29 861 Arbeidsmigratie en sociale zekerheid

Nr. 99 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 januari 2023

Het roer moet om als het gaat om de omstandigheden waarin arbeidsmigranten in Nederland verblijven. Zij komen hier om te werken en worden daarom arbeidsmigranten genoemd, maar het zijn in de eerste plaats mensen die in ons land leven. Zij verdienen, net als eenieder verblijvend in Nederland, een menswaardig bestaan. Twee jaar geleden presenteerden dhr. Emile Roemer en zijn Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten het rapport «Geen Tweederangsburgers».1 In dit rapport wordt uitvoerig beschreven met welke woon- en werkomstandigheden arbeidsmigranten in Nederland geconfronteerd worden. Deze omstandigheden zijn Nederland onwaardig. Daarom is het kabinet vastberaden om deze misstanden verder aan te pakken en ervoor te zorgen dat arbeidsmigranten niet meer als tweederangsburgers worden behandeld.

De groep arbeidsmigranten waarop het advies van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (hierna: het Aanjaagteam) betrekking heeft, bestaat voornamelijk uit personen uit andere lidstaten van de Europese Unie (EU), die in Nederland via het vrij verkeer van werknemers of van diensten in de EU ongeschoold of praktijkgericht werk doen. Zij werken dikwijls voor een loon dat op of net iets boven het minimumloon ligt, in sectoren en beroepen waarvoor moeilijk Nederlandse werknemers zijn te vinden. En ook vaak op een flexcontract.2 De kern van het advies van het Aanjaagteam luidt als volgt: «Arbeidsmigranten moeten behandeld worden als gelijkwaardige en volwaardige deelnemers van onze samenleving. De overheid moet haar regelgeving daar beter op richten en een actievere rol nemen in de bescherming van arbeidsmigranten, op het gebied van werk, huisvesting en zorg en het verbeteren van het zicht op de arbeidsmigranten in Nederland.»

Deze dringende oproep is door het Aanjaagteam heel concreet uitgewerkt in een 50-tal maatregelen, op basis van uitgebreide consultaties van betrokkenen organisaties en arbeidsmigranten zelf. Het kabinet voert de aanbevelingen van het Aanjaagteam met grote urgentie uit. Want wanneer we ervoor zorgen dat misstanden aangepakt worden, dan zorgt dat er ook voor dat de concurrentie op arbeidsvoorwaarden vermindert, de waarde van arbeid beter erkend wordt en indirect zorgen we er daarmee ook voor dat we meer grip op arbeidsmigratie krijgen. In mijn brief aan uw Kamer van 24 november jl.3 heb ik al aangegeven dat de praktijk weerbarstig blijkt en dat de situatie van arbeidsmigranten die afhankelijk zijn van malafide werkgevers of in slechte huisvesting wonen, nog niet afdoende is verbeterd. Mede daarom voert het kabinet, bovenop de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam die het kabinet samen met onder meer gemeenten, provincies en sociale partners al in gang heeft gezet, extra stappen uit die ik in mijn brief van 24 november jl. uiteengezet heb. Dat betreft, zoals in de brief reeds genoemd, het convenant dat begin december is afgesloten rondom de toegang tot zorg voor arbeidsmigranten, het bestuurlijk overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) over toezicht op huisvesting en over het realiseren van huisvesting in lokale gemeenschappen, het creëren van een bedrijfseffectrapportage, de toename van inspecteurs bij de Arbeidsinspectie en onze inspanningen om op Europees niveau de informatievoorziening aan arbeidsmigranten te verbeteren. We nemen bilateraal met landen van origine contact op via de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) om knelpunten en behoeftes in informatievoorziening te identificeren en op te volgen ten behoeve van goede voorlichting voor arbeidsmigranten.

Het Interdepartementaal Projectteam Arbeidsmigranten rapporteert jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam. Vorig jaar heeft u de eerste Jaarrapportage arbeidsmigranten ontvangen.4 In deze brief reflecteer ik, mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn & Sport, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op de voortgang zoals weergegeven in deze tweede Jaarrapportage arbeidsmigranten.

De Jaarrapportage 2022 (hierna: jaarrapportage) laat zien welke maatregelen door het Rijk, de sociale partners, de gemeenten en de provincies gerealiseerd zijn en welke maatregelen momenteel worden uitgevoerd en de komende jaren van kracht zullen worden. Daarnaast zal in een bijlage bij deze brief ingegaan worden op enkele toezeggingen die het kabinet aan uw Kamer heeft gedaan en moties van uw Kamer, die betrekking hebben op arbeidsmigratie.

Jaarrapportage arbeidsmigranten 2022: waar staan we nu?

Uit de jaarrapportage blijkt dat de voortgang van de uitvoering van de verschillende aanbevelingen van het Aanjaagteam zich in verschillende fasen bevindt. Het kabinet reflecteert hierna per hoofdstuk op de voortgang.

Werk: betere beheersing van de uitzendsector

Het kabinet is vergevorderd in het opzetten van het verplicht certificeringsstelsel voor bestaande-, startende- en buitenlandse uitzendbureaus actief in Nederland. Medio 2022 heeft het kabinet een hoofdlijnenbrief5 en een conceptwetsvoorstel6 gepubliceerd die een gedetailleerd beeld geven van veel aspecten rondom het certificeringsstelsel. Doel is om malafide uitzenders van de markt te weren en een gelijk speelveld te bewerkstelligen voor uitzenders die zich aan de regels en normen houden. Het zal voor uitleners en inleners van arbeidskrachten verboden zijn om zonder certificaat arbeidskrachten uit te lenen respectievelijk in te lenen. Het wetsvoorstel zal in het voorjaar van 2023 bij uw Kamer ingediend worden en na instemming van Tweede en Eerste Kamer kan vanaf 2024 gestart worden met het afgeven van certificaten. Daarbij dient opgemerkt te worden dat het verplichte certificeringsstelsel onderdeel is van de bredere hervorming van de arbeidsmarkt. Onderdeel van die bredere plannen is het voornemen om de werk- en inkomenszekerheid van uitzendkrachten te vergroten en het afschaffen van 0-urencontracten.7 Bovendien zal er een meld- en vergewisplicht komen voor uitleners en zullen inleners een meldingsplichtig ongeval ook moeten melden bij de uitlener, naast de bestaande meldplicht aan de Arbeidsinspectie. Na instemming van uw Kamer kan de meld- en vergewisplicht ingaan vanaf 2025.

Tevens hebben sociale partners afspraken gemaakt in de uitzend-cao waarin aanbevelingen van het Aanjaagteam zijn overgenomen. Uw Kamer is hierover in september geïnformeerd.8 De sociale partners in de Stichting van de Arbeid hebben het voornemen om komend voorjaar een handreiking voor decentrale partijen uit te brengen om hen te stimuleren om onderwerpen die door het rapport Roemer bij die partijen worden belegd, invulling te geven in cao’s of op andere passende wijze. Het kabinet is verheugd om te zien dat cao-partijen hiermee ook hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van het verbeteren van de woon- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten. De afspraken die gemaakt zijn kunnen per direct een positief effect hebben op de positie van arbeidsmigranten.

Met alleen de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam zal niet direct het gedrag van malafide ondernemers veranderen. Zaken als ongelijke behandeling op de werkplek, discriminatie en intimidatie zijn veelvoorkomend en laten zich lastig grijpen door wetgeving en/of toezicht.9 Een brede cultuurverandering onder werkgevers is noodzakelijk om arbeidsmigranten te behandelen zoals alle werknemers in Nederland behandeld zouden moeten worden. We zien dat werkgeversorganisaties zelf ook nadenken over stappen in de goede richting, maar hier is nog een wereld te winnen.10

Registratie: beter zicht op arbeidsmigranten

Rondom registratie zijn belangrijke stappen gezet. Sinds oktober 2022 kunnen van arbeidsmigranten die zich inschrijven als niet-ingezetenen ook vrijwillig de contactgegevens en verblijfsadressen in de Basisregistratie Personen (BRP) worden geregistreerd. Deze gegevens worden in 2023 aan de daarvoor geautoriseerde afnemers en gemeenten verstrekt. Ondertussen wordt door de RVIG gewerkt aan verschillende kwaliteitsmaatregelen om deze gegevens zo actueel en bruikbaar mogelijk te houden. Hierdoor krijgen gemeenten stap voor stap beter zicht op wie er in hun gemeente verblijft, waardoor zij beter beleid kunnen maken en toezicht kunnen houden.

Voor arbeidsmigranten zelf betekent registratie dat zij beter in zicht zullen komen bij de overheid, betere toegang krijgen tot overheidsdiensten en gecontacteerd kunnen worden voor belangrijke informatie. Zo kunnen arbeidsmigranten die als niet-ingezetene ingeschreven staan, na 4 maanden gewezen worden op het feit dat zij zich bij langer verblijf in Nederland moeten inschrijven als ingezetene bij hun gemeente. Daardoor zijn ze in beeld bij hun woongemeenten en kunnen ze beter gebruik maken van gemeentelijke voorzieningen.

De belangrijkste vervolgstap voor 2023 is om verder te werken aan een sluitend proces voor de registratie en het bijhouden van de tijdelijke verblijfsadressen en contactgegevens. Het gaat hierbij onder andere om de mogelijkheid om gemakkelijk wijzigingen in deze gegevens door te kunnen geven, de verkenning van een verplichte aanwezigheidsmelding en een feedbackcyclus via de loonaangifteketen. Ook wordt er een actieve rol voor de werkgevers ten aanzien van registratie verkend, in navolging van het advies van het Aanjaagteam. Zij weten wie er voor hen aan het werk is in Nederland.

Huisvesting

Het Aanjaagteam heeft concrete maatregelen geadviseerd op het gebied van de kwaliteit van de huisvesting, de uitbreiding van huisvesting, het verbeteren van de huurpositie van arbeidsmigranten en de ondersteuning van gemeenten. Belangrijkste ontwikkeling met betrekking tot het verbeteren van de kwaliteit van huisvesting betreft de Wet Goed Verhuurderschap, die in januari door uw Kamer besproken zal worden.11Deze wet stelt algemene normen voor goed verhuurderschap, waaronder het scheiden van arbeidscontract en huurcontract bij de verhuur aan arbeidsmigranten en stelt gemeenten in staat een vergunningsplicht in te voeren voor verhuurders. In navolging van het advies van het Aanjaagteam bereiden SNF en AKF, de private keurmerken van de sociale partners voor de huisvesting van arbeidsmigranten, hun fusie voor. Tevens regelt de eerdergenoemde uitzend-cao dat mensen na verlies van werk niet meer direct door hun werkgevers uit hun huisvesting gezet mogen worden.

De opname van arbeidsmigranten als aandachtsgroep in het programma «Een thuis voor iedereen» legt ook meer nadruk op voldoende huisvesting voor arbeidsmigranten.12 De woonbehoefte van aandachtsgroepen wordt in kaart gebracht en krijgt een vertaling in de woningbouwprogrammering (regionale woondeals).

Daarnaast hebben we een aantal stimuleringsmaatregelen om het realiseren van (tijdelijke) huisvesting te versnellen, zoals de regeling aandachtsgroepen en de regeling voor het versnellen van flex-en transformatieprojecten. Gemeenten en werkgevers (zowel inlenende als uitlenende partijen) kennen een grote verantwoordelijkheid bij het realiseren van voldoende kwalitatieve huisvesting, bij voorkeur in de gemeente waar arbeidsmigranten werkzaam zijn. De VNG is dit jaar een uitgebreid ondersteuningsprogramma voor gemeenten gestart met als doelstelling het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten. Dit omvat onder meer advies, kennisdeling en kennisontwikkeling op thema’s als draagvlak, handhaving, huisvesting en nieuwe bedrijvigheid.

Het kabinet constateert dat het huisvestingsdossier weerbarstig blijft. Arbeidsmigranten verdienen goede en kwalitatieve huisvesting, maar dat is nog veel te vaak niet het geval in Nederland. Het kabinet heeft drie belangrijke speerpunten die in 2023 de volle aandacht krijgen. Ten eerste is er nog weinig aandacht voor voldoende en kwalitatief goede huisvesting bij het aantrekken van nieuwe economische activiteiten en bestaande bedrijvigheid. Samen met de VNG gaan we gemeenten en provincies ondersteunen om hier beleid op te voeren o.a. door middel van de bedrijfseffectrapportage. Ten tweede stuiten veel gemeentebesturen op lokaal verzet bij het huisvesten van arbeidsmigranten, waardoor voorgenomen projecten om arbeidsmigranten te huisvesten geen doorgang kunnen vinden. Het VNG ondersteuningsprogramma kan gemeenten helpen om meer draagvlak te realiseren en om de relatie tussen bedrijvigheid en huisvesting steviger te verankeren. En ten derde moet het toezicht en de handhaving op slechte huisvestingssituaties verbeterd worden. Om gemeenten te faciliteren in de handhaving krijgen zij eenmalig € 9,2mln in 2023 en structureel € 12,4mln vanaf 2023 voor de handhaving op de Wet Goed Verhuurderschap.

Nu ook de registratie van verblijfadressen van kracht is, komt er geleidelijk meer zicht op waar arbeidsmigranten verblijven. Samen met de hierboven beschreven handvatten krijgen we dus veel meer zicht op de huisvestingssituatie van arbeidsmigranten en kunnen we hier beter op acteren. Slechte huisvestingssituaties moeten daarmee uit de wereld geholpen worden.

Zorg en welzijn

Met betrekking tot zorg en welzijn constateert het kabinet dat het in de praktijk nog steeds voorkomt dat arbeidsmigranten geweigerd worden bij zorginstellingen, dat zij niet goed op de hoogte zijn hoe het Nederlands zorgstelsel werkt of dat het aanbod nog onvoldoende aansluit op de behoeften. Het is duidelijk dat de papieren werkelijkheid en de praktijk uit elkaar lopen.

De afgelopen jaren hebben zorgverzekeraars verschillende maatregelen getroffen om de toegang tot de zorg voor arbeidsmigranten te verbeteren. Om de toegang tot zorg verder te verbeteren is er begin december een convenant getekend door Zorgverzekeraars Nederland, het Ministerie van SZW en het Ministerie van VWS.13 In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de zelfredzaamheid en onafhankelijkheid van arbeidsmigranten, betere controle op betrouwbaarheid en integriteit van werkgevers en betere toegang tot huisartsenzorg. Dit convenant omvat een gezamenlijke commitment om de toegang tot zorg voor arbeidsmigranten aanzienlijk te verbeteren.

In september 2022 is tevens het Plan van Aanpak kwetsbare dakloze EU-burgers verschenen, waarmee drie ministeries samen met gemeenten stappen zetten om kwetsbare dakloze EU-burgers beter te kunnen helpen.14

Met het convenant en het Plan van Aanpak wil het kabinet de toegang tot zorg voor arbeidsmigranten ook in de praktijk beter regelen. Hierdoor moet het niet langer mogelijk zijn dat arbeidsmigranten niet de zorg krijgen waar zij ook recht op hebben.

Toezicht en handhaving

Als sluitstuk op een goed functionerend systeem is toezicht en handhaving cruciaal. Malafide ondernemers die willens en wetens misbruik maken van arbeidsmigranten op het gebied van werk en huisvesting en daaraan verdienen moeten streng aangepakt worden. Daarvoor is vaak een integrale aanpak van de verschillende publieke en private toezichthouders nodig, zoals het Aanjaagteam adviseerde.

De voorgestelde wet- en regelgeving, in combinatie met meer mankracht bij de toezichthouders, zal, als sluitstuk op de gehele agenda, moeten zorgen dat misstanden adequaat aangepakt worden. Met de inwerkingtreding van de Wet Goed Verhuurderschap in 2023 en het verplicht certificeringsstelsel voor de uitleners en inleners van arbeidskrachten vanaf 2024 (zie onder kopje werk), krijgen de gemeenten en de Arbeidsinspectie extra instrumenten voor het toezicht en de handhaving en de onderlinge samenwerking daarbij. En tevens krijgen toezicht en handhaving meer personeel vanaf 2023. Allereerst krijgen gemeenten zoals eerder beschreven vanaf 2023 beter zicht op het verblijfsadres van arbeidsmigranten. Met de Wet Goed Verhuurderschap zijn gemeenten verplicht om een meldpunt voor misstanden bij huisvesting in te richten. Gemeenten kunnen ook voor bepaalde wijken en voor verhuur aan arbeidsmigranten een verhuurdersvergunning invoeren en daarop handhaven. In het wetsvoorstel certificering gaat de Arbeidsinspectie handhaven op uitleners die zonder certificaat arbeidskrachten inlenen en inleners die in zee gaan met uitleners zonder certificaat. Het wetsvoorstel certificering zal ook een gedegen grondslag bieden voor gegevensuitwisseling van de Arbeidsinspectie met gemeenten en andere publieke en private toezichthouders.

De afgelopen jaren zijn er verschillende samenwerkingsverbanden opgezet waarbij toezichthouders en handhavers integraal en gezamenlijk optrekken die doorlopend resultaat blijven boeken. Zo is het afgelopen jaar het Flexibel Regionaal Interventieteam (FRIT) opgezet in Noord-Limburg. Hierdoor kunnen misstanden effectiever aangepakt worden. Begin 2023 wordt het FRIT geëvalueerd waarna het als voorbeeld kan dienen voor andere regio’s. Daarbij zal ook aandacht besteed worden aan goede gegevensdeling tussen toezichthouders, zodat dit goed ingeregeld kan worden bij toekomstige projecten.

Tevens wordt het grensoverschrijdend toezicht steeds beter ingevuld. De Europese Arbeidsautoriteit (ELA) stelt nationale toezichthouders in staat om met buitenlandse partners samen zaken op te pakken.

Ook in de grensregio leidt samenwerking met bijvoorbeeld de autoriteiten met Noordrijn-Westfalen tot resultaat.15 We zijn hiermee beter in staat om grensoverschrijdende problematiek aan te pakken.

Betere wet- en regelgeving in combinatie met meer capaciteit moeten ervoor zorgen dat malafide spelers harder worden aangepakt. De toenemende complexiteit in gebruikte schijnconstructies en manieren om kostenvoordelen te behalen vragen ook om die oplossingen.16 Het kabinet betrekt toezicht en handhaving actief bij het opstellen van de wet- en regelgeving om ervoor te zorgen dat deze ook handhaafbaar is.

Versterken informatievoorziening aan, bevorderen van zelfredzaamheid en toegang tot recht van arbeidsmigranten

Naast aangepaste wet- en regelgeving en adequate handhaving is het van belang dat arbeidsmigranten zelfredzaam zijn en hun weg weten te vinden in Nederland.

Informatievoorziening en dienstverlening aan arbeidsmigranten zijn de afgelopen jaren met bijv. de website www.workinnl.nl en het openstellen van DigiD al sterk verbeterd. Maar het kabinet constateert dat er meer nodig is waar het gaat om dienstverlening wanneer arbeidsmigranten geconfronteerd worden met complexe (multi)-problematiek. Het aankomende jaar gaat het kabinet daarom een pilot uitvoeren in Noord-Brabant om informatievoorziening en dienstverlening voor EU-arbeidsmigranten te versterken. Ook zal voor de zomer 2023 besluitvorming over de vormgeving van de arbeidscommissie plaatsvinden. Met het oog op die besluitvorming vinden hierover momenteel gesprekken plaats met sociale partners, relevante organisaties als het Juridisch Loket, de Raad voor de Rechtspraak en andere betrokken partijen.

Daarnaast willen we de Nederlandse taalvaardigheid van arbeidsmigranten verhogen. Hierdoor ontstaat er ook een hogere veiligheid op de werkplek en kunnen arbeidsmigranten communiceren met hulpverleners en andere instanties. Dit kan op termijn ook de sociale samenhang in wijken waar veel arbeidsmigranten wonen verbeteren. In 2023 zal gezamenlijk met het Kennisinstituut Integratie en Samenleving (KIS) naar oplossingen gezocht worden om de Nederlandse taalvaardigheid onder arbeidsmigranten te verhogen.

Arbeidsmigranten hebben vaak te maken met complexe problematiek en weten nog onvoldoende hun weg in Nederland te vinden. Bovenstaande trajecten moeten de aankomende jaren dat effect teweeg gaan brengen.

Conclusie ten aanzien van de voortgang

Bovenstaande reflectie op de voortgang van de implementatie van de maatregelen in de jaarrapportage en de dagelijkse praktijken waar te veel arbeidsmigranten in Nederland nog mee geconfronteerd worden, laten een wisselend beeld zien. Enerzijds ziet het kabinet dat de voornaamste wet- en regelgeving in gang gezet is, anderzijds is er nog te weinig verandering merkbaar voor arbeidsmigranten zelf die afhankelijk zijn van malafide werkgevers.

Met name de maatregelen die in wetgeving geregeld moeten worden zijn nog in de maak of pas recent ingevoerd. Daarmee gaan we de aankomende twee jaar steeds duidelijker de resultaten zien. Ik blijf benadrukken dat ondernemers (inlenende één uitlenende bedrijven) zich ook aan de regels moeten houden op de dag dat de Arbeidsinspectie niet langskomt en dat deze ondernemers niet hoeven te wachten op regulering door de overheid om hun werknemers fatsoenlijk te behandelen. Goed werkgeverschap en de waarde van arbeid moeten daarbij centraal staan. Dit zou voor een ieder werkend in Nederland in gelijke mate moeten gelden. Het is Nederland onwaardig om met mensen die hun eigen land verlaten om hier te werken op plekken waarvoor moeilijk Nederlandse werknemers zijn te vinden, op deze wijze om te gaan.

Vanaf de jaarrapportage 2023 zal de komende jaren geleidelijk meer zicht komen op de effecten van de al uitgevoerde maatregelen op de positie van arbeidsmigranten en op het voorkomen van misstanden. Hiervoor wordt nu een meerjarig onderzoeksprogramma opgestart. Dit programma zal bestaan uit een periodieke enquête onder de doelgroep arbeidsmigranten zelf. Daarnaast worden de effecten van afzonderlijke maatregelen na hun invoering gemonitord en geëvalueerd.

In nauwe samenwerking met alle betrokken partijen zorgen we voor een goede maar spoedige opvolging van de maatregelen. Het aankomend jaar blijft het kabinet in nauw overleg met arbeidsmigranten, sociale partners en decentrale overheden om zichtbare en voelbare veranderingen te realiseren voor arbeidsmigranten zelf en de samenleving als geheel. In Nederland hoort er geen plek te zijn voor tweederangsburgers.

Financiële middelen

In het coalitieakkoord is structureel € 60 miljoen vrijgemaakt voor de implementatie van de aanbevelingen van het Aanjaagteam. In de bijlage bij de Jaarrapportage Arbeidsmigranten 2021 is uw Kamer geïnformeerd over de budgettaire vraagstukken, als opvolging op de motie van het lid Van Kent c.s. (Kamerstuk 29 861, nr. 71).17 De middelen worden aangewend voor trajecten die in de uitwerking van de motie van het lid Van Kent c.s. zijn genoemd.

Toezeggingen en moties gerelateerd aan EU-arbeidsmigratie

In de bijlage bij deze brief geeft het kabinet een overzicht van de uitvoering van toezeggingen aan en moties van uw Kamer rondom het thema EU-arbeidsmigratie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Bijlage bij Kamerstuk 29 861, nr. 53.

X Noot
2

Jaarlijks wordt uw Kamer door de Staat van Migratie geïnformeerd over de aantallen arbeidsmigranten. De laatste cijfers, uit de Migrantenmonitor 2020, geven aan dat er in 2020 554.500 EU-arbeidsmigranten in Nederland zijn. In deze groep is geen onderscheid gemaakt in type werk (ongeschoold/hooggeschoold etc.) en salarisniveau in tegenstelling tot bij de groep arbeidsmigranten waarop het advies van het Aanjaagteam betrekking heeft.

X Noot
3

Kamerbrief Tijdspad invoering verplicht certificeringsstelsel voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten en bredere voortgang Aanbevelingen Aanjaagteam, 24 november 2022 (Bijlage bij Kamerstuk 29 861, nr. 98).

X Noot
4

Jaarrapportage arbeidsmigranten 2021, Kamerstuk 29 861, nr. 77, bijlage 1.

X Noot
5

Kamerstuk 29 861, nr. 92

X Noot
7

Kamerstuk 29 544, nr. 1112.

X Noot
8

Kamerstuk 29 861, nr. 97

X Noot
9

Zie ook de verhalen in «Arbeidsmigranten in Nederland», geschreven door Hassnae Bouazza.

X Noot
10

Zie bijv. de ABU Fair Employment Code en het LTO Masterplan Internationale Werknemers.

X Noot
11

Kamerstuk 36 130.

X Noot
12

Kamerstuk 32 847, nr. 883.

X Noot
14

Kamerstuk 29 325, nr. 136

X Noot
16

Kamerstuk 29 544, nrs. 950 en 1080

X Noot
17

Kamerstuk 29 861, nr. 77, bijlage 1.

Naar boven