34 775 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018

F VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 12 maart 2018

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft op 6 februari 2018 brieven gestuurd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische Zorg en Sport inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan.

De Ministers hebben op 12 maart 2018 gereageerd.

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1 brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 6 februari 2018

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan. In verband met het aantreden van het nieuwe kabinet maak ik graag van de gelegenheid gebruik om u – eenmalig – ter informatie een volledig overzicht aan te bieden van de openstaande of deels voldane toezeggingen die door uw ambtsvoorganger zijn gedaan. Ook toezeggingen met een onbepaalde termijn zijn in dit overzicht opgenomen.

Doordat de portefeuilles van de bewindspersonen bij het aantreden van het nieuwe kabinet opnieuw zijn vastgesteld, kan het voorkomen dat een toezegging niet correct is geadresseerd. Indien dit het geval is, verneemt de Kamer dit uiteraard graag.

Daarnaast treft u ter verificatie het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht aan van de openstaande en deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2018 is verstreken.

Beide overzichten, die deels samen kunnen vallen, zijn terug te vinden via de volgende links:

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen, graag vóór vrijdag 16 maart 2018. Deze prognose betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden en is er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s, wetsvoorstellen en dergelijke, waarin aan een toezegging aan de Eerste Kamer wordt voldaan, rechtstreeks naar deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het registratienummer.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister voor Medische Zorg en Sport

Den Haag, 6 februari 2018

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan. In verband met het aantreden van het nieuwe kabinet maak ik graag van de gelegenheid gebruik om u – eenmalig – ter informatie een volledig overzicht aan te bieden van de openstaande of deels voldane toezeggingen die door uw ambtsvoorganger zijn gedaan. Ook toezeggingen met een onbepaalde termijn zijn in dit overzicht opgenomen.

Doordat de portefeuilles van de bewindspersonen bij het aantreden van het nieuwe kabinet opnieuw zijn vastgesteld, kan het voorkomen dat een toezegging niet correct is geadresseerd. Indien dit het geval is, verneemt de Kamer dit uiteraard graag.

Daarnaast treft u ter verificatie het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht aan van de openstaande en deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2018 is verstreken.

Beide overzichten, die deels samen kunnen vallen, zijn terug te vinden via de volgende links:

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen, graag vóór vrijdag 16 maart 2018. Deze prognose betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden en is er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s, wetsvoorstellen en dergelijke, waarin aan een toezegging aan de Eerste Kamer wordt voldaan, rechtstreeks naar deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het registratienummer.

Met vriendelijke groeten,

A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2018

In reactie op uw brieven van 6 februari jl. met kenmerk 162393.12u en 160597.052 zenden wij u een overzicht met daarin de actuele stand van zaken van de door u gerappelleerde toezeggingen aan de Eerste Kamer.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Medische Zorg en Sport, B.J. Bruins

Openstaande en deels voldane toezeggingen aan de Eerste Kamer waarop gerappelleerd is in verband met het verstrijken van de termijn op 02-01-2018

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Toezegging

Toezegging Pilots bij praktijkmodellen jeugdzorg (33 674 / 33 684) (T01889)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Scholten (D66), toe om in samenwerking met gemeenten, de jeugd-ggz, huisartsen, cliëntorganisaties en zorgverzekeraars een pilot te organiseren om praktijkmodellen uit te werken voor de organisatie en de bekostiging van de jeugd-ggz. De uitkomsten van de pilots worden meegenomen bij de evaluatie van de wet over drie jaar.

Stand van zaken

De Minister van VWS heeft de eerste evaluatie van de Jeugdwet onlangs (Kamerstuk 34 880) aan uw Kamer aangeboden. Hierin is uitgebreid ingegaan op de stand van zaken van de decentralisatie van de Jeugdhulp. In de evaluatie is expliciete aandacht geweest voor de integratie van de jeugd-ggz in het nieuwe jeugdhulpstelsel.

In de evaluatie wordt geconcludeerd dat er belangrijke stappen gezet zijn ten aanzien van de transitie, maar dat met name de transformatie nog een impuls verdient. Aandachtspunten daarbij zijn o.a. de informatievoorziening aan kinderen en hun ouders over de toegang tot de jeugdhulp, en de samenwerking tussen gemeenten en huisartsen. Ten aanzien van de integratie van de jeugd-ggz concluderen de onderzoekers dat respondenten uit de jeugd-ggz soms kritischer zijn over de ontwikkelingen sinds de invoering van de Jeugdwet, maar dat de zorgpunten van jeugd-ggz-aanbieders rond aanbesteden, administratieve lasten en diversiteit van wijkteams niet wezenlijk blijken te verschillen met die van andere aanbieders van jeugdhulp.

De pilots praktijkmodellen jeugd-ggz hebben niet al in 2014 van start kunnen gaan. Om deze pilots al voor 1 januari 2015 uit te kunnen voeren, moest een experimenteerartikel in de Jeugdwet opgenomen worden.

Ervaring met verschillende praktijkmodellen jeugd-ggz is dan ook vooral opgedaan in de periode van transitie. Op veel plekken in Nederland is ervaring opgedaan met vernieuwende manieren van samenwerking. Een van werkwijzen die als meest succesvol wordt ervaren, is de inzet van een praktijkondersteuner jeugd-ggz (POH) bij de huisarts. Dit blijkt enerzijds goed te werken om tijdig passende jeugdhulp te bieden, zonder dat een jeugdige direct doorverwezen moet worden door de huisarts. Daarnaast blijkt de POH een belangrijke schakelfunctie tussen de huisarts, de gemeentelijke toegang/wijkteams en de jeugd-ggz-aanbieders te kunnen spelen.

In het programma Zorg voor Jeugd dat deze kabinetperiode zal worden uitgevoerd, en binnenkort aan de Tweede Kamer zal worden verstuurd, zal de verdere integratie van de jeugd-ggz in het stelsel van jeugdhulp een van de belangrijke aspecten zijn.

Ten aanzien van de bekostiging van de jeugdhulp door gemeenten zijn binnen het door het ministerie gefinancierde programma informatievoorziening Sociaal Domein (ISD) een drietal uitvoeringsvarianten ontwikkeld. Deze uitvoeringsvarianten zijn in gezamenlijkheid ontwikkeld door gemeenten en de jeugdhulpbranches (waaronder GGZ Nederland).

Gemeenten zullen vanaf 1 januari 2018 een van deze uitvoeringsvarianten moeten gebruiken bij de bekostiging van de jeugd-ggz. De bestaande dbc-bekostiging, waarover gemeenten en ggz-aanbieders begin 2014 hebben afgesproken dat deze nog drie jaar na de decentralisatie zou doorlopen, houdt per 1 januari 2018 op te bestaan. In aanloop naar het beëindigen van de dbc-bekostiging is er in een aantal regio’s al ervaring opgedaan met de nieuwe wijzen van bekostiging die uit het programma ISD volgt.

Er is veel aandacht besteed aan een zorgvuldige overgang van de dbc-bekostiging naar andere wijzen van bekostiging. Deze overgang verloopt vooralsnog zonder noemenswaardige problemen.

Toezegging

Toezegging Periodieke informatie wetten sociaal domein (33 726) (T01932)

De Staatssecretaris van VWS zal de Kamer periodiek informeren over de resultaten van de afzonderlijke wetten in het sociaal domein.

Stand van zaken

De Minister van VWS informeert de Kamer periodiek over de resultaten van de afzonderlijke wetten in het sociaal domein. Op 4 december 2017 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de tweede overall rapportage sociaal domein van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) aangeboden aan de Eerste en Tweede Kamer (Kamerstuk 34 775 VII, A). Op 30 januari 2018 hebben de Minister van VWS en de Minister voor Rechtsbescherming de eerste evaluatie van de Jeugdwet aan de Eerste en Tweede Kamer gezonden (Kamerstuk 34 880, A). Voor 1 juli 2018 zal de evaluatie van de hervorming van de langdurige zorg, inclusief de evaluatie van de Wmo 2015, aan de Eerste en Tweede Kamer aangeboden worden.

Toezegging

Toezegging Jaarlijkse monitoring (32 402) (T02175)

De Minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Nooren, toe de ontwikkeling van het aantal claims jaarlijks te monitoren en dit terug te koppelen.

Stand van zaken

Op 8 februari 2018 is de eerste monitor over de Wkkgz, getiteld «Monitor Wkkgz, Stand van zaken implementatie. Effectieve en laagdrempelige klachten en geschillenbeslechting» aan de Eerste Kamer toegezonden (Kamerstukken I, 2017–2018, 32 402, W).

Toezegging

Toezegging Facultatief protocol (33 992 / 33 990) (T02290)

De Staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bredenoord, Ganzevoort, Don en Barth, toe voor de zomer te komen met een standpuntbepaling (inclusief de te zetten stappen) ten aanzien van het facultatief protocol.

Stand van zaken

Het kabinet werkt aan een reactie op het advies van de Raad van State over het FP-IVESCR. Ik zal de Eerste Kamer informeren, zodra die reactie gereed is.

Toezegging

Toezegging Caribisch deel van het Koninkrijk (33 992 / 33 990) (T02294)

De Staatssecretaris van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Ganzevoort, op grond van de resultaten van het onderzoek naar de toekomstige werking van het verdrag in Caribisch Nederland, na de zomer informeren over het invoeringstraject. De Staatssecretaris zal erop aandringen dat Aruba, Curaçao en Sint-Maarten snel een besluit nemen over de vraag hoe en wanneer het verdrag tot medegelding wordt gebracht en zal de mogelijkheden voor ondersteuning bij de implementatie ervan nogmaals onder de aandacht van deze landen brengen.

Stand van zaken

Voor de toepassing van het VN Verdrag Handicap in het Caribische deel van het Koninkrijk is uitvoeringswetgeving nodig. Het vorig kabinet heeft daarom laten onderzoeken in welke mate wetgeving, beleid en praktijk op Bonaire, Sint Eustatius en Saba al voldoen aan het verdrag en wat er op de korte en lange termijn nodig is voor medegelding. Het «Onderzoek VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap in Caribisch Nederland» is op 20 december 2016 aan de Tweede Kamer verzonden, maar abusievelijk en tot mijn spijt niet ook aan uw Kamer. In de bijlage treft u het onderzoek alsnog aan.

Op diverse terreinen moet een inhaalslag plaatsvinden om de positie van personen met een handicap in Caribisch Nederland naar een binnen Europees Nederland, aanvaardbaar niveau te brengen. In overleg met de eilanden is daarom gekozen voor een getrapte aanpak waarin het van belang is dat er eerst lokaal maatregelen worden ondernomen om de situatie in de praktijk te verbeteren.

De eilanden hebben projectplannen opgesteld om de situatie van personen met een beperking op de korte termijn in de praktijk te verbeteren. De benodigde aanpak en maatregelen, verschilt per eiland. Zo zal Bonaire zich in 2018 inzetten op het vergroten van de mobiliteit, Saba zal zich gezien het klein aantal personen met een beperking, richten op de individuele behoeften van deze mensen en Sint Eustatius zal lopende initiatieven vanuit de Community Care Centre verder ondersteunen. We zijn in gesprek over een aanpak dat vanaf eind dit jaar meer gericht zal zijn op het vergroten van de participatie en emancipatie van de doelgroep en bewustwording onder het algemeen publiek. Wij spreken ook over wat een lange termijn aanpak zou moeten inhouden maar de focus ligt nu op het daadwerkelijk een verschil maken in de levens van mensen.

Aruba, Curaçao en Sint Maarten hebben de ratificatie van het VN Verdrag Handicap nog in beraad. Als zelfstandige landen binnen het Koninkrijk, besluiten zij zelf op welke wijze en in welk tempo zij de implementatie van het verdrag in uitvoering willen brengen.

Toezegging

Toezegging Onderzoek nabestaanden (34 333, C) (T02403)

De Minister van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Oomen-Ruijten, informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar nabestaanden die als gevolg van het overlijden van de partner niet meer verdragsgerechtigd zijn, omdat zij een niet-wettelijk nabestaandenpensioen ontvangen.

Stand van zaken

De regering heeft de situatie onderzocht en is tot de conclusie gekomen dat door het privatiseren van bepaalde wettelijke pensioenen die op Bijlage XI zijn opgenomen, ook de nabestaandenpensioenen onder deze regelingen zijn geprivatiseerd. Deze nabestaandenpensioenen zijn niet op Bijlage XI opgenomen, waardoor ontvangers van dergelijke nabestaandenpensioenen niet verdragsgerechtigd zijn. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat een nabestaande geen verdragsgerechtigde meer is totdat de nabestaande zelf een wettelijk pensioen zal ontvangen. Voor zover het om nabestaandenpensioenen gaat die worden verstrekt onder regelingen die op Bijlage XI vermeld staan is de regering van mening dat deze ook recht moeten geven op zorg ten laste van Nederland. Voor zover het gaat om andere nabestaandenpensioenen of bedrijfspensioenen is de regering van mening dat deze te ver af staan van de wettelijke pensioenen om in aanmerking te komen voor opname op de Bijlage. Op dit moment zijn er onderhandelingen gaande over een door de Europese Commissie voorgestelde wijziging van deze verordening. Nederland heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt en een voorstel tot wijziging van bijlage XI ingediend in deze onderhandelingen. De door Nederland voorgestelde wijziging zal verder meelopen in het wetgevingstraject. Helaas kan er geen voorspelling worden gedaan over de termijn waarop het wetgevingsproces gereed zal zijn.

Minister voor Medische Zorg en Sport

Toezegging

Toezegging Invloed verzekerden (33 362) (T02090)

De Minister van VWS zal, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Beuving en Kuiper, via een – voor te hangen – AMvB regels stellen voor de invloed van verzekerden op het beleid van de zorgverzekeraar, conform artikel 28 van de Zorgverzekeringswet. De Kamer zal hierover schriftelijk geïnformeerd worden.

Stand van zaken

De Minister zal de Kamer hier voor de zomer over informeren.


X Noot
1

Samenstelling:

Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Beuving (PvdA), Ganzevoort (GL), De Grave (VVD), Martens (CDA) (voorzitter), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD) (vice-voorzitter), Gerkens (SP), Atsma (CDA), Bredenoord (D66), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Schnabel (D66), Wezel (SP), Klip-Martin (VVD) Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Zandbrink (PvdA)

X Noot
2

In plaats van dit nummer dient te worden gelezen: 162393.13u

Naar boven