nr. 85
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2007
Ik heb u op 1 februari 2006 (Kamerstukken II, 2005–2006, 28 385,
nr. 68) geïnformeerd over het Programma Luchtwassers. Doel van dit
programma is het realiseren van een versnelde inzet van een nieuwe generatie
geïntegreerde technieken, met name gecombineerde luchtwassers, die gericht
zijn op een substantiële vermindering van de emissies van fijn stof,
ammoniak en geur door de intensieve veehouderij. Met deze brief wil ik u mede
namens de minister van LNV informeren over de voortgang van het Programma.
Ik doe dit aan de hand van de vier projecten van het programma, zoals ik die
in mijn eerdere brief heb beschreven.
1. Gecombineerde luchtwassers op korte termijn in
Nederland toepasbaar maken
Eén van de toezeggingen aan u betrof het streven om medio 2006
minstens één gecombineerde luchtwasser in bijlage 1 van de Regeling
ammoniak en veehouderij (hierna: Rav) op te nemen. Dit maakt het gebruik van
deze luchtwassers in de praktijk mogelijk. Het is in 2006 gelukt om twee gecombineerde
luchtwassers voor de varkenshouderij in de genoemde regeling op te nemen.
Daarnaast zijn zij opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij. In
2007 zijn nog twee systemen voor de varkenshouderij aan beide regelingen toegevoegd.
Ik streef er naar om zo snel mogelijk ook gecombineerde luchtwassystemen
voor de pluimveehouderij op te nemen in de bijlage van de Rav.
2. Stimulering
Ik heb u ook toegezegd om de toepassing van deze gecombineerde luchtwassers
in de praktijk te stimuleren met een bedrag van 15 miljoen euro. Hiertoe zou
ik een investeringsregeling opzetten die in 2006 opengesteld zou worden, mits
de Europese Commissie hiermee instemt. Inmiddels is de Regeling LNV-subsidies
met daarin de openstelling «gecombineerde luchtwassystemen»
gepubliceerd. Volgens deze regeling kunnen agrarische ondernemers subsidie
aanvragen voor alle gecombineerde systemen die op het moment van openstelling
zijn opgenomen in de Rav. De module is tussen 2 april en 25 mei2007
voor een bedrag van 15 miljoen euro open gesteld. Aangezien er op het moment
van openstelling nog geen gecombineerde luchtwassers beschikbaar waren voor
de pluimveehouderij konden alleen varkenshouderijbedrijven een beroep doen
op de Regeling onder de voorwaarde dat het bedrijf niet binnen de extensiveringsgebieden
van de reconstructie ligt.
Deze openstelling was een succes. Er zijn ruim 300 aanvragen voor subsidie
ingediend, waarmee een totale investering is gemoeid van 115 miljoen euro.
Dit hoogte van de aangevraagde subsidie komt daardoor uit op ongeveer 40 miljoen
euro. Het is op dit moment nog niet mogelijk om inzicht te geven in het aantal
aanvragen dat uiteindelijk wordt gehonoreerd, omdat de ingediende aanvragen
nog beoordeeld moeten worden.
In «Samen werken, samen leven»-beleidsprogramma 2007–2011
zegt het kabinet toe dat investeringen in luchtwassers in stallen zullen worden
gestimuleerd via pijler 3 «Een duurzame leefomgeving» binnen de
enveloppe Natuur, EHS en vitaal platteland. Ook in het kader van het Nationaal
Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is er aandacht voor emissies uit
stallen. Beoordeeld zal worden of het stimuleren van maatregelen, bijvoorbeeld
luchtwassers, mogelijk is op plaatsen waar sprake is van een normoverschrijding
van fijn stof. Dit betreft vooral pluimveebedrijven. Ik zal u binnenkort informeren
over de voortgang van het NSL.
3. Optimalisatie van de techniek van de gecombineerde
luchtwasser
Afgelopen jaar is een onderzoeksprogramma uitgewerkt. Dit is voorgelegd
aan de klankbordgroep van het project waarin de betrokken partijen vertegenwoordigd
zijn. Zij waren positief over het programma.
Voor de uitvoering van het onderzoek is in overleg met de provincies naar
pilotlocaties gezocht. Op dit moment zijn 5 locaties gekozen. Het gaat om
twee locaties met varkens en één met pluimvee in Noord-Brabant, één
locatie met pluimvee in Overijssel en één locatie met varkens
in Gelderland. Voor twee andere locaties, in Overijssel en Limburg, wordt
op korte termijn overeenstemming verwacht. Gezocht wordt in ieder geval nog
naar een geschikte pluimveelocatie in Gelderland. Een deel van de pilots ligt
in de landbouwontwikkelingsgebieden zoals die in het kader van de reconstructie
zijn aangewezen. In de tweede helft van dit jaar worden de eerste resultaten
van het onderzoek op de pilotlocaties verwacht.
Om de innovatie van dit soort technieken te stimuleren worden naast de
pilots tevens de mogelijkheden bestudeerd om veelbelovende innovatieve onderzoeksinitiatieven
te ondersteunen. Verwacht wordt dat hiermee in de tweede helft van dit jaar
kan worden begonnen.
4. Monitoring kwaliteit en emissies op nationaal
niveau
In de periode 2007–2009 zal van een representatief deel van de huidige
stalsystemen de uitstoot van (zeer) fijn stof worden gemeten. De resultaten
hiervan zullen gebruikt worden voor de actualisering van de huidige berekeningsmethode
voor de emissie van fijn stof uit de landbouw.
Om het effect van de inzet van gecombineerde luchtwassers voor de luchtkwaliteit
vast te kunnen stellen, worden extra meetstations voor fijn stof geplaatst.
De realisering van een meetstation in Noord-Brabant is vrijwel
rond. Besprekingen over een meetstation in Gelderland of Utrecht zijn nog
gaande.
Informatie over de voortgang van het Programma Luchtwassers is sinds kort
te vinden op de website www.senternovem.nl/pgl.
Ik hoop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer