Wet van 27 oktober 2011 tot partiële wijziging van een aantal wetten op het gebied van Veiligheid en Justitie (Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2011)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wetten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie te wijzigen in verband met de aanvulling van omissies en het herstel van fouten van technische aard;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling Advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet politiegegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onder verlettering van onderdeel b tot en met e tot onderdeel a tot en met d het eerste onderdeel.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Op de verstrekkingen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en d, is artikel 15, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

B

In artikel 23, eerste lid, wordt «artikel 16, eerste lid, onderdeel c» vervangen door: artikel 16, eerste lid, onderdeel b.

Ba

In artikel 36c, eerste lid, onderdeel j, wordt «artikel 16, eerste lid, onderdeel c» vervangen door: artikel 16, eerste lid, onderdeel b.

C

In artikel 46 vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid, het tweede lid.

ARTIKEL II

In artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens BES vervalt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid, het vierde lid.

ARTIKEL III

De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. De toestemming, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, wordt onthouden indien de desbetreffende persoon niet beschikt over de bekwaamheid en betrouwbaarheid die nodig zijn voor het te verrichten werk. Indien de desbetreffende persoon een ambtenaar is als bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt de toestemming slechts onthouden indien deze persoon niet beschikt over de benodigde bekwaamheid. Voor de tewerkstelling van de overige opsporingsambtenaren wordt de toestemming slechts verleend na het overleggen van de ontheffing, bedoeld in artikel 5, vierde lid, en indien de desbetreffende persoon beschikt over de benodigde bekwaamheid.

B

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

Onze Minister kan aan de houder van de vergunning een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste EUR 11 250 ter zake van overtreding van regels, gesteld bij of krachtens artikel 4, vijfde of zesde lid, 6, 7, eerste, tweede of vijfde lid, 8, tweede lid, 9, 10, eerste, derde of vierde lid, 11, tweede lid, of 12, eerste of tweede lid.

ARTIKEL IV

Aan artikel 22, tweede lid, van de Luchtvaartwet BES wordt een volzin toegevoegd, luidende: Titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL V

Artikel 51a, tweede lid, van de Uitleveringswet wordt als volgt gewijzigd:

1. Het achtste gedachtestreepje komt te luiden:

  • de misdrijven van de artikelen 140, 157, 161quater, 166, 168, 173a, 189, 285, 287, 288, 289, 302, 303, 350, 352, 354, 385 a, vierde lid, 385b, tweede lid, 385c en 413, van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 79 en 80 van de Kernenergiewet, de artikelen 2, eerste en derde lid, 3 en 4 van de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens in samenhang met artikel 1 van de Wet op de economische delicten, en de artikelen 2 en 3, eerste lid, van de Uitvoeringswet verdrag chemische wapens in samenhang met artikel 1 van de Wet op de economische delicten dan wel de misdrijven van de artikelen 146, 163, 167c, 172, 174, 179a, 195, 298, 300, 301, 302, 315, 316, 366, 370, 372, 399a, vierde lid, 399b, tweede lid, 399c en 428 van het Wetboek van Strafrecht BES, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van het op 10 maart 1988 te Rome tot stand gekomen Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart (Trb. 1989, 17), zoals gewijzigd bij het Protocol van 2005 bij dat Verdrag (Trb. 2006, 223), en het op 10 maart 1988 tot stand gekomen Protocol tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentale plat (Trb. 1989, 18), zoals gewijzigd bij het Protocol van 2005 bij dat Protocol (Trb. 2006, 224);

2. Bij het negende gedachtestreepje wordt «416 en 417» vervangen door «416 tot en met 417bis en 420bis tot en met 420quater» en wordt «431 en 432» vervangen door: 431 tot en met 432bis.

3. Bij het elfde gedachtestreepje wordt na «378 tot en met 380» ingevoegd «van het Wetboek van Strafrecht BES» en wordt «inzak» vervangen door: inzake.

4. Bij het dertiende gedachtestreepje wordt na «121 tot en met 123,» ingevoegd: «140a,» en wordt «129» vervangen door: 129, 130, 146a.

5. Bij het veertiende gedachtestreepje wordt na «140,» ingevoegd: «140a,» en wordt na «146» ingevoegd: 146a,.

ARTIKEL VI

De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 28, zesde lid, wordt «de uit de leden 1–6» vervangen door: de uit het eerste tot en met vijfde lid.

B

In artikel 29, tweede lid, wordt «artikel 28, zesde lid» vervangen door: artikel 28, vijfde lid.

ARTIKEL VII

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 111, tweede lid wordt «artikel 45, tweede lid,» vervangen door: artikel 45, derde lid,.

B

De zeventiende titel van het derde Boek luidende «Van rechtspleging in zaken betreffende een arbeidsovereenkomst op grond waarvan de werknemer arbeid verricht op het continentaal plat» vervalt.

C

Na de zeventiende titel van het derde Boek wordt een titel ingevoegd, luidende:

Titel 18

Van rechtspleging in zaken betreffende een arbeidsovereenkomst op grond waarvan de werknemer arbeid verricht op het continentaal plat

Artikel 1019dd
  • 1. De kantonrechter van de rechtbank te Alkmaar is mede bevoegd kennis te nemen van zaken betreffende een arbeidsovereenkomst, op grond waarvan de werknemer arbeid verricht op het continentaal plat.

