Tegenwoordig zijn 65 leden, te weten:
Batenburg, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman
Trip, Cohen, Van Dijk, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar,
Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grewel, Grol-Overling, De Haze Winkelman,
Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch
Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes,
J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda,
Lycklama à Nijeholt, Meeter, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit,
Pitstra, Le Poole, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Schuurman, Schuyer, Staal,
Stevens, Talsma, Tuinstra, Varekamp, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wiegel,
De Wit, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,
en mevrouw Sorgdrager, minister van Justitie, de heer Kohnstamm, staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken, mevrouw Van de Vondervoort, staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken, en mevrouw Terpstra, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport.
De voorzitter:
Aangezien voor de verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd
en zijn gedrukt onder de nummers 25642, 25643 en 25660 de termijn is verstreken,
stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van
deze verdragen geen behoefte bestaat.
Ik deel aan de Kamer mee, dat in het kader van UC Schengen is binnengekomen
een procedurevoorstel met toelichting van het Oostenrijks voorzitterschap
voor de inwerkingstelling van de Uitvoeringsovereenkomst in Griekenland. Dit
document is, met het verzoek om spoedige accordering, voor beraad naar de
desbetreffende vaste commissie doorgeleid.
Voorts deel ik aan de Kamer mede, dat een "Tweede gemeenschappelijk standpunt
betreffende onderhandelingen in het kader van de Raad van Europa en de OESO
over de bestrijding van corruptie" is binnengekomen. Hoewel het ontwerpbesluit
een onverbindend karakter heeft, is mij gebleken dat beraad in de desbetreffende
vaste commissies wenselijk wordt geacht.