33 400 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) en van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2013

Nr. 128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 april 2013

Met deze brief informeer ik uw Kamer over het verloop en de resultaten van het «Bilaterale jaar Nederland-Turkije 2012» (NLTR400), waarin beide landen stil stonden bij 400 jaar diplomatieke betrekkingen.

Op 13 mei 2011 (Kamerstuk 32 500 V, nr. 182) heeft minister Rosenthal de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van uw Kamer ervan op de hoogte gesteld dat het Kabinet voor het Nederland-Turkije jaar inzette op de pijlers «business to business» en «people tot people». In zijn brief (Kamerstuk 33 000 V, nr. 138) vorig jaar heeft hij de hoofdlijnen van het bilaterale jaar toegelicht. Op die dag lanceerden hij en zijn collega minister Davutoğlu het bilaterale jaar tijdens de jaarlijkse «Wittenburgconferentie».

Onder de pijler «business to business» gaf NLTR400 bedrijven veel mogelijkheden contacten te leggen, contacten te verdiepen en contracten te sluiten. Zowel grote Nederlandse bedrijven als het midden- en kleinbedrijf hebben hiervan geprofiteerd.

Er is niet alleen aandacht besteed aan handel, maar ook aan investeringen, acquisitie en innovatie- en onderzoekssamenwerking. Dit brede spectrum van contacten met Turkije biedt voor Nederlandse bedrijven de meeste kansen.

Tijdens de missies (zie bijlage1) en op andere momenten zijn veel sectorale bijeenkomsten georganiseerd, waarbij vrijwel alle topsectoren aan de orde kwamen. Zo waren er onder meer activiteiten op het gebied van architectuur en stadsontwikkeling, design, agri-business, verkeersveiligheid- en handhaving, gezondheidszorg, veiligheid- en defensietechnologie (o.a. tijdens het bezoek van een Nederlands fregat), maritieme technologie, financiële dienstverlening en toerisme, en over Nederland als bestemming voor buitenlandse investeringen.

Juist door de sectorale aanpak van missies is de Nederlandse expertise duidelijk overgebracht en zijn de innovatieve kanten en duurzaamheidsaspecten van de Nederlandse economie getoond.

Van groot belang is ook dat door het jaar heen Nederlandse bedrijven zich meer bewust zijn geworden van de kansen die Turkije, gegeven zijn sterke economische groei, biedt. Dit zal ook op langere termijn vruchten afwerpen.

Ter gelegenheid van verschillende bezoeken in Nederland en in Turkije vonden CEO-round tables plaats, die de grote Nederlandse bedrijven de kans boden om specifieke onderwerpen aan te kaarten. De ervaring leert dat deze zeer worden gewaardeerd door het bedrijfsleven. De round tables werden gehouden in aanwezigheid van de Turkse president Gül, van vicepremier Verhagen, van premier Rutte en van de Turkse vicepremier Babacan. Op deze manier kregen de wederzijdse officiële bezoeken ook een sterke economische component. Zo stond tijdens het staatsbezoek van president Gül onder andere een bedrijvenseminar en een bezoek aan de Floriade op het programma. Uw Voorzitter kreeg op 16 mei 2012 verslag van dit bezoek (Kamerstuk 33 000 V, nr. 145).

De economische focus van het jaar is vanuit Nederland versterkt door een integrale aanpak. Zowel Hare Majesteit de Koningin, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima, de premier, de vicepremier en andere bewindspersonen bezochten Turkije, vaak vergezeld van bedrijvenmissies. Waar mogelijk zijn bij dergelijke bezoeken activiteiten op economisch en cultureel vlak gecombineerd. Ook tijdens het gezamenlijke bezoek van de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam aan Turkije in oktober was dit het geval. Zowel Minister Ploumen als ikzelf bezochten Turkije onmiddellijk na ons aantreden. Minister Ploumen reisde met de premier en een omvangrijke MKB-delegatie. Door deze aanpak is het gelukt om op meerdere niveaus (centrale en decentrale overheid, bedrijfsorganisaties, individuele bedrijven) het netwerk uit te breiden en Nederland als betrouwbare en deskundige (zaken-)partner onder de aandacht te brengen.

De tweede pijler onder het Nederland-Turkije jaar, de «people-to-people»-contacten hebben de veelzijdigheid aan culturele en maatschappelijke relaties tussen Nederland en Turkije geïllustreerd met een ongekend aantal activiteiten. Activiteiten varieerden van een seminar met Nederlandse en Turkse journalisten over vrijheid van meningsuiting, een competitie tussen studenten uit beide landen over financieel management, een tournee van Nederlandse schrijvers door Turkije tot aan een expositie over stedenplanning in Istanbul tijdens de 5e Architectuur Biënnale in Rotterdam.

Het Nederland-Turkijejaar was ook een goede aanleiding om het Nederlandse culturele topsegment, mede gesponsord door het bedrijfsleven, te presenteren. Nederlandse bedrijven in Turkije waren meer dan voorheen betrokken bij de (sponsoring van) activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en

publieksdiplomatie. Een voorbeeld hiervan is de toonaangevende tentoonstelling Rembrandt and his Contemporaries – The Golden Age of Dutch Art die plaatsvond in het Sakip Sabancı Museum in Istanbul. De tentoonstelling trok 120.000 bezoekers. Ter gelegenheid van de tentoonstelling is in het museum een netwerkactiviteit georganiseerd voor contacten van Nederlandse bedrijven.

De talloze maatschappelijke initiatieven en -contacten waren uniek en schraagden het jaar. Grote en kleinere gemeenten met Nederlandse ingezetenen van Turkse afkomst hebben het jaar aangegrepen om de bijdrage van Turkse Nederlanders aan de Nederlandse economie en cultuur zichtbaar te maken. Maar ook Nederlandse scholen, universiteiten, sportverenigingen en andere organisaties besteedden aandacht aan het Nederland-Turkije jaar. De Nederlandse overheid heeft tijdens de bilaterale contacten aangegeven dat de volledige en volwaardige participatie van Turkse Nederlanders in de Nederlandse samenleving van majeur belang is.

De Rijksoverheid ondersteunde op beperkte schaal projecten die bijdroegen aan maatschappelijke cohesie, burgerschap en emancipatie, bijvoorbeeld ter versterking van lokale initiatieven in Schiedam, Deventer en Haarlem. Voor het eerst werd ook een Turks kinderboek in het Nederlands vertaald en op scholen en in bibliotheken gepresenteerd.

Er was tijdens de vele contacten ruim gelegenheid voor debat en discussie. De contacten van overheid tot overheid boden ruimte voor politieke dialoog. In die dialoog is aangedrongen op voortzetting van de hervormingen t.a.v. democratie en rechtstaat. Het gaat daarbij om verbetering van de politieke, sociale en economische rechten van de Koerdische minderheid, godsdienstvrijheid, bescherming van religieuze minderheden, respect voor vrijheid van meningsuiting en persvrijheid, eerlijke en onafhankelijke rechtsgang, alsook de rechten van vrouwen en kinderen. Met betrekking tot vrouwenrechten was er extra aandacht voor huiselijk geweld en vrouwen in topfuncties. Ook bracht een groep Turkse militaire rechters een werkbezoek aan Nederland.

De dialoog reikte verder dan de overheid. Zo ging president Gül tijdens zijn bezoek aan Nederland in gesprek met een groep studenten en sprak Hare Majesteit de Koningin in Turkije met Turkse studenten, jonge zakenlieden en academici. Premier Rutte ontving Nederlandse jongeren van Turkse afkomst en ontmoette Turkse «young professionals» in Ankara. Theater Rast bracht met groot succes (en in aanwezigheid van hoge Turkse overheidsvertegenwoordigers) Hamlet in het Koerdisch op het toneel en op de Gay Pride in Amsterdam voer voor het eerst een boot mee met Turkse Nederlanders.

Door de dynamiek van het jaar ontstond gaandeweg een krachtig vliegwieleffect. Steeds meer organisaties sloten zich met eigen activiteiten aan, voor de organisatie en financiering waarvan geen beroep op de (rijks)overheid werd gedaan. Zo was het mogelijk om, met beperkt budget, een groot bereik te creëren (zie www.nltr400.nl/nl ).

Het Nederland-Turkije jaar heeft de relaties op politiek, economisch, cultureel, academisch en maatschappelijk gebied verdiept. Het kabinet wil deze onderhouden en erop voortbouwen. Premier Erdogan bezocht Nederland op 21 maart. Een belangrijk onderdeel van de «follow-up» is ook de jaarlijkse «Wittenburg Conferentie» die dit jaar in Turkije zal plaatsvinden. Ook op economisch gebied zal er veel worden georganiseerd. Voor eind 2013 is een bedrijvenmissie naar Turkije in voorbereiding. Op het culturele vlak wordt voortgebouwd op de voor 2012 ook al goede en brede relatie. De vele contacten en initiatieven uit 2012 worden omgezet in nieuwe culturele projecten en blijvende samenwerkingsrelaties.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven