21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen

Nr. 199 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2011

Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie van EG/EU-richtlijnen en EU-kaderbesluiten in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het eerste kwartaal van 2011.1

In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 maart jl. gold. Daarna worden de oorzaken van deze implementatieachterstand behandeld en worden vervolgens dreigende implementatieachterstanden genoemd. Ten slotte volgt een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op uw verzoek zijn de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht «ingebrekestellingen» per departement opgenomen.

Aangezien de benamingen van de ministeries in de Rijksadressengids nog niet zijn aangepast, zijn in de bijlage (overzicht van de i-Timer) de oude benamingen van de ministeries gehanteerd. Ook de ministeries die als eerstverantwoordelijke voor de implementatie worden genoemd, zijn in het overzicht van de i-Timer nog niet aangepast aan de huidige situatie.

In deze brief worden omwille van de actualiteit wel de nieuwe benamingen van de ministeries gebruikt bij de duiding van achterstanden. Ik vraag er uw begrip voor dat bij het vergelijken van de gegevens uit deze brief met de uitdraai van de i-Timer de benamingen derhalve niet één op één lopen.

Huidige achterstand

In het eerste kwartaal van 2011 zijn er tweeëntwintig richtlijnen/kaderbesluiten die vertraging hebben opgelopen bij de implementatie. Het aantal richtlijnen/kaderbesluiten met een implementatieachterstand is daarmee in het eerste kwartaal van 2011 gelijk gebleven ten opzichte van het vierde kwartaal van 2010.

Bij zeven richtlijnen/kaderbesluiten die in het vierde kwartaal van 2010 een achterstand hadden, kon deze achterstand in het eerste kwartaal van 2011 worden weggewerkt. Tegelijkertijd zijn er in dit kwartaal zeven nieuwe achterstallige richtlijnen/kaderbesluiten bijgekomen. Het gaat om twee richtlijnen van EL&I2, van VenJ3 en van IenM4 en één richtlijn van VWS5. Bij vijftien richtlijnen/kaderbesluiten die al in het vorige kwartaal achterstallig waren, kon de implementatieachterstand niet worden weggewerkt.

De ministeries van IenM6 en VenJ7 hebben in het overzicht de grootste achterstand, resp. zeven en zes.

De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk: zo bedroeg op 31 maart 2011 de kleinste overschrijding vier dagen (voor één kaderbesluit bij het ministerie van VenJ8), terwijl de uiterste implementatiedatum van een richtlijn (bij het ministerie Financiën9) met 61 maanden was overschreden. Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn/kaderbesluit is te vinden op de laatste pagina (pagina 148) van bijgevoegd kwartaaloverzicht.

Bij dit alles wordt vermeld dat in het eerste kwartaal van 2011 twaalf richtlijnen tijdig zijn geïmplementeerd. Het kabinet houdt het implementatieproces nauwlettend in de gaten en betreurt dat er in het afgelopen kwartaal geen daling van de implementatieachterstand is te constateren.

Achterstanden en hun oorzaken

Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo eerste kwartaal van 2011 speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie toegelicht.

BZK

RL 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven.

De richtlijn wordt geïmplementeerd door middel van een wetsvoorstel tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 (32 420) en bijbehorende lagere regelgeving.

Het wetsvoorstel is op 17 juni 2010 ingediend bij de Tweede Kamer. Op 6 december 2010 is een tweede nota van wijziging ingediend. De Tweede Kamer heeft naar aanleiding daarvan op 28 januari 2011 een nader verslag vastgesteld, dat op 23 maart 2011 is beantwoord met een nota naar aanleiding van het nader verslag.

EL&I

RL 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG. De richtlijn wordt geïmplementeerd door een wetsvoorstel van I&M (32 357) waar een kleine wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in is meegenomen. Verwezen wordt naar de toelichting van I&M onder de richtlijnen 2009/30 en 2009/33 waarvan de implementatie tevens in genoemd wetsvoorstel is opgenomen.

RL 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54 en RL 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG. Het vereiste wetsvoorstel is op 23 december jl. voor advies aan de Raad van State aangeboden. Het gaat om complexe wetgeving. Naar wij hopen zullen de richtlijnen per 1 januari a.s. zijn geïmplementeerd.

Financiën

RL 2007/44/EG van het EP en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector.

Voor richtlijn 2007/44 is een nadere toelichting over de vertraging aan de Tweede Kamer gegeven in de brief van 20 januari 2009 (kamerstukken II, 2008/09, 31 052, nr. 17, p. 5.) Voorts is de Tweede Kamer bij brief van 12 april 2010 en bij brief van 16 december 2010 nader ingelicht over de gevolgen van vertraagde implementatie en de infractieprocedure die de Europese Commissie in verband met de te late implementatie tegen Nederland voert bij het Europese Hof van Justitie (kamerstukken II, 2009/10, 32 292, nr. 5 resp. Kamerstukken II, 2010/11, 32 292, nr. 11.) De Tweede Kamer heeft op 22 maart jl. het wetsvoorstel aanvaard. Het wetsvoorstel staat nu geagendeerd voor voorbereidend onderzoek in de Eerste Kamer op 12 april a.s.

RL 2009/111/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van de Richtlijnen 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2007/64/EG wat betreft banken die zijn aangesloten bij centrale instellingen, bepaalde eigenvermogensbestanddelen, grote posities, het toezichtkader en het crisisbeheer.

Bij brief van 21 december 2010 is de Tweede Kamer nader geïnformeerd over de vertraging die is opgelopen bij de implementatie van RL 2009/111/EU. Rekening houdend met de daarvoor geldende termijnen zal de benodigde wetgeving naar verwachting in de tweede helft van 2011 in werking kunnen treden.

VenJ

RL 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad.

Het wetsvoorstel ter implementatie van RL 2008/48/EG is in het laatste stadium van behandeling door de Eerste Kamer. Het nader verslag is op 5 april vastgesteld. De praktijk is al voorbereid op snelle invoering van de regeling na aanvaarding van het voorstel in de Eerste Kamer.

Richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens.

Omdat de implementatie een technisch ingewikkelde uitvoeringskwestie betreft, heeft de voorbereiding van het implementatievoorstel veel tijd gekost. Het voorstel is inmiddels ingediend bij de Tweede Kamer.

KB 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

Over het wetsvoorstel tot implementatie van het kaderbesluit (Kamerstukken II, 32 554) heeft de Tweede Kamer op 25 januari 2011 een verslag uitgebracht. Naar verwachting zal de nota naar aanleiding van het verslag deze Kamer medio april 2011 bereiken. Gestreefd wordt naar een plenaire behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer in mei 2011. Aangetekend wordt dat het onderhavige kaderbesluit tot op heden slechts door Letland tijdig is geïmplementeerd.

RL 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiële-zekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft.

Het wetsvoorstel ter implementatie van richtlijn nr. 2009/44/EG (Kamerstukken II, nr. 32 457) is op 3 maart 2011 aanvaard door de Tweede Kamer en door de Eerste Kamer voortvarend ter hand genomen. Het verslag van de Eerste Kamer wordt eind april verwacht. Vanwege de zeer technische en complexe materie van de richtlijn waren uitvoerige besprekingen met de praktijk vereist om inzicht te verkrijgen in de praktische gevolgen van de richtlijn alsmede om vast te stellen welke vorm het wetsvoorstel ter implementatie zou moeten krijgen om voor de praktijk bruikbaar te zijn. Teneinde een zo bruikbaar mogelijke regeling nog beter te garanderen is na afronding van het concept wetsvoorstel wederom uitvoerig met de praktijk overlegd.

KB 2008/978 (Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures.

Het wetsvoorstel tot implementatie van dit kaderbesluit is op 31 maart 2011 bij de Tweede Kamer ingediend. Aangetekend wordt dat tot op heden dit kaderbesluit slechts door Denemarken tijdig is geïmplementeerd.

KB 2009/299 tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces.

Het implementatiewetsvoorstel (Kamerstukken I, 32 188) is met het uitbrengen van de nadere memorie van antwoord (8 april 2011) gereed voor plenaire behandeling door de Eerste Kamer. Tot op heden is dit kaderbesluit slechts door Finland tijdig geïmplementeerd.

IenM

De richtlijnen 2009/28 energie uit hernieuwbare bron (biobrandstoffen, zie onder E, L & I) 2009/30 brandstofkwaliteit en 2009/33 bevordering schone wegvoertuigen, worden geïmplementeerd met dezelfde wijziging van de Wet milieubeheer. De Eerste Kamer heeft op 22 maart 2010 ingestemd met het wetsvoorstel. De wet van 24 maart 2011 ter (gedeeltelijke) implementatie van richtlijnen 2009/28/EG, 2009/30/EG en 2009/33/EG is op 8 april jl. gepubliceerd (Stb. 163) en treedt op 9 april in werking.

Nu de Eerste Kamer heeft ingestemd, wordt op korte termijn de ministeriële regeling naar het parlement gezonden, die de implementatie van richtlijn 2009/33 finaliseert. Dit in verband met artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer. Vier weken later kan de regeling worden vastgesteld. Eén dag na plaatsing in de Staatscourant zal de regeling in werking treden en zal de richtlijn volledig omgezet zijn.

De implementatie van richtlijn 2009/30/EG wordt gecompleteerd met het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging en de Regeling brandstoffen luchtverontreiniging. Het besluit en de regeling zullen in april 2011 worden gepubliceerd en de dag na publicatie in werking treden.

Ter implementatie van richtlijn 2009/28/EG dienen voorts het Besluit hernieuwbare energie vervoer en de Regeling hernieuwbare energie vervoer. Deze zullen ook in april 2011 worden gepubliceerd en de dag na publicatie in werking treden.

De implementatietermijn wordt met ruim drie (voor 2009/30) resp. ruim vier maanden (voor 2009/28 en 2009/33) overschreden doordat de voorbereiding van de implementatieregelgeving en de procedure van behandeling meer tijd in beslag hebben genomen dan aanvankelijk voorzien.

RL 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap en van Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuren, RL 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen, RL 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (herschikking) en RL 2009/131/EG van de Commissie van 16 oktober 2009 tot wijziging van bijlage VII bij Richtlijn 2008/57/EG en Richtlijn 2008/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 2004/49/EG inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (spoorwegveiligheidsrichtlijn).

Wetsvoorstel 32 289 bevat de formele wetgeving ter implementatie van de richtlijnen 2007/58, 2007/59, 2008/57, 2008/110 en 2009/131 (het derde en het vierde Europese spoorpakket). Wetsvoorstel 32 289 is inmiddels door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer aangenomen. De voorbereiding van het wetsvoorstel kostte gezien de veelheid aan onderwerpen en de complexiteit van die onderwerpen meer tijd dan vooraf was ingeschat. De implementatie van de vijf richtlijnen vergt ook de vaststelling van twee algemene maatregelen van bestuur en van een aantal ministeriële regelingen. In de Tweede Kamer is besloten dat de verdere implementatie van RL 2007/58/EG in plaats van bij ministeriële regeling bij AMvB moet geschieden. De AMvB moet tevens de lichte voorhangprocedure doorlopen. Dit leidt tot verdere vertraging van de implementatie. De andere AMvB betreft de verdere implementatie van de Machinistenrichtlijn waarvoor op 17 januari een advies van de afdeling Advisering van de Raad van State is ontvangen.

RL 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2006 betreffende het rijbewijs (herschikking). De achterstand wordt veroorzaakt door de grote omvang en complexiteit van de wet- en regelgeving die voor de implementatie van deze richtlijn nodig is. Om deze reden is de planning thans gericht op de inwerkingtreding en toepassing met ingang van 19 januari 2013, de datum waarop op grond van de richtlijn niet alleen de regelgeving, maar ook de uitvoeringspraktijk conform de richtlijn moet zijn aangepast. Dit heeft mede te maken met het feit dat, anders dan in veel Europese landen, in Nederland het traject van het wijzigen en publiceren van regelgeving enerzijds en het ter hand nemen van de uitvoering anderzijds, parallel loopt. Het wetsvoorstel met de benodigde wijzigingen van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 ter implementatie van richtlijn 2006/126/EG, zal nog deze maand aan de Raad van State worden aangeboden. Naar verwachting zal de regelgeving ruimschoots voor 19 januari 2013, nl. rond de zomer van 2012, worden gepubliceerd.

RL 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden. De afstemming en agendering van de implementatieregelgeving namen langer in beslag dan voorzien. De benodigde wijziging van de Wet luchtvaart is inmiddels gepubliceerd in het Staatsblad. Aan het einde van de maand april zullen ook de AMvB en het inwerkingtredingsbesluit gepubliceerd zijn waarmee de implementatie zal zijn afgerond.

VWS

RL 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed.

De implementatie van deze richtlijn betrof complexe materie. Voor de juiste interpretatie ervan was uitvoerig overleg met de branche noodzakelijk. Hierdoor is de richtlijn niet op tijd geïmplementeerd. Inmiddels is de richtlijn geïmplementeerd in het Warenwetbesluit speelgoed 2011 en gepubliceerd op 17 februari 2011 (Stb. 2011, 57). Het besluit treedt in werking op 20 juli 2011.

Dreigende overschrijding

Bij de volgende richtlijnen dreigt in meer of mindere mate een overschrijding:

BZK

RL 2009/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. Voor de implementatie van deze richtlijn is een wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen, het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen en het Vreemdelingenbesluit 2000 vereist. De verantwoordelijkheid voor de implementatie van deze richtlijn berust bij de minister voor Immigratie en Asiel. De wijziging van het vreemdelingenbesluit is op 24 juli 2010 gerealiseerd (Stb. 2010, 307). De wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen, die recent is voorgelegd aan de afdeling advisering van de Raad van State, en de wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen worden door het ministerie van SZW gerealiseerd.

EL&I

RL 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en RL 2009/140/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, Richtlijn 2002/19/EG inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten, en Richtlijn 2002/20/EG betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten.

Op 25 mei 2011 verstrijkt deimplementatietermijn van het nieuwe regulatoire Kader voor elektronische communicatie dat beide richtlijnen bevat. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Telecommunicatiewetter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen (32 549) is geagendeerd voor behandeling in de Tweede Kamer. Voor volledige implementatie is tevens uitvoeringsregelgeving vereist. Gezien de nog te nemen stappen wordt verwacht dat de implementatietermijn niet wordt gehaald.

RL 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten.

De implementatietermijn verstrijkt op 20 juni 2011. Naar aanleiding van het wetsvoorstel ter implementatie (32 626) heeft de Kamer een verslag uitgebracht. Gezien de krappe implementatietermijn van dertien maanden, de vereiste omvangrijke uitvoeringsregelgeving en de nog te nemen stappen wordt de implementatietermijn naar verwachting niet gehaald.

RL 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensie gerelateerde producten binnen de Gemeenschap en RL 2010/80 van de Commissie van 22 november 2010 tot wijziging van Richtlijn 2009/43 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de lijst van defensie gerelateerde producten.

De implementatietermijn van beide richtlijnen verstrijkt op 30 juni 2011. Omtrent eerstgenoemde richtlijn heeft lange tijd onduidelijkheid bestaan over de vraag of implementatieregelgeving noodzakelijk was. Op 25 maart jl. is bij de Raad van State een adviesaanvraag aanhangig gemaakt omtrent een voorstel tot wijziging van het Besluit strategische goederen ter implementatie. De verwachting is dat de implementatietermijn gehaald zal worden.

RL 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009

betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG.

De implementatietermijn verloopt op 28 augustus 2011. De Raad van State heeft inmiddels advies uitgebracht over het wetsvoorstel ter implementatie. Overschrijding van de termijn dreigt, gelet op de nog te nemen stappen en de gevoeligheid van de richtlijn die een zorgvuldige en afgewogen implementatie vereist.

Financiën

RL 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG.

De herziene elektronisch geld richtlijn (RL 2009/110/EG) moet geïmplementeerd zijn op 30 april 2011. Momenteel bevindt het wetsvoorstel zich nog in de fase van departementale voorbereiding. De verwachting is dat het wetsvoorstel op korte termijn gereed zal zijn voor verzending door de Ministerraad naar de Raad van State.

VenJ

RL 2008/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken.

Het voorstel is in behandeling bij de Tweede kamer (Kamerstukken II 32 555). De schriftelijke voorbereiding is rond 10 april voltooid. Aan de kamer is overzicht het voorstel met voorrang plenair te behandelen. Er is in de voorbereiding bewust veel tijd gestoken in een goede uitvoering van de voorschriften. Nederland heeft als een van de weinige EU-lidstaten al een bloeiende mediationpraktijk. De discussie in het parlement richt zich op het verschoningsrecht, ook bij niet-grensoverschrijdende mediations. Ook is veel overlegd met organisaties van mediators en de rechterlijke macht over de behoefte aan en wenselijkheid van een accreditatiestelsel voor mediators en de verhouding tot de «reguliere» civiele rechtspraak.

SZW

RL 2009/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers. Op 21 januari 2011 heeft de ministerraad het implementatiewetsvoorstel behandeld. De Raad van State heeft inmiddels geadviseerd op het wetsvoorstel. Het wetsvoorstel is op 22 maart 2011 ingediend bij de Tweede Kamer. De inbreng van de Tweede Kamer wordt verwacht op 20 april. Niet uit te sluiten valt dat de implementatietermijn (juni 2011) wordt overschreden.

RL 2009/127/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Richtlijn 2006/42/EG met betrekking tot machines voor de toepassing van pesticiden.

De implementatie van de richtlijn verloopt via wijziging van een algemene maatregel van bestuur, het Warenwetbesluit machines. Het voorstel voor een wijzigingsbesluit is geaccordeerd in de ministerraad. Het onderliggende art. 80 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden bevat een verplichte voorhangprocedure. Het ontwerp is op 29 maart aangeboden aan de Tweede en Eerste Kamer (kamerstuk 32 372, nr. 47) Na afloop van de voorhangprocedure (26 april) gaat het voor spoedadvies naar de Raad van State. Naar verwachting zal publicatie in het Staatsblad plaatsvinden in de 2e helft van mei 2011, zodat een tijdige implementatie (15 juni 2011) geen gevaar loopt.

Ingebrekestellingsprocedures

In het eerste kwartaal van 2011 zijn door de Commissie dertien aanmaningen verstuurd voor richtlijnen die Nederland niet tijdig heeft geïmplementeerd. Daarvan zijn inmiddels nog tijdens het kwartaal de richtlijnen van zaak 2011/0283 van I&M (VROM) en van zaak 2011/0282 alsnog genotificeerd.

In het eerste kwartaal zijn vier zaken wegens te late implementatie door de Commissie geseponeerd na notificatie van de volledige omzetting: twee zaken van FIN (2010/0824 en 2010/0825), één van I&M-VROM (2010/0387), en één van VWS (2010/0701). Voor meer details verwijs ik graag naar het bijgevoegde «overzicht ingebrekestellingen (per departement); stand 31 maart 2011».

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Noot 5

Richtlijn 2007/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot wijziging van Richtlijn 91/440/EEG van de Raad betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, en van Richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur; Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen; Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (herschikking); Richtlijn 2009/131/EG van de Commissie van 16 oktober 2009 tot wijziging van bijlage VII bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap; Richtlijn 2008/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Richtlijn 2004/49/EG inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (spoorwegveiligheidsrichtlijn); RL 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2006 betreffende het rijbewijs (herschikking); Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden; Richtlijn 2009/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de specificatie van benzine, dieselbrandstof en gasolie en tot invoering van een mechanisme om de emissies van broeikasgassen te monitoren en te verminderen, tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG van de Raad met betrekking tot de specificatie van door binnenschepen gebruikte brandstoffen en tot intrekking van Richtlijn 93/12/EEG; Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen.

Noot 6

Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad; Richtlijn 2008/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens; Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad van 27 november 2008 over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken; Richtlijn 2009/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot wijziging van Richtlijn 98/26/EG betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en Richtlijn 2002/47/EG betreffende financiële zekerheidsovereenkomsten wat gekoppelde systemen en kredietvorderingen betreft; Kaderbesluit 2008/978/JBZ van de Raad van 18 december 2008 betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures; Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot intrekking van Richtlijn 2003/54/EG; Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG.

X Noot
3

Kaderbesluit 2008/978/JBZ van de Raad van 18 december 2008 betreffende het Europees bewijsverkrijgingsbevel ter verkrijging van voorwerpen, documenten en gegevens voor gebruik in strafprocedures; Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces.

X Noot
4

Richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2006 betreffende het rijbewijs (herschikking); Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden.

X Noot
5

Richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed.

X Noot
6

Zie pagina 9.

X Noot
7

Zie pagina 9.

X Noot
8

Kaderbesluit 2009/299/JBZ van de Raad van 26 februari 2009 tot wijziging van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, Kaderbesluit 2005/214/JBZ, Kaderbesluit 2006/783/JBZ, Kaderbesluit 2008/909/JBZ en Kaderbesluit 2008/947/JBZ en tot versterking van de procedurele rechten van personen, tot bevordering van de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen gegeven ten aanzien van personen die niet verschenen zijn tijdens het proces.

X Noot
9

Richtlijn 2007/44/EG van het EP en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 92/49/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2002/83/EG, 2004/39/EG, 2005/68/EG en 2006/48/EG wat betreft procedureregels en evaluatiecriteria voor de prudentiële beoordeling van verwervingen en vergrotingen van deelnemingen in de financiële sector.

Naar boven