens met de actie van de Prins om deze open brief te publiceren? Zo ja, waarom?

4

Indien dit het geval is, wat is voor u dan de reden geweest om af te wijken van de gedragslijn van uw voorgangers, die uitgingen van het adagium, zoals de Prins dat zelf in zijn brief omschrijft: «niet reageren op verhalen met een onjuiste strekking gold algemeen voor premiers als wijs beleid»?

5

Deelt u de opvatting, dat het publiceren van deze open brief het openbaar belang raakt en dat derhalve de ministeriële verantwoordelijkheid geldt? Zo nee, waarom niet?

6

Staat u, indien volgens u de ministeriële verantwoordelijkheid geldt, achter de inhoud van de brief?

7

Hoe beoordeelt u de inhoud van de brief, ongeacht het antwoord op de vraag of de ministeriële verantwoordelijkheid geldt, in het licht van uw verantwoordelijkheid om de positie van het Koninklijk Huis te beschermen?

8

Vindt u het verstandig van de Prins om als onderzoeker, die de beweringen in zijn brief moet onderbouwen, een oud-hoofddirecteur van de RVD aan te zoeken, die tevens een goede persoonlijke vriend van de prins is? Bevordert dat naar uw mening de objectiviteit – en dus de geloofwaardigheid – van dit onderzoek?

9

Hoe beoordeelt u de publiciteit die na publicatie ontstond, waarin de inhoud en het waarheidsgehalte van de brief worden bestreden, waardoor elke affaire nieuw leven wordt ingeblazen en dus het tegendeel wordt bereikt van wat de Prins met zijn brief beoogde?

10

Zou het niet in de rede liggen, nu het verleden van Prins Bernhard, zoals weer blijkt, keer op keer voedsel geeft voor allerlei beweringen, dat de regering een onafhankelijke wetenschapper aan het werk zet die onbevooroordeeld en zonder last van persoonlijke loyaliteit een diepgaand onderzoek instelt naar alle beweringen, zodat er een meer maatschappelijk en politiek gedeelde opvatting kan komen over dit verleden?

11

Bent u het eens met de opvatting van Prins Bernhard, zoals geuit in de open brief, dat wat hem betreft het rapport inzake de Hofmans-affaire «morgen» openbaar gemaakt kan worden en bent u bereid deze hartenwens te effectueren?

1 Zie De Volkskrant van 7 februari 2004.

Naar boven