Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 38, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | nr. 38, item 6 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022 (Incidentele suppletoire begroting inzake eenmalige energietoeslag lage inkomens) ( 36065 );
- het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022 (Tweede incidentele suppletoire begroting inzake energietoeslag lage inkomens) ( 36211 ).
De voorzitter:
We gaan in één vloeiende beweging door met het volgende debat, over de Incidentele suppletoire begroting inzake eenmalige energietoeslag lage inkomens (36065). Het gaat hierbij om de Tweede incidentele suppletoire begroting inzake energietoeslag lage inkomens (36211).
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik hoor de minister hoesten en wens haar veel gezondheid toe.
We hebben tien sprekers van de zijde van de Kamer. De eerste spreker is er niet. Daarom beginnen we met de tweede spreker. Dat is de heer Van Kent van de fractie van de SP. Hij gaat zeven minuten lang het woord tot ons richten.
De heer Van Kent (SP):
Dank, voorzitter. Ondanks de stijgende prijzen in de supermarkt kondigde Ahold aan dat zij de winstverwachting zou verhogen en ook de prijzen zou laten stijgen. Shell heeft nog nooit zo veel winst geboekt: 18 miljard dollar een kwartaal geleden. Unilever schroefde de winstverwachting op van 4 miljard naar 5 miljard. Bij Heineken gaat het om een winststijging van 22%. Er is sprake van een prijs-winstspiraal: de prijzen stijgen en de winsten stijgen even hard of nog harder mee. Datzelfde geldt voor de topsalarissen, die ook gigantisch toenemen.
Zoals ik al in het debat hiervoor zei: we leven in een land met brisante rijkdom en bittere armoede. De rijen bij de voedselbank groeien en groeien. Ik wijs op het bericht dat bij de meeste voedselbanken een kwart meer mensen voedselhulp nodig heeft. Ik heb begrepen dat in Arnhem 35% meer mensen zich bij de voedselbank meldt voor een voedselpakket. Ik wijs op het Rode Kruis dat geld inzamelt en een rekeningnummer heeft geopend om geld in te zamelen om voedselhulp in Nederland te kunnen bieden. Het Rode Kruis! En er is geen sprake van een watersnood, een oorlog of grote crisis. Ja, er is wel sprake van een grote crisis, maar die grote crisis wordt veroorzaakt door politieke keuzes, door de rechtse keuzes van de kabinetten-Rutte.
Terwijl de armoede zo enorm aan het toenemen is, komt de regering steeds te laat met te weinig maatregelen. Daarom nemen die rijen bij de voedselbanken ook zo toe. Het is daarom zaak dat er fundamentele oplossingen komen. We spreken nu over een energietoeslag, maar er is natuurlijk veel meer nodig. Verlaag de btw op energie, boodschappen en benzine. Verlaag en bevries de huren. Schaf de boete op ziek zijn, het eigen risico, af. En zo kan ik nog wel even doorgaan. We hebben daar steeds voorstellen voor gedaan. Niet alleen vandaag, niet alleen vorige maand of vorig jaar, wij zien al jaren dat bijvoorbeeld dat eigen risico mensen echt in de vernieling helpt. We zien dat mensen het simpelweg niet meer kunnen opbrengen om hun huur te betalen, om rond te kunnen komen of hun boodschappen te doen.
Nou, dat te laat en te weinig gaat zeker op voor de energietoeslag. Het bedrag is in de meeste gevallen al overgemaakt. Het gaat ook nog in heel veel gemeenten fout. Kan de minister daarop ingaan en aangeven hoe het bijvoorbeeld zit met de gemeenten die de loketten al gesloten hebben? Is er nog wel een plek waar mensen zich kunnen melden voor die energietoeslag? Het is natuurlijk heel gek dat we die situatie zien en we pas nu over deze wet spreken.
We hebben al eerder verzocht om snel over de energietoeslag te spreken, maar toen zei de minister: nee, ik ben nog in gesprek met studentenorganisaties. De uitkomst van dat gesprek is blijkbaar een klein bedrag dat via de gemeenten beschikbaar wordt gesteld voor de bijzondere bijstand. Er is daarbij sprake van complete rechtsongelijkheid. Je weet als student niet waar je aan toe bent. Je kunt wel aankloppen bij je gemeente — dat is al een hele grote stap — maar dan kan het per gemeente totaal verschillen hoe wordt omgegaan met de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiële steun. We horen ook van gemeenten dat ze grote moeite hebben om het allemaal uitgevoerd te krijgen.
Er is iets wat ik niet begrijp. Ik hoop dat de minister daar een heel helder antwoord op heeft. DUO weet toch welke studenten uitwonend zijn? Waarom kan er niet gewoon standaard aan uitwonende studenten ook een energietoeslag worden toegekend? Dat zou toch veel eerlijker en makkelijker zijn? Er worden nu ook verschillende rechtszaken door studenten aangespannen. Ik merk dat dit voor spanning zorgt binnen colleges. Wat als de rechter de studenten in het gelijk stelt? Hoe pakt dat dan uit voor de gemeentefinanciën? Kan de minister garanderen dat als er rechterlijke uitspraken liggen, gemeenten dan ook geholpen worden om de financiële gevolgen ervan te dragen?
We hebben van de FNV een brief gekregen waarin wordt gepleit voor het verhogen van de grens om in aanmerking te komen voor de toeslag naar 150%. Dat lijkt me een heel redelijk voorstel, omdat de armoede en de problemen die mensen hebben, veel meer mensen aangaat dan de groep tot 120% van het sociaal minimum. Er is eerder ook al door bijvoorbeeld de gemeente Rotterdam gezegd: we trekken het op naar 130%. Je ziet heel veel verschillen in het land. Is de minister bereid om hiervoor een nieuwe grens te stellen, namelijk die 150%, en vervolgens ook de financiële middelen beschikbaar te stellen voor de gemeenten?
Voorzitter. Maar ook dit is een lapmiddel, want het fundamentele probleem is dat de prijzen te hoog zijn. Ik heb daar zojuist al een aantal voorstellen voor genoemd. De prijzen zijn te hoog en de lonen zijn te laag. De directe invloed die de regering heeft op de lonen, is natuurlijk het minimumloon. Vriend en vijand, en recentelijk ook De Nederlandsche Bank, zeggen: de lonen moeten omhoog. Laten we dan beginnen met een hoger minimumloon. Laten we beginnen met een minimumloon van €15 per uur, met daaraan gekoppeld de AOW en uitkeringen zoals de bijstand en de Participatiewet, die gebaseerd is op het minimumloon, zodat er een stevige basis komt en mensen niet een winter tegemoet gaan, als ze al niet in de kou zitten, zonder dat ze de boodschappen kunnen betalen of de verwarming niet aan durven te zetten. Het minimumloon gaat straks per 1 januari een klein beetje omhoog. Ik roep de minister echt op om daar een veel grotere stap in te zetten, namelijk die stap naar €15. Als de minister dat niet toezegt, gaan we daar een motie over indienen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dan gaan we luisteren naar de heer Van Baarle van de fractie van DENK.
De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank u wel. We hebben in Nederland met elkaar ontzettend veel records bereikt in het afgelopen jaar, maar dat zijn geen records waar we trots op moeten zijn. We hebben een record gezien als het gaat om de prijzen voor boodschappen. Mensen zien dat ze aan de kassa misschien wel 20%, 30%, 40% meer kwijt zijn voor hun wekelijkse boodschapjes. We hebben een record gezien als het gaat om de brandstofprijzen. Mensen werden gewoon totaal kapotgemaakt aan de benzinepomp en bloedden daar leeg. We hebben een record gezien als het gaat om de energieprijzen, waarbij mensen gewoon in pure angst thuis de kachel uitlaten en bij kaarslicht hun dingen doen. Records waar dit kabinet onder leiding van Rutte niet trots op kan zijn en niet trots op mag zijn. Het kabinet doet er ook te weinig aan.
Want het klopt inderdaad dat het kabinet een koopkrachtpakket heeft opgesteld van miljarden euro's. Het klopt dat we een minister voor Armoedebestrijding hebben. Maar is dat genoeg? Dat is het niet. Want een half miljoen huishoudens koerst met het bestaande beleid volgend jaar nog steeds af op betalingsproblemen. Dat zijn dus ontzettend veel mensen. Meer dan 2 miljoen mensen koersen volgend jaar af op betalingsproblemen. Dan is die energietoeslag dus niet voldoende. Dan is dat koopkrachtpakket dus niet voldoende. Dan zijn de btw-maatregelen die het kabinet heeft genomen dus niet voldoende. Dan is dat kleine verhoginkje van het minimumloon dus niet voldoende. Als 2 miljoen mensen volgend jaar afkoersen op betalingsproblemen, dan is dat gewoon slecht. Dan is het beleid gewoon niet wat het zou moeten zijn. Ik zou daar graag een reactie op willen van de minister. Kan zij gewoon toegeven dat het kabinet niet voldoende doet om de mensen in Nederland volgend jaar te behoeden voor armoede?
Er is dus veel meer nodig. We moeten ervoor zorgen dat mensen niet zo veel kwijt zijn aan hun boodschappen, door de btw op boodschappen te gaan verlagen. We moeten dat prijsplafond veel royaler gaan instellen, zodat mensen gewoon goed gecompenseerd worden voor hun energierekening en niet uit pure angst bij kaarslicht 's nachts thuiszitten. Het is onvoldoende. Dit kabinet heeft records waar het niet trots op kan zijn.
