12de vergadering
Maandag 14 december 1998
18.00 uur
Voorzitter: Korthals Altes
Tegenwoordig zijn 56 leden, te weten:
Baarda, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Van Dijk, Van
Eekelen, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van
Loon, Glasz, Van Graafeiland, De Haze Winkelman, Heijne Makkreel, Hendriks,
Hessing, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Korthals
Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luimstra-Albeda,
Lycklama à Nijeholt, Maas-de Brouwer, Meeter, Pit, Pitstra, Le Poole,
Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer,
Stevens, Talsma, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Werner, Wöltgens,
Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,
en de heer Vermeend, staatssecretaris van Financiën.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Gelderblom-Lankhout, alleen voor het eerste deel van de vergadering;
Batenburg en Grol-Overling, wegens ziekte, ook morgen;
Scholten en Luijten, wegens verblijf buitenslands, ook morgen;
Vrisekoop, wegens verblijf buitenslands, ook volgende week;
Dees, Hirsch Ballin en Ketting, wegens bezigheden elders.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Ook is ingekomen bericht van verhindering van de minister van Financiën,
wegens ziekte.
De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt.
Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als
aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem
ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.
(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van
deze editie.)
De voorzitter:
Met betrekking tot de het Koninkrijk bindende ontwerpbesluiten, genoemd
op de geannoteerde agenda (met bijlagen) voor de bijeenkomst van het Uitvoerend
Comité Schengen van 16 december a.s. (19326, nr. 209) stellen de betrokken
commissies voor, in te stemmen met de ontwerpbesluiten nrs. 4 (4A en 4B),
11, 12, 14 en 17 (A en B).
Zij stellen voorts voor, vooralsnog de instemming te onthouden aan de
ontwerpbesluiten nrs. 6 en 10, omdat zij uit de begeleidende tekst opmaken
dat die instemming in dit stadium nog niet gevraagd wordt. Daarentegen stellen
zij wel voor in te stemmen met ontwerpbesluit nr. 10, indien de besluitvorming
in het Uitvoerend Comité Schengen ertoe zou leiden dat deze beperkt
wordt tot de Baltische Staten. Ik stel aan de Kamer voor deze adviezen te
volgen en aldus te besluiten.