De voorzitter:

Voorts deel ik aan de Kamer mede, dat is ingekomen een bericht van overlijden van het oud-lid der Kamer de heer Lou Hoefnagels. Ik heb dit bericht mede namens de Kamer beantwoord met een brief aan zijn kinderen en kleinkinderen van de volgende inhoud:

"De Eerste Kamer bereikte het droevige bericht dat haar oud-lid de heer L.S.M. (Lou) Hoefnagels op 15 juli is overleden. Namens de Kamer betuig ik U mijn deelneming in dit verlies van Uw vader en grootvader. In 1974 trad hij in de Kamer aan en legde een brede belangstelling voor onderwerpen op de beleidsterreinen cultuur, maatschappelijk werk en volksgezondheid aan de dag. Zo wijdde hij zijn maidenspeech aan de wijziging van de Woonwagenwet en pleitte hij bij die gelegenheid voor een actieve mentaliteitsverbetering van gemeenten bij het aanwijzen van terreinen voor woonwagens. En zijn laatste rede als lid van deze Kamer betrof de vertegenwoordiging van individuele scheppende kunstenaars in de Raad voor de Kunst. Duidelijk was dat zijn hart lag bij het bestuurlijke werk op het terrein van de cultuur, in het bijzonder de "theaterwereld". Daarmee motiveerde hij ook zijn besluit om het lidmaatschap van de Kamer neer te leggen en zich volledig in te zetten voor het begeleiden van een grote fusie tussen drie theaterinstellingen.

Van harte spreek ik de wens uit dat de goede herinneringen aan Uw overleden vader en grootvader U mogen sterken dit persoonlijke verlies te dragen."

Ik verzoek u een ogenblik stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enige ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enige minuten geschorst.

Naar boven