In het commissiedebat dat we eerder voerden over armoede en schulden stelde ik deze minister de vraag wat zij nou eigenlijk heeft tegen studenten. Dat bedoel ik beleidsmatig, niet persoonlijk. Ik kan me niet voorstellen dat de minister persoonlijk iets heeft tegen studenten, want haar zoon is student, zegt ze. Ik wil dat de minister persoonlijk niet aanrekenen maar het beleid dat deze minister voert tegen studenten verdient gewoon niet de schoonheidsprijs, want waarom worden die studenten nou nog steeds uitgesloten van de energietegemoetkoming? Nog niet zo heel lang geleden gingen studenten in Groningen de straat op om te protesteren tegen het beleid van het kabinet. Studenten geven aan: ik heb soms maar een paar tientjes over per maand waarvan ik moet leven. En dan alsnog volharden en alsnog die studenten geen recht geven op de energietoeslag. Mijn vraag is: waarom? Het gaat niet om een ontzettend groot bedrag dat we dan kwijt zijn.
De fractie van DENK heeft bij de wetsvoorstellen die we vandaag bespreken dan ook amendementen ingediend om ervoor te zorgen dat de regering die energietoeslag wél moet gaan toekennen. Is de minister bereid om deze amendementen alsnog oordeel Kamer te geven? De MBO Raad en de JOB gaven onlangs aan dat ze zien dat studenten gewoon letterlijk uitvallen vanwege de armoede, dat ze gewoon uitvallen bij een opleiding. Andere studentenorganisaties geven aan dat studenten het gewoon niet meer trekken om hun opleiding te doen, dat ze er enorm veel bij moeten gaan werken omdat ze anders niet rond kunnen komen, en dat ze geen tijd meer hebben voor hun studie. Dan is dit gewoon geen goed beleid.
Voorzitter. Wat heeft de regering wel gedaan? Er is een bedrag van 35 miljoen overgemaakt naar gemeenten. Het is te weinig, maar het is in ieder geval iets. Bij de begroting hadden de minister en ik een debat over de vraag of dat bedrag van 35 miljoen nou terechtkomt bij de studenten die het nodig hebben. De minister gaf aan: dat is een taak van gemeenten en daar wil ik geen toezicht op houden. Ik zou toch aan de minister willen vragen wat zij vanuit haar rol kan doen om te kijken of we met dat bedrag van 35 miljoen die studenten genoeg helpen. Weten we welke criteria gemeenten daarbij stellen? Weten we of gemeenten dat geld überhaupt wel gebruiken om studenten te helpen? Want als een heel groot gedeelte van de Tweede Kamer aan deze minister vraagt om de energietoeslag toe te kennen aan studenten, en de regering dat niet doet en met iets anders komt, dan verwacht ik op z'n minst van de minister een verantwoording dat wat de minister wél doet, voldoende soelaas biedt.
Voorzitter. Er is ook wat onduidelijkheid wat de fractie van DENK betreft. De regering heeft namelijk aan de ene kant een leidraad opgesteld bij energietoeslag. Daarin staat dat de regering adviseert om studenten categorisch uit te sluiten van de energietoelage. Maar er zijn ook beleidsregels. In die beleidsregels staat letterlijk: "Dit betekent dat we studenten en jongeren tot 21 jaar niet uitsluiten voor de energietoeslag". Ik zou graag van de minister willen weten hoe het precies zit met dat verschil. Waarom gaan we er in die eerste situatie wel van uit dat ze categorisch worden uitgesloten en in die beleidsregels qua omstandigheden niet?
Voorzitter. Tot slot zou ik op het onderdeel studenten aan de minister willen vragen — ik heb net een motie ingediend die specifiek over mbo-studenten ging — wat we aanvullend nog kunnen doen. Ik noem het breder inzetten van budgetcoaches bij onderwijsinstellingen en ervoor zorgen dat niet alleen bij het mbo maar ook bij andere onderwijsvormen studenten toeslagen aanvragen als ze daar recht op hebben en belastingaangifte doen als dat in hun voordeel is. Ik zou de minister dus willen vragen wat zij vanuit haar portefeuille, als verantwoordelijk minister voor het armoedebeleid, gaat doen om die groep te helpen.
Voorzitter, tot slot. De fractie van DENK vindt het gevoerde beleid van het kabinet waar het gaat om het helpen van de mensen in armoede onvoldoende. Hoewel de stappen die gezet worden te prijzen zijn, is het onvoldoende als volgend jaar nog steeds zo'n 2 miljoen mensen, 500.000 huishoudens, afkoersen op betalingsproblemen. Dat moet voorkomen worden en daar is extra voor nodig. De fractie van DENK zou nog steeds wensen dat deze regering studenten gewoon recht geeft op de energietoeslag. Daar heeft de fractie van DENK dus twee amendementen voor.
Voorzitter. In het kader van de huishoudelijke mededelingen moet ik ook u mededelen dat ik straks een commissiedebat moet doen, dus dat ik naar grote waarschijnlijkheid moet afzien van mijn tweede termijn.
De voorzitter:
Dat is een enorme klap voor dit debat, maar u bent toch spiritueel bij ons aanwezig, omdat u uw twee amendementen heeft ingediend. Die zullen wij bespreken. Het woord is aan de heer Léon de Jong van de fractie van de PVV.
De heer Léon de Jong (PVV):
Voorzitter, hartelijk dank. Wat is er voor deze minister nou nodig om in te zien dat het klaar is, dat mensen het financieel echt niet meer redden, dat vele Nederlandse gezinnen niet of nauwelijks nog de alsmaar duurder wordende vaste lasten zoals de boodschappen, de huur en de energierekening kunnen betalen, dat de rek er echt uit is, dat mensen direct extra financiële hulp nodig hebben? Hoe vaak moet ik in deze zaal herhalen dat zich een sociaal drama aan het voltrekken is, dat volgens Nibud bijna 3 miljoen huishoudens moeilijk kunnen rondkomen en worstelen met de vaste lasten, dat 42% van de huishoudens in de afgelopen twaalf maanden te maken heeft gehad met betalingsproblemen, zoals het niet meer kunnen pinnen of een weigering van een automatische incasso? Zeker 50% van de huishoudens is financieel kwetsbaar en zeker 620.000 huishoudens hebben problematische schulden.
Hoe schokkend deze cijfers ook zijn, het zijn cijfers opgelezen van papier. De werkelijkheid is nog vele malen erger. Stap eens een keer echt die maatschappij in en kijk gewoon eens om u heen, zeg ik via de voorzitter tegen de minister. Ga eens bij de mensen thuis langs. Neem de tijd en praat eens met ze. Het is verschrikkelijk wat er gaande is en wat deze mensen nu allemaal moeten doorstaan.
Vele Nederlanders hebben financiële stress. Ze kunnen nog maar een of twee keer per week een paar minuten douchen. Ze durven de kachel niet meer aan te zetten en zitten letterlijk in de kou. Mensen slaan maaltijden over omdat ze niet meer genoeg geld hebben om iedere avond een bord warm eten op tafel te kunnen zetten. Het is echt verschrikkelijk.
Voorzitter. De ernst is zo groot dat voedselbanken de vraag niet meer aankunnen en dat zelfs het Rode Kruis in Nederland voedselpakketten uitdeelt en een gironummer heeft geopend om mensen in voedselnood te helpen. Dat gebeurt hier in Nederland. Dat is toch om je kapot te schamen? Dit zou toch allemaal niet moeten mogen in een welvarend land als Nederland, een land dat met een bbp van 1.000 miljard nog nooit zo rijk is geweest? Maar ondertussen zou het niet in staat zijn om de eigen mensen echt te helpen? Dat kán toch niet?
Nu hoor ik de minister denken: we doen toch ook wat, we praten hier vandaag toch over €1.300 energietoeslag? Ja, dat klopt. Maar waarom ziet de minister niet in dat wat ze doet, echt veel te weinig is? Waarom ziet zij niet in dat met al die zogenaamde steunmaatregelen de mensen thuis alsnog door het ijs zakken en dat er dus meer nodig is? Waarom ziet zij niet in dat deze €1.300 onvoldoende is?
Het is in de eerste plaats onvoldoende omdat deze minister slechts de ruimte geeft om deze toeslag beschikbaar te stellen voor mensen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Dat betekent dat heel veel mensen buiten de boot vallen, zoals een echtpaar van 76 en 73 jaar dat ons onlangs mailde. Ze vertelden ons dat ze het financieel heel zwaar hebben en alle financiële hulp keihard kunnen gebruiken. Ze hebben AOW en een klein aanvullend pensioentje, en komen daardoor niet in aanmerking voor de €1.300 energietoeslag. Wat doet dat met deze mensen? Dat kan ik u wel vertellen. Ze voelen zich in de steek gelaten. Na een leven van keihard werken, leven ze nu zo summier mogelijk. Ze kopen eten bij een winkel waar eten wordt verkocht dat net op of over de datum is. Ze zitten met dekens op de bank omdat ze de kachel heel laag hebben staan. Om de huur te kunnen blijven betalen, gebruiken ze de spaarrekening waar geld op staat voor de begrafenis. Het huilen staat deze mensen nader dan het lachen. Het is echt verschrikkelijk.
