22ste vergadering

Dinsdag 9 maart 1999

10.00 uur

Voorzitter: Postma

Tegenwoordig zijn 63 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Dees, Van Dijk, Van Eekelen, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Grol-Overling, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Maas-de Brouwer, Pit, Pitstra, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Scholten, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Steenkamp, Stevens, Talsma, Tiesinga-Autsema, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Werner, Wiegel, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en de heer Hermans, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mevrouw Adelmund, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, en de heer Van der Ploeg, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Gelderblom-Lankhout en Eversdijk, wegens verblijf buitenslands;

Meeter en Van Graafeiland, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Aangezien voor het voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen, de verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nrs. 23908 (R1519), nr. 37, 26328, 26372, 26378, 26379, 26380, 26388, 26390, 26392 en 26393 (R1629) de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van dit voornemen, deze verdragen en AMvB's geen behoefte bestaat.

Naar boven