Aan de orde is de behandeling van de wetsvoorstellen:

Vaststelling van bepalingen betreffende waterstaatswerken in beheer bij het Rijk (Wet beheer rijkswaterstaatswerken) (24573);

Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek) (24770);

De gevolgen van de privatisering van het ABP voor de pensioenen en uitkeringen van het personeel van de Koninklijke Hofhouding (Wet gevolgen privatisering ABP voor het personeel van de Koninklijke Hofhouding) (24813);

Wijziging van de Wet op het specifiek cultuurbeleid (24837);

Wijziging van de begroting van de uitgaven van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 1995 (slotwet) (24845);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin (II) voor het jaar 1995 (slotwet) (24846);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Algemene Zaken (III) voor het jaar 1995 (slotwet) (24847);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van de Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 1995 (slotwet) (24853);

Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1995 (slotwet) (24854).

Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik stel aan de Kamer voor, de financiële verantwoording van het Huis der Koningin (24844, nr. 3), het ministerie van Algemene Zaken (III) (24844, nr. 5), over het jaar 1995 voor kennisgeving aan te nemen en, voorzover het deze Kamer betreft, de minister-president, minister van Algemene Zaken, decharge te verlenen voor het door hem gevoerde financiële beheer.

Ook stel ik aan de Kamer voor, de financiële verantwoording van de Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin (II) (24844, nr. 4) over het jaar 1995 voor kennisgeving aan te nemen en, voorzover het deze Kamer betreft, de minister van Binnenlandse Zaken decharge te verlenen voor het door hem gevoerde financiële beheer.

Ten slotte stel ik aan de Kamer voor, de financiële verantwoording van de Nationale Schuld (IXA) (24844, nr. 12) en van het ministerie van Financiën (IXB) (24844, nr. 11) over het jaar 1995 voor kennisgeving aan te nemen en, voorzover het deze Kamer betreft, de minister van Financiën decharge te verlenen voor het door hem gevoerde financiële beheer.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

Naar boven