28 385 Evaluatie Meststoffenwet

33 037 Mestbeleid

Nr. 215 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2013

Het kabinet heeft u vanaf 2006 regelmatig geïnformeerd over opzet en voortgang van het Programma luchtwassers (Kamerstuk 28 385, nr. 68; Kamerstuk 28 385, nr. 85; Kamerstuk 28 385, nr. 120; Kamerstuk 28 385, nr. 148). Dit programma is nagenoeg afgerond. Met deze brief wil ik u mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken informeren over de resultaten van dit programma.

Doel van het programma was het realiseren van een versnelde inzet van een nieuwe generatie geïntegreerde technieken, met name gecombineerde luchtwassers, die gericht zijn op een substantiële vermindering van de emissies van fijn stof, ammoniak en geur door de intensieve veehouderij.

Het programma bestaat uit vijf onderdelen.

1. Gecombineerde luchtwassers op korte termijn in Nederland toepasbaar maken

Het doel van dit project was het ontwikkelen en toepasbaar maken van gecombineerde luchtwassers voor de praktijk.

Er zijn op dit moment acht gecombineerde luchtwassers beschikbaar voor de varkenshouderij. Voor de pluimveehouderij zijn er nog geen systemen, omdat dit door de productie van veel (grof) stof technisch gezien veel lastiger is. Het is nu aan het bedrijfsleven om de zoektocht naar een gecombineerde luchtwasser voor de pluimveehouderij voort te zetten. Dit kan in het kader van het topsectorenbeleid.

Overigens zijn er in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit verschillende andere maatregelen ontwikkeld die toegepast kunnen worden in de pluimveehouderij om de uitstoot van fijn stof te verminderen. Dit betreft onder meer het toepassen van een oliefilm, een droogfilterwand en een ionisatiefilter.

2. Stimulering

Het doel van dit project was het opzetten van een investeringsregeling waarmee voor veehouders een prikkel ontstaat om een gecombineerde luchtwasser aan te schaffen.

In de Regeling LNV-subsidies is in 2006 de module «gecombineerde luchtwassystemen» opgenomen. Deze subsidieregeling is vier keer opengesteld in de periode 2006 tot en met 2010. De belangstelling vanuit het bedrijfsleven hiervoor was erg groot. Dit heeft tot nu toe geleid tot het plaatsen van ruim 400 gecombineerde luchtwassers in de praktijk. Op dit moment zijn nog niet alle openstellingen afgewikkeld.

3. Optimalisatie van de techniek van de gecombineerde luchtwasser

Het doel van dit project was het verder ontwikkelen van de techniek van de gecombineerde luchtwasser met het oog op verlaging van de kosten, het verbeteren van de milieuprestatie (energieverbruik en afvalwaterproblematiek), de controle op de werking en de handhaafbaarheid.

Er zijn in overleg met verschillende provincies vijf pilotlocaties gevonden voor experimentele gecombineerde luchtwassers. Het onderzoek op deze locaties heeft geleid tot nieuwe (wetenschappelijke) inzichten. Deze inzichten kan het bedrijfsleven gebruiken om het ontwerp van deze experimentele wassers aan te passen en door te ontwikkelen.

Er zijn twee innovatieregelingen – Smalle Business Innovation Research (hierna: SBIR) en Subsidie Technologische Aanpassingen Luchtwassystemen (hierna: STAL) – opengesteld in de periode 2008 en 2009 met als doel om veelbelovende initiatieven van het bedrijfsleven te ondersteunen. Voor beide regelingen was een ruime belangstelling. De SBIR heeft geleid tot de ontwikkeling van nieuwe zuiveringstechnieken, een energiezuinig ventilatiesysteem en ammoniak- en geursensoren. De STAL heeft geleid tot verschillende mogelijkheden om de (gecombineerde) luchtwasser te optimaliseren, waardoor het energieverbruik daalt en minder afvalwater ontstaat.

Samen met de provincie Noord-Brabant is een project uitgevoerd om de werking van luchtwassers te monitoren, te reguleren en te controleren. De resultaten van dit project hebben onder andere geleid tot het opnemen van de verplichting om de werking van de luchtwassers elektronisch te monitoren in de voorgenomen wijziging van het Besluit algemene milieuregels voor inrichtingen.

Onlangs is de interpretatie van de monitoringgegevens in studiegroepen ter hand genomen. Hierin werken agrarisch ondernemers, fabrikanten en handhavende instanties onder begeleiding van deskundigen samen. Aan de hand van de ervaringen van deze studiegroepen wordt begin 2013 een handreiking opgesteld.

Verder wordt door InfoMil in 2013 met het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven een training gestart voor bevoegde gezagen over het Activiteitenbesluit. Een van de onderwerpen in het programma is de monitoring en handhaving van luchtwassers.

Mijn reactie op de geconstateerde nalevingstekorten heb ik u gemeld in antwoord op Kamervragen van de Leden Ouwehand en Jacobi/van Dekken, alsmede de aanbieding van het rapport van de Inspectie van Leefomgeving en Transport (TK, vergaderjaar 2012–2013, 33 037, nr, 33 en nr. 37; TK, vergaderjaar 2012–2013, aanhangsel 470).

4. Monitoring kwaliteit en emissies op nationaal niveau

Het doel van dit project was om de bijdrage van stallen aan het fijnstofprobleem vast te stellen en om het inzicht in de monitoring van de luchtkwaliteit te verbeteren.

In de afgelopen periode is van een representatief deel van de huidige stalsystemen de uitstoot van (zeer) fijn stof gemeten. De resultaten hiervan zijn gebruikt voor het actualiseren van de berekeningsmethode voor de uitstoot van fijn stof uit de landbouw.

Er zijn samen met de provincies Gelderland en Noord-Brabant enkele meetstations van het landelijk meetnet luchtkwaliteit uitgerust met instrumentarium om ammoniak en (zeer) fijn stof te meten. Het RIVM zal hierover te zijner tijd rapporteren.

5. Communicatie

Het doel van dit project was het verspreiden van informatie over het proces, het betrekken van het bedrijfsleven en andere overheden hierbij en het verspreiden van informatie over de resultaten van het programma.

De volgende communicatieactiviteiten hebben plaatsgevonden: excursies op pilotlocaties, houden van workshop / bijeenkomsten met het bedrijfleven en artikelen in vak- en wetenschappelijke tijdschriften, wetenschappelijke rapporten. Daarnaast is de website ««programma gecombineerde luchtwassers» beschikbaar met alle relevante informatie over het programma (zie http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/programma-gecombineerde-luchtwassers-pgl).

Ik ben van mening dat het Programma luchtwassers succesvol is verlopen en daardoor wezenlijk bijdraagt aan de vermindering van de emissies van fijn stof, ammoniak en geur door de intensieve veehouderij.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven