Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Verenigde Vergadering der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 1, pagina 1-6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Verenigde Vergadering der Staten-Generaal | 1996-1997 | nr. 1, pagina 1-6 |
Dinsdag 17 september 1996
13.00 uur
Voorzitter: Tjeenk Willink
De Verenigde vergadering der Staten-Generaal, als bedoeld in artikel 65 van de Grondwet, is geopend.
Er zijn berichten van verhindering ingekomen van de volgende leden:
Oedayraj Singh Varma en Sipkes;
Pitstra, om principiële redenen;
Grol-Overling, Scheltema-de Nie, Dees, Van der Heijden, H. Vos, K. Zijlstra en M. Zijlstra, wegens deelname aan de vergadering van de Interparlementaire Unie te Beijing;
M.M.H. Kamp en Hilarides, wegens ziekte;
Van Traa, wegens verblijf buitenslands.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter:
Het is dit jaar 200 jaar geleden dat de Nationale Vergadering, de eerste democratische volksvertegenwoordiging in Nederland, bijeenkwam. Het ontwerpen van een nieuwe grondwet was haar voornaamste taak. Bijna twee jaar lang hield die Vergadering – ik citeer nu uit de Geschiedenis der Nederlanden – "breedvoerige en hooggestemde debatten over de toekomst van het vaderland", de vorm van de staat en de vorm van de regering. "Die constitutionele discussie leidde echter niet tot een bevredigende uitkomst. Het "dikke boek" dat in 1797 uiteindelijk aan de bevolking werd voorgelegd had zo duidelijk het karakter van een compromis dat het met overtuigende meerderheid verworpen werd." Die poging tot staatsrechtelijke vernieuwing mislukte dus, tóén. Het kan sommigen van u misschien tot troost zijn.
Ik benoem tot leden van de Commissie welke Hare Majesteit de Koningin en de overige leden van het Koninklijk Huis in- en uitgeleide zal doen:
de heer Deetman (voorzitter der commissie), de heer De Hoop Scheffer, mevrouw Verspaget, de heer Van Graafeiland, mevrouw Ter Veld, de heer Van Rey, de heer Van Leeuwen en de heer Van Gelder.
De binnenkomst van Hare Majesteit de Koningin zal worden aangekondigd door de plaatsvervangend griffier van de Tweede Kamer, mevrouw Pe. Zij begeleidt de Commissie van in- en uitgeleide. Na deze aankondiging zal het koperensemble, bestaande uit vijf leden van het Residentie-orkest, een korte fanfare, getiteld "Il discorso della Corona" (De Troonrede), ten gehore brengen. Deze fanfare wordt dit jaar voor de derde maal op prinsjesdag in de Ridderzaal gespeeld. Het is echter helaas de eerste keer dat de componist, Jurriaan Andriessen, de uitvoering niet meer kan beluisteren. De herinnering aan deze veelzijdige componist en dirigent zal echter ook in deze zaal levend blijven aangezien ieder jaar een andere componist de opdracht krijgt een variatie op deze fanfare te componeren. Dit jaar is dat Roel van Oosten. Zijn variatie heet "Hymne" en wordt gespeeld gedurende het verblijf van Hare Majesteit de Koningin in de Koninginnekamer. Roel van Oosten studeerde aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag en vervolgens in Frankrijk. Hij schreef werken voor diverse musici en ensembles die ook in het buitenland, van IJsland tot China, zijn uitgevoerd.
Wij wachten nu de komst van Hare Majesteit de Koningin af.
Ik verzoek de leden van de Commissie van in- en uitgeleide, hun taak aan te vangen.
De plaatsvervangend griffier van de Tweede Kamer:
De Koningin!
(muziek)
Hare Majesteit de Koningin, Z.K.H. Prins Claus, Z.K.H. de Prins van Oranje, Z.K.H. Prins Constantijn, H.K.H. Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven worden door de leden van de Commissie van in- en uitgeleide naar het troonpodium c.q. hun zitplaatsen begeleid. De leden van het Koninklijk Huis nemen plaats op de voor hen bestemde zetels.
Hare Majesteit de Koningin houdt hierna de volgende rede:
Leden van de Staten-Generaal,De toekomst van Europa is onze toekomst. Vrede en veiligheid, maar ook welvaart en stabiliteit vragen om het bredere kader dat Europa ons biedt. In de eerste helft van volgend jaar valt aan Nederland als voorzitter van de Europese Unie een bijzondere verantwoordelijkheid toe. De Unie ziet zich de komende jaren gesteld voor een krachtproef. Voor de deur staat de herziening van het Verdrag van Maastricht. Spoedig daarna zal de Economische en Monetaire Unie van start gaan. De Europese Unie bereidt zich voor op de toetreding van nieuwe lidstaten. Dit alles gaat de burgers direct aan. Om hun invloed op het proces van Europese integratie te vergroten, is verdere democratisering van de besluitvorming vereist.
De regering ziet het als haar opdracht aan de Europese samenwerking te blijven bijdragen en ons land ook na de eeuwwisseling te verzekeren van een solide plaats binnen de Europese Unie. Een krachtige economische expansie is daartoe onontbeerlijk.
De huidige ontwikkelingen zijn bemoedigend. Zowel in 1996 als volgend jaar wordt voor Nederland een economische groei verwacht die het gemiddelde van de landen in de Europese Unie overtreft. Hetzelfde geldt voor de werkgelegenheid: in 1997 komen er opnieuw meer dan 100.000 banen bij. Zo wordt niet alleen het groeiend arbeidsaanbod opgevangen, maar kan ook het aantal werklozen dalen. Voor het eerst sinds een kwart eeuw neemt het totale aantal uitkerings- en pensioengerechtigden af, ondanks de toenemende vergrijzing. Zowel voor burgers als voor bedrijven zal volgend jaar enige verlichting van de lastendruk optreden. Door het volledig toepassen van de koppeling, en door een samenstel van sociale en fiscale maatregelen, zal voor grote groepen werkenden en uitkeringsgerechtigden de koopkracht op peil kunnen blijven. Hiermee wordt tevens ondersteuning gegeven aan een voortgezette matiging van de arbeidskosten, hetgeen van groot belang is voor meer werkgelegenheid. De werkgeverslasten voor werknemers met een inkomen op of vlak boven het minimumloonniveau worden verder verlaagd. Zo zullen meer werkzoekenden met een geringe opleiding kunnen worden ingeschakeld in het arbeidsproces.
De gezondmaking van de openbare financiën verloopt voorspoedig. Het geraamde financieringstekort en de daling van de schuldquote geven vertrouwen in deelname van Nederland aan de EMU vanaf het startjaar 1999.
Het economisch herstel is mede mogelijk geworden door de wijze waarop de sociale partners door de jaren heen verantwoordelijkheid hebben getoond. Het beleid, waarvoor velen offers hebben gebracht, werpt nu vruchten af. Deze gunstige ontwikkelingen mogen echter niet leiden tot zelfgenoegzaamheid. Aan de ingeslagen koers wil de regering vasthouden om de uitdagingen aan te kunnen waarvoor ons land staat.
Over twintig jaar zal Nederland achttien miljoen inwoners tellen, ruim twee miljoen meer dan nu. Ook voor die grotere bevolking zal er voldoende werk moeten zijn. De burgers moeten kunnen wonen, zich verplaatsen en recreëren in een schone en veilige omgeving. Dat is een enorme opgave voor een land waar de arbeidsdeelname nog relatief laag is, de ruimte beperkt en het milieu zwaarbelast. Om een werkelijk duurzame ontwikkeling te realiseren, is het nodig dat economische groei, versterking van concurrentiekracht en toename van werkgelegenheid samengaan met een zorgvuldig beheer van milieu, ruimte en natuur. Dit vraagt om een duidelijke versterking van de kwaliteit van onze infrastructuur in de meest brede zin van het woord: economische capaciteit, ruimtelijke ordening, kennis en sociale cohesie. Consistentie van beleid en voldoende afstemming op veranderingen in de samenleving zijn beide nodig, alsmede verantwoorde inpassing binnen de financiële mogelijkheden. Het is van het grootste belang dat belemmeringen voor een daadkrachtig openbaar bestuur op alle niveaus worden weggenomen.
Ter verbetering van de bereikbaarheid en om te voorkomen dat de verkeerscongestie onaanvaardbare vormen aanneemt, maakt de regering tot het jaar 2000 aanzienlijke bedragen vrij voor vervoer over spoor, weg en water, en voor stads- en streekvervoer. De verbetering van verbindingen met het achterland zal worden versneld. De grootstedelijke gebieden krijgen meer middelen tot hun beschikking om de toegankelijkheid te verbeteren. Vooruitlopend op de invoering van rekeningrijden zullen de kosten van het autogebruik sterker afhankelijk worden gemaakt van het aantal gereden kilometers. Daartoe wordt een verhoging voorgesteld van de accijns op motorbrandstoffen per 1 juli volgend jaar, onder gelijktijdige verlaging van de motorrijtuigenbelasting. Bij de voorbereiding van de begroting voor 1998 zal in het licht van de ontwikkelingen in onze buurlanden een eventuele volgende stap in deze richting worden overwogen.
Economische groei en verbetering van het milieu kunnen en moeten hand in hand gaan. De emissie van een groot aantal schadelijke stoffen is de laatste jaren in absolute zin afgenomen; dat is bemoedigend. De uitstoot van CO2 neemt echter nog steeds toe; dit is zorgwekkend. Daarom is op korte termijn een extra inspanning vereist. De regering zal dit najaar een pakket maatregelen aan u voorleggen dat tot een structurele beperking van CO2-uitstoot zal leiden. Het beleid blijft gericht op realisatie van de zo noodzakelijke absolute daling van CO2-emissie.
Investeren in de groene infrastructuur is essentieel voor een hoogwaardig woon-, werk- en leefklimaat. In de agrarische sector maken de zich snel wijzigende marktomstandigheden en de bescherming van het milieu ingrijpende veranderingen noodzakelijk. De regering geeft ondersteuning aan dit proces van onvermijdelijke aanpassingen.
Voor het welzijn van burgers is meer nodig dan een duurzaam economisch draagvlak, hoe belangrijk ook. Aan geborgenheid en veiligheid, kennis en onderwijs, alsmede aan sociale samenhang, bestaat evenzeer grote behoefte.
Als gevolg van verschillende maatregelen en een gunstige arbeidsmarkt daalt het beroep op de sociale zekerheid. Hoogte en duur van uitkeringen krijgen hierdoor een steviger fundament. In de nota "Werken aan Zekerheid" gaat de regering in op vereisten waaraan een modern en houdbaar stelsel van sociale zekerheid op de lange termijn moet voldoen. Het stelsel dient voldoende afgestemd te zijn op flexibeler arbeidsverhoudingen en op het streven naar economische zelfstandigheid. Het moet waar nodig fungeren als vangnet en waar mogelijk stimuleren tot inschakeling in het arbeidsproces. De vergrijzing die ons in de komende decennia te wachten staat, maakt dit des te meer noodzakelijk. De regering kiest voor het waarborgen van de AOW als volwaardig basispensioen, nu en in de toekomst. Vanuit die verantwoordelijkheid wil zij bevorderen dat er voor de financiering van de toenemende AOW-uitgaven een voldoende breed draagvlak aanwezig zal zijn. Ondersteuning door de overheid van pensioenafspraken tussen werkgevers en werknemers blijft onmisbaar. De regering acht wel een beperkte versobering noodzakelijk. Daarnaast stelt zij binnen het pensioensysteem een verruiming van individuele keuzemogelijkheden voor.
In de volksgezondheid blijft de spanning tussen de nog immer toenemende vraag naar zorg en de noodzaak tot kostenbeheersing onverminderd voelbaar. In aanvulling op de in het regeerakkoord afgesproken volumegroei is voor 1997 ruimte gemaakt voor het wegnemen van acute knelpunten in de thuiszorg, waarop een steeds groter beroep wordt gedaan. Ook voor nieuwe geneesmiddelen die van groot medisch belang zijn, worden meer financiële middelen beschikbaar gesteld. Voorgesteld wordt de tabaksaccijns te verhogen om roken, vooral onder jeugdigen, te ontmoedigen. Het systeem van eigen bijdragen in de zorgsector wordt uitgebreid. In samenhang hiermee wordt de nominale ziekenfondspremie verlaagd.
Het volkshuisvestingsbeleid blijft erop gericht te voorzien in voldoende betaalbare en goede woonruimte voor alle groepen van de bevolking. Het percentage van het huurwaardeforfait in de inkomstenbelasting wordt verlaagd. De individuele huursubsidie gaat extra omhoog voor alleenstaanden en gezinnen met een laag inkomen.
Kennis en informatie zijn zowel voor een sterke en duurzame economie als voor volwaardige deelname aan het maatschappelijk leven van grote betekenis. Het door de regering opgezette kennisdebat doet een appèl aan burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties om na te denken over de betekenis van kennis in onze snel veranderende samenleving. Aan investeringen in onderzoek en ontwikkeling wordt een financiële impuls gegeven. Dit geldt ook voor toponderzoek.
In de Cultuurnota wordt sterk de nadruk gelegd op het betrekken van jonge mensen bij het culturele leven in al zijn verscheidenheid. De band tussen onderwijs en cultuurinstellingen zal worden versterkt om een bijdrage te leveren aan de culturele vorming in de scholen. De samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijven in de regio groeit. Dit proces zal verder worden bevorderd met de invoering van een nieuwe fiscale faciliteit. Het wordt daardoor aantrekkelijker werk en studie in het hoger beroepsonderwijs te combineren. Het basisonderwijs moet goed aansluiten bij de mogelijkheden van leerlingen. Dit blijft veel van de leerkrachten vragen. Om hen te ondersteunen zijn er onderwijsassistenten aangesteld. Aanvullende voorzieningen zullen kinderen met een handicap beter in staat stellen het reguliere onderwijs te volgen.
De regering acht het van grote waarde dat problemen van jongeren thuis, op school en op straat in samenhang worden onderkend. Het vroegtijdig onder ogen zien van ernstige problemen tijdens de opvoeding, en het ondersteunen van ouders kunnen ontsporing of crimineel gedrag op latere leeftijd helpen voorkomen. Voor een goede ontwikkeling van kinderen zijn geborgenheid, affectie en veiligheid van essentiële betekenis. Hieraan wordt in onze pluriforme samenleving terecht veel zorg besteed, zodat het merendeel van onze jeugdigen zonder al te veel problemen kan opgroeien. Een deel van hen heeft echter wél hulp nodig. Om daarin te voorzien wordt de capaciteit van de jeugdhulpverlening volgend jaar vergroot.
Hoewel steeds meer vrouwen een betaalde baan hebben, blijkt dat arbeid en zorgtaken nog onevenwichtig verdeeld zijn. In het bijzonder onder vrouwen met weinig opleiding is de arbeidsparticipatie laag. De regering zal initiatieven nemen om de economische zelfstandigheid van vrouwen en een betere verdeling van zorgtaken en betaalde arbeid te ondersteunen.
Sociale samenhang is van vitaal belang voor het functioneren van onze samenleving. Vele maatregelen ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting zijn inmiddels ter hand genomen. Voor alleenstaande ouderen met een bescheiden inkomen wordt een bijzondere belastingaftrek ingevoerd. Langdurige en intensieve inspanningen van overheid en maatschappelijke groeperingen blijven noodzakelijk om een ruimere deelname aan betaalde arbeid en scholing mogelijk te maken en mensen uit hun sociaal isolement te halen. De tijdelijke regeling voor de buitenschoolse opvang van kinderen van alleenstaande ouders met een bijstandsuitkering krijgt een wettelijke basis. De voorzieningen voor de opvang van dak- en thuislozen worden uitgebreid. Sociale integratie dient ook burgers te omvatten die niet in staat zijn deel te nemen aan het arbeidsproces. Activiteiten in groepsverband zoals kunstuitingen en sportbeoefening kunnen – naast de intrinsieke waarde die zij hebben voor de individuele mens – een belangrijke bijdrage leveren aan maatschappelijke integratie.
Van sociale samenhang is pas echt sprake indien mensen met verschillende culturele achtergronden ook werkelijk samenleven. Ter ondersteuning van het integratieproces zijn extra middelen beschikbaar gesteld aan de grotere steden. Een gezamenlijke inzet van overheid en sociale partners is geboden om tot een ruimere inschakeling van allochtonen in het arbeidsproces te komen.
Op het terrein van het vreemdelingenbeleid is het zaak steeds het juiste evenwicht voor ogen te houden: procedures moeten snel zijn, maar ook zorgvuldig. Degenen wier aanvraag om verblijf in Nederland is afgewezen, zullen op verantwoorde wijze moeten kunnen terugkeren naar hun land van herkomst.
De strijd tegen discriminatie en intolerantie in de samenleving moet onverminderd onze aandacht houden. De door Nederland ingezette actie voor fair play en tolerantie in de sport, en het aanstaande Europese Jaar tegen Racisme vormen een krachtige stimulans.
Het handhaven van veiligheid is een van de kerntaken van de overheid. Voorrang wordt gegeven aan het bestrijden en voorkomen van jeugdcriminaliteit en van allerlei vormen van overlast en misdaad, als gevolg van druggebruik en drughandel. Politie en justitie zullen de strafrechtelijke aanpak van de criminaliteit verstevigen. De politie wordt verder uitgebreid. De toepassing van indringende opsporingsmethoden zal strakker in de wet worden genormeerd. Met de bouw van meer, sobere cellen en instellingen voor TBS-veroordeelden en jeugdige criminelen wordt de gevangeniscapaciteit vergroot. Het aantal taak- en werkstraffen wordt uitgebreid. Preventie blijft natuurlijk altijd de voorkeur verdienen boven bestraffing achteraf.
Ook voor het drugbeleid is preventie van groot belang. De voorlichting over de schadelijke gevolgen van druggebruik zal worden geïntensiveerd. In de drugnota die dit voorjaar met de Tweede Kamer is besproken, is het beleid – gericht op ontmoediging en schadebeperking – uiteengezet. Bij de uitvoering daarvan zal, behalve op preventie en volksgezondheid, bijzondere nadruk worden gelegd op het bestrijden van de handel in en de productie van drugs, waaronder XTC, en op het in samenwerking met onze nabuurlanden tegengaan van drugtoerisme.
De ingrijpende herstructurering van de krijgsmacht, die een gevolg is van de grote internationale veranderingen, verloopt bevredigend. De personele omvang wordt in overeenstemming met de plannen verminderd, de laatste dienstplichtigen hebben de krijgsmacht vervroegd kunnen verlaten en er melden zich voldoende vrijwilligers. Mede dankzij vele doelmatigheidsmaatregelen groeit ook de samenwerking tussen de krijgsmachtdelen onderling.
In de samenwerkingsrelatie met de Caraïbische delen van het Koninkrijk vragen de financiële sanering en de sociale situatie in de Nederlandse Antillen alsmede de rechtshandhaving op Aruba bijzondere aandacht. Nederland ondersteunt de uitvoering van het Antilliaanse saneringsbeleid. Om de sociale gevolgen van de financiële gezondmaking te verzachten, zal een belangrijke bijdrage worden geleverd aan de uitvoering van het noodprogramma.
De relatieve rust en welvaart waarin wij in ons land leven, steekt scherp af bij oorlog, armoede en instabiliteit in sommige andere delen van de wereld. Zoals wij het fundament willen versterken voor onze eigen toekomst, zo weten wij ons ook verantwoordelijk voor het leveren van bijdragen aan vrede en economische en sociale ontwikkeling elders.
Ongeveer 2200 Nederlandse militairen nemen op dit ogenblik deel aan vredesoperaties in diverse landen, met name in Bosnië. Zij dragen daar bij aan de bestendiging van de nog broze vrede. De internationale gemeenschap behoort alles te doen wat in haar vermogen ligt om het proces van wederopbouw te ondersteunen.
De samenwerking tussen Europa en de Verenigde Staten blijft in meerdere opzichten van grote betekenis. Het Atlantisch Bondgenootschap is een onmisbare schakel in ons veiligheidsbeleid. Om vrede en stabiliteit te bevorderen, zowel op ons continent als in andere delen van de wereld, komt aan de Verenigde Naties een belangrijke verantwoordelijkheid toe. Europa en de Verenigde Staten zullen zich, samen met andere landen, moeten inspannen om de Verenigde Naties te versterken en te hervormen, zodat de vredesbevorderende functie beter kan worden vervuld. Eensgezind optreden bleek de voorwaarden te scheppen voor het vredesakkoord van Dayton.
Het is gewenst dat handelsfricties tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten beheersbaar blijven. Samen met andere delen van de wereld, waaronder Azië, dient te worden gewerkt aan een open wereldhandelssysteem. De economische en sociale vooruitgang in de wereld is daarbij gebaat.
Zonder voortgang in het vredesproces in het Midden-Oosten hebben de verschillende volkeren daar niet de kans om oorlog en dreiging achter zich te laten en te bouwen aan de toekomst van nieuwe generaties. De regering zal zich met de Europese partners blijven inzetten voor vrede op basis van de eerder gesloten akkoorden.
Nederland voelt zich verbonden met de bevolking van Suriname. De regering spreekt de hoop uit dat ook in de toekomst goede mogelijkheden voor samenwerking kunnen blijven bestaan.
De vele contacten op regeringsniveau die in de afgelopen tijd met onze Beneluxpartners, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk zijn ontwikkeld, tonen het belang aan dat wederzijds wordt gehecht aan goed nabuurschap. Dit kan tevens bijdragen aan een versterking van de Europese Unie.
De wereld telt nog steeds meer dan een miljard mensen die in absolute armoede leven. Armoede, milieudegradatie en geweld versterken elkaar in een neergaande spiraal. In 1997 zal ons land daarom 20% van de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking besteden aan hulp voor basisvoorzieningen, zoals gezondheidszorg, drinkwater en onderwijs. Voorts is een belangrijke plaats gereserveerd voor internationaal natuur-, milieu- en klimaatbeleid, met name gericht op het behoud van het tropisch bos. Ook de culturele samenwerking met ontwikkelingslanden krijgt een extra stimulans.
De regering zal zich actief blijven inzetten voor democratisering en een betere naleving van de universele rechten van de mens, zowel bilateraal als via de Europese Unie.
Leden van de Staten-Generaal, volgend jaar is het een halve eeuw geleden dat met de aankondiging van het Marshallplan de kiem werd gelegd voor Europese samenwerking. Door prioriteit te geven aan wederopbouw werd het toen mogelijk ons beproefde land op te stuwen naar een hoog peil van welvaart. Nederland staat ook na de eeuwwisseling voor zware opgaven. Met het herstel van onze economie, waaraan door zo velen is bijgedragen, is de basis gelegd voor de opbouw van een harmonieuze samenleving. Laten we inspiratie putten uit de naoorlogse ervaring en opnieuw investeren in de toekomst.
Van harte spreek ik de wens uit dat u uw verantwoordelijke taken met toewijding en grote inzet zult vervullen, in het vertrouwen dat velen met mij u wijsheid toewensen en om zegen voor u bidden.
De voorzitter:
Leve de Koningin! Hoera, hoera, hoera!
Hare Majesteit de Koningin en de overige leden van het Koninklijk Huis begeven zich, begeleid door de Commissie van in- en uitgeleide, naar de Koninginnekamer.
De voorzitter:
Ik breng in herinnering dat uitsluitend de leden van het Corps Diplomatique thans uit de Ridderzaal vertrekken. Willen alle overige aanwezigen hun zitplaatsen weer innemen?
Pas wanneer Hare Majesteit de Koningin, Z.K.H. Prins Claus en Z.K.H. de Prins van Oranje de Koninginnekamer zullen verlaten, zal ik u vragen weer te gaan staan. Dit houdt in dat u wordt verzocht te blijven zitten wanneer Z.K.H. Prins Constantijn, H.K.H. Prinses Margriet en mr. Pieter van Vollenhoven en hun gevolg uit de Koninginnekamer komen om zich naar de uitgang te begeven.
Wij wachten nu de terugkeer van de leden van de Commissie van in- en uitgeleide af. Zoals eerder door mij aangekondigd, zal het koperensemble van het Residentie-orkest "Hymne" van Roel van Oosten ten gehore brengen.
(muziek)
De voorzitter:
Hare Majesteit de Koningin verlaat thans de Ridderzaal. Ik verzoek u, te gaan staan.
(Hare Majesteit de Koningin verlaat de Ridderzaal)
De voorzitter:
Wij wachten thans de terugkeer af van de leden van de Commissie van in- en uitgeleide.
Ik deel u nog mede dat straks, na het sluiten van de vergadering, de leden van de Eerste en Tweede Kamer als eersten door de hoofdingang de Ridderzaal zullen verlaten. Ik verzoek de overige aanwezigen de Kamerleden daartoe de gelegenheid te geven door, nadat ik de vergadering heb gesloten, nog een kort ogenblik te blijven zitten.
De Commissie van in- en uitgeleide keert terug.
De heer Deetman (voorzitter van de Commissie van in- en uitgeleide):
Mijnheer de voorzitter! De Koningin heeft het Binnenhof verlaten!
De voorzitter:
Ik dank de leden van de Commissie voor het verrichten van hun taak en ontsla hen van verdere verplichtingen.
De leden van het Residentie-orkest dank ik voor hun muzikale bijdragen.
Ik sluit de Verenigde vergadering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-19961997-1-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.