Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2017
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
de tweede overall rapportage sociaal domein1 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) aan.
Op 1 januari 2015 zijn de Jeugdwet, de Wmo 2015 en de Participatiewet gedecentraliseerd.
De aard en omvang van de decentralisaties in het sociaal domein is aanleiding geweest
voor het opzetten van de overall rapportage. Rijk en gemeenten hebben gezamenlijk
het belang onderkend van een goede monitoring. De overall rapportage sociaal domein
levert een bijdrage aan het verkrijgen van een landelijk beeld van de stand van zaken
van het sociaal domein. Gevoegd bij de talrijke andere signalen over het sociaal domein
ontstaat het beeld dat de transitie is afgerond, maar dat er ook nog veel tijd en
aandacht nodig is voor de verdere ontwikkeling. Het kabinet gaat hier mee aan het
werk om te komen tot een situatie waarin de mens daadwerkelijk centraal komt te staan.
De monitoring zal hierop meebewegen en meer gericht worden op zicht krijgen op deze
gewenste outcome.
Het gaat het kabinet en de gemeenten er om dat de praktijk voor mensen merkbaar beter
wordt. Het Regeerakkoord bevat daartoe tal van afspraken die in de komende kabinetsperiode
worden uitgewerkt. Een essentieel element van de voorgestane aanpak is de integraliteit
hiervan. Dit is noodzakelijk om te komen tot betere zorg en ondersteuning voor burgers.
Met de keuze voor het decentraliseren van verantwoordelijkheden in het sociaal domein
naar gemeenten is er voor gekozen gemeenten de ruimte te geven om op basis van hun
eigen, lokale situatie maatwerk te leveren. Bij knelpunten of belemmeringen die worden
waargenomen zien Rijk en gemeenten het als een gezamenlijke opgave om knelpunten aan
te pakken en daar waar nodig wet- en regelgeving aan te passen.
De knelpuntenbenadering is een belangrijk element van het reeds ingestelde Programma
sociaal domein. Daarin werken gemeenten, Rijk en maatschappelijke partners zoals onderwijs,
bedrijfsleven en zorgverleners samen vanuit de lokale situatie aan de verbetering
voor mensen. Het gaat daarbij om het komen tot gezamenlijke en ontkokerde oplossingen
voor vraagstukken op terreinen als werk en inkomen, gezondheid, zorg, problematische
schulden, veiligheid, huisvesting en onderwijs.
De stand van zaken van het sociaal domein bevestigt daarnaast het belang dat het Rijk
en gemeenten gezamenlijk blijven optrekken op de voor het sociaal domein belangrijke
thema’s, bijvoorbeeld in de door het vorige kabinet ingestelde brede regietafel sociaal
domein met de decentrale overheden.
Ten slotte
Het sociaal domein heeft een enorme verandering ondergaan, de transitie is afgerond,
maar de verdere ontwikkeling zal tijd en aandacht vergen. De gezamenlijke overheden
en maatschappelijke partners zullen zich de komende jaren hier blijvend voor inspannen.
De aanpak langs de lijnen van het bovengenoemde Programma sociaal domein biedt daarvoor
een goede basis. De aanpak in dit Programma sluit aan bij de bredere werkwijze van
interbestuurlijke samenwerking en partnerschap die het kabinet voor ogen heeft voor
de aanpak van grote maatschappelijke opgaven door een gezamenlijke inzet van de verschillende
overheden, als gelijkwaardige partners.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren