33 000 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2012

Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2012

Hierbij informeer ik uw Kamer over de hoofdlijnen van het «Bilaterale Jaar Nederland – Turkije», waarin beide landen stil staan bij 400 jaar diplomatieke betrekkingen. Op 13 mei vorig jaar (Kamerstuk 32 500 V, nr. 182) heb ik de Vaste Kamercommissie Buitenlandse Zaken hiervan op de hoogte gesteld. Ik heb daarbij aangegeven dat het Kabinet voor 2012 inzet op de pijlers «business-to-business» en «people-to-people».

De relaties met Turkije begonnen in 1612 met handel en in «2012» staat handel ook weer centraal. Dit ligt voor de hand, gegeven het belang dat dit Kabinet hecht aan economische diplomatie en versterking van de handelssamenwerking met opkomende economieën. Turkije is in dit opzicht een belangrijk land voor Nederland. Het economisch potentieel voor Nederlandse bedrijven is, gelet op de indrukwekkende groei in Turkije en zijn regionale ligging, groot. Nederland behoort al tot de grootste investeerders in Turkije, en de mogelijkheden om deze positie voor het Midden- en Klein Bedrijf – waaronder succesvolle Turks-Nederlandse ondernemers – uit te breiden, is aanzienlijk. Het bilaterale jaar, waarvan het zwaartepunt tussen april en november ligt, biedt gelegenheid hier extra aandacht voor te genereren.

De tweede pijler betreft «people-to-people»-contacten, die de veelzijdigheid aan culturele en maatschappelijke relaties tussen Nederland en Turkije illustreren. De rol van de centrale overheid is hierbij beperkt. Niettemin staan er veel culturele en maatschappelijke activiteiten in zowel Nederland als Turkije op stapel. Dit varieert van een uitwisselingsprogramma voor jongeren, een tournee van Nederlandse schrijvers door Turkije tot aan een expositie over stedenplanning in Istanbul tijdens de 5e Architectuur Biënnale in Rotterdam. 2012 is daarbij een goede aanleiding om het Nederlandse culturele topsegment, mede gesponsord door het bedrijfsleven, te presenteren. Voorbeeld hiervan is de toonaangevende tentoonstelling Rembrandt and his Contemporaries – The Golden Age of Dutch Art in het Sabancı Museum in Istanbul.

De economische, culturele en maatschappelijke initiatieven gaan, verspreid over het jaar, gepaard met versterking van de politieke dialoog met Turkije. De regeringen van Nederland en Turkije onderhouden immers intensieve overheidsrelaties – jaarlijks culminerend in de zogenoemde «Wittenburg»-conferentie, zoals vandaag in Rotterdam. Hierbij voeren mijn Turkse collega, Minister Davutoğlu, en ik consultaties over bilaterale en buitenlandspolitieke onderwerpen. Dat is juist van belang om onze posities in internationale gremia zoals in NAVO-verband af te stemmen en elkaars standpunten, waar deze verschillen, nader toe te lichten.

Om deze samenwerking tussen Nederland en Turkije te markeren, zal van 17 t/m 19 april a.s. het inkomend Staatsbezoek van President Gül plaatsvinden. De Turkse President zal onder anderen door Vicepremier Babacan en een grote handelsdelegatie worden vergezeld. Van Nederlandse kant zijn onder meer de Minister-President en de Vicepremier voornemens Turkije te bezoeken. Beiden zullen worden vergezeld door een belangrijke vertegenwoordiging van het Nederlands bedrijfsleven.

Mede gezien de omvangrijke aanwezigheid en diverse samenstelling van Nederlanders met wortels in Turkije in een aantal Nederlandse gemeenten, zijn ook bezoeken van Burgemeesters aan Turkije voorzien. Gemeenten leveren een belangrijke bijdrage aan onder meer de maatschappelijke activiteiten die tijdens het bilaterale jaar plaatsvinden. Daarnaast zullen verscheidene maatschappelijke organisaties eigen initiatieven ontwikkelen.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

Naar boven