nr. 68
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2006
De aanwezigheid van fijn stof in de lucht vormt een groot probleem in
Nederland. De landbouw – in het bijzonder de intensieve veehouderij –
draagt voor ongeveer 20% bij aan de Nederlandse uitstoot van fijn stof.
Daarnaast heeft de intensieve veehouderij te maken met emissies van ammoniak
en geur. De genoemde emissies zijn nadelig voor de kwaliteit van de natuur
en leefomgeving en belemmeren ontwikkelingen in het landelijk gebied. Om deze
problemen aan te pakken hebben de minister van LNV en ik u het afgelopen half
jaar een aantal toezeggingen gedaan. Deze toezeggingen betroffen de inzet
van de techniek van de gecombineerde luchtwasser waarmee de emissie van fijn
stof, ammoniak en geur uit stallen sterk kan worden verminderd. Onderdeel
van de toezeggingen was ook om u eind 2005 te informeren over een plan van
aanpak voor de toepassing van gecombineerde luchtwassers. Met deze brief wil
ik dat mede namens de minister van LNV doen.
Door de ministeries van LNV en VROM is gestart met een Programma luchtwassers.
Het doel van dit programma is het realiseren van een versnelde inzet van een
nieuwe generatie geïntegreerde emissiereducerende technieken, met name
luchtwassers, die gericht zijn op een substantiële vermindering van de
emissies van fijn stof, ammoniak en geur door de intensieve veehouderij. Het
kader voor dit programma was met de toezeggingen aan u al vastgesteld. Het
gaat daarbij om de volgende toezeggingen:
– Alles in het werk stellen om medio 2006 een gecombineerde luchtwasser
opgenomen te hebben in de Regeling ammoniak en veehouderij;
– Een prognose op te stellen van de benodigde investeringen in luchtwassers;
– Voor de periode 2006–2009 een bedrag van 10 miljoen te reserveren
voor onderzoek naar het versneld beschikbaar en toepasbaar maken van gecombineerde
luchtwassers;
– In 2006 een investeringsregeling open te stellen voor het stimuleren van de invoering van luchtwassers in de praktijk en hiervoor maximaal
15 miljoen euro te reserveren.
In het Programma luchtwassers worden de volgende vier projecten onderscheiden.
1. Gecombineerde luchtwassers op korte termijn in
Nederland toepasbaar maken
Voor het verlenen van vergunningen voor stallen wordt gebruik gemaakt
van een lijst met ammoniakemissie-arme stallen. Op deze Rav-lijst (bijlage
1 van de Regeling ammoniak en veehouderij) staan nu nog geen gecombineerde
luchtwassers. Dat maakt het verlenen van een milieuvergunning voor stallen
met dergelijke systemen door het bevoegd gezag lastig. De techniek is in het
buitenland (Duitsland) wel beschikbaar. Beoogd resultaat van dit project is
dat medio 2006 minstens één gecombineerde luchtwasser op de
Rav-lijst staat. Toepassing in de praktijk wordt daarmee op de korte termijn
mogelijk.
2. Stimulering
Doel van het project is het opzetten van een investeringsregeling waarmee
voor veehouders een prikkel ontstaat om een luchtwasser aan te schaffen. Door
het kabinet is toegezegd om voor de stimulering een bedrag van vooralsnog
maximaal 15 miljoen te zullen reserveren. Met deze stimulering kan voor de
eerstkomende jaren een flinke impuls aan de toepassing van gecombineerde luchtwassers
worden gegeven. De bedoelde regeling zal nog in 2006 worden opengesteld, mits
de Europese Commissie er mee instemt. Er wordt nu een verkenning uitgevoerd
naar de investeringsbehoefte en bereidheid om stallen van gecombineerde luchtwassers
te voorzien. De investeringsbehoefte wordt bezien in relatie tot de vormgeving
van de regeling, zoals de hoogte van de subsidie en de voorwaarden, maar ook
van andere regelgeving, zoals de fiscale regelingen VAMIL/MIA. Bij het openstellen
van de investeringsregeling zal informatie worden gegeven over de te verwachten
behoefte aan steun in relatie tot de beschikbare middelen.
3. Optimalisatie van de techniek van de gecombineerde
luchtwasser
De techniek van de luchtwasser moet verder worden ontwikkeld, onder meer
met het oog op verlaging van de kosten. Een belangrijk doel van dit project
is het verder ontwikkelen van de zuiveringstechniek met het oog op de milieuprestatie
(energiegebruik en afvalwaterproblematiek), de controle op de werking en de
handhaafbaarheid. Het project is gericht op het realiseren van technieken
die op de iets langere termijn (tot 3 à 4 jaar) beschikbaar komen.
Bij het uitwerken van dit project ligt betrokkenheid van de markt voor de
hand. In het kader van dit project zullen pilots in de regio worden uitgevoerd.
Gezocht wordt naar geschikte pilots in bijvoorbeeld de Peel en Gelderse Vallei.
Hierover wordt overleg met andere overheden en het landbouwbedrijfsleven gevoerd.
4. Monitoring kwaliteit en emissies op nationaal
niveau
Doelstelling van dit project is om de bijdrage van stallen aan het fijn
stofprobleem nader vast te stellen en om de effectiviteit van het reductiebeleid
te kunnen beoordelen. Voor wat betreft de emissies van fijn stof zullen metingen
worden gedaan aan verschillende stalsystemen. Dit ter actualisering van de
huidige berekeningsmethode voor de emissie van fijn stof uit de landbouw.
Voor wat betreft de monitoring van de luchtkwaliteit voor fijn
stof blijkt dat er onvoldoende meetpunten zijn waarmee de bijdrage van emissies
uit stallen kan worden gemeten. Bezien zal worden of het meetnet voor fijn
stof uitgebreid kan worden. Naar verwachting kan dan over enige jaren het
effect van de toepassing van gecombineerde luchtwassers voor de fijn stof
concentraties beter worden beoordeeld.
Voor de stimulering van gecombineerde luchtwassers is goede informatie
hierover bij de sector van groot belang. Bij het uitwerken van de projecten
wordt daarom speciale aandacht aan de communicatie besteed. Het kiezen van
pilots in de regio en het betrekken van het landbouwbedrijfsleven draagt hieraan
bij.
Ik hoop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. Het is
mijn voornemen om u in het kader van de begrotingsbehandeling 2007 over de
voortgang van het programma te informeren.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel