8 Begroting Algemene Zaken en begroting Koning 2024

Begroting Algemene Zaken en begroting Koning 2024

Aan de orde is de behandeling van:

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024 (36410-I);

  • -het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2024 (36410-III).

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Aan de orde is zo dadelijk de behandeling van de begroting Algemene Zaken, maar op verzoek van de heer Bosma, onze Kamervoorzitter, die ik allereerst beterschap wens, ga ik een gedicht voordragen. Ik zeg erbij dat de suggestie voor dit gedicht afkomstig is uit vak K, van de premier persoonlijk. Ik zeg dat ook even omdat ook andere Kamerleden de heer Bosma al benaderd hebben met suggesties voor gedichten. Mocht u daar een idee voor hebben met het oog op een toekomstig specifiek debat, stuur dan uw verzoeken richting de heer Bosma.

Het volgende gedicht heet: Het kiezen van een ansichtkaart. Het is van de heer Kopland.

Op de ansichtkaart staan een paar mannen

ze spelen pétanque onder een plataan

aan hun voeten de kogels die ze hebben gegooid

ze hebben het spel stilgelegd en denken na

ze staan in een kring met hun hoofden gebogen

over wat daar ligt

er ligt een probleem

zo hebben hun kogels nog nooit gelegen

ik kan heel lang kijken naar deze kaart

het zal daar bijna avond zijn, de schaduwen

zijn al lang, het einde van een warme dag

en terwijl er daar niets beweegt

groeit onzichtbaar langzaam een vraag

de vraag: wat nu

ik zou je deze kaart graag willen toesturen

Dank u wel.

We gaan verder met de begroting van Algemene Zaken. We zijn toe aan de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Er zijn twee maidenspeeches die we vandaag gaan aanhoren, van de heer Deen, namens de Partij voor de Vrijheid, en namens mevrouw Palmen van Nieuw Sociaal Contract. Wat we dan doen, is iedereen aan het woord laten en laten uitspreken; we gaan niet interrumperen. Na afloop is er een felicitatie en daar schors ik de vergadering even voor.

We hebben ook iets afgesproken over het aantal interrupties bij de begrotingen, afhankelijk van de omvang van de begroting en het aantal bewindslieden dat aanwezig is. Bij deze begroting mag u onderling vier vragen stellen en ook vier vragen aan de minister-president, als hij in zijn termijn antwoord geeft op al uw inbrengen. Is dat helder? Ja.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Dan geef ik nu het woord aan de heer Deen, die zijn maidenspeech gaat houden.

De heer Deen (PVV)

De heer Deen (PVV):

Voorzitter, dank u wel. De wereld zal niet tenondergaan door degenen die kwaad doen, maar door hen die ernaar kijken zonder iets te doen; een van de vele pakkende quotes van Einstein. In de loop der jaren heeft deze uitspraak, hoe meer ik erover na ben gaan denken, voor mij steeds meer waarde gekregen. Breed geïnterpreteerd vind ik deze quote namelijk het mooiste; niet toekijken hoe dingen gebeuren, maar daadwerkelijk actie ondernemen om te proberen zaken te veranderen. Ook aan mijn kinderen bijvoorbeeld heb ik getracht dit mee te geven als een van de motto's van het leven en dan uiteraard niet alleen zoals door Einstein omschreven maar juist ook gericht op het niveau van geluk, liefde en andere mooie uitdagingen in het leven. Onderneem zelf stappen als je iets wil bereiken, neem initiatieven op momenten die daar om vragen.

Voorzitter. In een maidenspeech is het verder gebruikelijk om kort over jezelf te praten, bijvoorbeeld over je achtergrond of over de bewandelde weg die tot dit spreekgestoelte heeft geleid. Dat ben ik verder niet van plan. Ik heb zojuist een belangrijk onderdeel geschetst van hoe ik in het leven sta en daar wil ik het wat dat betreft bij laten. Wel vind ik het nog belangrijk om alle mensen die op de Partij voor de Vrijheid hebben gestemd, te laten weten hoe trots ik ben op het feit dat ik een van de 37 volksvertegenwoordigers mag zijn, hier in de Kamer, het hoogste orgaan van onze democratie, en hun stem mag vertegenwoordigen. Dat is wat ik ga doen de komende periode en dat is waarom ik hier sta.

Voorzitter. Nederland is een constitutionele monarchie. Dat is ook zo vastgelegd in onze Grondwet. En hoewel de populariteit van de Koning de afgelopen jaren wel wat deuken heeft opgelopen, blijft een ruime meerderheid van de Nederlanders voor de monarchie. De realiteit is onder andere dat dit instituut deel uitmaakt van ons staatsbestel en dus afdoende gefinancierd dient te worden om goed te kunnen functioneren. Deze financiering zou naar de mening van de PVV zo sober en transparant mogelijk moeten zijn. Geheel tegen de Nederlandse cultuur van relatieve soberheid in kennen wij namelijk een relatief duur koningshuis ten opzichte van andere monarchieën in West-Europa. Meerdere onderzoeken bevestigen dit. Een aanzienlijk deel van die kosten is gebaseerd op het feit dat het koningshuis geen belasting betaalt. In onze buurlanden België en het Verenigd Koninkrijk is dat bijvoorbeeld wel het geval. Het Britse koningshuis doet dat zelfs vrijwillig.

Het bezwaar tegen deze ongelijkheid tussen de belastingplichtige burger enerzijds en de van belasting vrijgestelde Koning anderzijds is groeiende, hier in de Kamer, maar ook breed in de samenleving. De PVV steunt dan ook het voorstel van D66 om deze ongelijkheid recht te trekken en het koningshuis wettelijk belastingplichtig te maken. We hebben daar echter wel een serieuze kanttekening bij. Het moet namelijk niet zo zijn dat, indien het voorstel wordt aangenomen, het verlies aan inkomen van het koningshuis wordt gecompenseerd vanuit al dan niet verborgen andere posten. Wij willen dus graag volledige transparantie rondom de kosten van de monarchie. Dit is ons inziens ook een verplichting tegenover de burger, die tenslotte ook zijn inkomsten jaarlijks volledig en naar waarheid dient op te geven.

Voorzitter. De Partij voor de Vrijheid heeft tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen van afgelopen september een voorstel ingediend om de Koning te vragen af te zien van zijn salarisverhoging van €55.000 per 2024. We zullen deze motie met het oog op de nieuwe samenstelling van de Kamer straks, in de tweede termijn, opnieuw indienen.

En dan, voorzitter, heb ik afrondend nog twee vragen. De eerste. Wat is er nou eigenlijk terechtgekomen van de zogenaamde nieuwe bestuurscultuur, die destijds met veel bombarie werd aangekondigd? Daar hoor ik graag een reflectie op. Wat vindt de demissionair premier ervan dat voornamelijk D66-bewindvoerders het landsbelang overduidelijk ondergeschikt achten aan hun zucht naar nieuwe baantjes? En: deelt de demissionair premier dat dit niet alleen blijk geeft van een totaal gebrek aan respect voor het ministersambt, maar ook voor onze democratie?

Hier wil ik het vandaag voor de eerste termijn bij laten, voorzitter. Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Dank u wel. Van harte gefeliciteerd met uw maidenspeech. Ik verzoek u om voor mij te gaan staan met het gezicht naar de zaal. Dan krijgt u bloemen en felicitaties van uw collega's. We zijn even geschorst.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van de begroting Algemene Zaken. Het woord is aan de heer Aartsen, en hij spreekt namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Ga uw gang.

De heer Aartsen (VVD)

De heer Aartsen (VVD):

Dank u wel. Laat ik beginnen met de felicitaties aan collega Deen met zijn maidenspeech. En beterschap aan voorzitter Bosma. We zijn gelukkig in goede handen vandaag, maar ik had gisteren een mooi gesprek over de begroting voor Algemene Zaken, die hij vele jaren heeft gedaan. Hij reflecteerde daar heel nostalgisch op; dat dat toch echt bijna geschiedkundige debatten waren met collega's, van de SP, Van Raak, en Tobias van Gent van ons. Ik heb zelf een iets economischere achtergrond. Misschien dat dat nog een klein beetje door zal klinken in mijn verhaal van vandaag, voorzitter.

Ik wil graag beginnen met de begroting Algemene Zaken; we komen zo bij de Koning. In omvang is het departement natuurlijk relatief beperkt, maar het is een zeer uniek departement. Ik zie de minister-president al knikken, maar hij weet nog niet waar ik naartoe ga. Het is namelijk het enige departement, de enige Binnenhofbewoner die nog zetelt aan het Binnenhof. Want waar inmiddels de Tweede Kamer, de Raad van State en de Eerste Kamer het complex hebben verlaten vanwege de renovatie, is er nog steeds een klein Gallisch dorpje dat standhoudt tegen een eerder genomen kabinetsbesluit — ik herhaal: kabinetsbesluit — en nog steeds zetelt aan het Binnenhof. Nu kan ik daar natuurlijk allerlei intenties van de minister-president, die graag in zijn Torentje wil blijven zitten, aan vastplakken, maar ik wil het toch nog graag even over die verhuizing hebben. Ik zag in de begroting een kasschuif van 2,7 miljoen euro naar 2024 vanwege huisvestingskosten. Kan de minister-president deze toelichten? Klopt het dat dit te maken heeft met de aanstaande verhuizing? Die is een aantal keer uitgesteld en ik zou graag willen weten van de minister-president, van zijn departement, wanneer dat gaat verhuizen, zodat we ook door kunnen met de renovatie van het Binnenhof. Want er zijn een aantal andere, waaronder de Tweede Kamer, die al eerder zijn vertrokken en die graag terug zouden keren naar het Binnenhofcomplex, en dat zou zomaar te maken kunnen hebben met het vertrek van het ministerie van Algemene Zaken.

We lichten er graag nog wat andere dingen uit, voorzitter. In de begroting lezen we ook over de verantwoordelijkheid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, natuurlijk een belangrijk orgaan dat ook zwaarwegende langetermijnadviezen geeft: in 2024 — nog even wachten — ten aanzien van het klimaatbeleid en de positie van Nederland in de wereld, belangrijke onderwerpen. Ik ben ook benieuwd naar hoe de minister-president aankijkt tegen de rol van de Kamer ten aanzien van bijvoorbeeld de werkwijze en prioritering van dit soort onderwerpen. Ik las op de website van de WRR dat zij ook adviseren aan de Kamer. In de begroting spreekt de minister-president erover dat dat programma wordt samengesteld door onder andere een consultatie van de minister-president en de ministerraad, maar niet van het parlement. Ik ben benieuwd hoe hij daartegen aankijkt.

Ook lezen we in de begroting dat de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD voor specifieke voorzieningen inmiddels in de Kamer ligt, die wijzigingen opleverde voor de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden. We gaan hier natuurlijk nog uitgebreid over spreken, maar ik ben heel benieuwd naar wat die wijzigingen doen ten aanzien van beroepsmogelijkheden; voor de staatsrechtelijke positie van de minister-president tegenover de ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie, aangezien die de mogelijkheid krijgen om in beroep te gaan.

Voorzitter. Dan de begroting van de Koning. Wij zijn als VVD trots op onze Koning, op ons koningshuis en onze constitutionele monarchie. Ik denk dat het goed is dat we die, ook in moeilijke tijden zowel nationaal als internationaal, weten te behouden, omdat zij ons weten te verbinden en ons soms ook kunnen helpen om boven polarisatie uit te stijgen. Dat vind ik een belangrijk element van onze constitutionele monarchie. Ik heb zelf een punt dat ik graag zou willen maken. Ik ben zelf vanuit mijn verleden regelmatig betrokken bij onze ondernemerschap, mkb'ers, kleine ondernemers, familiebedrijven. Enorm belangrijk voor de Nederlandse samenleving, niet alleen maar economisch, voor banen en belastinggeld waar we belangrijke dingen mee doen, maar ook sociaal: ook voor de sociale samenhang in de samenleving, in dorpsstraten; ze zorgen voor een goede plek in de samenleving voor mensen die minder makkelijk meekomen, sponsoren voetbalclubs et cetera.

In Nederland kennen wij sinds 1815 het Predicaat Hofleverancier. Koning Willem I heeft hiermee een eretitel geïntroduceerd voor het midden- en kleinbedrijf, mits ze 100 jaar lang bestaan en een vooraanstaande plaats innemen in Nederland. Dit predicaat wordt op dit moment uitgereikt door de lokale burgemeester. Het is een eretitel op landelijk niveau, maar kent geen, of in onze ogen onvoldoende, landelijke aandacht en waardering. Ik denk dat het goed is dat we dit ook ... Het is een zeer zeldzame onderscheiding. Het komt 40 à 50 keer per jaar voor. Er zijn zo'n 600 bedrijven die dat predicaat in Nederland ontvangen. Kleine mkb-bedrijven zijn voorbeeldondernemers voor ons land waar we echt trots op mogen zijn. Ik ben heel benieuwd hoe we dit volgens de minister-president kunnen opwaarderen. Ik heb daar zelf een aantal voorstellen voor. Nogmaals, ik denk dat we hier echt kunnen opwaarderen door landelijke aandacht. Het zou goed zijn als een lid van het kabinet het Predicaat Hofleverancier aan ondernemers zou kunnen uitreiken om weer dat landelijke belang ervan te benadrukken. Ook de link met het koningshuis is een hele belangrijke. Ik zou het mooi vinden als onze Koning eens per jaar deze ondernemers ontvangt met een receptie, ze welkom heet en mooie woorden over die bedrijven spreekt om weer die waardering te laten zien aan deze voorbeeldondernemers door middel van het Predicaat Hofleverancier. Ik ben voornemens om hier een motie op in te dienen.

Tot zover, voorzitter.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan is het woord nu aan mevrouw Maatoug. Zij zal het woord voeren namens de fractie van GroenLinks-Partij van de Arbeid. Gaat uw gang.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Dank, voorzitter. Ik vervang vandaag mijn collega Laura Bromet, die namens de GroenLinks-PvdA-fractie de woordvoerder AZ en Koninklijk Huis is. Ik vind het leuk om te gast te zijn in deze commissie en meer collega's te leren kennen.

We hebben vandaag twee collega's die een maidenspeech geven. Ook vanuit mij felicitaties aan collega Deen. Iets minder dan drie jaar geleden stond ik hier voor het eerst. Daar denk je dan toch aan op dit soort dagen met de OCW-begroting. Er zijn ook veel maidenspeeches, veel mensen die hier vandaag voor het eerst spreken. Ik wil het niet meteen over mezelf maken, maar misschien toch ook een beetje wel. Er zit een boodschap achter. Ik heb toen aan al mijn collega's een boekje gegeven. Ik heb toen een notitieboekje gegeven aan al mijn nieuwe collega's. In mijn bijdrage heb ik toen verwezen naar de afscheidsinterviews van de collega's die op dat moment afscheid namen van de politiek. Dat was toen in de kranten. Volgens mij hoef ik u daar niet aan te herinneren, maar bij de afgelopen verkiezingen kwamen daar nog heel veel brieven bij van afscheidnemende collega's. Ik denk dat iedereen de rode draad door al die brieven van mensen die politiek gezien weinig met elkaar gemeen hadden er zo uit kon halen.

Bij de voorbereiding van dit debat dacht ik: laat ik eens wat meer debatten terugkijken. Laat ik specifiek wat debatten van onze demissionaire premier gaan terugkijken. Er valt me wat op, collega's. Er zijn enorm veel voorgangers die onze demissionaire premier Mark Rutte tot reflectie hebben gemaand, die gevraagd hebben: "Hoe kijkt u terug? Wat vindt u? Hoe staat het er mee?" Ik kan u vertellen dat geen van hen slaagt. Daar stonden ze weer alle interrupties te vergeven. Een enkeling lukte het soms. Ik verwijs naar mijn collega's Esther Ouwehand en Jesse Klaver. Maar de meesten dropen af. Goede poging, missie mislukt.

Ik zal meteen eerlijk zijn: ik heb geen enkele illusie voor mijzelf en voor ons dat het dit keer wél gaat lukken in een debat hier in de zaal. En weet u, collega Aartsen verwees er ook naar: we bespreken vandaag de AZ-begroting. Maar als je die gaat lezen, valt je ook op dat het een ministerie is als geen ander. Dat staat ook in de inleiding van de AZ-begroting. Deze begroting ziet er een beetje anders uit en er is weinig beleidsinformatie, want de taken van dit ministerie zijn een beetje anders. AZ is immers de plek van onze premier, de plek waar de primus inter pares zetelt. Collega's, ik vraag u of het niet een beetje gek zou zijn als we na dertien jaar leiderschap van onze demissionaire premier Mark Rutte niet een goed, reflectief open gesprek met elkaar gehad hebben over dat leiderschap. Ik denk dat we dat kunnen. Wij kunnen dat; wij gaan dat pogen.

Voorzitter. Ik heb daar ook nog een andere reden voor. Soms moet je elkaar een beetje helpen. Na dertien jaar is onze demissionaire premier op zoek naar een nieuwe baan. Dan is het ontzettend fijn om te weten wat je krachten zijn, waar je goed in bent en waar je beter in kunt worden, om te weten: dit zijn mijn sterktes en dit zijn mijn zwaktes. Wij vinden het heel belangrijk dat je daar een beetje goed in bent. De meeste juffen en meesters leren de kinderen op school om terug te blikken op iets wat ze gedaan hebben en een tip en een top te benoemen — zo moeilijk is het niet — zodat ze leren van hun eigen fouten.

Ik dacht: laat ik daar een aanzet toe geven. Laat ik beginnen met de top. Die is heel makkelijk. Er zijn weinig mensen die zo veel verkiezingen gewonnen hebben en die zo veel mensen op zich hebben laten stemmen. Dat is niks anders dan een groot compliment waard. Voor de mensen die het niet hoorden en zagen: collega Aartsen trommelde op z'n bankje en keek om zich heen.

Dan de tip, voorzitter. Iedereen kent de quote "Daar heb ik geen actieve herinnering aan". Daar worden grappen over gemaakt. Het is een punchline. De meeste mensen kunnen 'm nazeggen. Mijn collega Klaver somde het in het 1 aprildebat al op: memo dividendbelasting, slachtoffers Hawija, Zijlstra in de datsja, telefoneren met Teeven. Je kunt het niets anders noemen dan een patroon. Dat is erg, want jokken is erg. Dat is erg, want niet de waarheid spreken is erg. Maar het is relevant, ook bij deze bespreking van de AZ-begroting, omdat het keer op keer heeft afgestraald op het ambt van premier, op het premierschap, óns premierschap. Dat is interessant, want als Mark Rutte had geleerd van de fouten van Johnson …

Ik zie u kijken: hartstikke leuk dat u komt invallen, mevrouw Maatoug, maar waarom begint u opeens over een Amerikaanse president? Dat doe ik omdat Robert Caro volgens velen een auteur is waar de heer Rutte heel erg van houdt. Naar gezegd wordt, heeft onze demissionair premier zijn boeken verslonden. Wat dan zo interessant is — De Groene Amsterdammer heeft dat mooi opgeschreven in 2021, vind ik — is dat het lijkt alsof onze premier niet geleerd heeft van die boeken en van dat premierschap van Johnson. Sterker nog, het lijkt wel alsof hij er inspiratie uit heeft gehaald.

Als je Robert Caro goed leest, of als je met hem spreekt, zoals Mark Rutte heeft gedaan, weet je dat Robert Caro Johnsons presidentschap in interviews en lezingen graag een "waterscheiding" in het politieke landschap noemt. Vóór Johnsons presidentschap stroomden de rivieren de ene kant op en na zijn presidentschap de andere. De belangrijkste waterscheiding ging uiteindelijk over het aanzien van de president. Vóór Johnsons presidentschap hadden Amerikanen ontzag voor het ambt van president en na Johnson was daar weinig meer van over. Het lijkt erop dat onze demissionaire premier, net als Johnson, het aanzien van het premierschap wellicht beschadigd heeft, met alle gevolgen van dien.

Ik zie dat mijn tijd op is. Gelukkig heb ik nog heel veel punten en kan ik heel snel praten — ik heb nog wat minuutjes gespaard voor de tweede termijn — dus ik ga nu in vogelvlucht naar drie punten die ik concreet wil benoemen: het koningshuis, het archief van de Koning en de inhuur van zzp'ers.

Ik begin met het eerste punt. De functie van staatshoofd is heel belangrijk in onze samenleving. GroenLinks-PvdA is voorstander van het afschaffen van de monarchie, maar de realiteit is dat de Koning heel populair is en dat onze instituties belangrijk zijn. Daarom zetten wij vandaag in het debat in op modernisering. Wij hebben een hele belangrijke vraag, die veel collega's vandaag ook gaan stellen. Wij willen een aanpassing van het betalen van belasting door de Koning. De Kamer heeft daarover al een uitspraak gedaan. Onze vraag is: gaat onze premier die motie nu gewoon uitvoeren? Want het zou zonde zijn als we nu weer allemaal moties moeten gaan indienen en wetten moeten gaan schrijven. Dat is dus de eerste vraag. Dan gaat het over de inkomstenbelasting, de staatsuitkering en de erf- en schenkbelasting. Dat vinden wij niet meer van deze tijd. Of je nu in de zorg, in het onderwijs of in de bouw werkt, je betaalt gewoon mee. Complimenten voor prinses Amalia, die afstand heeft genomen van haar toelage.

Volgens mij is er een interruptie, voorzitter.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Ze wachten tot u klaar bent met uw betoog.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Wat fijn. Dan ga ik in sneltreinvaart door naar mijn tweede punt: het archief. Dit is ook een onderwerp dat al vaak is teruggekomen in de begrotingsbehandelingen. Eigenlijk is daar ook al een motie over aangenomen. We vinden het namelijk belangrijk dat we toegang hebben tot het persoonlijke archief van de Koning, daar waar het gaat om het publiek belang. Wij denken dat het een stuk beter kan, want nu moet elke keer een onderzoeker of een wetenschapper erom vragen. Ook hier weer een compliment, want het is hartstikke goed gegaan met de stukken over prins Bernhard. Wij willen echter dat het gesprek erover wat geïntensiveerd wordt en dat het Nationaal Archief en de persoonlijke archivaris van de Koning in een wat intenser gesprek treden met een plan. Wij vragen de demissionaire premier hoe het daarmee staat, wat er intenser kan en of hij een gesprek kan faciliteren en kan toezeggen dat er een plan van aanpak komt.

Tot slot een vraag over de raamovereenkomst voor voorlichters bij DPC. Even voor de duidelijkheid: dit is geen discussie over de rol van voorlichters. Het is ons ter ore gekomen dat er op dit moment voorlichters werken die boven de Balkenendenorm zitten. Vraag één. Klopt dat? Vraag twee. Wij kunnen in de begroting ondanks ons budgetrecht niet goed zien hoeveel geld er via deze raamovereenkomst stroomt. Om hoeveel geld gaat het? Hoeveel geld stroomt er via die raamovereenkomst naar departementen die zzp'ers inhuren? Hoeveel was dat in het verleden?

Daarmee sluit ik af. Ik ben benieuwd naar de vraag van collega Aartsen.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

En die krijgt van mij het woord.

De heer Aartsen (VVD)

De heer Aartsen (VVD):

Dank. Collega Maatoug begon vrij opgewekt met een soort evaluatie. Ik moet zeggen dat het einde minder opgewekt was. Ik hoop niet dat ze te veel afscheidsspeeches gaat geven voor mensen in haar directe omgeving, want dat zal niet heel vrolijk worden. Volgens mij ligt de nuance ergens in het midden. Ze refereert aan de vele verkiezingen die de minister-president gewonnen heeft. Volgens mij hebben die geleid tot vele verschillende varianten in de samenstelling van de Tweede Kamer en hebben ze partijen aan elkaar weten te verbinden voor een stabiel landsbestuur. Ik ben even benieuwd naar het lerend vermogen van de Partij van de Arbeid en GroenLinks. We hebben gezien dat het partijcongres heeft gekozen voor het standpunt dat onze Koning dient te vertrekken en dat daar een soort presidentieel stelsel voor terug zou moeten komen. We hebben de leden van de Partij van de Arbeid en GroenLinks ook met waxinelichtjes op de Dam zien staan toen er een democratische uitslag was op 22 november, omdat het allemaal zo erg was. Denkt mevrouw Maatoug dat het heel erg bijdraagt aan de verbinding en depolarisatie als we een presidentieel stelsel hadden gehad bij de verkiezingen van 22 november jongstleden?

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Laat ik beginnen met de tips en tops. Ik deed een aanmaning aan ons allemaal, dus ik hoop dat u en de andere collega's dat straks ook gaan doen. Dan moet je dat ook bij jezelf doen. De tip aan mezelf is "timemanagement", in de spreiding van de tijd in deze speech. Dank voor die vraag. Mijn top is hopelijk het antwoord op de vraag van collega Aartsen. We gaan even kijken of dat lukt. Volgens mij waren er twee vragen. De eerste vraag was: hoe zit het? Even een tip voor collega Aartsen: het is de GroenLinks-PvdA-fractie. Onze leden hebben inderdaad een motie aangenomen. Daar begon ik mee. Ik zei dat wij voor afschaffing van de monarchie zijn. Alleen zei ik ook nog iets anders. Dat ging vrij snel; zie de tip over het timemanagement. Ik zei dat de inzet, gezien de politieke verhoudingen en de vraag hoe je zoiets moet doen, gericht is op modernisering van de monarchie. We gaan immers ook zorgzaam om met onze instituties. Vandaar mijn vraag over zowel het archief, maar vooral over het belasting laten betalen door de Koning. Ik hoop heel erg dat ons dat vandaag gaat lukken. De Kamer had al een meerderheid. Laten we erop staan dat die motie wordt uitgevoerd. Laten we onszelf niet aandoen dat we nog een keer allemaal moties gaan indienen.

En dan was er nog iets over waxinelichtjes. Er zijn ontzettend veel mensen lid van de partij. Ik weet niet wat zij allemaal doen. Volgens mij verwijst u naar een heel mooie bijeenkomst, waarbij mensen gebruikmaakten van hun demonstratierecht en op meerdere plekken in het land bij elkaar kwamen. Ik kan alleen maar zeggen dat wij voor het demonstratierecht staan.

De heer Aartsen (VVD)

De heer Aartsen (VVD):

Vanzelfsprekend, dat lijkt me logisch. Maar u had grote woorden over het aanzien van het ambt. Volgens mij hoort bij het aanzien van het ambt ook het land een beetje bij elkaar houden, zorgen dat je mensen met elkaar verbindt en over schaduwen heen stappen. Dan vind ik een voorstel van GroenLinks-Partij van de Arbeid voor een presidentieel stelsel heel raar. Want laten we wel wezen: we zagen in onze parlementaire democratie nu al dat met name de leden van GroenLinks-Partij van de Arbeid met waxinelichtjes stonden omdat ze de uitslag op 22 november moeilijk te accepteren vonden. Als we dat stelsel hadden gehad, dan hadden we president Wilders gehad. Kijkend naar de waxinelichtjes op de Dam, denk ik niet dat dat nou per se had bijgedragen aan het aanzien van het ambt om elkaar te verbinden, elkaar bij elkaar te brengen, et cetera. Als u het hebt over lerend vermogen, zou ik zeggen: "tip, top". Misschien is het goed om daarmee te beginnen.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Ik waardeer collega Aartsen heel erg, onder andere omdat hij zo goed is in zijn vak, in ieder geval in een stukje van het vak. Je kan echt zien dat hij de voormalig campagneleider van de VVD is. Het is dan ook bijna jammer dat hij de afgelopen campagne niet heeft gedaan. Dit was echt een hoog puntje framing, waarbij twee dingen aan elkaar verbonden werden. Maar nu een serieus antwoord, want daarvoor zijn we hier. Volgens mij heb ik in mijn bijdrage niet een voorstel gedaan voor een presidentschap. Als je dat doet, moet je dat stelsel uitwerken en zeggen: dat zien we zo en zo voor ons. Instituties breek je niet af. Maar ik wil het standpunt wel uitleggen. Je zou nu nooit voor een monarchie kiezen. Waarom niet? Omdat het idee dat je geboren bent in erfopvolging daarvoor de reden is. Het is het enige ambt dat we op die manier hebben. Dat standpunt staat gewoon bij ons. Als we dan nadenken en om ons heen kijken, dan is het voorstel om ervoor te zorgen dat het instituut meebeweegt met de tijd. Ik ga het gewoon nog een keer zeggen: mensen kwamen bij elkaar omdat ze elkaar wilden opzoeken, gebruikmakend van hun demonstratierecht. Daar staan wij altijd pal achter.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. De volgende spreker is de heer Sneller. Hij spreekt namens D66, Democraten 66. Gaat uw gang.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Dank, voorzitter. Allereerst complimenten aan collega Deen; dat was een hele mooie binnenkomer.

Voorzitter. Volgens mij verras ik niemand als ik zeg dat ik liever gisteren dan vandaag stappen had gezet voor de modernisering van ons koningshuis. De premier en ik zijn het daarover de afgelopen zes jaar vaak met elkaar oneens geweest. Juist daarom ben ik ook zo benieuwd hoe er later zal worden geoordeeld over de snelheid van de modernisering van het Koninklijk Huis tijdens zijn premierschap en of die, zoals koningin Wilhelmina dat in 2018 zo mooi zei, "paste bij den polsslag van dezen tijd".

Voorzitter. Het moet vreemd lopen of dit is de laatste begrotingsbehandeling Algemene Zaken en Koninklijk Huis van deze premier. Ondanks onze meningsverschillen wil ik graag mijn waardering uitspreken in zijn richting voor zijn inzet op dit toch listige thema en daarbij vooral ook de royale en loyale wijze benoemen waarop hij zijn ministeriële verantwoordelijkheid ook, of misschien wel juist, op lastige momenten heeft ingevuld. Dat verdient lof. Ook voor zijn beleidsmatige opvattingen over het Koninklijk Huis kon ik, zoals hij zou zeggen "in het licht van zijn politieke overtuigingen", vrijwel altijd begrip opbrengen. Dat laat onverlet dat ik hoop dat het tempo van de modernisering straks in een stroomversnelling kan komen.

Voorzitter. Helaas voor mij is er voor deze begrotingsbehandeling minder tijd dan in voorgaande jaren. Daarom kom ik later terug op de B-component en enkele andere onderwerpen en sluit ik mij aan bij wat collega Maatoug heeft gezegd over de archieven van het Koninklijk Huis.

Voorzitter. Dan kom ik bij de belastingvrijstelling. Politieagenten, leraren, alle Nederlanders zijn verplicht belasting te betalen over hun inkomen. Daarmee draagt iedereen zijn steentje bij aan het overeind houden van onze publieke voorzieningen, zoals de zorg, behalve enkele leden van het Koninklijk Huis, die overigens een zeer ruim inkomen krijgen. Voordat er misverstanden ontstaan: daarbovenop komen dan nog de tientallen miljoenen voor de Dienst Koninklijk Huis en het ter beschikking stellen van paleizen. D66 is, samen met een aantal andere partijen, al langer voorstander van het afschaffen van hun belastingvrijstelling. Na de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen is het bijzondere dat een tweederdemeerderheid, niet alleen in deze Kamer maar ook in de Eerste Kamer, voorstander is van het invoeren van inkomstenbelasting voor de leden van het Koninklijk Huis. Maar ik ken uit de geschiedenis ook de mate van bereidwilligheid van deze premier om hiermee aan de slag te gaan. Daarom heb ik met enkele collega's een motie voorbereid om deze grondwetsherziening in gang te zetten zodra een nieuwe minister van Algemene Zaken is aangetreden.

Voorzitter. Dan de lintjes. Ieder jaar worden mensen die een bijzondere prestatie hebben geleverd in de schijnwerpers gezet. De mensen die vanwege hun bijzondere inzet wel erkenning verdienen maar een lintje niet op prijs stellen vanwege het koninklijke karakter, staan nu met lege handen. Ik vind het belangrijk dat ook voor deze mensen een nationale erkenning mogelijk wordt. Het kabinet heeft eerder aangegeven, in antwoord op mijn schriftelijke vragen, hier niet aan te willen. Maar ik gun de premier ook op dit punt uiteraard ruimte voor voortschrijdend inzicht. Zo niet, dan heb ik voor de tweede termijn een motie voorbereid.

Voorzitter. Ten slotte de openbare agenda van bewindspersonen. Na schriftelijke vragen is op dit punt een motie aangenomen die samen met collega Bromet is ingediend. Maar ook na aansporingen richting de collega's door steeds meer ministers, waaronder deze minister en zijn collega van Binnenlandse Zaken, is er de afgelopen tijd duidelijk een verbetering te zien in de naleving van de afspraken hierover. We zien in onderzoek echter ook dat de uitvoering nog steeds te wensen overlaat. Ik wil de premier dan ook vragen om hiervoor in het handboek voor nieuwe bewindspersonen, en in de overdracht aan zijn opvolger, aandacht te vragen. Dit jaar ga ik, met aansporing en hulp van Open State Foundation, ook proberen mezelf aan die richtlijn te houden. Ik zal zelf dus ook ondervinden hoe ingewikkeld het is en tegen welke problemen ik aanloop. Met die ervaring op zak, zal ik me bij de volgende kabinetsploeg zeker weer melden — dat is een belofte — om te hameren op het belang van openbaarheid en verantwoording.

Dank u wel.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Er is toch nog een vraag. De heer Aartsen gaat zijn volgende interrupties in de strijd gooien. Gaat uw gang.

De heer Aartsen (VVD)

De heer Aartsen (VVD):

Mag ik hierna niet meer? Dat is een beetje jammer.

Ik ben even benieuwd naar een reflectie van de heer Sneller. Hij had het over openbaarheid van de agenda's van bewindspersonen. We kennen de heer Sneller inderdaad als "mister transparantie en openbaarheid". Heeft hij een reflectie op het niet openbaar maken door de heer Kuipers, de voormalige minister van VWS, welke functie hij gaat uitoefenen en hoe zich dat verhoudt tot de mogelijkheid van de Kamer om te kunnen controleren? Ik ga er niet van uit dat er iets mis is, maar dit betreft de mogelijkheid om te kunnen controleren welke functie hij gaat bekleden. Kan de heer Sneller daar misschien op reflecteren?

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Ja, daar kan ik in de breedte zeker op reflecteren. Het volgende heb ik eerder ook aan deze premier gevraagd. Ik neem aan dat in het blauwe boek voor bewindspersonen, dat ik net ook noemde, staat dat de premier op de hoogte dient te zijn als er gesolliciteerd wordt door mensen uit de ministerraad. Ik neem dus aan dat daaraan voldaan is. Vervolgens zijn we natuurlijk bezig met de regelgeving voor gewezen bewindspersonen. Als er hier inderdaad sprake zou zijn van overtreding van het draaideurverbod, de afkoelperiode of dat soort zaken, dan ben ik er zeker met u bij om daarop in te grijpen. We hebben het in de commissie Binnenlandse Zaken de afgelopen periode ook heel uitgebreid gehad over het zoeken naar de beste manier om dat te sanctioneren, ook naar aanleiding van de voorlichting van de Raad van State daarover. Want per definitie is een bewindspersoon afgetreden als die persoon is afgetreden en dan kun je die persoon er niet meer op aanspreken. Hoe moet je dat nou precies doen? Ik heb gezegd: juist om die reden zie ik daar een gat en ben ik voorstander van andersoortige sancties, zodat we eventueel nog wel iets kunnen doen als de desbetreffende bewindspersoon al weg is.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Dit is uw laatste interruptie, meneer Aartsen.

De heer Aartsen (VVD)

De heer Aartsen (VVD):

Zeker. Dat weet ik, voorzitter. Volgens mij moeten we dat inderdaad netjes en zorgvuldig regelen. Op een later moment zal daarover zeker worden gesproken met de minister van Binnenlandse Zaken. Maar ik ben even benieuwd hoe u daar, gewoon als politicus, tegen aankijkt. We hebben een minister. Het is zijn verantwoordelijkheid en hij zegt: ik maak niet openbaar waar ik naartoe ga. Ik kan mij zo voorstellen dat de D66-fractie daar een opvatting over heeft en misschien ook wel een oproep aan de heer Kuipers zou willen doen, van: maakt u alstublieft gewoon openbaar waar u naartoe gaat. Tot nu toe is daar een hoop discussie over en dat levert uiteindelijk alleen maar een beschadiging van het ambt op. Misschien kan ik de heer Sneller verleiden, los van de formaliteiten, om een oproep te doen aan de heer Kuipers om vooral zelf openbaar te maken wat zijn nieuwe functie is.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Ik zou zeker willen oproepen om dat, zodra het mogelijk is, gewoon transparant te maken. En laten wij dan ook samen beoordelen of het terecht was om daarover in deze fase nog te zwijgen.

De heer Baarle van (DENK)

De heer Van Baarle (DENK):

Ik heb een vraag over de belastingvrijstelling voor het Koninklijk Huis. De heer Sneller weet van de fractie van DENK dat wij daarin graag samen optrekken. De fractie van DENK staat ook zeer positief tegenover de motie die de heer Sneller heeft aangekondigd. Dat laat onverlet dat er al een aangenomen motie ligt van DENK die vraagt om de Grondwet te wijzigen om die belastingvrijstelling af te schaffen. Daarvan geeft de minister-president aan "die voer ik niet uit", omdat die tweederdemeerderheid er niet zou zijn. Die tweederdemeerderheid is er nu wel. Daar heeft het althans alle schijn van, als we naar de verkiezingsprogramma's en de uitingen van politieke partijen kijken. Deelt de heer Sneller met mij de mening dat het de minister-president zou sieren als hij in dit debat straks gewoon zou aangeven dat hij die motie gaat uitvoeren en dat alle andere argumenten die de minister-president erbij haalt, namelijk of hij daar persoonlijk wel of niet een voorstander van is, eigenlijk helemaal geen rol dienen te spelen, omdat de minister-president gewoon aangenomen moties dient uit te voeren?

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Ik vind dat de motie die in 2015 door de Kamer is aangenomen en die eigenlijk hetzelfde vroeg, al zou moeten worden uitgevoerd. Het is niet zo dat de minister-president in de brieven die hij tot nu toe aan de Kamer heeft gestuurd met de mededeling "deze motie voer ik niet uit" schreef dat hij het er persoonlijk niet mee eens is en het daarom niet doet. Hij gaf wel inhoudelijke redenen, waar ik een andere weging van heb. Laten we daar ook fair in zijn. Maar het zou de minister-president inderdaad sieren. Hoewel het dus de vorige Kamer was en die tweederdemeerderheid moet ook weer blijken. Wat dat betreft is het volgens mij ook goed om dat als Kamer te bestendigen. Maar als de minister-president hier zo meteen in eerste termijn zegt "die oude motie ga ik alsnog uitvoeren", dan zou dat prachtig zijn.

De heer Baarle van (DENK)

De heer Van Baarle (DENK):

Ik zei: persoonlijk. Dat is natuurlijk niet het geval. De minister-president zegt dat vanuit zijn hoedanigheid als minister-president en geeft naast de tweederdemeerderheid een aantal inhoudelijke redenen waarom hij de motie niet wenst uit te voeren. Mijn punt is dat een inhoudelijke reden van het kabinet om een aangenomen motie niet uit te voeren, wat mij betreft geen rol dient te spelen. De stelregel is namelijk: als de Kamer een motie aanneemt, dient die gewoon netjes uitgevoerd te worden. Ik denk dat het een Tweede Kamer ook wel siert en het instrument van de motie kracht bijzet dat we het kabinet er gewoon aan houden, ondanks dat het kabinet het er inhoudelijk niet mee eens is, om een aangenomen motie uit te voeren. Dat is het punt dat ik in de richting van de heer Sneller wens te maken. Volgens mij zijn we het daar wel over eens.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Daar zijn we het in algemene zin over eens. We kunnen ook een staatsrechtelijke discussie voeren over de mate van bindendheid voor de regering om aangenomen moties te moeten uitvoeren. Dat is natuurlijk niet zo, maar tegelijkertijd is het wel wenselijk. Ook waar is dat wij het met 5.000 moties per jaar wel makkelijk maken voor het kabinet om te zeggen "we voeren 'm niet uit". Maar laat ik teruggaan naar het begin: in de hoofdlijn zijn wij het eens dat een aangenomen motie moet worden uitgevoerd.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Fijn. Ik hoop dat een motie inderdaad niet nodig is. Maar fijn dat collega Sneller en collega Van Baarle dit interruptiedebat hadden om dat te onderstrepen. Wij kunnen ons vandaag hiervoor uitspreken, dat is bij dezen gebeurd. Ik wilde terug naar de interrupties van de heer Van Aartsen, juist omdat ik natuurlijk mijn betoog ...

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Het is de heer Aartsen.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

De heer Aartsen, excuses, vooral gericht aan de heer Aartsen. Het gaat over het toch wel heel belangrijke publieke ambt van een ministerschap. Ik wil mijn collega Sneller in algemene zin iets vragen. Als de periode niet wordt afgerond, kan het, gezien het belang van het ambt, ook hier weer afbreuk doen aan het ambt als er zoveel onduidelijkheid ontstaat. Is het niet altijd wenselijk — ik vraag het in algemene zin, voorzitter — dat uitgesproken wordt wat iemand gaat doen en dat wij als Kamer dat weten? Andere bewindspersonen hebben dat ook gedaan. Ik ben heel blij dat voormalig minister Kaag nu haar belangrijke taak doet. Het was ook duidelijk waarom dat nodig was.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Dat in algemene zin wordt aangegeven welke functie vervolgens wordt bekleed? Ja, daar ben ik het mee eens. Er moeten goede redenen zijn om dat niet te doen. Daarom zei ik ook: laten we zo meteen beoordelen of die redenen goed waren.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Ik hoop ook dat de heer Sneller het met mij eens is dat het ministerschap net als het premierschap hele belangrijke publieke ambten zijn, en niet — dat kunnen we deze demissionaire premier in ieder geval zeker niet verwijten, die dertien jaar dat ambt heeft bekleed en zich heeft ingezet voor de publieke zaak, met een hoge prijs— een opstapje naar een volgende carrière of een stukje in het cv. Je stopt dus ook niet zomaar. De heer Sneller zegt: ik wil het achteraf beoordelen. Maar we kunnen als Kamer nu toch wel met elkaar uitspreken: als je de keuze maakt om niet door te gaan met dat belangrijke ambt, dan is het in algemene zin te prefereren en eigenlijk ook wel gewoon te wensen dat we dan weten waarom?

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Ja, volgens mij heb ik dat in eerste instantie ook gezegd. Dat geldt overigens ook voor het Kamerlidmaatschap en alle woorden die mevrouw Maatoug hierover terecht uit. Dat is zeker te prefereren.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Helder. Dank voor uw inbreng. Dan gaan we door naar Nieuw Sociaal Contract, dat met twee woordvoerders werkt. Als eerste mevrouw Van Vroonhoven. Gaat uw gang.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Voorzitter, dank. Laat ik beginnen met de heer Deen van harte te feliciteren met zijn maidenspeech. Na mij komt onze maidenspeech. Ik wil mevrouw Palmen niet zenuwachtig maken, maar er staat u wat te wachten.

Laat ik beginnen met te markeren dat dit — daar kunnen we wel van op aan — de laatste begroting is van onze minister-president. De afgelopen jaren hebben de minister-president en onze politiek leider elkaar het leven niet altijd even gemakkelijk gemaakt. Maar we zijn klaar voor een nieuwe episode en wij gunnen het de minister-president dat hij, net als velen van zijn collega's inmiddels, snel zal landen op een mooie plek. In die zin hopen wij dus dat hij de komende maanden niet nog meer collega's hoeft uit te wuiven. Het zou namelijk een gemiste kans zijn voor Nederland als hij de laatste der Mohikanen zou zijn die op het fort zou moeten blijven. Want dat was wel een dingetje. De minister-president ziet met lede ogen de collega's allemaal vertrekken, maar kan daar niet veel tegen inbrengen. Vorige week nog was het de minister van VWS die vertrok, en voorwaar, dat is ook niet een hele lichte post. Graag zouden wij van de minister-president horen hoe hij deze exodus een beetje zou kunnen matigen. Wij zouden er bijvoorbeeld een voorstander van zijn als hij zo'n ontslagverzoek niet automatisch zou honoreren. Is het ook door het hoofd van de minister-president gegaan om gewoon eens een keertje te zeggen: nee, we kunnen u niet missen; het landsbelang vraagt dat u hier blijft? Zou de minister-president bij een volgende keer — onverhoopt natuurlijk — dit misschien wel in overweging willen nemen?

Dan hebben we het nog niet eens over wat de voormalige minister van VWS nu precies gaat doen, want dat blijft allemaal nog een beetje duister. Rolt hij niet straks in een baan die je beter niet zou kunnen accepteren aansluitend op deze kabinetspost? De minister-president heeft blijkens de antwoorden op onze vragen hierover niet doorgevraagd. Het is de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon zelf, zegt hij. Het is daarom ook zo ontzettend jammer dat het wetsvoorstel Wet regels gewezen bewindspersonen nog steeds voor advies bij de Raad van State ligt, al sinds juli. Wij zouden wat dat betreft ook graag van de minister-president willen weten of hij dat ook als een gemis ziet. Kan de minister-president ons aangeven wat de reden is waarom het advies van de Raad van State nog steeds niet bij ons is en waarom het zo lang op zich laat wachten? Zou hij ons een indicatie kunnen geven van wanneer dat advies wel verwacht kan worden?

Hadden we die wet namelijk gehad, dan hadden we ook kunnen voorkomen dat de voormalige minister van IenW, Cora van Nieuwenhuizen, in de eindmarge van haar functioneren als minister zich nog met honderden miljoenen aan subsidies kon bemoeien, terwijl zij zelf ook al wist dat zij voorzitter zou worden van Energie-Nederland. En de minister-president wist dit ook, want hij was erbij. Dat blijkt dan weer uit de antwoorden op de vragen die wij tussen kerst en oud en nieuw hebben gesteld. Wij vinden deze belangenverstrengeling, deze drang naar lucratieve banen na je bewindstijd, echt een diep-, diep-, diepgeworteld probleem dat de integriteit van ons bestuur raakt. Het is wat ons betreft dus een extra reden om dat wetsvoorstel dat nu nog bij de Raad van State ligt, in te voeren.

Voorzitter. Ten slotte kom ik op het Koninklijk Huis. Wij zien absoluut de meerwaarde van het koningshuis. Het is dus niet onze bedoeling om dit als een bezuiniging te zien, maar we zien wel de noodzaak om te moderniseren. Zo is het in het huidige tijdsgewricht echt niet meer te verdedigen dat de Koning niet zou bijdragen aan de maatschappij en aan de schatkist. Dat doen we allemaal. Zo hebben wij dat ook verwoord in ons verkiezingsprogramma. Wij denken wat dat betreft aan de inkomstenbelasting, maar we kunnen ook beginnen bij de AA-auto's. Die mogen gerust belast worden voor de bpm en de motorrijtuigenbelasting. Daar is geen grondwetswijziging voor nodig. Wij zouden graag van de minister-president willen horen hoe hij hiertegen aankijkt.

Voorzitter, tada: nog nul minuten op de klok.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

U krijgt een interruptie van mevrouw Keijzer en daarna waarschijnlijk nog een, van de heer Sneller.

Mevrouw Keijzer (BBB)

Mevrouw Keijzer (BBB):

Ik heb even geluisterd. We weten natuurlijk niet wat de heer Kuipers gaat doen. Trouwens, als blijkt dat hij een functie krijgt die in strijd is met de regels die daar nu ook al voor gelden, dan vindt mevrouw Van Vroonhoven mij aan haar kant. Maar wat nou als straks blijkt dat dat niet het geval is? Hoe kijkt mevrouw Van Vroonhoven dan naar deze lijn van vragen stellen? Door het te verbinden met de situatie rond mevrouw Van Nieuwenhuizen wordt hier namelijk wel de indruk gewekt alsof het allemaal heel dubieus is wat er speelt bij de heer Kuipers. Het is hier vandaag al even gegaan over het ambt van de minister. Dat is toch iets waar je zuinig op moet zijn totdat blijkt dat het mis zit?

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Het zijn twee dingen. Ik hoop dat mevrouw Keijzer dat ook duidelijk ziet. Het is aan de ene kant het treintje van bewindspersonen die nu een voor een het kabinet verlaten. Wij zouden graag zien dat het kabinet enigszins op sterkte blijft. Het is een stoelendans en de spoeling wordt steeds dunner, dus wat dat betreft is het voor ons echt een aangelegen zaak dat bewindspersonen hun post aanvaarden met de bedoeling om het af te maken. Het volgende is dat we inderdaad op dit moment nog niet weten wat de voormalige minister van VWS gaat doen. Dat is iets waar de minister-president ook niet op heeft doorgevraagd, dus dat hangt nog in de lucht. We hebben twee jaar geleden gezien wat er bij de voormalige minister van IenW is gebeurd. Dat is niet logisch en niet wenselijk. Gelukkig hebben we dat wetsvoorstel nu bij de Raad van State liggen. Dat zou een aanknopingspunt kunnen zijn. Maar het zijn dus twee verschillende dingen.

Mevrouw Keijzer (BBB)

Mevrouw Keijzer (BBB):

Dat klopt. Het vertrekkende treintje in verschillende opstellingen is correct. We moeten dat wetsvoorstel met elkaar afwachten. Maar het punt dat ik hier graag wil maken, is dat je onschuldig bent totdat het tegendeel bewezen is. Ik heb hier toch een beetje moeite mee door de manier van vragen stellen en de verbinding met de situatie rondom mevrouw Van Nieuwenhuizen, waar achteraf gezien absoluut vraagtekens bij te zetten zijn, althans, bij wat ik daarover gelezen heb. Maar door dat te doen, zet mevrouw Van Vroonhoven, die toch van de partij is die het heel belangrijk vindt om heel precies te zijn over de regels die in dit land gelden, de heer Kuipers nu al in een verdacht hoekje neer. Ik vind dat de regel dat je onschuldig bent totdat het tegendeel bewezen is, voor iedereen geldt. Die geldt voor iedereen en dus ook voor een voormalig bewindspersoon, al was het maar omdat je, als je dat voor deze situatie niet doet, ook het ambt van ministers schaadt. Dat is onderdeel van de regering en daarmee is het onderdeel van de instituten die dit land besturen.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ik ben het zo níét met u eens. Ik vind juist uitdrukkelijk dat als de voormalig minister van VWS duidelijk en transparant aan zou geven wat zijn volgende post zal zijn, wij helemaal niet om deze transparantie hadden hoeven vragen. Wij hebben in de vragen die we hebben gesteld heel rustig gevraagd: hoe zit het, waar zit het? We hebben gevraagd: weet de minister-president wat hij daarna gaat doen? Er is niet doorgevraagd. Het zijn dus heel objectieve vragen die we hebben gesteld. Het gaat ons om de transparantie. Het heeft niks, niks, niks met verdachtmakingen te maken. We willen heel graag weten wat er aan de hand is en wat hij gaat doen, maar we wachten dat rustig af. In de aanloop daar naartoe, denk ik natuurlijk — dat zal mevrouw Keijzer wel met mij eens zijn — dat het heel veel kou uit de lucht had genomen als de heer Kuipers meteen klare wijn had kunnen schenken op de dag dat hij afscheid nam.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Afrondend, mevrouw Keijzer.

Mevrouw Keijzer (BBB)

Mevrouw Keijzer (BBB):

Afrondend. Dat is waar. Dat ben ik met mevrouw Van Vroonhoven eens: vertel gewoon wat je gaat doen.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Precies.

Mevrouw Keijzer (BBB)

Mevrouw Keijzer (BBB):

Maar als je dat niet doet, betekent dat niet automatisch dat het niet deugt en dat is het punt dat ik hier gewoon graag wil maken. Nogmaals, als het straks fout zou zijn — dat kan natuurlijk altijd, ik heb een grote fantasie — dan vindt mevrouw Van Vroonhoven mij aan haar kant, maar tot dat moment moeten we toch een beetje voorzichtig zijn met elkaar en elkaar een beetje heel houden.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Het verbaast mij dat mevrouw Keijzer die vragen naar de transparantie niet zou willen delen. Ik vind het juist de taak van de Tweede Kamer om te kijken wat erachter zit, vooral als van de kant van het kabinet niet automatisch die klare wijn geschonken wordt. Dus nogmaals, het verbaast mij dat u mij hierop aanvalt.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

De heer Sneller heeft ook nog een vraag.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Ik wou het niet persoonlijk maken. Laat ik dat dan ook niet doen. Ik had nog een vraag over het salaris van de Koning. We hebben zojuist collega Deen, die we terecht geen vragen mochten stellen, horen zeggen: en vervolgens moet je niet gaan compenseren en verhogen. Of dat een breekpunt was op dit onderwerp, weet ik niet. Ik hoor mevrouw Van Vroonhoven heel duidelijk zeggen: wat ons betreft gaan we dat salaris van 1,1 miljoen vervolgens verhogen zodat er netto nog steeds 1,1 miljoen overblijft. Hoe zwaar tilt mevrouw Van Vroonhoven daaraan? Of heb ik haar verkeerd begrepen? Ik hoor haar nee zeggen. Dan hoor ik het graag.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ik heb dit heel zorgvuldig geformuleerd. In ons verkiezingsprogramma staat dit uitdrukkelijk niet als een bezuinigingsoperatie. Het is niet zo dat wij eropuit zijn om het salaris van de Koning te halveren. Daar kunnen we het nog met elkaar over hebben. In principe gaat het ons echt om het principe dat elke Nederlander bijdraagt aan de schatkist. Elke Nederlander, hoeveel die ook verdient, draagt bij aan de maatschappij. En de Koning hoort erbij en de minister-president is minister-president van alle Nederlanders, onder wie ook de Koning.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

We moeten de premier vandaag niet té blij maken. Mevrouw Van Vroonhoven zegt hier juist niet: ik wil per se het brutosalaris verhogen, zodat er netto hetzelfde overblijft.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Nee, dat heb ik helemaal niet gezegd.

De heer Sneller (D66)

De heer Sneller (D66):

Dan heeft de premier het toch niet helemaal goed begrepen. Dank.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Even voor de duidelijkheid: het gaat ons om de belastingplicht van de Koning. We willen heel graag dat hij net zo goed als anderen bijdraagt aan de schatkist. Hoe we dat interpreteren, aan de orde stellen, daar kunnen we het op een later moment over hebben. Het gaat nu om de principekwestie dat elke Nederlander hier gewoon ook zijn best doet en zijn bijdrage levert.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

De heer Van Baarle. Ja, sorry. U krijgt nog interrupties, dus u moet nog even blijven staan hier vandaag.

De heer Baarle van (DENK)

De heer Van Baarle (DENK):

Op hetzelfde punt. Allereerst om de inbreng goed te begrijpen. In het programma van NSC wordt gesproken over de inkomstenbelasting, maar om het heel helder te krijgen: is NSC er voorstander van om de vrijstelling voor alle vormen van belasting af te schaffen of voor bepaalde categorieën?

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Nou, er zijn verschillende soorten belastingen. In ons verkiezingsprogramma staat uitdrukkelijk de inkomstenbelasting. Daarnaast heb ik gezegd dat we ook zouden kunnen praten over de motorrijtuigenbelasting en de bpm. Het leuke daarvan is dat daar geen grondwetswijziging voor nodig is. Dat zouden we nu al kunnen doen.

De heer Baarle van (DENK)

De heer Van Baarle (DENK):

Sort of helder. Het is dus niet alleen de inkomstenbelasting. Er valt te spreken over meer categorieën. Voor de inkomstenbelasting dient de Grondwet gewijzigd te worden. Daar ligt een aangenomen motie van de Kamer voor. Deelt NSC dat die motie, die vraagt om de Grondwet te wijzigen, door de minister-president uitgevoerd dient te worden? Want als dat voorstel al komt om de Grondwet te wijzigen, kunnen we het met elkaar prima hebben over de manier waarop we vervolgens die belastingvrijstelling gaan inrichten. Maar om dat te kunnen doen, moet de Grondwet gewijzigd te worden. Dus deelt u mijn oproep in de richting van de minister-president om deze aangenomen motie vooral gewoon uit te voeren?

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ik beloof u dat ik die aangenomen motie zal bekijken. Vanaf deze plek kan ik er niet een-twee-drie op reageren. U hoort mij goed als ik zeg dat wij inderdaad bereid zijn om de inkomstenbelastingvrijstelling aan te pakken. Ik realiseer mij hartstikke goed dat daarvoor een grondwetswijziging nodig is.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Dan heeft mevrouw Maatoug ook nog een interruptie.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Ik sloeg een beetje aan op de vraag over het Raad van State-advies over de wet. Om elkaar niet verkeerd te begrijpen: het is aan de Raad van State om dat advies op te sturen. Dus het is niet zo dat de premier dat moet doen of dat er eventueel sprake is van inmenging van de premier. Zo heeft de collega het niet bedoeld, denk ik. Ik dacht: voordat we elkaar verkeerd gaan begrijpen dubbelcheck ik het even.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Neenee. Ik ken die verhoudingen prima. Het punt is dat ik heel graag dat advies van de Raad van State zo snel mogelijk hier in de Kamer zou willen hebben. Ik weet heel goed dat we dan met elkaar de Raad van State hiertoe moeten oproepen. In de tweede termijn kom ik hier nog uitgebreid op terug.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Uw laatste interruptie, mevrouw Maatoug.

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA)

Mevrouw Maatoug (GroenLinks-PvdA):

Ik wissel even af qua microfoon; dan zet je ook weer wat stappen. Fijn, dan begrijpen we elkaar goed. Ik zou het ook fijn vinden als we dat zelf aan de Raad van State vragen, tenzij we verwachten dat de premier daar iets over weet. Ik ben heel benieuwd waar u in tweede termijn mee komt.

Mevrouw Vroonhoven van (NSC)

Mevrouw Van Vroonhoven (NSC):

Ik wacht heel even af wat de minister-president zegt, wat zijn verwachtingen zijn en of hij een indicatie heeft. Ik heb een motie voorbereid, maar die wil ik niet nu al op tafel leggen. Daarin roep ik u op om met mij mee te doen.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan gaan we nu luisteren naar de tweede maidenspeech van vandaag: die van mevrouw Palmen. Zij spreekt, net als mevrouw Van Vroonhoven, namens Nieuw Sociaal Contract.

Mevrouw Palmen (NSC)

Mevrouw Palmen (NSC):

Dank u wel, voorzitter. Ook namens mij felicitaties aan mijn collega, de heer Deen, met zijn maidenspeech. Ik begrijp heel goed hoe u zich zojuist heeft gevoeld. Ook ik vind het ontzettend bijzonder om hier te staan, terwijl er in deze zaal, juist in deze zaal, al zo vaak over mij en mijn memo is gesproken. Zo vaak dat sommigen van u zelfs zijn gaan denken dat mijn voornaam Memo is. Dat is niet zo. Mijn naam is Sandra.

Ik heb Brabantse roots. Ik studeerde rechten in de jaren negentig van de vorige eeuw. Zoals de huidige studenten rechtsgeleerdheid veel colleges krijgen over de toeslagenaffaire, gingen mijn colleges over een nieuwe benadering in het recht. In mijn tijd werd er een benadering gehanteerd die stapsgewijs ging van de wet richting de mens achter die wet. Ik vond dat een reuze interessante ontwikkeling, die ik op de voet volgde. Ik ging me er ook in specialiseren. Grondrechten en rechtsbeginselen waren echt mijn dingen.

Met dat diepgewortelde gevoel voor rechtvaardigheid en een rugzak vol grondrechten en rechtsbeginselen schreef ik het advies dat inmiddels bekend staat als het memo-Palmen, het advies over de situatie waarin ik ouders destijds aantrof. Zelf noemde ik dat advies "CAF 11 Hawaï", want dat paste immers zo goed bij de inhoud. Wat ik had aangetroffen, ging bijvoorbeeld over de situatie dat een gezin met een gezamenlijk netto-inkomen van zo'n €2.800, zo'n €2.400 moest betalen aan kinderopvang. Dan kun je niet rondkomen als je geen toeslag ontvangt. Maar met een toeslag, een inkomensafhankelijke regeling, de kinderopvangtoeslag van, in dit geval, zo'n €2.000 konden mensen net rondkomen en het hoofd boven water houden.

U kunt zich voorstellen dat als in één keer die €2.000 stopgezet wordt, je per direct in financiële nood komt. Het gevolg van die financiële nood laat zich raden: mensen konden nog minder voldoen aan het betalen van hun eigen bijdrage. En in de alles-of-nietskeuze die er was gemaakt, betekende dit een terugvordering van zo'n €24.000. Hierbij bestond geen recht op een betalingsregeling, want ja, deze mensen werden al betiteld als "fraudeur". Ik gebruik het woord "keuze" voor de alles-of-nietsbenadering heel erg bewust, want in de wet heeft nooit gestaan dat er een verplichting was om het volledige bedrag terug te betalen wanneer een deel van de eigen bijdrage niet was voldaan. Dat stond toen niet in de wet, nu niet in de wet, ammenooitniet.

Het drong tot mij door dat de mensen niet alleen in zowat al hun rechten waren geschonden, maar ook dat er groot onrecht was aangedaan. Alsof iemand die per ongeluk in het water valt, niet alleen geen reddingsboei toegeworpen kreeg, maar ook nog eens met het hoofd onder water gehouden werd en dat men het vervolgens vreemd vond dat iemand verdronk. In mijn wanhoop vroeg ik mij af of ík nu gek geworden was of dat de hele wereld was ontspoord. Ik kon niet wegkijken, ik moest die reddingsboei toewerpen, terwijl ik zelf aan de kant gezet werd. Ik weet tot op de dag van vandaag nog steeds niet waar mijn memo is opgedoken, wie het gelezen heeft, wie het uitgeprint heeft, wie het gefotografeerd heeft, wie het besproken heeft, wie het op papier verspreid heeft, wie het wegduwde en wie het op waarde heeft geschat. Het memo raakte zijn naam kwijt en verdwaalde, verminkt en onvindbaar gemaakt, in een dynamisch digitaal doolhof. Ouders bleven kopje-onder gaan en sommigen van hen kwamen nooit meer boven.

Met hulp van Pieter Omtzigt is het memo opgedoken. Toen Renske Leijten tijdens de parlementaire ondervraging eerst sprak over het memo ván Palmen en later over het memo-Palmen, zijn mijn memo en ik onlosmakelijk aan elkaar verbonden geraakt. Ook mijn leven is ongekend veranderd. Na jarenlang geadviseerd te hebben over het recht en recht te hebben mogen spreken, wordt het voor mij nu tijd om ook een stukje recht te sturen. Want wet en recht blijven verbonden door een verankering van grondrechten en rechtsbeginselen als afdwingbare en daarmee gewaarborgde ethiek. Het democratisch-rechtsstatelijke ethos vraagt om houding en gedrag die de democratische rechtsstaat faciliteert. De roep om menselijke maat en maatwerk echoot steeds harder door onze rechtsstaat. Eerst de mens, dan de regel en pas dan de organisatie. Het uiteindelijke doel van een democratische rechtsstaat is het beschermen van mensen tegen willekeurige overheidsbemoeienis. Dat kan alleen wanneer besluiten uitlegbaar, navolgbaar en transparant zijn. Pas dan kunnen macht en tegenmacht werken en mensen meedoen in de samenleving.

Voorzitter. Dat betekent — om het concreter te maken — dat mensen bijvoorbeeld recht hebben op hun eigen dossier en dat gegevensverwerking in de AVG onder voorwaarden is gesteld. Dat betekent dat ook burgers recht hebben op openbare overheidsinformatie, zoals vastgelegd in de Wet open overheid. En dat betekent dat het kabinet altijd voldoet aan de parlementaire inlichtingenverplichting, zoals die is verankerd in de Grondwet.

Ik wil nu de aandacht vestigen op twee zaken. Ten eerste de Archiefwet. De Archiefwet geldt dus ook voor chatberichten. De archivering daarvan bij het ministerie van Algemene Zaken is door de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed onder verlengd toezicht geplaatst. Nieuw Sociaal Contract heeft hierover vragen gesteld. Deze vragen zijn deels nogal ontwijkend beantwoord. Eén ding was voor mij heel duidelijk: de minister-president heeft veel meer politieke ervaring dan ik en beheerst het politieke spel als geen ander. Maar omdat ik weet wat er op het spel staat, wil ik hem toch een aantal vragen stellen om wat meer helderheid te krijgen.

Kan de minister-president in eigen bewoordingen uitleggen waarom informatie en archivering zo van belang zijn in een democratische rechtsstaat? Hoeveel chatberichten ontvangt de minister-president gemiddeld op een dag? Hoeveel chatberichten zijn er vanaf eind mei 2022 gearchiveerd? En hoe raadpleegbaar zijn deze opgeslagen berichten? Is de minister-president het met mij eens dat het eigenlijk wenselijk is dat alle informatie geautomatiseerd wordt gearchiveerd, met een uitzondering van een hele kleine "tenzij"? Is de minister-president het met mij eens dat de ingeslopen gewoonte om liever dwangsommen te betalen dan te voldoen aan de Wet open overheid-verzoeken, zeer onwenselijk is?

Dan, voorzitter, artikel 68 van de Grondwet. Informatie is een randvoorwaarde om de democratische rechtsstaat te laten functioneren. Het is, zoals gezegd, een grondrecht om de regering te kunnen controleren en te kunnen vertrouwen op de regering of de individuele minister. Ultiem blijft het doel: burgers uiteindelijk te kunnen beschermen tegen willekeurige overheidsbemoeienis.

Op grond van artikel 42, tweede lid, van de Grondwet zijn ministers verantwoordelijk voor de regering. Zij moeten ook daarom verantwoording afleggen aan het parlement. En de verantwoording is gebaseerd op de gegevens en informatie die op hun beurt weer neergelegd zijn in artikel 68 van de Grondwet.

Als Nieuw Sociaal Contract zullen wij blijven hameren op het feit dat informatie die het kabinet verstrekt aan de Kamer, juist, tijdig en volledig is. Daarom zullen wij pleiten voor zorgvuldig omgaan met de uitzondering op deze inlichtingenplicht. De wet kent namelijk maar één uitzondering en dat is het belang van de Staat. Of deze uitzondering terecht wordt ingeroepen, staat echter niet open voor enige vorm van toetsing, ook niet door de rechter. Het begrip "belang van de Staat" moet in het kader van macht en tegenmacht toetsbaar worden gemaakt. Voor een Kamerlid dat een minister effectief wil kunnen controleren, is het van het allergrootste belang dat als hij om een inlichting vraagt, hij die ook kan krijgen, en alleen in uitzonderingsgevallen niet. Als de minister zegt dat zo'n uitzonderingsgeval aan de hand is, dan moet dat Kamerlid dat kunnen laten toetsen. Als dat mogelijk was geweest toen Pieter om het memo vroeg, was het memo al jaren eerder boven tafel gekomen en dat had de toeslagenouders heel veel leed bespaard.

Nieuw Sociaal Contract denkt erover om een motie in te dienen om het toetsen van de uitzondering "belang van de Staat" inzake de inlichtingenverplichting te beleggen bij een nieuwe tijdelijke commissie grondrechten en constitutionele toetsing. Ik ben benieuwd of de andere partijen, of mijn collega's, en de minister-president de noodzaak van toetsing of het beroep op de uitzondering door de regering terecht wordt gedaan, ook kunnen erkennen.

Tot zover mijn eerste termijn. Hartelijk dank.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Gefeliciteerd met uw indrukwekkende maidenspeech. Ik verzoek ook u om voor mij te staan, met het gezicht naar de zaal. De heer Omtzigt heeft de bloemen al bij zich. Ik schors even.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Ik verzoek iedereen om weer te gaan zitten. We gaan door met de behandeling van de begroting Algemene Zaken. We hebben nog drie sprekers in de eerste termijn. Die gaan we ook het woord geven. Daarna hebben we een tweeminutendebat over de Raad Buitenlandse Zaken. Dat debat gaan we helemaal voeren. Dan schorsen we voor de dinerpauze. Na de dinerpauze wordt gestemd over de moties die worden ingediend bij het tweeminutendebat, zodat de fracties nog even tijd hebben om na te denken over hun desbetreffende stemgedrag.

Nu is het woord aan mevrouw Keijzer, die namens de BoerBurgerBeweging het woord gaat voeren.

Mevrouw Keijzer (BBB)

Mevrouw Keijzer (BBB):

Dank u, voorzitter. Het is weer bijzonder om de minister-president hier fris en fruitig te zien zitten, want gisteravond zag ik nog een filmpje waarin hij in Davos het woord voerde over het vertrouwen in besturen. Daarbij ging het over transparantie en geloofwaardigheid. Tegelijkertijd hoor je hier vandaag weer allerlei vragen daarover en gelet op de dragende uitspraak "ik heb daar geen actieve herinneringen aan" van de afgelopen jaren, blijft dat bijzonder.

Voorzitter. Ik was niet van plan om dit te zeggen, maar ik zag net dat de minister-president voor de camera's van Hart van Nederland — ik zoek het even op, voorzitter — heeft gezegd: "Het zou kunnen dat de heer Kuipers mij aan de telefoon verteld heeft wat zijn volgende baan is." In de antwoorden op vragen hierover van de fractie van NSC zei hij dat meneer Kuipers niet had verteld welke baan hij krijgt. En dan wordt het toch wel interessant. Want welke van de twee is het? Dat zou ik toch wel graag van hem horen.

Voorzitter, dan mijn inbreng.

Het socialistische gedachtegoed vond in het Nederland van 1917 een vruchtbare voedingsbodem. Brood was onbetaalbaar en onze regering zwak, en een rode revolutionaire vloedgolf leek na Rusland en Duitsland ook op Nederland af te komen. Maar gelukkig had Nederland nog een dijk: het koningshuis. In november 1918 overspeelde Troelstra van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij zijn hand. Hij zette in dit huis aan tot een socialistische revolutie en het einde van het koningshuis. Het land was in rep en roer. Behoudende krachten in het katholieke zuiden en protestantse noorden maakten zich klaar om zich tegen een revolutie te verzetten. Toen koningin Wilhelmina en prinses Juliana zich enkele dagen later hier buiten vertoonden voor een uitzinnige menigte aan antirevolutionairen, werd de revolutie uiteindelijk definitief in de kiem gesmoord. De laatste woorden van haar proclamatie waren: "God zegene en behoede ons dierbaar vaderland."

Veel van mijn collega's spraken de afgelopen jaren negatief over het koningshuis. En ja, misschien is het een goed idee dat ook de Koning inkomstenbelasting betaalt. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat de 55,9 miljoen — oké, het iets wat ik niet alle dagen op zak heb — afgezet tegen de rijksbegroting van 433 miljard toch een heel klein onderdeel is. Het verbleekt bij allerlei andere zaken in de begroting, waar sommige mensen wel blij mee zijn en sommige mensen niet blij mee zijn.

Voorzitter. Wij zweren of beloven hier allemaal trouw aan de Grondwet. Het koningshuis is een onderdeel daarvan en het fundament waarop de rechtsstaat én de Grondwet in Nederland zijn gebouwd. Het huis van Oranje-Nassau verbindt ons met de Nederlandse geschiedenis. Het verbindt ons met elkaar als een politiek neutraal symbool van een verenigd land. Misschien is het wel het laatste wat ons nog met elkaar verbindt. Wat de BBB betreft, verbindt het ons ook met een toekomst waarin tradities en instituten als het Koninkrijk ook in deze Kamer weer gewaardeerd worden. We leven in een land dat in toenemende mate uit twee werelden bestaat, waar polarisatie groeit en waar de welbekende bubbels zich sluiten. Juist dan kan een Koning voor ons allen een zegen zijn, ís dan volgens mij een zegen.

Daarom vindt de BBB het ook verontrustend om te vernemen dat er politieke partijen zijn die het koningshuis afgeschaft willen hebben. Dat is een standpunt waar de moderne partij van Troelstra, net als 106 jaar geleden, haar hand mee overspeelt. Jarenlang werden geschiedenis herschreven en instituties en tradities ter discussie gesteld, soms zelf belachelijk gemaakt en afgebroken. Na al die jaren moet nu ook het koningshuis plaatsmaken voor de eeuwige mars van de progressie. Het is de vraag of dit verstandig is. Op een gegeven moment is het genoeg geweest en is de vraag: wat verbindt ons nog met elkaar? Dit land heeft een gemeenschappelijk verhaal nodig, en onze geschiedenis én onze Grondwet én het koningshuis zijn daarbij ongelooflijk belangrijk.

Dank u wel.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank voor uw inbreng. Dan ga ik het woord geven aan mevrouw Beckerman, die spreekt namens de Socialistische Partij, de SP. Ga uw gang.

Mevrouw Beckerman (SP)

Mevrouw Beckerman (SP):

Dank u wel, voorzitter. Mijn felicitaties aan degenen die hun maidenspeech hebben gehouden.

Voorzitter. Het vertrouwen staat zwaar onder druk, of is bij velen omgeslagen in wantrouwen in de politiek, in het koningshuis. Hoewel ik dat laatste zelf veel minder betreur, raakt ook dat aan de politiek. Nu kunnen we het vertrouwen vandaag hier niet herwinnen, maar wel wil ik hier drie concrete voorstellen doen die moeten bijdragen aan herstel van vertrouwen. Eén: het versnellen van het lobbyverbod voor oud-bewindspersonen. Twee: netwerkcorruptie tegengaan met een netwerkscan voor nieuwe bewindspersonen. En drie: een belastingplicht voor leden van het koningshuis.

Te beginnen met het versnellen van het lobbyverbod voor oud-bewindspersonen: de voorbeelden van bewindspersonen die lobbyist werden, soms zelfs op onderwerpen waar ze eerder voor verantwoordelijk waren, zijn pijnlijk. Voormalig minister Cora van Nieuwenhuizen was als minister van Infrastructuur regelmatig aanwezig bij topoverleg over de energiesector. Ze was zelfs nog aanwezig bij de zogenoemde Ministeriële Commissie Klimaat en Energie toen ze al wist dat ze lobbyist zou worden voor energiebedrijven. En in december kwamen daar via de NOS en Nieuwsuur opnieuw feiten over naar buiten. Volgens de huidige regels zou dat al niet meer moeten kunnen, zo vraag ik de premier; waarom is hier niets tegen gedaan? Telkens opnieuw — en dat is eigenlijk ons probleem, voorzitter — als zulke voorbeelden afgelopen jaren de media haalden, werd daarna beterschap beloofd: het zou niet meer gebeuren. Maar ondertussen zijn die nieuwe wettelijke regels er nog niet. De wet die dit moet regelen, ligt bij de Raad van State. Maar afgelopen weken zagen we natuurlijk opnieuw meerdere bewindspersonen vroegtijdig vertrekken naar nieuwe functies. Welke regels gelden er nu voor hen? En hoe voorkomen we nieuwe zaken die het vertrouwen opnieuw schaden? De antwoorden op Kamervragen van NSC over het vertrek van Kuipers van de premier laten eigenlijk toch wel een soort desinteresse hiervoor zien van de premier. U had net zo goed die emoticons van die drie aapjes "horen, zien, zwijgen" kunnen typen. En nu zien we de media weer berichten dat de premier misschien wél is verteld wat de nieuwe functie van de heer Kuipers is. Onze concrete vraag in dit debat: kan het lobby- en draaideurverbod van twee jaar — wat mijn fractie betreft is dat nog kort — ook voor bewindspersonen die nu vertrekken, gaan gelden?

Voorzitter. Ons tweede punt van vandaag is een netwerkscan voor nieuwe bewindspersonen, om netwerkcorruptie tegen te gaan. Mijn voorgangers op dit dossier hebben vele malen aandacht gevraagd voor netwerkcorruptie. Het begrip is geïntroduceerd door lector Willeke Slingerland, in haar proefschrift. Zij stelt na onder andere het toeslagenschandaal, waar zojuist zo indringend door collega Palmen aan werd gerefereerd, en de ramp aangericht in Groningen: het bestuur doet niet meer wat het hoort te doen. We hebben te maken met bestuurders die elkaar goed kennen, elkaar ontmoeten, die dezelfde taal spreken en elkaar goed vinden. Die omringen zich met hun eigen bubbel, en zo verlies je contact met de samenleving. Op die manier ontstaat een vorm van onbedoelde corruptie die het gevaar in zich draagt een voedingsbodem voor enorme misstanden te worden. Signalen worden genegeerd. "Ethische blindheid" noemt Slingerland dat. De toegang tot de macht is ongelijk verdeeld.

Er is een medicijn ontwikkeld tegen die doorgeslagen netwerkcultuur, namelijk de weerbaarheidsscan. Dat is een instrument dat bestuurders gaat helpen om hun netwerk en het risico op netwerkcorruptie in kaart te brengen. Hoe staat het met de weerbaarheidsscan die het kabinet laat ontwikkelen? Gaat deze gelden voor zowel bewindspersonen als topbestuurders? Hoe denkt het kabinet met een goede wetenschappelijke validatie te komen als de wetenschappers die die scan hebben ontwikkeld, niet betrokken worden?

Voorzitter. Ons derde en laatste voorstel voor vandaag is al veel gedaan, en dat is goed: laat de Koning belasting betalen. Heel veel Nederlanders maken zich weer zorgen als ze een blauwe envelop op de deurmat vinden of digitaal ontvangen. Maar juist de Koning en de leden van het Koninklijk Huis, die meer dan vorstelijk worden betaald, krijgen deze envelop niet. Ook een blauwe envelop voor blauw bloed, is onze oproep vandaag. Eerder werd de motie-Van Baarle aangenomen om de belastingvrijstelling in de Grondwet te wijzigen. De premier weigerde deze motie uit te voeren omdat er geen tweederdemeerderheid voor zou zijn. Die is er nu wel, in beide Kamers. Gaat het kabinet die motie nu uitvoeren, vragen wij ons af. Omdat de Grondwet moet worden gewijzigd, neemt dat geruime tijd in beslag. Er moeten immers verkiezingen tussen zitten. De vraag aan het kabinet is: gaan we hier eindelijk mee aan de slag? Dat moet volgens de SP geen symbolische daad zijn. Wat ons betreft kijken we naar de hele complexe en daardoor ondoorzichtige financiering voor de monarchie, maar dit hoort er wel bij. Wat ons betreft zorgen we ook dat de macht van de monarch verder wordt beperkt.

Voorzitter, daar laat ik het bij. Dank u wel.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dan tot slot als het gaat om de inbreng van de Kamer in deze termijn is het woord aan de heer Van Baarle. Hij spreekt namens de fractie van DENK.

De heer Baarle van (DENK)

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter. Uiteraard complimenteer ik ook de collega's die vandaag hun maidenspeech hadden.

Voorzitter. Te veel mensen in Nederland moeten de eindjes aan elkaar knopen. Bijna 1 miljoen mensen leven in armoede en de armoede neemt toe. Het Rode Kruis heeft het afgelopen jaar een recordaantal van 254.983 boodschappenkaarten uitgedeeld voor voedselhulp. Terwijl heel veel mensen in Nederland letterlijk in bittere armoede leven, gaat het ten paleize bij de Koning fantastisch. Het Koninklijk Huis gaat er 11,4% op vooruit. Dat is de grootste stijging sinds Willem-Alexander in 2013 gekroond werd. De Koning krijgt er op zijn begroting lekker een flinke smak geld bij. Er komt €33.000 extra voor de Koning, €20.000 extra voor de Koningin, €29.000 extra voor Beatrix, €600.000 in totaal aan inkomen en onkostenvergoedingen en 4,5 miljoen voor functionele uitgaven bij. Hoe legt de minister-president deze stijging uit aan al die Nederlanders die op dit moment niet rond kunnen komen? Hoe kan het dat er op zo veel vlakken wordt bezuinigd, maar het Koninklijk Huis er weer lekker op vooruitgaat? Waarom wordt er niet ook bezuinigd op het Koninklijk Huis? Het kan gewoon een flinke ons minder. Onderzoek uit het verleden liet zien dat er Europese koningshuizen zijn die minder dan €0,20 per inwoner kosten. In Nederland is dit meer dan €2 per inwoner. Klopt dit, vraag ik aan de minister-president. DENK heeft dan ook een voorstel in voorbereiding waarin wij vragen bij de volgende begroting de uitgaven aan het Koninklijk Huis te matigen.

Voorzitter. Leden van het Koninklijk Huis hebben veel meer privileges die anderen niet hebben. Leden van het Koninklijk Huis zijn vrijgesteld van de belasting op personenauto's en motorrijwielen, de vermogensrendementsheffing, erfbelasting, schenkbelasting en natuurlijk de loon- en inkomstenbelasting. Ook hebben ze vrijstelling van rechten bij invoer. Veel Europese vorsten betalen gewoon belasting, maar niet die van Nederland. Het is tijd dat dit verandert. Alle Nederlanders moeten belasting betalen, dus waarom de Koning niet?

Daarom heb ik in 2022 namens DENK een motie ingediend die de regering verzoekt een grondwetswijziging voor te stellen waarin de vrijstelling van belasting voor de relevante leden van het Koninklijk Huis wordt afgeschaft. Deze motie werd toen met een meerderheid aangenomen, maar de minister-president weigert deze uit te voeren, omdat er geen benodigde tweederdemeerderheid zou zijn voor die grondwetswijziging. Maar dat is nu gelukkig anders, dus ik vraag de minister-president opnieuw om mijn motie uit te voeren. Zijn argument om deze motie niet uit te voeren is namelijk weggevallen. Als de minister-president deze motie nog steeds weigert uit te voeren, toont hij zich wat DENK betreft een tikkeltje antidemocratisch.

Voorzitter. Tot slot de AZ-begroting, een punt dat raakt aan integriteit. De afgelopen tijd hebben achtereenvolgens oud-bewindspersonen Hoekstra, Uslu, Kaag en Kuipers hun ontslag aangeboden. Steeds meer mensen verlaten het zinkende schip van minister-president Rutte, zo lijkt het. Kan de minister-president reflecteren op de hoeveelheid bewindspersonen die vertrekt? We zien in de bijlage van het handboek bewindspersonen staan: "Het voornemen tot het voeren van gesprekken gericht op een toekomstige werkkring dient door nog in functie zijnde bewindspersonen eerst ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de minister-president". In het verleden hebben wij gezien dat onder anderen oud-minister Cora van Nieuwenhuizen zich niet aan deze regel hield. Toen zei de minister-president: dat vind ik eigenlijk niet zo belangrijk; ik kan mensen er niet aan houden; het is een regel, geen wet. Maar ik vind regels die we met elkaar afspreken wél belangrijk. Daarom is mijn vraag aan de demissionair minister-president: wanneer is hij er precies van op de hoogte gesteld door de recent vertrokken oud-bewindslieden dat zij gingen vertrekken? Hebben zij hem allemaal netjes, zoals de regels vragen, vooraf toestemming gevraagd om gesprekken te gaan voeren over een nieuwe dienstbetrekking?

Voorzitter. Ik sluit mij graag aan bij de vragen die collega's hebben gesteld over de verenigbaarheid van de nieuwe en oude functies van bewindspersonen die vertrekken. We hebben een aantal integriteitsregels die we nog gaan vatten in wetten. Zijn die nu al toegepast? Weet de minister-president in alle gevallen of de nieuwe functies van alle vertrekkende bewindspersonen wellicht kunnen schuren met de activiteiten die zij in hun functie als minister hebben gehad in het kabinet?

Tot zover. Dank u wel, voorzitter.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

Hartelijk dank. Daarmee zijn we aan het einde van de termijn van de Kamer gekomen.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De heer Lee van der (GroenLinks-PvdA)

De voorzitter:

We zien de minister-president na de stemmingen terug en die stemmingen zijn na de dinerpauze. O, ik hoor dat de minister-president aanwezig zal zijn bij de stemmingen. Dan wens ik hem alvast een goede voorbereiding en een goed diner toe.

We gaan een enkel ogenblik schorsen. Dan komt de minister van Buitenlandse Zaken en dan gaan we door met het tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven