Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Justitie, te weten:

- de motie-Ruers over de uurvergoeding voor gefinancierde rechtshulp (26200 VI, nr. 89a).

(Zie vergadering van 23 februari 1999.)

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Ruers.

De heer Ruers (SP):

Mijnheer de voorzitter! Ik heb begrepen dat bij een aantal fracties brede waardering bestaat voor het onderwerp dat in mijn motie aan de orde is gesteld en voor hetgeen met deze motie is bedoeld. Ik heb van een aantal andere fracties begrepen dat zij de motie zonder meer willen steunen. Alles overwegende, zie ik echter aankomen dat de motie niet de meerderheid van deze Kamer haalt. Daarom trek ik mijn motie in.

Ik vind het erg belangrijk dat dit onderwerp in de toekomst terugkomt. Ik zal daar ook zelf voor zorgen, waarschijnlijk volgend jaar bij de behandeling van de begroting van Justitie.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Ruers (26200-VI, nr. 89a) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Naar boven