32 402 Wet cliëntenrechten zorg

A BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2013

Tijdens de technische briefing die mijn ambtenaren op 5 maart jongstleden voor uw Commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben verzorgd, is toegezegd uw Kamer en de Tweede Kamer ook per brief te informeren over de gevolgen van het opknippen van het Wetsvoorstel cliëntenrechten zorg (Wcz). Door middel van deze brief doe ik die toezegging gestand. Ik voeg bij deze brief een schema1 dat per hieronder benoemd wetsvoorstel weergeeft wat de gevolgen zijn van het opknippen van de Wcz. In deze brief ga ik meer algemeen in op deze gevolgen.

Opknippen Wcz in vier onderdelen

Zoals de staatssecretaris en ik op 8 februari 2013 in onze gezamenlijke agenda hebben aangekondigd, zal het wetsvoorstel Wcz niet in de huidige opzet worden voortgezet en in delen worden geknipt. Gebleken is dat de gekozen opzet van het wetsvoorstel vragen oproept en weerstand ontmoet. Omdat de staatssecretaris en ik het van groot belang vinden om met voorrang de aanpassingen rond klachten, geschillen en kwaliteit te realiseren, willen wij de overige onderdelen uit het wetsvoorstel verwijderen en in afzonderlijke wetsvoorstellen opnemen. Overigens is het de bedoeling nog deze kabinetsperiode ook de andere onderwerpen uit het wetsvoorstel afzonderlijk een stap verder brengen, te weten: goed bestuur en medezeggenschap, aanpassing van de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst en aanpassing Wet toelating zorginstellingen.

Ik verwacht in april 2013 een derde nota van wijziging Wcz naar de Tweede Kamer sturen. De derde nota van wijziging schrapt de onderdelen die betrekking hebben op goed bestuur, medezeggenschap, de «Wgbo-bepalingen» en de Wet toelating zorginstellingen uit het wetsvoorstel Wcz. Voor deze onderwerpen worden vervolgens afzonderlijke wetsvoorstellen aan de Tweede Kamer aangeboden. De onderdelen kwaliteit, klachten en geschillen blijven onderdeel van het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel zal een nieuwe naam krijgen. De voorlopige werktitel is «Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg». Indien nodig en gewenst verzorgt mijn ministerie voor de behandeling in uw Kamer een document waarin de integrale wettekst is opgenomen.

Gevolgen opknippen Wcz voor andere wetsvoorstellen

Het opknippen van de Wcz heeft ook gevolgen voor een aantal andere wetsvoorstellen. Die wetsvoorstellen vallen uiteen in twee categorieën:

  • wetsvoorstellen die beoogden de regeling van bepaalde onderwerpen (deels) aan de Wcz toe te voegen,

  • wetsvoorstellen die beogen om voor specifieke groepen in aanvulling op of naast de Wcz een eigenstandige wet tot stand te brengen.

Wetsvoorstellen die beoogden de regeling van bepaalde onderwerpen (deels) aan de Wcz toe te voegen

Het gaat hierbij om de volgende wetsvoorstellen:

  • 1. voorstel van wet tot wijziging van de Wet toelating zorginstellingen en enkele andere wetten om het mogelijk te maken dat aanbieders van medisch-specialistische zorg, mits zij aan een aantal voorwaarden voldoen, winst uitkeren (voorwaarden voor winstuitkering aanbieders medisch-specialistische zorg) (33 168);

  • 2. voorstel van wet tot wijziging van diverse wetten in verband met de invoering van de verplichting voor bepaalde instanties waar professionals werken en voor bepaalde zelfstandige professionals om te beschikken over een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling en de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen, onderscheidenlijk die meldcode te hanteren (verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling) (33 062);

  • 3. voorstel van wet tot wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de zorg (33 243);

  • 4. voorstel van wet tot wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Wet cliëntenrechten zorg en enkele andere wetten in verband met het tijdig signaleren van risico's voor de continuïteit van zorg alsmede in verband met het aanscherpen van procedures met het oog op de kwaliteit en bereikbaarheid van zorg (33 253);

  • 5. voorstel van wet tot wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens) (33 509).

Deze wetsvoorstellen zijn zodanig opgezet dat rekening is gehouden met de mogelijkheid (terugvaloptie) dat zij eerder dan de Wcz tot stand zouden komen of dat de Wcz niet tot stand zou komen. Voor die situatie bevatten deze wetsvoorstellen bepalingen die erin voorzien dat de geregelde onderwerpen worden opgenomen in andere, bestaande wetten.

Het onder 1 genoemde wetsvoorstel is inmiddels bij nota van wijziging zodanig aangepast dat niet langer sprake is van opneming van de beoogde regeling in de Wcz. Het onder 5 genoemde wetsvoorstel zal bij nota van wijziging zodanig worden aangepast dat niet langer sprake is van opneming van de beoogde regeling in de Wcz.

De overige wetsvoorstellen zijn inmiddels door de Tweede Kamer (nrs. 3 en 4) dan wel reeds door uw Kamer (nr. 2) aanvaard. Deze wetsvoorstellen bevatten de mogelijkheid om bij koninklijk besluit de inwerkingtreding te regelen en daarbij verschillende artikelen op verschillende tijdstippen in werking te laten treden. Langs die weg zal ervoor worden gezorgd dat van deze wetsvoorstellen slechts die artikelen in werking treden die voor de terugvaloptie van belang zijn. De bepalingen die zien op opneming van artikelen in de Wcz zullen niet in werking treden en zullen met de uit te brengen derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel Wcz worden geschrapt.

Het niet of later tot stand komen van de Wcz hoeft daarmee niet te leiden tot vertraging van de behandeling of inwerkingtreding van de genoemde wetsvoorstellen.

Omdat het in alle vijf gevallen gaat om voorstellen tot wijziging van andere wetten zullen deze wijzigingswetten na hun (gedeeltelijke) inwerkingtreding niet als aparte wet blijven bestaan.

Wetsvoorstellen die beogen om voor specifieke groepen in aanvulling op of naast de Wcz een eigenstandige wet tot stand te brengen

De volgende wetsvoorstellen beogen om voor de zorg aan specifieke groepen van cliënten specifieke regels te stellen in een afzonderlijke wet, naast de algemene regeling die was vervat in het wetsvoorstel Wcz, zoals dat tot nu toe luidt:

  • 1. voorstel van wet houdende vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) (32 398);

  • 2. voorstel van wet houdende regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten) (31 996);

  • 3. voorstel van wet, houdende regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) (32 399);

  • 4. voorstel van wet houdende bepalingen ter versterking van de zeggenschap en bescherming tegen geweld in de zorgrelatie van cliënten in de AWBZ-zorg (Beginselenwet AWBZ-zorg) (33 109).

Deze wetsvoorstellen beogen niet dat de geregelde onderwerpen uiteindelijk worden opgenomen in de Wcz, maar kennen wel enige bepalingen die aanpassing behoeven in verband met de Wcz.

Daarbij gaat het ten eerste om bepalingen die overbodig worden door het niet doorgaan van de Wcz in de oorspronkelijk beoogde opzet zoals technische aanpassingen in het desbetreffende wetsvoorstel of in de Wcz in verband met de totstandkoming van de Wcz. Daarnaast gaat het om wijzigingen in andere wetten (Kwaliteitswet zorginstellingen of de Wet klachtrecht cliënten zorgsector) die moeten worden aangepast in verband met de gewijzigde opzet van het wetsvoorstel Wcz of moeten worden overgenomen in het wetsvoorstel kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

Ook deze wetsvoorstellen zijn zo vormgegeven dat het niet doorgaan van de Wcz in de oorspronkelijk beoogde opzet niet tot problemen leidt omdat zij een zodanige bepaling kennen omtrent de inwerkingtreding dat het mogelijk is de artikelen die overbodig zijn geworden, of die technisch moeten worden aangepast in verband met de nieuwe opzet van de Wcz, niet in werking te laten treden.

Daar waar nodig zullen technische wijzigingen door middel van een nota van wijziging of een invoeringswet worden verwijderd.

Gevolgen voor het toezichthoudend kader

De bovenstaande geschetste technische aanpassingen van genoemde wetten betreffen geen aanpassingen die inhoudelijke gevolgen hebben voor het toezichthoudend kader. Wel is sprake van een andere fasering, waarbij de staatssecretaris en ik de totstandkoming van wetgeving op het gebied van kwaliteit, klachten en geschillen voorrang geven.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 1348851.20

Naar boven