Wij bezochten ook een alleenstaande moeder. Zij heeft altijd keihard gewerkt en komt nu financieel niet meer rond. Deze mevrouw werkt gewoon fulltime. Zij komt ook niet in aanmerking voor die €1.300, simpelweg omdat ze een paar tientjes te veel inkomen heeft. Ondertussen is haar koelkast leeg en haar huis steenkoud.
De minister kent deze twee verhalen, want ik heb deze ook tijdens de begrotingsbehandeling aan haar voorgelegd. Maar waarom heeft de minister daar dan niet gelijk op gehandeld? Deze verhalen staan namelijk niet op zichzelf. We krijgen dagelijks vele berichten over mensen die buiten de boot vallen voor deze regeling. De minister moet dus echt vandaag in actie komen. Waarom stelt ze de energietoeslag niet gewoon beschikbaar voor mensen met een inkomen tot 140% van het sociaal minimum, in plaats van de huidige 120%? Dat zou deze mensen echt enorm helpen. Mijn oproep is dan ook om die energietoeslag met terugwerkende kracht beschikbaar te stellen voor huishoudens met een inkomen tot 140% van het sociaal minimum. In Rotterdam doen ze het al, dus ik vraag de minister om dat ook te doen.
Voorzitter. Het zou ook enorm helpen als die €1.300 direct en volledig beschikbaar zou zijn, dus niet alleen die €500, maar het bedrag helemaal. Mijn oproep is dan ook om die €1.300 direct beschikbaar te stellen en voor 2023 te komen met een nieuwe energietoeslag. Maar dan moeten gemeenten dit natuurlijk wel kúnnen. Hoe staat het met de uitvoering van de €500-maatregel? Ik lees in de krant dat het bijvoorbeeld Nijmegen niet lukt om de €500 in december beschikbaar te stellen. Hoe zit dat? Zijn er meer gemeenten waar dit het geval is? Zo ja, om hoeveel gemeenten gaat het dan, en wat gaat de minister eraan doen om dit op te lossen? Hoe zit het verder met die gesloten loketten? Zijn deze inmiddels al heropend? Want de minister kan wel zeggen dat de toeslag overal beschikbaar is, maar als het lastiger dan nodig is om die toeslag te bereiken, dan bereiken we dus ook minder mensen, terwijl we juist meer mensen moeten helpen. Ik hoor graag een reactie.
Voorzitter, ik rond af. De mensen thuis redden het echt niet meer. Er is echt veel meer nodig. Vanochtend heb ik opnieuw voorstellen gedaan om de btw op boodschappen te verlagen naar 0%, de energiebelasting te verlagen naar 0%, de huren te verlagen, het eigen risico af te schaffen. Ook hebben we voorstellen gedaan om meer mensen gebruik te kunnen laten maken van het energieplafond. Zojuist heb ik heel redelijke voorstellen gedaan om die €1.300 voor meer mensen beschikbaar te stellen. We hebben ontelbare koopkrachtvoorstellen gedaan, maar keer op keer werden ze verworpen nadat ze werden ontraden door deze minister.
Voorzitter. Ik roep de minister op om daarmee te stoppen. Stop met al die mensen in de steek te laten. Stop met het mensen onnodig moeilijker te maken. De minister voor Armoede zou mensen juist uit de armoede moeten halen en ze er niet verder in moeten drukken. Kom vandaag dus nog met meer financiële hulp. Dat is echt kei-, keihard nodig!
Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De volgende spreker is mevrouw Kathmann van de Partij van de Arbeid.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Dank, voorzitter. Ik spreek vandaag ook namens Senna Maatoug van GroenLinks.
De voorzitter:
En waarom is zij er dan niet? Waarom is zij er dan niet?
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Ze is ziek thuis. Ik wens haar ongelofelijk veel beterschap. Zij is namelijk ook de aanvrager van dit debat. Dit onderwerp gaat haar aan het hart. Ik wens ook de minister beterschap. Ik hoop vooral op een rustige kerstvakantie, maar de minister kennende, zal ze wel weer doorgaan. Voordat mevrouw Maatoug ziek thuis kwam te liggen, ben ik gestart met een tour door Nederland. Die heet "aan de bak". We hebben laatst nog een debat gehad over de armoede in Nederland die we nu zien. Ik ben een kind van de jaren tachtig. Ik kreeg kinderen in de financiële crisis. Ik was wethouder Wijken toen de coronacrisis begon. Maar wat ik nu om me heen zie, heb ik gewoon nog nooit meegemaakt.
Meneer De Jong lepelde net al veel voorbeelden op. Al onze mailboxen zitten vol. In één week krijg ik verschillende berichten van mensen. Iemand stuurde: "Ik heb hier een jongen van 21 die al drie weken in een kelderbox slaapt in Rotterdam-Zuid. Wat kunnen we voor deze jongen doen? Hij loopt alle loketten af. Hij loopt alle hulporganisaties af. Of de computer zegt nee, of hulporganisaties zeggen het ook niet meer te weten. Zij hebben wachtlijsten. Zij hebben geen woonruimte. Het lijkt wel alsof iedereen een beetje door de bodem is gezakt."
Iemand anders kwam bij me. Hij zei: "Ik loop over straat. Een man zei tegen mij dat hij honger had. Ik ging net eten. Ik neem die man mee. Hij meldt zich overal voor opvang, maar kan nergens terecht. Vervolgens krijgt hij een intakegesprek bij een gemeente. De gemeente zegt dat hij over twee weken terug kan komen. Hij moet ervoor zorgen dat hij zijn id meeneemt en op tijd is. Dan gaat de gemeente even checken of hij wel echt dakloos is. Die man vroeg om een bed en eten, want hij had gewoon honger."
Zo zijn er heel veel gevallen. Daarom ben ik die "aan de bak"-tour begonnen, om te kijken hoe het nou beter kan. Hoe krijgen we de systeemwereld en de echte wereld waarin mensen leven, beter op elkaar afgestemd? Het koopkrachtpakket van het kabinet is hartstikke mooi. Die energietoeslag is natuurlijk een ongelofelijk gebaar. Maar je ziet steeds meer dat het niet landt bij de mensen die dit het allerhardst nodig hebben. Met een hele grote groep gaat het namelijk wel goed. Maar juist bij de groep die de overheid het allerhardst nodig heeft, komt de hulp niet aan op de manier die we zouden willen. Dat komt ook omdat de lokale overheden gewoonweg te weinig geld hebben om de mensen te helpen die ze zouden willen helpen.
We weten ook dat het piept en kraakt in de uitvoering. Bij alles wat wij willen, bij alle groepen die wij willen helpen, zegt het kabinet: dat zouden wij ook willen, maar ja, de uitvoering, de uitvoering. Ik heb daar wel een vraag over aan de minister. Als je het maatschappelijk middenveld, hulporganisaties, bedrijven en noem maar op spreekt, dan zeggen zij allemaal: "Denkt u dat het nu erg is? Wacht maar, in februari komt de grote golf pas echt." Dan staan we hier dus misschien weer. Dan staan we misschien weer over toeslagen te praten. Dan staan we hier weer met ministers die zeggen: wij willen die mensen ook helpen, maar de uitvoering, de uitvoering. Dan zeggen wethouders weer: wij willen die mensen ook helpen, maar de uitvoering, de uitvoering. Mijn vraag is dan ook: welke maatregelen heeft het kabinet concreet ingezet om ervoor te zorgen dat als wij hier straks weer praten over toeslagen, het antwoord "het kan niet in de uitvoering" zo veel mogelijk geminimaliseerd wordt? Dat zou ik echt vandaag van de minister willen horen.
Behalve in de uitvoering zie je het ook misgaan bij de grote verschillen tussen steden. Het landt niet goed bij mensen. Er wordt altijd maar gedacht dat die €1.300 toegevoegd kan worden aan buffers. Er wordt gedacht dat die €1.300 bij een spaarpotje kan. Er wordt gedacht dat mensen die €1.300 apart zetten. Er zijn echter helemaal geen spaarrekeningen meer. Deze mensen hebben een negatief inkomen. Die €1.300 gaat dus een zwart gat in. Nu een energietoeslag: bedankt, super, maar wat is het plan na die energietoeslag voor al die mensen die hun geld in een bodemloze put hebben zien gaan?
Bij mij in Rotterdam zag ik het ook. Zo'n loket wordt gesloten en gemeenten zeggen: geen zorgen, we doen er werkelijk waar alles aan om ervoor te zorgen dat ook het laatste restje mensen dat recht heeft op een toeslag die ook krijgt. Wat zie ik dan bij mij op de markt? Juist die migrantenouderen, die dat geld het allerhardst nodig hebben, worden aangesproken door mensen in gemeentehesjes in een taal en op een niveau die ze totaal niet begrijpen. Dus juist ook weer die aansluiting in communicatie: hoe gaan we daarmee om? Dat zijn juist de mensen die we straks op straat terugvinden, op zoek naar eten in een prullenbak.
Dan wat al eerder is aangestipt: die 120% van het sociaal minimum die de energietoeslag krijgt. Dat is gewoon ontoereikend en oneerlijk. Er zijn gemeenten die zeggen: we gaan voor 110% of 115%. Dan zegt dit kabinet: maar een gering aantal kiest daarvoor. Maar ook al is het een gering aantal, voor dat kleine aantal gezinnen die het betreft betekent het heel slecht eten, geen eten of kinderen zonder ontbijt naar school. De vraag is dan ook wat het kabinet kan doen voor de groep die daarbuiten valt. Hoe zorgen we dat we die vinden en ze naar hulp doorverwezen worden? Daarom vraagt de PvdA, net zoals zovelen hier al hebben gedaan, om één generieke maatregel te treffen die voor iedereen geldt. En ga dan in ieder geval uit van ten minste 130% van het sociaal minimum, zodat de verschillen niet zo ongelofelijk groot zijn.
Dan de studenten. De heer Van Baarle heeft het er al over gehad. We hebben er in de zomer ook al over gesproken. Toen was het nog heel warm en inmiddels is het ongelofelijk koud. Er komen duizenden meldingen binnen van studenten die de energiekosten niet meer kunnen betalen. Dan kom je in aanmerking voor bijzondere bijstand. Dat is het idee. Maar daarvoor moet je eerst maximaal bijlenen en je dus eerst in de schulden steken voordat je die energietoeslag krijgt, terwijl we hier juist allerlei debatten gehad over dat we vooral de jongeren en de studenten niet in de schulden moeten hebben. Maar ondertussen is het plan: steek je maar in de schulden, dan krijg je die toeslag. Mijn vraag aan de minister is of zij ervoor wil zorgen dat in het kader van de energiecrisis er een uitzondering gemaakt kan worden en de studiefinanciering niet bestempeld wordt als voorliggende voorziening in de zin van de Participatiewet om te voorkomen dat studenten eerst meer schulden moeten maken voordat ze hulp krijgen.
Dan de studenten die maximaal bijlenen en in theorie dus in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Die moeten eerst aantonen dat ze met hoge energiekosten te maken hebben, bijvoorbeeld door een contract op naam, iets wat heel veel studenten niet hebben. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat studenten die kromliggen om de energierekening te betalen de bijzondere bijstand uitgekeerd krijgen, ook als ze geen eigen contract hebben?
Dan de uitvoering. Ik zei het net al, maar het geldt voor de studenten ook. De Partij van de Arbeid krijgt signalen uit studentensteden dat als het de noodlijdende studenten al gaat lukken om bijzondere bijstand aan te vragen, de uitvoering vastloopt en budgetten niet toereikend zijn. De Partij van de Arbeid pleit er dan ook voor om studenten recht te geven op de energietoeslag volgens dezelfde eisen als alle andere Nederlanders die hier aanspraak op maken en te stoppen met het maken van een onderscheid dat de rechter ook onrechtmatig heeft verklaard.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan de heer De Kort van de VVD.
De heer De Kort (VVD):
Dank, voorzitter. We hebben in deze Kamer plenair en ook in commissieverband al een aantal keer gesproken over deze energietoeslag, maar toch zijn er zojuist nog een aantal kritische vragen gesteld. Ik heb ook nog een aantal vragen, ook kritische.
Maar ik wil ook van de gelegenheid gebruikmaken om toch een compliment uit te delen, want het kabinet heeft in deze ongekende tijden in een mum van tijd een maatregel ingesteld die sterk gericht is op de minima. Poetins oorlog en de huidige inflatie, die niet te voorspellen waren, hebben gevolgen voor iedereen. Met name de minima moeten niet door het ijs zakken. We willen acute problemen voorkomen en daarom is onder andere die energietoeslag ingesteld.
In de beantwoording in voorbereiding op dit wetsartikel lees ik dat er enkele gemeenten zijn die niet tot 120% van het sociaal minimum zouden hebben uitgekeerd, terwijl daar verder eigenlijk niet meer over gesproken wordt. Ik vraag me af om welke gemeenten en om hoeveel gemeenten het gaat, en of dit al is gecorrigeerd. Heeft de minister daar al contact over gehad? Is inmiddels in al die gemeenten wel uitgekeerd tot 120% van het sociaal minimum? Als dat niet het geval is, wat gaat de minister er dan aan doen om dat alsnog te corrigeren?
Verder kwam er gister nog een brief binnen over de kwijtschelding in relatie tot de vermogenstoets voor gemeente- en waterschapsbelastingen. In die brief staat dat als minima de €1.300 opsparen om op safe te spelen bij de eindafrekening, om die te kunnen voldoen, het gevolgen kan hebben voor de toets. Volgens mij kan dat niet de bedoeling zijn. Ik ben dus heel benieuwd hoe de minister daarnaar kijkt. Ze geeft in de brief aan dat ze op zoek is naar een oplossing, maar ik zou ook graag een termijn horen en daar ook een oplossingsrichting in willen zien.
Dan nog het punt van de chronisch zieken, dat hier in de Kamer ook al een aantal keer is besproken. De Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en de zorgverzekeraars bieden daarin een oplossing, maar een deel van hen dreigt toch nog tussen wal en schip te vallen. Volgens mij is het tijdelijke energienoodfonds juist ingesteld om oplossingen te bieden. In de brief van het kabinet wordt dit als mogelijkheid beschouwd. Die groep moet daar, juist ook vanwege de medische noodzaak van hoog energieverbruik, onder kunnen vallen. Graag een reactie daarop van het kabinet.
Tot zover mijn bijdrage.
De voorzitter:
Er wacht u nog een interruptie van de heer De Jong.
De heer Léon de Jong (PVV):
De mensen thuis redden het echt niet meer. Ze kunnen hun boodschappen niet meer normaal doen. Hun energierekening schiet de lucht in. Ze zitten thuis in de kou. Ze hebben een lege koelkast. Het is echt dramatisch wat er thuis gebeurt. Nu is er een energietoeslag en die is alleen beschikbaar voor mensen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Maar Utrecht, Den Haag en Rotterdam hebben het al uit eigen middelen opgeplust, omdat heel veel mensen anders buiten de boot zouden vallen. Is de VVD-fractie het ermee eens dat die 120% te laag is? Is ze het er ook mee eens dat die zou moeten worden verhoogd?
De heer De Kort (VVD):
Nee. De VVD-fractie begrijpt de grens van 120% van het sociaal minimum heel goed omdat die ook aansluit bij het overgrote deel van de 344 gemeenten en het minimabeleid. Daarbij zijn er ook nog allerlei andere maatregelen getroffen, bijvoorbeeld de verhoging van het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen en de 100 miljoen voor schoolontbijt en -lunches. Het is dus niet zo dat de energietoeslag de enige maatregel is die aan de onderkant plaatsvindt. U noemt gemeenten die daarin verder willen gaan. Ik vind dat een democratische keuze, zoals we het ook in het huis van Thorbecke hebben ingericht. Die gemeenteraden kunnen dat zelf besluiten.
De heer Léon de Jong (PVV):
Dat is gewoon noodzaak! Dat is grote noodzaak. Ze zijn in Rotterdam niet overgegaan tot 140% van het sociaal minimum omdat ze er lol in hebben. Ze zien dat hun inwoners kapotgaan. Die gaan gewoon financieel kapot. Nu hebben wij hier als landelijke politiek de mogelijkheid om te zeggen: als we zien dat het in een grote stad als Rotterdam fout gaat met de middelen die wij ze geven, dan gaan we die helpen en dan gaan we ervoor zorgen dat ook alle andere gemeentes voldoende middelen hebben, zodat we de inwoners van die gemeentes niet kapot laten gaan. De D66-fractie ... Nee, ik bedoel: de VVD-fractie — ik haal ze inderdaad heel vaak door elkaar. De VVD-fractie zegt gewoon keihard nee, terwijl het heel erg dramatisch is wat er thuis gebeurt. Ik snap niet waarom de VVD-fractie dat simpelweg tegenhoudt, terwijl die gemeentes juist aangeven dat ze meer middelen nodig hebben. Realiseert de VVD-fractie zich dat ze die mensen en die gemeentes keihard in de steek laat?
De heer De Kort (VVD):
Poetins oorlog en de inflatie hebben heel veel gevolgen. Die zijn voor iedereen merkbaar. Ook de VVD spant zich ervoor in om te voorkomen dat mensen in acute problemen raken. Daarom kiezen wij er uit noodzaak voor om het wettelijk minimumloon en de daaraan gekoppelde uitkeringen te verhogen. Uit noodzaak hebben we de btw en de accijnzen op energie en gas met 6,5 miljard verlaagd. Uit noodzaak is deze energietoeslag er, komt het energieplafond eraan en gaat er €190 naar iedereen voor energiecompensatie. Dus de VVD doet wel degelijk wat nodig is om te voorkomen dat mensen door het ijs zakken.
De voorzitter:
Heel kort.
De heer Léon de Jong (PVV):
Nee, dat doet de VVD-fractie helemaal niet. Zij verschuilt zich achter een oorlog, terwijl in 2021, ver voor de oorlog, de mensen het al niet meer redden. Toen al waren er ik-weet-niet-hoeveel mensen met energiearmoede. Zij konden hun rekeningen en de boodschappen toen al niet betalen. Die mensen zijn alleen nog maar verder het moeras ingeduwd. Het probleem daarvan is dus dat de problemen rondom problematische schulden en armoede alleen maar groter worden door de VVD, die het tegenhoudt om die mensen echt te helpen. Mijn laatste oproep is alsnog: stap over uw eigen schaduw heen, verschuilt u zich niet de hele tijd achter die oorlog. Het is de VVD-fractie zelf die onze eigen mensen keihard in de problemen helpt door ze niet méér te helpen dan kan. Steun alstublieft de maatregel om de energietoeslag gewoon op 140% te zetten. Doet u dat niet, dan laat u miljoenen mensen kei- en keihard in de steek. U zou zich daarvoor kapot moeten schamen.
De heer De Kort (VVD):
Iedereen die in armoede leeft, zeker ieder kind dat in armoede leeft, is er een te veel. Dat deel ik met de heer De Jong. Juist door dit ongekende maatregelenpakket daalt de armoede, zeker aan de onderkant van de minima, van 9,2% naar 6,9%. Macro zegt dat iets, maar ik begrijp dat dit micro, wanneer je daarmee te maken hebt, heel heftig kan zijn. Ook ik ga op werkbezoek en spreek mensen. Daarom is het ook goed dat we meer geld uittrekken voor de voedselbank en dat we — ik kan weer het hele rijtje opsommen — die maatregelen treffen. Dat doen we ook niet voor niets. Dat doen we ook met de steun van de VVD.
De heer Van Kent (SP):
De VVD somt hier op wat het kabinet doet, maar tegelijkertijd zien we dat het Rode Kruis geld inzamelt. Dat doet het niet voor de gevolgen van een tsunami, een aardbeving of een hongersnood in een land hier ver vandaan. Nee, dat doet het voor de hongersnood in Nissewaard of in Zaltbommel. Schaamt de VVD zich niet? Schaamt de VVD zich niet dat zij met de kabinetten-Rutte het land tot op dit punt, toch wel een punt waar we ons voor moeten schamen, heeft gebracht?
De heer De Kort (VVD):
Ik ga in herhaling vallen. Niemand had kunnen voorzien wat er is gebeurd. Daarom is dit ongekende pakket van zo'n 40 miljard er. Er wordt hier de indruk gewekt alsof er niks gebeurt. 40 miljard is veel, wil ik via u, meneer de voorzitter, tegen meneer Van Kent zeggen. Het overgrote deel van die maatregelen komt juist terecht bij degenen die het het hardst nodig hebben. Denk aan de energietoeslag, de verhoging van het wml, de daaraan gekoppelde uitkeringen en nog veel meer. Ik denk dat het noodzakelijk is en dat het goed is dat we dat doen. Zo kijk ik ernaar.
De heer Van Kent (SP):
Ziet de VVD dan werkelijk waar niet wat de noden zijn in het land? Ziet de VVD niet dat de rijen bij de voedselbank langer aan het worden zijn, dat mensen noodgedwongen spaghetti met frikandellen of rijst met knakworsten eten, omdat ze geen gezond eten kunnen kopen in de winkel? Ziet de VVD niet dat dat het gevolg is van politieke keuzes? Ziet de VVD niet dat het hartstikke goed gaat met degenen die heel veel geld hebben in Nederland, met de aandeelhouders, met de ondernemers die dikke winsten opstrijken en dat tegelijkertijd mensen in dit land simpelweg in de kou zitten en geen goed eten kunnen kopen? Als de VVD dat ziet maar daar niks aan doet, dan accepteert de VVD toch dat die bittere armoede er is? Dan accepteert de VVD toch dat kinderen in armoede opgroeien? Dan accepteert de VVD toch dat mensen na een heel lang leven gewerkt te hebben in bittere armoede thuis in de kou zitten?
De heer De Kort (VVD):
Ik bestrijd dat er niks gebeurt. De uitkeringen gaan per 1 januari omhoog. In een mum van tijd — dat is echt een compliment waard — is de energietoeslag van €1.300 aan de minima uitgekeerd. Die wordt volgend jaar ook weer uitgekeerd. Dit doen we nu. Dit is nu nodig in deze ongekende tijd. Maar de manier om op de lange termijn echt uit de armoede te komen, is werk. We moeten erop inzetten dat mensen meer begeleid worden en meer ondersteuning krijgen, zodat ze werk kunnen vinden en uiteindelijk ook zelfstandig kunnen zijn. Dat is waar de VVD voor gaat.
De heer Van Kent (SP):
De heer De Kort kletst uit zijn nek, want werk is helemaal niet oplossing om uit de armoedesituatie komen. Sterker nog, er zijn steeds meer mensen die werken en niet rond kunnen komen, simpelweg omdat de lonen te laag en de prijzen te hoog zijn. Zolang de VVD accepteert dat de energieprijzen zo hoog zijn, dat daardoor de accijnsinkomens van de overheid hoger zijn dan ooit tevoren, dat de werkgevers in Nederland veel te weinig loon betalen — dat komt namelijk doordat het minimumloon veel te laag is en ook met veel te weinig omhooggaat — accepteert de VVD ook dat mensen die werken, in armoede leven. Dat is een schande.
De heer De Kort (VVD):
Dit ben ik niet eens met de heer Van Kent. Het wml gaat omhoog. Dat zal ook een opduwende werking hebben voor de overige lonen. Daarnaast doen we ook het een en ander aan de inkomstenbelasting en aan de arbeidskorting. Collega Smals heeft verschillende initiatieven genomen voor en vragen gesteld over de marginale druk, dus wij verschillen daarover van mening. Er kunnen altijd dingen beter. Daarover ga ik graag met onder anderen de heer Van Kent in de SZW-commissie in debat.
De voorzitter:
Meneer Van Baarle. Ik dacht dat u weg was.
De heer Van Baarle (DENK):
Om 14.00 uur, voorzitter. U kunt dus nog even van mijn aanwezigheid genieten.
De voorzitter:
Heerlijk. Ga uw gang.
De heer Van Baarle (DENK):
De mensen in het land trekken het niet meer. We zien de schrijnende verhalen van mensen die hun boodschappen niet meer kunnen betalen, mensen die bij kaarslicht thuis zitten en de verwarming niet aandoen. We horen hier de heer De Kort van de VVD, die eigenlijk trots is op wat het kabinet doet. Maar als het Centraal Planbureau doorrekent dat met alle koopkrachtmaatregelen die het kabinet neemt, inclusief het prijsplafond, inclusief alles, in het beste scenario nog steeds 500.000 huishoudens volgend jaar afkoersen op een betalingsrisico en dat ongeveer 2 miljoen mensen in Nederland hun dingen niet meer kunnen betalen, hoe kan de heer De Kort dan volhouden dat het voldoende is wat het kabinet doet? Dan is het toch volstrekt onvoldoende wat het kabinet doet?
De heer De Kort (VVD):
Ik heb al aangegeven dat we echt in ongekende tijden leven en dat het een knappe prestatie is dat het kabinet deze energietoeslag, waar we het nu over hebben, heeft opgetuigd. In samenwerking met de 344 gemeenten zijn in een mum van tijd heel gericht de minima bereikt. Daarnaast zijn er ook nog allerlei andere maatregelen. Denk aan het energieplafond, de €190 energiecompensatie, het verlagen van de btw en accijnzen. Dat zijn allemaal maatregelen die ervoor moeten zorgen dat mensen niet door het ijs zakken en dat acute problemen voorkomen worden. Dat vind ik een compliment waard. Over dat er dingen beter kunnen, spreken we iedere dag met elkaar.
De heer Van Baarle (DENK):
Op welke planeet leeft de heer De Kort? 500.000 huishoudens volgend jaar, 2 miljoen mensen die gewoon op armoede afkoersen, en de heer De Kort staat hier een beetje te zeggen: ik geef het kabinet complimenten, en ik vind het allemaal zo knap. De heer De Kort zou tegen het kabinet moeten zeggen: hoe kunt u het accepteren dat er nog steeds 500.000 huishoudens volgend jaar tegen betalingsproblemen aan lopen? Waarom is de heer De Kort hier alleen maar bezig met een soort wereldvreemde lofzang op het kabinet en complimenten aan het uitdelen, en weigert hij gewoon te onderkennen dat er volgend jaar nog meer dan 2 miljoen mensen in de problemen komen? Ziet de heer De Kort dat wel, of is de heer De Kort vervreemd van de samenleving?
De heer De Kort (VVD):
Nou, dat laatste zeker niet. Ik heb een compliment gemaakt, en ik denk terecht, maar ik heb ook een aantal kritische vragen gesteld. We hebben hiervoor het debat Armoede- en schuldenbeleid gehad. U heeft het over betalingsproblemen. Daarom heb ik zojuist een motie ingediend over de AVG, die te vaak in de weg zit. We willen zaken vroeg signaleren, zodat mensen tijdig geholpen kunnen worden. En daarbij is er het hele pakket — ik hoef het niet nog een keer te herhalen — van de verhoging van de uitkeringen, de energietoeslag, noem maar op, heel gericht op juist die minima, omdat we willen voorkomen dat ze verder in de problemen raken.
De voorzitter:
Kort.
De heer Van Baarle (DENK):
Ja, maar dat pakket is dus niet genoeg. Dat laten de cijfers zien: 500.000 huishoudens, meer dan 2 miljoen mensen, koersen nog steeds volgend jaar af op betalingsproblemen, op armoede. En dan zegt de heer De Kort hier: ik heb een motie ingediend die mensen moet helpen als ze in de schulden komen. Nee, we moeten voorkómen dat we die mensen de schulden in helpen. Dus is de heer De Kort bereid om aan het kabinet te vragen dat ze extra moeten doen, niet alleen nu maar ook volgend jaar, om ervoor te zorgen dat mensen gewoon hun rekeningen kunnen betalen? Want dat moeten wij als politici doen: ervoor zorgen dat mensen hun leven kunnen betalen.
De heer De Kort (VVD):
Juist door het maatregelenpakket dat zich voor het overgrote deel richt op de mensen die het het moeilijkst hebben, de minima, daalt de armoede. En nogmaals, macro zegt dat van alles, maar iedereen in de armoede is er een te veel. Maar daarvoor hebben we juist de gemeenten ook keihard nodig als eerste overheid, die veel dichter bij de burgers staat, om gericht te helpen. Nou, die vraag wil ik dus ook aan het kabinet stellen: hoe kunnen we gemeenten nog meer in positie brengen? Maar nogmaals, ik vind wel dat er heel veel gebeurt, en dat er ook echt in een ongekende tijd een ongekend maatregelenpakket vrij gericht is ingezet.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Ik zou van de VVD willen weten of de VVD ervan op de hoogte is dat ze zich baseert op oude cijfers, omdat het CPB inmiddels heeft aangegeven dat het aantal kinderen in armoede weer gaat stijgen.
De heer De Kort (VVD):
Die cijfers heb ik niet. Dan ben ik benieuwd naar die cijfers. De inflatie neemt inmiddels ook weer af. En nogmaals, het gaat mij erom dat we gerichte maatregelen treffen, juist voor de mensen die het het moeilijkst hebben. Er gebeurt ook het meest voor de minima. Daarnaast hebben we nog heel veel maatregelen voor de middenklasse, want ook die groep heeft het steeds zwaarder. En dat is waar de inzet van de VVD op gericht is.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Dan ben ik in ieder geval ongelofelijk blij dat de VVD die maatregelen zo van belang vindt om in ieder geval die armoede, die dus wel gaat toenemen, te tackelen. Vindt de Partij van de Arbeid dan ook de VVD aan haar zijde als de Partij van de Arbeid ervoor strijdt dat die bezuinigingen die mogelijk in de lucht hangen, in ieder geval niet gaan gebeuren als we het hebben over schulden- en armoedebeleid?
De heer De Kort (VVD):
Wat de VVD vindt — dat heeft collega Heinen eerder aangegeven — is dat we moeten stoppen met meer uitgeven. En ik ben slechtziend, maar niet helderziend. Wat ook heel belangrijk is voor de keuzes die we daarin gaan maken, is wat de ontwikkelingen in de toekomst zijn. Ik weet niet wat er gaat gebeuren rondom Poetins oorlog, wat de koopkracht- en loonontwikkelingen zijn voor volgend jaar. Dát is het moment om keuzes te maken. De VVD vindt wel dat we nu moeten doen wat nodig is om te voorkomen dat mensen, met name die aan de onderkant maar ook de middenklasse, verder in de problemen komen. Manieren om uit de armoede te komen zijn daarbij op de lange termijn — daar had ik het met de heer Van Kent al even over — een baan en zelfstandigheid, wanneer dat mogelijk is met de juiste begeleiding en voorzieningen.
De voorzitter:
Heel kort, afrondend.
Mevrouw Kathmann (PvdA):
Dat was geen antwoord op mijn vraag. Mijn vraag was: vindt de Partij van de Arbeid de VVD aan haar zijde over dat er geen bezuinigingen op armoede- en schuldenbeleid mogen zijn? Dan is het antwoord niet dat we moeten stoppen met uitgeven, want ik denk dat er heel veel Nederlanders zijn, 500.000, zo heeft de heer Van Baarle me net geleerd, die heel graag wat meer zouden willen uitgeven.
De heer De Kort (VVD):
Op het moment dat die keuze zich voordoet, weten we pas wat de inflatie, de koopkracht- en de loonontwikkelingen zijn. Dat is het moment om die keuzes te maken. Waar we in ieder geval mee moeten beginnen, is stoppen met meer uitgeven, want we blijven meer uitgeven en dat moeten we zeker niet doen in deze tijd.
De voorzitter:
Dank u wel. We hebben nog drie sprekers te gaan voor de lunch. Ik geef graag het woord aan mevrouw Podt van de fractie van D66.
Mevrouw Podt (D66):
Dank u wel, voorzitter. De energietoeslag is voor de laagste inkomens een belangrijke steun om de energierekening te kunnen betalen. Ook volgend jaar zal deze weer uitgekeerd worden. Mijn grootste zorg blijft dat niet iedereen die er recht op heeft, deze toeslag goed weet te vinden. Daarom vraag ik de minister hoeveel procent van de mensen die het nodig hebben of er recht op hebben, de energietoeslag uiteindelijk heeft aangevraagd. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat dat aantal het komende jaren omhooggaat? Want ik deel de zorg van veel collega's hier in de Kamer. Het was altijd al lastig om mensen te bereiken die dit het hardste nodig hebben en dit is nu misschien wel urgenter dan ooit.
Voor studenten is de ondersteuning in de energiekosten georganiseerd via de individuele bijzondere bijstand. Dat moet een toegankelijk alternatief zijn voor de energietoeslag. Van de zomer heb ik de minister opgeroepen: houd in de gaten of studenten die ondersteuning inderdaad weten te vinden en of gemeenten uitkomen met het budget. Vorige week begreep ik dat het voor de minister lastig is inzicht te krijgen in de aanvragen die specifiek van studenten komen. En dat begrijp ik. Dat is niet eenvoudig in kaart te brengen omdat gemeenten doelgroepen nu eenmaal niet bijhouden. Maar in samenspraak met universiteiten en studentenorganisaties moet het toch mogelijk zijn om een idee te krijgen of en, zo ja, waar het nu knelt om zo nodig actie te ondernemen? Graag een reactie.
De voorzitter:
Een vraag van de heer Van Baarle.
De heer Van Baarle (DENK):
Weet mevrouw Podt, die namens D66 spreekt, hoeveel procent van de uitwonende studenten aangaf — dan hebben we het al over de periode van voor de problemen — niet rond te kunnen komen en hoeveel geld ze maandelijks tekortkwamen?
Mevrouw Podt (D66):
Nee, dat weet ik niet.
De heer Van Baarle (DENK):
Dat was 34% van de uitwonende studenten. Die kwamen gemiddeld €225 per maand tekort om rond te kunnen komen. Deze regering maakt een bedrag over van 35 miljoen naar de gemeenten. Als we 34% nemen van de uitwonende studenten, dus de groep die aangeeft niet rond te kunnen komen al voordat deze problemen speelden, en we dat bedrag van 35 miljoen daar tegenoverstellen, dan geven we ze €250 per student. Dat is iets meer dan het bedrag dat ze al tekortkwamen voor de problemen met de energierekening. Op grond daarvan kan mevrouw Podt namens D66 toch alleen maar aangeven dat wat deze regering doet, namelijk die individuele student €250 per persoon geven, gewoon een totale fooi is?
Mevrouw Podt (D66):
Er moeten even een paar dingen uit elkaar gehaald worden. Allereerst is het natuurlijk niet zo dat studenten €250 per persoon krijgen. We hebben een maatwerkoplossing geregeld voor studenten. Ik vind dat ook heel belangrijk omdat de oplossing die DENK voorstaat, is om alle studenten die energietoeslag te geven. Dat lijkt mij geen goede oplossing. Daar hebben we ook al eerder debatten over gehad waarbij ik ook heb uitgelegd waarom ik dat vind. Ik vind dat we dit geld heel gericht moeten inzetten. Ik heb zelf destijds in een studentenhuis gewoond met achttien personen. We hadden het enig gevonden om allemaal €1.300 te krijgen, maar ik denk niet dat dat een goed idee was en ik denk ook niet dat dat nu een goed idee is. Ik denk dat het goed is om ervoor te zorgen dat we dat gericht uitgeven. Dat betekent dat sommige studenten misschien niet in aanmerking komen en dat de studenten die het echt nodig hebben, het wel krijgen.
De heer Van Baarle (DENK):
De fractie van DENK en de fractie van D66 verschillen hierover inderdaad van mening. Wij vinden namelijk dat je studenten niet moet uitsluiten van de energietoeslag en D66 vindt dat je ze wel moet uitsluiten; dat mag duidelijk zijn. Dan is er nu door de regering een andere oplossing gekozen. We gaan gemeenten namelijk een bedrag overmaken. Dat bedrag is 35 miljoen. Als we dat bedrag afzetten tegen het aantal uitwonende studenten dat al aangaf problemen te hebben vóór de energietoeslag, dan is dat €250 per student. Ik heb nogmaals de volgende vraag. Die studenten kwamen al €225 tekort per maand. Dat is alleen maar erger geworden. U geeft ze €250 voor een heel jaar. Dat is dan toch te weinig? Kan D66 op z'n minst aangeven dat dat bedrag van 35 miljoen dat naar gemeenten gaat omhoog moet, omdat dat een schijntje is?
Mevrouw Podt (D66):
Dan moeten we het nog even heel precies zeggen. D66 zegt inderdaad dat wat ons betreft de energietoeslag niet naar studenten hoeft. De heer Van Baarle weet echter heel goed dat wij van het begin af aan gezegd hebben dat er een oplossing moet komen voor de studenten die dat nodig hebben. Volgens mij delen we dat ook met elkaar. Ik denk niet dat het afhangt van het labeltje dat eraan hangt. Het gaat erom dat mensen geholpen worden. De vraag of het genoeg is, is een vraag die wij al maandenlang bij deze minister neerleggen. Daar hebben we ook moties over ingediend en debatten over gehad. Iedere keer — dat doe ik ook nu weer; dat heeft u net gehoord — vraag ik deze minister: "Is het genoeg? Komen gemeenten ermee uit? Gaat het goed? Krijgen studenten waar ze recht op hebben en wat ze nodig hebben?" Dat zijn de vragen die ik stel. Op het moment dat dat niet zo is, dan praten we daar verder over.
De voorzitter:
U continueert. O, er is nog een vraag van de heer Van Kent.
De heer Van Kent (SP):
Vindt mevrouw Podt dat de energietoeslag ook daadwerkelijk gebruikt moet worden om de energierekening te betalen of mag dat ook ergens anders voor gebruikt worden?
Mevrouw Podt (D66):
Volgens mij ligt er een — ik ben even de naam kwijt — richtlijn voor de gemeenten dat mensen dat bedrag gewoon krijgen. Dan lijkt het me dat mensen zelf mogen besluiten waar ze dat aan uitgeven.
De heer Van Kent (SP):
Dat zijn we met elkaar eens. Dat zou dus betekenen dat studenten, die ook te maken hebben met een duurdere zorgverzekering en sterk stijgende prijzen in de supermarkten, die toeslag ook nodig hebben voor de andere zaken in het leven, buiten de energierekening die ze eventueel met een aantal mensen delen. Zou mevrouw Podt het dan niet rechtvaardig vinden dat we die toeslag ook beschikbaar te stellen voor deze jongeren, die het financieel gezien echt moeilijk hebben, met alle prijzen die aan het stijgen zijn in ogenschouw genomen?
Mevrouw Podt (D66):
Ik heb de heer Van Kent nog nooit zo enthousiast gehoord over een toeslag. Ik denk dat het vooral heel belangrijk is dat we zorgen dat mensen die het niet redden hun hoofd boven water kunnen houden. Voor mij gaat dat dus niet over de energietoeslag. Zoals ik net al zei, is die individuele bijzondere bijstand er natuurlijk op gericht dat we zorgen dat dat gebeurt. Of dat nou te maken heeft met de stijgende kosten door de zorg — de zorgtoeslag is overigens ook omhooggegaan — of met de energierekening of de boodschappen, maakt mij dan niet uit. Dat zou gemeenten ook niet uit moeten maken. Dat is het gesprek dat je vervolgens met elkaar voert op het moment dat studenten langskomen bij de gemeenten.
De heer Van Kent (SP):
De SP is enthousiast over het verlagen van de prijzen en het verhogen van de lonen, maar we spreken nu over de energietoeslag. Ik constateer dat D66 er bewust voor kiest om studenten uit te sluiten voor het volledige bedrag, dus dat ze geen recht hebben op die €1.300, terwijl dat geld — daar was ik het eerst met D66 over eens — ook nodig is voor de boodschappen, de zorgverzekering en de andere kosten die allemaal aan het stijgen zijn. Als we dat vaststellen, zouden we toch, anders dan D66 hier nu doet, moeten kiezen voor de jongeren en moeten zeggen: "Oké, wij geven die financiële tegemoetkoming zodat je rond kan komen"?
Mevrouw Podt (D66):
Volgens mij heb ik in het vorige interruptiedebatje ook al uitgelegd waarom ik het geen goed idee vind om alle studenten recht te laten hebben op de energietoeslag. Volgens mij moet de heer Van Kent dat ook niet willen, want wij willen dat die toeslag gaat naar de mensen die het echt nodig hebben. Als we het doen op de manier zoals de heer Van Kent nu oppert, dan gaat dat naar een heleboel studenten, zoals ik destijds in mijn grote studentenhuis, die het op die manier niet nodig hebben. Dus laten we zorgen dat we dat beter richten op daar waar het terecht moet komen.
De heer Van Kent (SP):
Ja, maar ook in dat grote studentenhuis moeten mensen boodschappen doen en hebben mensen te maken met een duurdere zorgverzekering.
De voorzitter:
Punt.
Mevrouw Podt (D66):
Zeker, maar achttien keer €1.300 is een heleboel geld.
De heer Léon de Jong (PVV):
D66 zegt: we moeten het geld geven aan de mensen die het echt nodig hebben, maar komt vervolgens totaal nergens mee — het is dus eigenlijk een wassen neus — en laat studenten dus keihard in de steek. Voor een partij als D66, die altijd zegt dat ze opkomt voor studenten, is dat zeer opmerkelijk.
Maar ik wil het even over een andere groep hebben: de mensen die hun hele leven keihard hebben gewerkt. Zij zijn nu 70 jaar en hebben een klein AOW'tje en een klein aanvullend pensioen. Als ze een paar tientjes te veel aan inkomen hebben, terwijl hun koelkast leeg is en de kachel uitstaat, mogen ze geen gebruikmaken van die €1.300. Een gewoon, jong gezin loopt tegen hetzelfde aan. Zij werken fulltime, maar kunnen niet meer rondkomen en mogen ook geen gebruikmaken van die €1.300. Wat vindt D66 ervan dat die mensen niet genoeg hebben aan de maatregelen die nu voorliggen?
Mevrouw Podt (D66):
Volgens mij zijn wij allemaal op zoek gegaan naar maatregelen waarin een aantal dingen worden gecombineerd: ze bereiken zo veel mogelijk mensen die dat nodig hebben en doen dat heel gericht, zoals ik net ook al zei, en vooral heel snel; daar hebben we in deze Kamer toe opgeroepen. Dat betekent dat we hebben gekozen voor maatregelen die aansluiten bij de maatregelen die gemeenten al hebben op het gebied van armoedebestrijding, bijvoorbeeld het percentage van 120%, want volgens mij wil de heer De Jong daarnaartoe. Dat betekent dat we dat sneller kunnen doen. Dat betekent inderdaad ook — daar heeft de heer De Jong gelijk in — dat we niet iedereen bereiken die we zouden willen bereiken. Daarvoor heb je de individuele bijzondere bijstand, waarmee mensen met behulp van maatwerk geholpen kunnen worden op het moment dat ze het niet redden.
De heer Léon de Jong (PVV):
Zo gaat dat natuurlijk niet. De gemeentes Utrecht, Den Haag en Rotterdam hebben zelf gezegd: "We kijken naar onze mensen en we zien dat ze het niet redden. We moeten wel de toegang tot die €1.300 vergroten. We kunnen niet anders. En dat moeten we dan uit eigen middelen doen." Alleen dat is al een teken dat het volstrekt onvoldoende is om de voorwaarde voor die €1.300 op 120% van het sociaal minimum te zetten. En maar zeggen als D66: ga maar lekker naar de bijzondere bijstand toe. Dat is volstrekt asociaal. Het is volstrekt asociaal om mensen maar richting de bijzondere bijstand te duwen omdat D66 niet bereid is om die €1.300 gewoon voor meer mensen beschikbaar te stellen. Mijn oproep aan D66 is, nogmaals: kijk gewoon goed naar de mensen die het nu nodig hebben. Mensen die hun hele leven hebben gewerkt en een klein aanvullend pensioentje hebben, komen er niet voor in aanmerking. Een alleenstaande moeder die fulltime werkt, maar niet rondkomt, mag ook geen gebruikmaken van die €1.300. Dat zouden we kunnen oplossen door ons aan te sluiten, als D66 dat zo belangrijk vindt, bij gemeenten zoals Rotterdam. Die hebben laten zien dat het kan. Wat houdt D66 tegen om te doen wat de gemeente Rotterdam nu al doet?
Mevrouw Podt (D66):
Ik deel een heel groot deel van de doelen die de heer De Jong hier noemt; ik ben het alleen niet met hem eens over het middel. Ik vind het belangrijk dat we zo veel mogelijk mensen bereiken en dat we dat snel en efficiënt doen, zodat mensen die het nodig hebben, het ook krijgen. Als een gemeente al uitkeert aan mensen die 120% van het minimumloon verdienen, dan is dat een goede manier om ervoor te zorgen dat heel veel mensen het snel krijgen. We moeten er immers voor zorgen dat mensen dat krijgen. Daar is de individuele bijzondere bijstand voor. Het gaat er helemaal niet om dat we mensen daarnaartoe gaan duwen. Het gaat erom — volgens mij wil de heer De Jong dat ook — dat we er met z'n allen voor zorgen dat mensen het hoofd boven water kunnen houden. Als wij hier achter de tekentafel allerlei dingen gaan verzinnen waar gemeenten niet op een snelle manier op kunnen anticiperen, dan gaan de honderdduizenden mensen die de energietoeslag nu al hebben gekregen, de boot in, want dat gaat dan niet meer.
De heer Léon de Jong (PVV):
Dat is echt weer zo'n van tevoren bedacht antwoord. U luistert helemaal niet, zeg ik via de voorzitter tegen de mevrouw van D66. U kunt wel rare bewegingen maken, maar u luistert gewoon helemaal niet. U zegt eigenlijk …
Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter, ik heb hier een beetje bezwaar tegen, eerlijk gezegd.
De heer Léon de Jong (PVV):
Ja, maak maar bezwaar.
Mevrouw Podt (D66):
Ik ben gewoon aan het luisteren naar de heer De Jong en ik vind het nogal vervelend dat hij insinueert dat ik niet naar hem luister. Ik luister uitstekend naar hem. We zijn gewoon met elkaar in debat en dat kunnen we gewoon op een normale manier doen.
De voorzitter:
Eens.
De heer Léon de Jong (PVV):
Wat ik normaal zou vinden …
De voorzitter:
Dat punt is gemaakt. Het woord is aan de heer De Jong, afsluitend.
De heer Léon de Jong (PVV):
Wat ik normaal zou vinden, is het volgende. Ik zeg dat er ouderen zijn die hun hele leven lang keihard hebben gewerkt, maar die, omdat ze een klein aanvullend pensioentje hebben, niet in aanmerking komen voor de €1.300. U laat ze keihard in de steek. Eigenlijk zegt u: die mensen hebben het niet nodig; wij hebben die €1.300 alleen beschikbaar gesteld voor de mensen die het echt nodig hebben. Hetzelfde geldt voor mensen die fulltime werken maar niet rond kunnen komen en die, doordat ze een tientje of zo te veel aan inkomen hebben, geen gebruik kunnen maken van die €1.300.
De voorzitter:
Prima.
De heer Léon de Jong (PVV):
Mijn punt is dus het volgende, voorzitter. Daarom zeg ik dat zij niet heeft geluisterd naar wat ik zei. Als Rotterdam laat zien dat zij het daar wel kunnen en dat ze er behoefte aan hebben, dan kan D66 zich niet verschuilen achter het verhaal dat we nieuwe dingen moeten gaan verzinnen die niet aansluiten bij wat gemeentes willen. Waarom houdt D66 dat dus tegen?
Mevrouw Podt (D66):
Op geen enkel moment heb ik gezegd dat die mensen dat niet nodig zouden hebben. Sterker nog, ik denk dat het goed is dat we zoeken naar manieren om de mensen die het nodig hebben, goed te bereiken. Het verschil tussen de heer De Jong en mij is dat wij het allebei op een andere manier willen doen. Als er vandaag mensen zitten te kijken die denken "ik red het niet" of "ik ken mensen die het niet redden", hoop ik dat zij zelf naar de gemeente gaan of dat zij die mensen die zij kennen ertoe aansporen om naar de gemeente te gaan, want daar liggen de oplossingen om ervoor te zorgen dat mensen het hoofd boven water kunnen houden.
De voorzitter:
U continueert.
Mevrouw Podt (D66):
Ik heb nog één korte vraag over internationale studenten. Daar hebben we er heel veel van in Nederland. Kunnen zij, mits ze aan de overige voorwaarden voldoen, ook terecht bij hun gemeente? Dat was mijn laatste vraag.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dan mevrouw Palland van het CDA.
Mevrouw Palland (CDA):
Voorzitter, dank u wel. In dit debat ligt specifiek de begrotingswijziging met betrekking tot de energietoeslag voor. Daar hebben we al veel over gesproken. Sterker nog, het geld voor dit jaar is al uitgekeerd door de gemeenten.
Voorzitter. Het kabinet wil, net als de Kamer, mensen helpen die in de knel komen door de hoge energiekosten. Dat is terecht. Geen enkele regeling is perfect gebleken. Het is belangrijk dat het kabinet, ook omdat het de verwachting is dat de energiekosten niet snel weer op het oude niveau zullen liggen, ook inzet op structurele maatregelen om de bestaanszekerheid te vergroten en werk te maken van energiebesparing en verduurzaming. En ook dat gebeurt. Wij kunnen instemmen met de voorliggende begrotingswijziging specifiek gericht op een energietoeslag voor mensen die rondkomen van een sociaal minimum. Het begon met een motie over een bedrag van €200, en dat bedrag is afgelopen jaar via €800 opgehoogd naar €1.300.
Wij hebben wel nog een aantal vragen. Over studenten is veel gesproken. Hun situatie verschilt, maar voor studenten die in de knel komen, is individuele bijzondere bijstand mogelijk. Daarvoor is extra geld beschikbaar gesteld. Er zijn overigens ook een aantal generieke maatregelen die ook voor hen beschikbaar zijn. Wij hebben het advies van de landsadvocaat gezien. De handreiking voor gemeenten zou hierop worden aangepast. Wanneer is dit klaar? Kan de minister aangeven hoe dit nu in de praktijk verloopt, bijvoorbeeld in een aantal studentensteden? Wat zijn de signalen daarover? We lezen in de stukken dat die route in het uiterste geval beschikbaar is. Wat betekent dat? Is de minister het met ons eens dat de route van de individuele bijzondere bijstand ook gewoon beschikbaar moet zijn voor studenten die in de knel komen?
Voorzitter. Dan de chronisch zieken en gehandicapten die extra energie verbruiken in verband met bijvoorbeeld de inzet van benodigde medische apparatuur. Mijn CDA-collega's Van den Berg en Bontenbal hebben hier afgelopen zomer al schriftelijke vragen over gesteld. Bij de begroting van VWS heeft collega Van den Berg een toezegging gekregen over een passende vergoeding. Het kabinet heeft daarover teruggekoppeld in de brief van 22 november. Het merendeel van de zorgverzekeraars past de vergoeding voor bijvoorbeeld zuurstofapparatuur aan. Dit was de enige regeling die achterliep ten opzichte van de vergoeding. Dat bedrag was eigenlijk drie keer hoger dan de vergoeding, en dat wordt nu aangepast.
In diezelfde brief lezen we ook dat er binnen het gemeentelijke domein mogelijkheden liggen voor bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten met een hoog verbruik voor zover dat niet vanuit de Zvw of de Wlz wordt vergoed. Hoe concreet is dit? En hoe eenduidig is dit bekend en wordt het ook toegepast? Hoe verhoudt de inzet van de individuele bijzondere bijstand specifiek gericht op die chronisch zieken en gehandicapten zich tot de inzet van het zogenaamde noodfonds?
Daaraan gekoppeld. We hebben nog een aangehouden motie van collega Inge van Dijk, die was ingediend bij de Algemene Financiële Beschouwingen, met het verzoek aan de regering om in samenspraak met VNG te kijken naar eventuele extra ondersteuning voor mensen met een beperking en chronisch zieken, bijvoorbeeld via de bijzondere bijstand of door een energietoeslag toe te kennen waarbij niet het inkomen, maar een extra, specifieke behoefte leidend is. Wellicht kan de minister daarop reageren, ook indachtig de eerdere brief van 22 november, waar ik aan refereerde. Hoe bekend is dit bij de mensen en bereiken we hier ook de mensen mee?
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Ceder praat ons richting de lunch.
De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Het zijn ongekende tijden, waarin heel veel mensen het in financieel opzicht zwaar hebben. Ook ik spreek geregeld mensen die aangeven dat het zwaar is. De energiekosten en de prijzen van de boodschappen in de winkels stijgen. Daar willen we niet voor wegkijken. Daarom hebben we ook geprobeerd om bij de augustusbesluitvorming en de begroting forse stappen te zetten, met een koopkrachtpakket van miljarden. Nog nooit is er zo veel geld in de samenleving gestoken. Maar is dat genoeg? Is dat voldoende? Tijdens de vorige keer dat we het hierover hadden, heb ik gezegd: waarschijnlijk niet. Er zullen nog steeds mensen zijn die moeite hebben om rond te komen en om zich warm te houden. Maar ik geloof wel dat de overheid doet wat zij kan. Dat doen we op verschillende manieren, zoals het verlagen van de accijnzen en door extra regelingen in het leven te roepen zoals deze energietoeslag. Dit is niet het enige wat voorligt. Het is een onderdeel van een ongekend pakket, waarvan wij hopen dat wij in ieder geval de pijn kunnen verlichten en ook hopen dat de geopolitieke ontwikkelingen volgend jaar gunstig zullen zijn, niet alleen voor ons maar uiteraard ook voor de mensen die het direct betreft, in Oekraïne en omgeving.
Voorzitter. Ik heb veel vragen gehoord, dus ik ga die niet herhalen. Wel heb ik een rondje gedaan langs gemeenten en gevraagd hoe zij ervaren hoe het nu loopt. Wat ik terugkrijg, zijn zorgen, met name over wanneer het uitvoeringskader 2023 helemaal bekend is. Daar is nog wel onduidelijkheid over. De gemeenten willen aan de slag, maar zij hebben nog niet het gevoel dat ze vanuit de overheid alle informatie hebben die nodig is om de stappen te kunnen zetten en het geld terecht te laten komen bij de mensen die het nodig hebben. Daarom is de vraag wanneer dat naar die personen kan gaan.
De laatste vraag is hoe wij ervoor kunnen zorgen dat er geen boete op barmhartigheid is. Er zijn mensen die een energietoeslag krijgen of daarvoor in aanmerking komen, maar die hem graag aan een ander willen geven. Dat hebben we ook gezien bij de €190 die de afgelopen maanden is uitgekeerd. Ik zoek naar een laagdrempelige manier waarop wij kunnen communiceren dat zij die kunnen schenken, doneren, zonder dat anderen daarmee in de problemen komen, bijvoorbeeld samen met partners als stichtingen en diaconieën. Daarbij is het ook erg belangrijk om juist het gebruik in deze richting te stimuleren. Is er een combinatie mogelijk om deze punten met elkaar te laten landen?
Voorzitter. Tot slot wil ik benadrukken dat, zoals ik eerder aangaf, de overheid doet wat zij kan en dat we ook moeten kijken naar wat dat voor volgend jaar betekent. Ik doe ook een oproep. Ik verwacht daarbij een bijdrage van de samenleving. De samenleving is geenrichtingsverkeer. Ook het bedrijfsleven, kerken, stichtingen en organisaties zijn aan zet om naar elkaar om te zien. Ik hoop dat we dat samen met elkaar kunnen doen en dat we juist de mensen die dat het hardst nodig hebben, deze winter en ook die daarna door kunnen helpen.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Ik schors tot 14.15 uur en dan gaan we luisteren naar de minister.
De vergadering wordt van 13.20 uur tot 14.16 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20222023-38-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.