  • 2. De grossen als bedoeld in artikel 430, eerste lid, betreffende zaken als bedoeld in het eerste lid van dit artikel kunnen mede op het continentaal plat worden ten uitvoer gelegd.

  • 3. Geschillen die in verband met de executie betreffende zaken als bedoeld in het eerste lid van dit artikel rijzen, kunnen mede worden gebracht voor de rechtbank te Alkmaar.

  • 4. Het verlof vereist voor het leggen van conservatoir beslag op zaken die zich op het continentaal plat bevinden kan mede worden verzocht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank te Alkmaar.

  • 5. Onder continentaal plat als bedoeld in deze titel wordt verstaan: de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, voor zover deze grenst aan de territoriale zee van Nederland.

ARTIKEL VIII

In artikel 265, vierde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt «procureur» vervangen door: advocaat.

ARTIKEL IX

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 232a, zoals ingevoegd bij de Regeling van 29 september 2010, nr. 5668860/10/6 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES ter uitvoering van het op 29 mei 1993 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen verdrag inzake de bescherming van kinderen en de samenwerking op het gebied van de interlandelijke adoptie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het voorstel van Wet tot goedkeuring van ministeriële regelingen tot aanpassing van wetten van Nederlands-Antilliaanse oorsprong voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (32 825), wordt vernummerd tot artikel 232aa.

B

Artikel 238, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De samenstelling en werkwijze van de voogdijraad worden bij algemene maatregel van bestuur bepaald.

ARTIKEL X

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het eerste lid van artikel 110 wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien aandelen van de vennootschap of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten daarvan zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, bedraagt deze termijn acht weken.

B

In artikel 124, tweede lid, vervalt de derde volzin.

C

In artikel 183, tweede lid, vervalt «andere».

D

In artikel 234, tweede lid, vervalt de derde volzin.

ARTIKEL XI

Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 193f vervalt onder verlettering van onderdeel d tot en met g tot onderdeel c tot en met f, onderdeel c.

B

In artikel 234, eerste lid, eerste volzin, wordt na de woorden «heeft gesteld» ingevoegd: , de voorwaarden overeenkomstig de in artikel 230c voorziene wijze heeft verstrekt.

ARTIKEL XII

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 58, derde lid, wordt in de tweede zin «lid 1» vervangen door: lid 2. Voorts wordt na het woord «reclame» ingevoegd: en precontractuele informatie.

B

In artikel 67 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt «48c lid 2» vervangen door: 50d lid 1, artikel 4:28 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht.

C

Artikel 334 vervalt.

D

In de artikelen 648, vierde lid, en 649, vierde lid, wordt «15, 20, tweede lid, en 33» telkens vervangen door: en 15.

E

In artikel 668a, derde lid, vervalt: «en laatste zinsnede».

ARTIKEL XIII

In artikel II, derde lid, van de Wet van 7 november 2002 tot uitvoering van de richtlijn 1990/70/EG van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 1999 betreffende de door het EVV, de UNICE en het CEEP gesloten raamovereenkomst inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd wordt «15, 20, tweede lid, en 33» vervangen door: en 15.

ARTIKEL XIV

In de artikelen 125g, derde lid, en 125h, vierde lid, van de Ambtenarenwet wordt «15, 20, tweede lid, en 33» telkens vervangen door: en 15.

ARTIKEL XV

In artikel III, derde lid, van de Wet van 3 juli 1996, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Ambtenarenwet in verband met het verbod tot het maken van onderscheid tussen werknemers naar arbeidsduur wordt «15, 20, tweede lid, en 33» vervangen door: en 15.

ARTIKEL XVI

In artikel 221, tiende lid, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt «artikel 942 lid 4 van Boek 7» vervangen door: artikel 942 lid 3 van Boek 7.

ARTIKEL XVII

In de artikelen 213b en 256, derde lid, van de Faillissementswet wordt «procureur» telkens vervangen door: advocaat.

ARTIKEL XVIII

De Uitvoeringswet internationale kinderbescherming wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, tweede lid, vervalt «of procureur».

B

In de artikelen 13, tweede volzin, 15, derde lid, tweede volzin, 18, derde lid, tweede volzin en 22, eerste volzin, wordt «procureur» telkens vervangen door: advocaat.

ARTIKEL XIX

In artikel 23 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen BES wordt na «met» ingevoegd: artikel 11, eerste lid, of.

ARTIKEL XX

De Wet controle op rechtspersonen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, onder e, komt te luiden:

  • e. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen bestuursorganen, toezichthouders en diensten of personen, belast met de opsporing van strafbare feiten;

B

Artikel 5, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onze Minister kan uit eigen beweging of desgevraagd, ter uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, in individuele gevallen risicomeldingen doen aan bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen bestuursorganen, diensten, toezichthouders en andere personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, onderscheidenlijk het toezicht op de naleving van wetgeving.

ARTIKEL XXI

Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juni 2011 ingediende voorstel van wet tot invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 201X) (32 822), tot wet is of wordt verheven, en artikel 29 van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel III van deze wet, wordt artikel III van deze wet als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel A wordt «Artikel 7, vijfde lid» vervangen door «Artikel 7, vierde lid» en wordt de aanduiding «5.» vervangen door: 4.

B

In onderdeel B wordt «7, eerste, tweede of vijfde lid» vervangen door: 7, eerste, tweede of vierde lid.

ARTIKEL XXIa

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juni 2011 ingediende voorstel van wet tot invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 201X) (32 822) tot wet is of wordt verheven en artikel 30 van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als artikel I van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel Ba, van deze wet «artikel 36c, eerste lid, onderdeel j» vervangen door: artikel 36c, eerste lid, onderdeel i.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juni 2011 ingediende voorstel van wet tot invoering van de Politiewet 200. en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 201X) (32 822) tot wet is of wordt verheven en artikel 30 van die wet later in werking treedt dan artikel I van deze wet, wordt in artikel 30, onderdeel D, van die wet «Artikel 16, eerste lid, onderdeel e» vervangen door: Artikel 16, eerste lid, onderdeel d.

ARTIKEL XXII

Artikel 191 Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op de in artikel XI voorgestelde wijziging van artikel 234 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

ARTIKEL XXIII

In artikel 151c, achtste lid, aanhef, van de Gemeentewet wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden (...) regels gesteld» vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen (...) regels worden gesteld.

ARTIKEL XXIIIa

Indien het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten tot versterking van de positie van de rechter-commissaris (Wet versterking positie rechter-commissaris)(32 177) tot wet is verheven en die wet in werking is getreden voor het tijdstip waarop het bij koninklijke boodschap van 31 augustus 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de herziening van de regels inzake de processtukken, de verslaglegging door de opsporingsambtenaar en enkele andere onderwerpen (herziening regels betreffende de processtukken in strafzaken)(32 468) tot wet is verheven en in werking treedt, wordt op dat tijdstip in artikel I, onderdeel R, van laatstgenoemde wet «258, vijfde lid» vervangen door: 258, tweede lid.

ARTIKEL XXIIIb

Indien het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten tot versterking van de positie van de rechter-commissaris (Wet versterking positie rechter-commissaris) (32 177) tot wet is of wordt verheven en deze wet in werking treedt of is getreden voor het tijdstip waarop die wet in werking treedt, wordt op dat tijdstip artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel X wordt in artikel 183, eerste lid, «de artikelen 181 of 182» vervangen door: de artikelen 181 of 182, zevende lid,.

2. Onderdeel ZZ komt te luiden:

ZZ

Aan artikel 552p, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

De afgifte aan buitenlandse autoriteiten van door de officier van justitie in beslag genomen stukken van overtuiging en de onder hem berustende gegevensdragers waarop gegevens zijn opgenomen die zijn vergaard met gebruikmaking van strafvorderlijke bevoegdheden ter inbeslagneming geschiedt eveneens voor zover de rechtbank, met inachtneming van het toepasselijke verdrag, daartoe verlof verleent.

ARTIKEL XXIIIc

Indien het bij koninklijke boodschap van 16 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten tot versterking van de positie van de rechter-commissaris (Wet versterking positie rechter-commissaris)(32 177) tot wet is verheven en die wet in werking is getreden voor het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt het Wetboek van Strafvordering als volgt gewijzigd:

1. In artikel 183, eerste lid, wordt «de artikelen 181 of 182» vervangen door: de artikelen 181 of 182, zevende lid,.

2. Artikel 552p, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De door de rechter-commissaris in beslag genomen stukken van overtuiging en onder hem berustende gegevensdragers waarop gegevens zijn opgenomen die zijn vergaard met gebruikmaking van enige strafvorderlijke bevoegdheid worden ter beschikking van de officier van justitie gesteld, voor zover de rechtbank, met inachtneming van het toepasselijk verdrag, daartoe verlof verleent. De afgifte aan buitenlandse autoriteiten van door de officier van justitie in beslag genomen stukken van overtuiging en onder hem berustende gegevensdragers waarop gegevens zijn opgenomen die zijn vergaard met gebruikmaking van strafvorderlijke bevoegdheden ter inbeslagneming geschiedt eveneens, voor zover de rechtbank, met inachtneming van het toepasselijke verdrag, daartoe verlof verleent.

ARTIKEL XXIIId

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning) (32 454), tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt in artikel 30b, derde lid, van de Wet op de kansspelen «artikel 30c, eerste lid, onder b» vervangen door: artikel 30c, eerste lid, onder a.

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 24 juli 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van een aantal wetten ter invoering van de van rechtswege verleende vergunning (Verzamelwet van rechtswege verleende vergunning) (32 454) tot wet is of wordt verheven, en die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt in artikel XI, onderdeel B, van die wet «artikel 30c, eerste lid, onder b» vervangen door: artikel 30c, eerste lid, onder a.

ARTIKEL XXIV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL XXV

Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Veiligheid en Justitie, met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 27 oktober 2011

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Uitgegeven de achtste november 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 863

Naar boven