6 Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten (Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022) ( 36088 ).

De voorzitter:

Aan de orde is de Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022, Kamerstuk 36088. Een woord van welkom aan de staatssecretaris van Financiën. Goed u weer te zien. We hebben veertien sprekers van de zijde van de Kamer, dus we zijn wel even bezig vandaag. Ik hoop dat we het aantal overlappingen met het debat van gisteren tot een minimum kunnen beperken, maar dat is slechts een bescheiden wens van de voorzitter. Ik zie dat de heer Nijboer het daar alvast niet mee eens is. Zijn spreektijd is zojuist ingetrokken.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Van Baarle van de fractie van DENK. Hij heeft aangegeven tien minuten tot ons te zullen spreken. Het woord is aan hem.

De heer Van Baarle (DENK):

Voorzitter, dank u wel. De prijzen in Nederland lopen de spuigaten uit. We hebben te maken met een recordinflatie van 8,7% voor dit jaar. Mensen betalen zich blauw aan de benzinepomp, waar een liter inmiddels weer bijna €2,50 kost. De energietarieven zijn enorm veel hoger dan een jaar geleden. De prijzen voor voedsel en andere boodschappen rijzen steeds verder de pan uit. Overal om ons heen stijgen de prijzen. Daarom kijken de mensen in het land nu aan tegen een enorm koopkrachtverlies. Hoe ziet dit er in de praktijk uit? Wat betekent dit bijvoorbeeld voor een taxichauffeur, een schoonmaker, een postbode? Dat betekent zo'n €100 in de min vanwege een hogere energierekening. Dat betekent wekelijks vele euro's in de min vanwege boodschappen die per product zo'n 30% tot soms wel 50% duurder zijn geworden.

Voorzitter. Het is een slagveld. Iedereen merkt dit. Die positieve en evenwichtige koopkrachtontwikkeling die de regering en de coalitie meermaals hebben beloofd, is enorm ver uit beeld geraakt. Het kabinet komt wel met maatregelen, maar het is steeds te laat en uiteindelijk te weinig. Te laat, want de signalen over snel stijgende prijzen waren er al veel eerder, maar ze werden pas met grote vertraging opgepakt. Al in het vorige jaar zagen we die oplopende prijzen, maar we moesten weer wachten op maatregelen. Voor de huidige situatie wordt weer doorverwezen naar Prinsjesdag. Waarom steeds die vertraging, vraag ik aan de staatssecretaris. Waarom wordt er niet, zoals in andere landen, eerder ingegrepen? Waarom steeds dat doorschuiven, terwijl mensen in het land nu iets nodig hebben, nu hulp nodig hebben? Waarom dat doorschuiven?

Voorzitter. Het pakket dat nu voorligt, is te weinig. Volgens het Centraal Planbureau zitten we nu tussen het basisscenario en het donkere scenario in. Waarschijnlijk komen hierdoor vele huishoudens alsnog in grote betalingsproblemen, mensen die alles wat leuk is, moeten laten, om maar te kunnen overleven. Ze moeten gewoon keihard gaan snijden als dit zo doorgaat. Dat is inclusief het huidige beleid.

Veel van de maatregelen die zijn voorgesteld, zijn gewoon alweer verdampt. Neem bijvoorbeeld de benzineprijzen, die nu gewoon weer richting recordhoogte aan het bewegen zijn. Deelt de staatssecretaris deze conclusies en hoe reageert de staatssecretaris op die zorgwekkende conclusie van het Centraal Planbureau dat we tussen het basisscenario en het donkere scenario in zitten, en dat we met het huidige beleid zelfs toe gaan naar een scenario waarin vele huishoudens gewoon enorm pijnlijke keuzes moeten gaan maken?

Voorzitter. Die koopkrachtmaatregelen die we vandaag bespreken, zijn dus gewoon een doekje voor het bloeden. Het bloeden gaat namelijk gewoon door en het doekje is te klein om het bloedverlies op langere termijn tegen te houden. We moeten dus voorkomen dat er mensen in Nederland verdrinken in dit bloedbad van alsmaar stijgende prijzen en kosten.

Voorzitter. Het huidige voorstel verlaagt de btw op energie van 21% naar 9% en de accijns op brandstof, benzine, met 21%. Mijn eerste vraag aan de staatssecretaris is: waarom is er precies voor deze exacte percentages gekozen? Wat ligt hier achter? Mijn tweede vraag aan de staatssecretaris is wanneer we het toegezegde afwegingskader voor het werken met beleidsbesluiten tegemoet kunnen zien. Mijn derde vraag gaat over generieke versus specifieke steun. Het is belangrijk om maatregelen te nemen die mensen met een lager inkomen en een risico op betalingsproblemen gericht steunen. Ook het Centraal Planbureau geeft dit aan. Dit wordt des te belangrijker omdat we zogezegd richting het donkere scenario van het Centraal Planbureau aan het bewegen zijn. Kan de staatssecretaris meer informatie delen over welke specifieke alternatieven nou zijn onderzocht om mensen met betalingsproblemen en een lager inkomen gericht te steunen? Waarom zouden deze instrumenten op korte termijn niet geschikt zijn, of qua uitvoering niet geschikt zijn? Deelt de staatssecretaris dat het huidige pakket onvoldoende specifiek is voor deze mensen? Hoe gaat de regering voor de komende tijd, het liefst op de korte termijn, toewerken naar een vorm van specifiekere steun voor deze mensen die volgens de regering wel werkt? Wanneer kunnen we daar iets van tegemoetzien?

Voorzitter. DENK maakt één uitzondering op het belang van zo gericht mogelijke steun. Dat zijn die benzineprijzen. Met dit wetsvoorstel wordt nu een tijdelijke verlaging van €0,17 van de accijns geregeld, die al eerder is ingegaan. Maar wat zien we nu? Mensen betalen gewoon weer bijna €2,50 aan de pomp. Het werkt onvoldoende; het is gewoon weer verdampt. Nederland staat wereldwijd op nummer twee of drie qua benzineprijzen. En daar is echt maar één reden voor: de regering, met die absurd hoge belastingen op benzine. Nederlandse automobilisten zijn gewoon de pinautomaat van Mark Rutte. Elke keer als iemand tankt, dan komt er ongeveer €1,25 per liter in de zakken van de staatskas van de premier terecht. Daarom zegt DENK: omlaag die accijns op benzine en diesel. Doe wat de landen om ons heen doen. Ga naar het minimumtarief voor die accijns. Het is toch niet meer uit te leggen dat België en Duitsland zo enorm veel goedkopere brandstof hebben en dat het bijna €0,50 per liter scheelt om in Duitsland te gaan tanken? Waarom worden Nederlandse automobilisten zo enorm op kosten gejaagd? De taxichauffeurs en andere mensen die afhankelijk zijn van hun auto voor hun werk trekken dit toch niet? Die kunnen dit toch niet betalen? Die gaan hier toch kapot aan? Waarom niet ingrijpen, vraag ik aan de staatssecretaris. Die benzineaccijnzen moeten veel lager worden dan in het voorstel dat er nu ligt.

De fractie van DENK heeft via de aangenomen motie-Azarkan al laten weten dat de verschillen in accijnsheffing met de buurlanden goed in de gaten moeten worden gehouden en dat daar zo nodig op moet worden geacteerd. Dat moment lijkt me nu aangebroken. Deelt de staatssecretaris dit? Ik heb daarom ook een amendement in voorbereiding, dat de accijnzen in Nederland op dat Europese minimumniveau zet. Het moet namelijk maar eens afgelopen zijn dat mensen zich in Nederland blauw betalen aan de benzinepomp. De mensen trekken dat niet meer.

Voorzitter. Dan de btw-verlaging op stroom en gas. De bedoeling is natuurlijk dat de energiebedrijven die btw-verlaging doorgeven aan de consument, maar weten we wel zeker dat ze dat zullen doen? Ook de regering geeft aan dat dit een onzekerheid is. Het kabinet heeft een tijdje terug aangegeven daarom overleg te voeren met energiebedrijven hierover. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: is er al een uitkomst van dit overleg? Kan de staatssecretaris daar wat over zeggen?

Ten slotte de energietoeslag van €800. Kloppen de berichten dat pas de helft van de mensen die recht hebben op deze toeslag, die ook gehad heeft? Waarom duurt het zo lang? Het besluit is immers al een tijdje geleden genomen. Welke stappen zet de rijksoverheid extra om ervoor te zorgen dat mensen die energietoeslag ook daadwerkelijk aanvragen? Hoe ondersteunt de rijksoverheid de gemeenten hierbij om ervoor te zorgen dat mensen die er recht op hebben ook in beeld komen bij de gemeenten? Want wat natuurlijk niet moet, is dat deze broodnodige steun onnodig op de plank blijft liggen en dat mensen die er recht op hebben en geholpen moeten worden, die steun niet krijgen.

De voorzitter:

Dank u wel. Dit was uw bijdrage, hè?

De heer Van Baarle (DENK):

Klopt.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter, ik dacht dat ik als tweede spreker het gras niet voor mijn voeten zou zien worden weggemaaid, maar dat gebeurt nu.

De voorzitter:

U ziet af van uw spreektijd, begrijp ik.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nee, helemaal niet. Maar ik sla aan op het punt van de accijns op benzine. Inmiddels is het zo dat je beter vanuit Den Haag naar Duitsland kan rijden om daar te tanken. Ja, absoluut, het ligt er natuurlijk aan hoe groot je tank is, maar ...

De voorzitter:

En uw vraag is? Wilt u niet reageren op de zaal? Want anders staan we hier morgen nog.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Maar de zaal reageert op mij.

De voorzitter:

Dan moet u er niet op letten. Wat is uw vraag?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Ik let er niet meer op. Mijn vraag is de volgende. Als ik een motie indien om in ieder geval de benzineaccijns te harmoniseren met de ons omringende landen, heb ik dan de steun van DENK?

De heer Van Baarle (DENK):

De conclusie van de heer Van Haga is natuurlijk terecht. Dat er een aantal reacties zijn uit de zaal van mensen die op zijn inbreng een beetje pijnlijk reageren, heeft er natuurlijk mee te maken dat de heer Van Haga gewoon een terecht punt aansnijdt ...

De voorzitter:

Prima.

De heer Van Baarle (DENK):

... namelijk dat de automobilist in de steek wordt gelaten door deze coalitie. Als de heer Van Haga zo'n motie heeft — ik heb die zelf ook in voorbereiding — zullen we die zeker steunen. Wellicht kunnen we samen een motie indienen.

De voorzitter:

Prachtig, prachtig, prachtig. Dat is geregeld.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Dat lijkt me hartstikke goed. Als mensen inderdaad op de fiets hiernaartoe komen, kennen ze de pijn natuurlijk niet van mensen die echt met de auto naar hun werk moeten. Dus we gaan dat samen doen.

De voorzitter:

Helder. De volgende spreker is de heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voorzitter. We praten hier vandaag over de Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022, een wet die pas op 28 april naar de Kamer is gestuurd terwijl het pakket er al begin maart lag. Dat is natuurlijk verschrikkelijk traag, maar het is goed dat het pakket hier uiteindelijk in een wet ligt, want de prijsstijgingen denderen door.

Voorzitter. Je kunt eigenlijk zeggen dat het effect van dit pakket al door de realiteit is ingehaald. Dat is ook niet zo gek, met een gemiddelde inflatie van 8,7% per jaar volgens De Nederlandsche Bank. Steeds meer mensen kunnen hun energierekening en hun boodschappen niet meer betalen. Brandstof is nog nooit zo duur geweest. Een liter benzine voor meer dan €2,50 is natuurlijk niet normaal, zeker niet als je met je auto naar je werk moet. Dat is voor veel mensen hier blijkbaar moeilijk voor te stellen, maar driekwart van Nederland heeft dat probleem wel. Het CPB geeft aan dat 1,2 miljoen huishoudens in financiële problemen raken. En natuurlijk biedt dit pakket enige verlichting, maar het is een druppel op de gloeiende plaat, helemaal als De Nederlandsche Bank becijfert dat in 2023 een inflatie van 3,9% wordt verwacht en in 2024 nog eens 2,4%. Daarom de volgende vraag aan de staatssecretaris: vindt het kabinet zelf dat dit pakket voldoende koopkrachtsteun biedt aan de Nederlandse huishoudens?

Voorzitter. Ook ondernemers worden keihard getroffen. BVNL hoort van ondernemers dat het voor velen niet meer rendabel is om nog te ondernemen nu de energie- en brandstofprijzen zo hoog zijn. Voor sommigen is het zelfs voordeliger om de productie drastisch te verminderen of zelfs helemaal te stoppen. Na twee jaar disproportionele coronamaatregelen kunnen ondernemers deze last er echt niet meer bij hebben. Dus ook hier de vraag: vindt het kabinet dat het voldoende steun biedt aan ondernemers? Wat gaan we doen om de faillissementsgolf te voorkomen en om de exodus van bedrijven te stoppen? Wat BVNL betreft moet het kabinet veel meer doen om het ondernemersklimaat te verbeteren.

Voorzitter. Zoals ik al eerder aangaf, staan de brandstofprijzen op recordhoogtes, ondanks de accijnsverlaging. Europese regelgeving geeft aan dat accijnzen niet onder een bepaald niveau mogen komen. Wij hebben dat niveau nog lang niet bereikt en we hebben nog steeds een exorbitante belasting op benzine en diesel. We betalen €0,65 accijns voor iedere liter benzine en het minimumtarief is €0,35.9, een tarief dat steeds meer landen tijdelijk hanteren. Het verschil met Duitsland, waar je voor rond de €2 kunt tanken, is intussen zó groot — ik zei het net al — dat je bijna vanuit Den Haag naar Duitsland kunt rijden om te tanken en nog steeds goedkoper uit bent. Kan de staatssecretaris aangeven of hij van deze mogelijkheid gebruik wil maken? Wil de staatssecretaris ook kijken naar een btw-verlaging op brandstof? De btw op de energierekening wordt verlaagd, dus waarom geldt dat niet ook aan de pomp? Zou het — daar hebben we net kort over van gedachten gewisseld met de heer Van Baarle van DENK — niet verstandig zijn om de brandstofaccijnzen in elk geval te harmoniseren met onze buurlanden, zodat je die grote verschillen niet hebt?

Voorzitter. Wat BVNL betreft kan er ook meer gedaan worden aan het verlagen van de energiekosten, ten eerste het btw-tarief op energie, dat nu van 21% naar 9% gaat. Dat levert ongeveer €120 op voor een halfjaar. Voor sommige huishoudens is dat niet eens genoeg om de extra kosten voor een enkele maand te dekken. Een verlaging van het btw-tarief naar 5% biedt weer wat extra verlichting, dus waarom niet gewoon een snelle verlaging naar 5%? En waarom is het btw-percentage op energie 21% terwijl het hier eigenlijk gaat om een primaire levensbehoefte? Daarnaast duurt het ontkoppelen van stadsverwarming van de gasprijs veel te lang. Dat is echt bureaucratie ten top. Graag hoor ik van de staatssecretaris wat hij hieraan gaat doen.

Voorzitter. In de memorie van toelichting sloeg ik aan op een bepaalde zin, namelijk dat de overheid niet al te veel mogelijkheden heeft om de stijging van de energieprijzen te dempen. Ik heb net namens BVNL een aantal mogelijkheden aangegeven, maar er is nóg een optie waar BVNL al heel vaak het kabinet op wijst. Ik heb het gisteren ook weer tegen de heer Rutte gezegd: in Groningen ligt het grootste gasveld van Europa. Het kabinet doet alsof dat niet bestaat. Dat is een groot probleem, maar technisch is daar geen enkel probleem. Afgelopen week gaf TNO een technische briefing aan de commissie EZK over de verschillende opties ter vervanging van bijvoorbeeld Russisch gas. De keuze die hierbij gemaakt wordt, is uitermate relevant voor onze koopkracht. We gaan overschakelen van Gronings gas naar lng. TNO gaf het verschil in kosten aan tussen een kubieke meter lng en een kubieke meter gas uit Groningen. Dat verschil is schokkend. Een kuub gas uit Groningen kost €0,05, een kuub gas lng, liquid natural gas, kost €1, dat is twintig keer zoveel. Dat komt helemaal niet voor het voetlicht. Niemand begrijpt of weet dat, maar dit wordt een enorme aanslag op de energierekening van de burger en de ondernemingen.

Het is misschien een ongemakkelijke waarheid, maar het is technisch mogelijk om dat allemaal veilig te doen. We kunnen niet meer om het Groningse gas heen. Als we op een veilige manier in Groningen gas kunnen blijven winnen, kan dat natuurlijk de koopkracht van de Nederlanders verbeteren. Daarbij houden we natuurlijk rekening met de Groningers door ze royaal te compenseren en proactief te werk te gaan. Je kan allerlei dingen toepassen, zoals waterinjectie, stikstofinjectie en CO2-injectie. Voor de mensen die geloven dat we van CO2 en stikstof af moeten, hebben we dan nog een soort win-winsituatie gecreëerd. Het is technisch mogelijk, er is alleen politieke moed voor nodig. Technisch en financieel staan alle seinen op groen, alleen het kabinet staat nog heel erg op rood.

Een aantal vragen aan de staatssecretaris nog. Is de staatssecretaris het met BVNL eens dat het Groningse gas technisch veilig geproduceerd kan worden en daarmee kan bijdragen aan de koopkracht van de Nederlanders? Is het kabinet bereid om serieus te kijken naar continuering van de productie van het Groninger gasveld? Kan de staatssecretaris aangeven of een verdere verlaging van de accijns op brandstof en de btw op energie met deze opbrengsten gefinancierd kan worden?

Dan heb ik het nog niet eens gehad over de mogelijkheden die de kolencentrales ons bieden als de productiecapaciteit niet wordt beperkt tot de arbitraire 35% waarop ze nu draaien. Ook hier de vraag of het kabinet serieus wil overwegen om deze decadente productiebeperking op te heffen.

Voorzitter, tot slot. Het gaat in deze wetswijziging om een aantal tijdelijke maatregelen, die per 2023 weer zullen verdwijnen. Ik vraag me af of de situatie dan al beter is en een verhoging naar het oude niveau door huishoudens en ondernemers gedragen kan worden. Ik ben ook benieuwd wat de scenario's zijn van de staatssecretaris. Bij welke prijsniveaus vindt de staatssecretaris het gerechtvaardigd om de maatregelen te verlengen? Ik hoop dat daarbij rekening wordt gehouden met de voorspelde blijvend hoge inflatie in 2023. Wat BVNL betreft verlagen we de tarieven van accijnzen en belasting namelijk gewoon permanent, in het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik stel even vast dat u een hele bijdrage heeft gewijd aan gas, maar dat het daar niet over gaat. Daar gaat de wet niet over, en daar gaat ook de staatssecretaris niet over. De heer Van der Lee.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Nou, het kost wel een hele hoop geld.

De voorzitter:

Ja, zo lust ik er nog wel een. De heer Van der Lee.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil het over het onderwerp hebben waarover we het echt hebben. Het gaat me even om de accijnsverlaging. Kijk, we zijn hier met de financieel woordvoerders bij elkaar. De heer Van Haga schetst een op zich interessant beeld, maar de feiten zijn als volgt; ik kan het weten, want ik kom uit Silvolde, een dorpje in de Achterhoek, bijna aan de grens met Duitsland, echt iets meer dan 150 kilometer van Den Haag. Als je 1 op 15 rijdt, betaal je daarvoor met de Nederlandse prijzen €37,50 voor de benzine. Het prijsvoordeel als je in Duitsland zou hebben getankt is €7,50, op €37,50. Het beeld dat het voordeel zo groot is als de kosten van de hele reis, is dus echt onzin. Ik zou het op prijs stellen als de heer Van Haga dat erkent.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

U moet dat maar eens gaan vertellen aan de benzinepomphouders in de regio, die hun klandizie verliezen omdat je 50 cent goedkoper kunt tanken in Duitsland. Dat komt gewoon door wat wij hier besluiten, door het kabinet, dat niet bereid is om de accijnzen te verlagen. Dat was mijn pleidooi. Inderdaad, er zal een bepaalde grens zijn waarop je precies kostenneutraal naar Duitsland kan rijden, en dat is afhankelijk van de grootte van je tank. Laten we daar dus geen potje over breken.

De voorzitter:

Dat gaan we straks allemaal uitrekenen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het zijn geen verhalen. Kijk, welke auto je ook hebt, als je vanuit Den Haag naar Duitsland wilt, moet je echt een hele afstand afleggen. De vergelijking klopt gewoon niet. Dat zijn geen verhalen, het is gewoon rekenen. Als u nou gewoon goed rekent, weet u dat die vergelijking niet klopt. Ik erken dat er ongeveer 50 cent prijsverschil zit. Dat is ook een feit.

De voorzitter:

Oké. Dan zijn we het daarover eens.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Laten we het daarover eens zijn en laten we proberen dat te veranderen.

De voorzitter:

Dank u wel. De volgende spreker van de zijde van de Kamer is de heer Eppink van de fractie van JA21.

De heer Eppink (JA21):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb zes minuten, maar om replicaties te voorkomen, zal ik wat sneller door de speech heen gaan.

De voorzitter:

Heel goed.

De heer Eppink (JA21):

Ik had overigens de minister verwacht en niet de staatssecretaris, dus ik moet mijn jargon ook aanpassen.

Voorzitter. De koopkracht daalt al sinds vorig jaar. Nederlanders met een laag inkomen of een middeninkomen hebben het daardoor zwaar en kunnen hun energie- en brandstofrekeningen niet meer betalen. In sommige gevallen is het nog erger. Grote groepen mensen hebben hulp nodig. Dit pakket is een eerste stap daartoe. Feitelijk is het al in werking getreden sinds 1 april. Er is gekozen voor een meer generieke aanpak, generieke maatregelen. Dat kunnen wij van JA21 begrijpen. Ik heb één vraag aan de staatssecretaris. Wil de staatssecretaris ingaan op de bezwaren die de Raad van State over de doelmatigheid heeft geuit?

Het kabinet verlaagt dus tijdelijk de accijnzen op brandstof, de btw op energie gaat omlaag en er is een energietoeslag. Daar zijn we blij mee en we hebben daarover ook nog wat vragen. Hoeveel ruimte ziet de staatssecretaris om dit jaar nog extra maatregelen te nemen? Klopt het dat we bijvoorbeeld alsnog btw-verlagingen kunnen doorvoeren per 1 oktober 2022? De maatregelen lopen tot 1 januari 2023. Is het kabinet erop voorbereid de maatregelen langer door te laten lopen, mocht dat noodzakelijk zijn? De oorlog in Oekraïne blijft doorgaan; het wordt een soort loopgravenoorlog. Die prijzen blijven hoog voor langere tijd. Dat is niet prettig, maar het is wel zo.

Diverse landen zoals Portugal, maar ook Zweden, hebben bij de Europese Commissie een verzoek ingediend om af te wijken van de Btw-richtlijn, om belastingen nog verder te kunnen verlagen. Is de staatssecretaris bereid om dit in navolging van Portugal en Zweden ook te doen? Het zou namelijk een goede manier zijn om de btw op energie bijvoorbeeld naar nul procent te verlagen, mochten die problemen nog groter worden, wat ik helaas voorzie.

Ik heb ook een vraag over de meeropbrengsten van de overheid uit de hogere brandstofprijzen, de meeropbrengsten via accijnzen enzovoorts. Over welke bedragen gaat het daarbij? Waar gaat dat geld precies naartoe? Wordt dat teruggesluisd naar de burger of wordt dat aan andere doeleinden besteed?

Voorzitter. Ik heb nog meer vragen, maar die zal ik samenvatten in één verzoek. Kunnen wij voor het zomerreces een overzicht krijgen van welke maatregelen voor koopkrachtverbetering nog mogelijk zijn en hoeveel deze gaan kosten? Zou het ook mogelijk zijn om een kalender te krijgen voor de rest van het jaar?

Dan kom ik aan het einde. Ik wilde nog iets vragen over de ECB en monetaire financiering, maar daarvoor ben ik aan het verkeerde adres. Ik wilde nog wel ingaan op een opmerking over fiscaal conservatisme die de heer Stoffer gisteren maakte bij het debat over de Voorjaarsnota. Daar noemde hij mijn naam bij. Ik zou graag in dit geval willen verwijzen naar Genesis 41, maar ik zie hem niet in de zaal als ik het goed heb. Het is natuurlijk zeer gevaarlijk om met iemand van de SGP te gaan debatteren over de Bijbel, maar dat gaat over de vette en de magere jaren. De overheid heeft als taak om als een goede huisvader te letten op het geld van de burgers, voorraden aan te leggen als het goed gaat en deze te kunnen gebruiken als het slecht gaat. Wat doen veel staten nu in Europa, ook in de eurozone? Veel uitgeven, ook als het slecht gaat. En als het goed gaat, niks sparen. Daardoor krijg je moeilijkheden. Fiscaal conservatisme is niet het uitbuiten van burgers of zo weinig mogelijk belasting betalen; het is verstandig omgaan met geld, rekening houden met de toekomst en verder denken dan "carpe diem".

Dan heb ik nog twee minuten over en die geef ik terug aan de voorzitter.

De voorzitter:

En dan zegt de voorzitter: amen. Er is nog een vraag van de heer Grinwis. Het gaat vandaag over de wet, dus we gaan niet aan Bijbelexegese doen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Dit is nog eens een aanmoediging om het daar dan niet over te hebben. Ik vind het heel mooi dat de heer Eppink het verhaal van de wijze onderkoning Jozef aanhaalt, maar hij past dit toe op begrotingsdiscipline en zuinig omgaan met belastinggeld. Maar welke les trekt hij uit het verhaal van de wijze onderkoning Jozef met het oog op lastenverlichting en het aanjagen van inflatie? Dat is de tredmolen waar we nu in dreigen te verzanden, namelijk dat we heel veel geld, heel veel olie op het vuur gooien, terwijl de inflatie daar uiteindelijk alleen maar door omhooggaat.

De heer Eppink (JA21):

Het is natuurlijk de bedoeling om in de goede jaren geld te sparen, om buffers aan te leggen, om dat te kunnen doen. Je kunt dan de economie op een hoger niveau laten draaien, omdat je daar geld voor hebt, maar op een gegeven moment is dat voorbij. Dat moet ik er wel aan toevoegen. Daarom zeg ik ook: hoe langer de crisis gaat duren. Als wij in een recessie komen, dan is het zover. Gisteren had de heer Omtzigt het over: het is net zo erg als in 1945. Dat kan ik me zelf niet herinneren. Ik kan me wel 1973 herinneren met de Jom Kipoer-oorlog en de oliecrisis. Toen was er een loon- en prijsspiraal. Er was een automatisme van hogere prijzen en hogere lonen, en dat ging de hele jaren zeventig door. Uiteindelijk is het kabinet-Van Agt/Wiegel gekomen, dat heeft geprobeerd het roer om te gooien. Dat was ook moeilijk. Daarna is Lubbers gekomen in 1982 met een van de beste regeringen na de oorlog. Die heeft de trend omgedraaid, maar dat ging met heel veel pijn gepaard. Dus hoe langer je wacht, hoe langer je het slechte beleid voert, hoe hoger de prijs.

De voorzitter:

Het is leuk, dat historisch overzicht nog even. De heer Mulder van de fractie van de Partij voor de Vrijheid.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Voorzitter. Ik heb ook een soort overzicht, maar dat begint bij het coalitieakkoord. Toen was al duidelijk dat dit kabinet niet veel opheeft met de koopkracht van de gewone Nederlandse burger. Het coalitieakkoord had namelijk geen koopkrachtstijging en dat na heel veel jaren van crisis. Maar dat gebrek aan gevoel voor de gewone burger wordt nu wel steeds duidelijker, omdat sinds vorig jaar de problemen in ons land zich opstapelen.

In november van 2021 hadden we al met 5,2% de hoogste inflatie van de laatste 40 jaar en sindsdien blijft de inflatie hoog. Ze is zelfs boven de 10% geweest. Inflatie sloopt de koopkracht. Dat merken we, dat merkt iedereen in Nederland iedere dag. Het zijn namelijk de basale zaken in het leven die duurder zijn geworden en nog steeds duurder worden. De energie werd bijna drie keer zo duur ten opzichte van vorig jaar, benzine bijna een kwart en voedingsmiddelen tussen de 10% en 14%.

Voorzitter. De primaire levensbehoeften zijn dus voor veel mensen in Nederland onbetaalbaar. Het is geen klein groepje dat daar last van heeft. Het gaat om miljoenen Nederlanders, vele miljoenen Nederlanders die zwaar in de problemen komen. Dit duurt al maanden. De gewone man kan niet nog meer inleveren, want de verwarming staat al laag en kan niet lager. Minder tanken gaat ook niet, werd al gezegd, want mensen moeten gewoon naar hun werk. Op boodschappen kan je ook niet blijven bezuinigen. Mensen moeten af en toe toch eten. We zitten dus in Nederland heel diep in de shit.

Voorzitter. Nu we midden in die ellende zitten, nu vele miljoenen Nederlanders niet meer weten hoe ze verder moeten, komt dit kabinet vandaag met slechts 2 miljard euro. Ik zeg "slechts 2 miljard euro", want de minister krijgt door alle gestegen prijzen heel veel extra geld binnen. Alleen al aan extra gasbaten verdient mevrouw Kaag dit jaar 2,4 miljard. Dan heb ik het nog niet over extra btw op benzine, op diesel en op energie. Het zijn vele miljarden.

Hoe wrang is het dan dat het kabinet wel 108 miljard uitgeeft voor stikstof- en klimaatbeleid? Dat maakt mij zo, zo kwaad. Ik heb hier heel veel jaren gestaan in allerlei debatten over de koopkracht van de Nederlander. En steeds verschillende partijen zeggen de hele tijd: "We willen wel helpen, maar er is geen geld. U heeft gelijk. De koopkracht moet beter en we willen wel helpen, maar er is geen geld." Dat was het enige argument. Nu is er geld, 108 miljard. Daarom is het geklaag van mevrouw Kaag dat ze geen financiële middelen heeft zo — hoe zal ik het netjes zeggen? — onzinnig. Het geld is er namelijk. Er is 108 miljard. Het klotst niet alleen tegen de plinten; het gaat er ver overheen. Alleen wil mevrouw Kaag, wil dit kabinet het geld niet besteden aan koopkracht. Dat moet de conclusie zijn. Helaas denk ik dat het zo simpel is. Men haat de boeren meer dan dat men de burger liefheeft.

Voorzitter. Wat er nu in Nederland gebeurt, is geen toevallige ramp; het is beleid. Zowel het doorslaan van de inflatie als de keuze om de burger slechts kruimels te geven, is allebei beleid. Vroeger bestreden we inflatie door aan de renteknop te draaien, maar dat kan nu dus niet meer, want daarvoor hebben we te veel soevereiniteit ingeleverd. Klaas Knot van De Nederlandsche Bank loopt aan de leiband van Europa, en de ECB, zo zagen we gisteren nog, draait het liefst heel weinig aan die renteknop. Anders vallen Italië, Spanje en Griekenland om — u weet wel, die landen die we al verschillende keren geld hebben gegeven. Steeds is het de laatste keer, en steeds zeggen ze: want ze gaan hervormen met ons geld. Ja, we moeten ze weer gaan redden. De oorzaak van de huidige ellende van Nederlanders is dus ook de schuld van partijen hier in de Kamer die tegen Nederland kiezen en voor Brussel.

Voorzitter. Wat er nu in Nederland gebeurt, is ongekend en voor de PVV onaanvaardbaar. We moeten nu spijkers met koppen slaan. We moeten nu doorpakken. Want huishoudens die nu in de problemen zitten, kunnen niet wachten totdat een stel bewindspersonen ergens in augustus met wat stuurgroepen in heisessies de koopkrachtmaatregelen gaat heroverwegen. Dan is het voor heel veel huishoudens te laat, want de kachel moet in het koude najaar weer branden. Mensen moeten gewoon onbezorgd kunnen douchen. Mensen, waar hebben we het over? We hebben het over Nederland. Mensen moeten gewoon kunnen douchen, moeten kunnen eten, moeten kunnen leven.

De PVV heeft een koopkrachtplan gelanceerd dat wel per direct zoden aan de dijk zet, dat wel de ergste financiële noden ledigt en dat wel hulp biedt aan de mensen. We dienen bij deze wet drie amendementen in: één om de energierekening weer betaalbaar te maken door de btw op energie te verlagen naar 0%, een tweede om boodschappen, de kapper, de fietsenmaker et cetera betaalbaarder te maken door het verlaagde btw-tarief te verlagen van 9% naar 0%, en een derde om tanken goedkoper te maken door de accijnzen op nul te zetten. In totaal gaat het om bijna 8,5 miljard boven op de 2 miljard van het kabinet, volledig gedekt door geld uit het stikstoffonds.

Voorzitter. De nood is er in Nederland. Het geld is er. De wet ligt voor, met voorstellen. We hebben nu alleen nog fatsoenlijke partijen nodig die dit willen steunen.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik vermeld nog even voor de boekhouding dat uw amendementen de nummers 10, 9 en 6 hebben gekregen. Dan mevrouw Inge van Dijk van het CDA.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Voorzitter. Meer specifiek, minder generiek; dat was de kernboodschap van mijn inbreng in eerdere debatten toen we spraken over tijdelijke maatregelen om mensen te helpen bij het betalen van hun rekeningen nu de inflatie zo ongekend hoog is. Vorige week kregen we het rapport Stresstest kosten van levensonderhoud van het CBS. De conclusie daarvan was: "De meeste Nederlandse huishoudens kunnen de stijging van de energieprijzen en andere vaste lasten opvangen, maar in een scenario met hoge prijzen kunnen 1,2 miljoen huishoudens moeite krijgen met het betalen van hun maandelijkse lasten." Dat zijn heel veel Nederlanders. Ook geeft het rapport aan: "Op korte termijn zijn de mogelijkheden om de kosten van de stijgende vaste en noodzakelijke lasten terug te dringen beperkt. (…) Als het doel van beleid is om dit soort betaalbaarheidsproblemen te bestrijden, zijn ongerichte maatregelen, zoals het tijdelijk verlagen van accijnzen, btw en belastingen op energie en brandstof, niet effectief en doelmatig. De meeste huishoudens hebben immers voldoende inkomen om de hogere prijzen te betalen, en voor de kwetsbare huishoudens zijn deze verlagingen vaak niet voldoende om van hun betaalbaarheidsproblemen af te komen."

"Dit wetsvoorstel regelt de verlaging van de btw op energie van 21% naar 9% per 1 juli 2022, een verlaging van de accijns op benzine, diesel en lpg met 21% per 1 april 2022 en een uitwerking van de maatregelen ter demping van het effect van de stijgende energieprijzen voor het Caribisch deel van Nederland." Generieke maatregelen dus. Inmiddels weten we ook dat veel gebruik van elektriciteit, het bezit van een auto en veel gereden kilometers met de auto minder vaak in de groep met een betaalbaarheidsprobleem voorkomen. Daarmee zijn de maatregelen dus extra ongericht. Toch snappen we de keuze van het kabinet voor deze maatregelen met het doel in het achterhoofd snel iets te willen doen voor onze inwoners.

We zijn ook blij dat de oproep van de Kamer om meer specifiek mensen aan de onderkant te helpen, gehoor heeft gekregen. Mensen die het hard nodig hebben, krijgen €800. Is deze regeling perfect? Nee, zeker niet. Je kunt kanttekeningen zetten bij het feit dat gemeenten er divers mee omgaan, bijvoorbeeld als het gaat om de groep die hiervoor in aanmerking komt. Is de regeling complex in de uitvoering? Ontzettend. Ik vertelde vorige week tijdens het Verantwoordingsdebat over meneer De Haas, die geen computer heeft, maar die om in aanmerking te komen naar de website van de gemeente moet en dingen moet printen, scannen en mailen. Dat zijn allemaal onmogelijke stappen voor hem, maar toch is een dergelijke specifieke regeling nu wel nodig. De stap die nu gezet moet worden, is een vereenvoudiging voor onze inwoners om aanspraak erop te kunnen maken.

Snel iets gerichts doen moet wel de ambitie blijven. Onze eerste vraag is dan ook of de aanpassingen van de systemen bij de Belastingdienst, waardoor deze staatssecretaris vanaf 2025 verwacht meer flexibiliteit te kunnen leveren, ook bijdragen aan het kunnen nemen van meer gerichte maatregelen in uitzonderlijke situaties. Want ja, we moeten na corona snel terug naar het financiële normaal, zonder al te veel uitzonderingen, maar er moet ook ruimte zijn voor snelle hulp als mensen in Nederland echt door het ijs zakken.

Ik kom toch nog even terug op dat financiële normaal, op het proces. De staatssecretaris benoemde het in de stukken zelf ook al: geld uitgeven zonder formele goedkeuring van de Kamer. Zijn reactie is: momenteel werkt het kabinet een afwegingskader uit ten aanzien van de voorwaarden waaronder het aanvaardbaar kan zijn om een beleidsbesluit in te zetten vooruitlopend op wetgeving. Het is het streven van het kabinet om dat kader zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval nog dit jaar, aan zowel de Tweede als de Eerste Kamer aan te bieden. We zien het dan ook graag verschijnen. Het CDA gaat ervan uit dat dat kader er ook op is gericht om hier zo min mogelijk gebruik van te maken. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris.

Dan de mogelijke hobbels op de weg, waardoor de effectiviteit van de maatregelen nog verder onder druk komt te staan. In het stuk wordt de effectiviteit benoemd, voor zover en wanneer de btw-verlaging wordt doorberekend door de energieleveranciers. Hoe later, hoe minder zinvol voor de korte termijn. Heeft de staatssecretaris al een beeld van hoe dit zich ontwikkelt? Is het een hobbelige weg of is het een glad tapijtje aan het worden?

Voorzitter. We moeten er ook voor zorgen dat deze en andere maatregelen, ook al zijn ze generiek, zo veel mogelijk terechtkomen bij de inwoners die ze nodig hebben. Daarom heb ik drie punten van zorg. Om al in 2022 het voordeel van de btw-verlaging te ervaren, moeten huishoudens het voorschotbedrag zelf aanpassen bij hun energieleverancier. De groep die relatief het meest gebaat is bij deze maatregel, is ook de groep van wie het doenvermogen mogelijk al onder druk staat door financiële zorgen. Het kan helpen als de energieleveranciers hun klanten goed informeren over de mogelijkheden ten aanzien van het verlagen van de voorschotten. Hierover wordt ook met deze partijen gesproken. Mijn vraag is: wat is er na die gesprekken gedaan door de energieleveranciers om inwoners hier inderdaad actief in bij te staan?

Ook blijkt dat veel mensen de eenmalige uitkering nog niet hebben aangevraagd, terwijl ze er wel recht op hebben. Wat gaat het kabinet doen om ervoor te zorgen dat mensen weten dat deze maatregel er is en om het obstakel van de uitvoerbaarheid, als dat er is, weg te nemen?

Dan mijn derde punt. In een eerder debat over de koopkracht heb ik een motie ingediend die vroeg om een landelijke publiekscampagne om maatregelen onder de aandacht te brengen die er al zijn, maar die niet gebruikt worden door de inwoners die daar recht op hebben. Deze motie werd ontraden, want de betreffende minister was er al druk mee bezig. Graag zou ik een brief ontvangen over de actuele stand van zaken rondom het actief informeren van mensen over bestaande regelingen die inkomensondersteunend werken. Want nogmaals, ik geloof dat we dit keer groots en landelijk moeten uitpakken om al deze regelingen wederom onder de aandacht te brengen. Vandaar dat ik een dringend verzoek daartoe doe.

Ten slotte, voorzitter. Het verlagen van de accijns, de btw en de belasting op energie en brandstof is niet effectief en doelmatig genoeg als het doel van die maatregel is om dit soort betaalbaarheidsproblemen te bestrijden. De meeste huishoudens hebben de noodsteun niet nodig en voor de kwetsbare huishoudens zijn deze verlagingen onvoldoende om van hun tekort af te komen. Maar op korte termijn niks doen is voor ons geen optie en daarom steunen wij het kabinet wel. Gisteren is in deze zaal uitgebreid gesproken over kansrijke en gerichtere vervolgoplossingen. Ik zie er dan ook erg naar uit om dit debat in de komende tijd verder met elkaar te voeren.

Ik heb nog een laatste vraag. We lazen vorige week een artikel van de NOS waarin stond dat het kabinet overweegt om een belastingkorting voor werkenden in te voeren, oftewel: het aanpassen van de arbeidskorting. Ook wil het kabinet het minimumloon verder verhogen. Kan de staatssecretaris deze plannen verder toelichten en ons laten weten waarom we deze plannen in de krant moeten lezen, terwijl het voor alle partijen in deze Kamer een onderwerp is waar we graag aan de voorkant bij betrokken zijn?

De voorzitter:

Dank u wel. Dit was uw bijdrage? Heel goed. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van der Lee. Ik wil de mensen die willen interrumperen, vragen om bij de interruptiemicrofoon te gaan staan.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik dank mevrouw Van Dijk. Ik vind het interessant dat zij benadrukt dat deze maatregel niet erg doelmatig is. Zij is ook ruiterlijk in haar weergave van de stresstest van het CPB. Juist de groep die het zwaarst in de problemen komt, de groep tot anderhalf keer modaal, rijdt heel weinig auto. Proef ik daarin toch niet enige spijt van deze maatregel? Laat ik het anders zeggen: als u terug kon gaan in de tijd, had u deze 2 miljard dan liever heel gericht besteed aan de groep die tot anderhalf keer modaal verdient, in plaats van deze maatregelen te nemen waardoor we nu opnieuw op zoek moeten naar geld om additioneel iets te doen?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Lieverkoekjes worden in de politiek helaas niet zo heel vaak gebakken. Het doel was om snel — we hebben hier dan ook weer een discussie over "snel" — iets te doen. We hebben uitgebreid met elkaar gesproken over het feit dat dat dus betekent dat we generiek dingen moeten gaan inzetten en dat dit op de korte termijn het snelste zou kunnen. Daarom geef ik ook aan dat ik liever gerichte maatregelen had gehad. Dat heb ik ook in ieder debat aangegeven. Maar ik snap ook wel dat het niet allemaal zo makkelijk is zoals sommigen hier in de Kamer beweren. Ik vind het dus inderdaad jammer dat het minder gericht is. Vandaar dat wij er met meerdere partijen zeer voor hebben gepleit om alsjeblieft toch iets gerichts aan de onderkant te doen, ondanks dat we zien dat het in de uitvoering hartstikke complex is. Zou ik terug willen? Wel als er betere alternatieven voor de korte termijn waren. Maar ik heb wel het gevoel dat we goed zijn meegenomen in het feit dat die kortetermijnoplossingen er op dat moment gewoon nog niet zo snel lagen. Dus: liever meer specifiek, maar ik snap de keuze van het kabinet in dezen wel. Ik ben ook blij dat we hier de komende tijd verder over doorpraten, want voor ons is het debat over dit onderwerp nog niet klaar.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, maar er waren natuurlijk al alternatieven. Wij en de PvdA zien natuurlijk graag — dat voorstel kwam ook eerder aan bod in deze discussie — dat de mensen die zorgtoeslag krijgen, een extra toeslag krijgen. Als we daar eerder mee waren begonnen, dan had het misschien al per 1 juli uitgevoerd kunnen zijn. Het gaat mij niet om het maken van allerlei verwijten aan u, maar ik ben wel benieuwd of u er een les uit trekt, namelijk dat we nog meer ons best moeten doen om maatregelen, als we die snel nemen, veel gerichter in te zetten.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Die les heb ik volgens mij van begin af aan al getrokken. Ik heb continu aangegeven: ja, graag meer generiek. Ik zou echt willen dat ik hier een ander verhaal kon vertellen, maar ik ben ook niet blind voor de problemen in de uitvoering. Als de staatssecretaris inderdaad aangeeft "goh, als ik het toen had geweten, had ik het sneller kunnen invoeren", dan vind ik ook dat we daar het eerlijke gesprek over moeten voeren. Maar ik weet oprecht niet of dat zo is. We krijgen namelijk ook wel signalen van de uitvoering in de zin van: dat overbeloven is allemaal fijn, maar we moeten het ook kunnen uitvoeren. Als we dit met elkaar gaan doen, dan zou ik het het allerergste vinden om vervolgens in de praktijk tegen mensen te moeten zeggen: sorry, we kunnen alleen maar een dramatisch proces voor u inrichten, want we kunnen het eigenlijk niet nakomen.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik heb een vraag over hetzelfde punt. Ik snap de overwegingen van het CDA, maar ook wel de opmerking van: er is eigenlijk meer nodig, als het maar snel kan. Dat gaat vooral over de groep van 1,2 miljoen mensen waarvan ook het CPB zegt: in het slechtste scenario dreigen die door het ijs te zakken. We hebben geluisterd naar de argumenten van het kabinet. Het kabinet zegt: je kunt de zorgtoeslag wel omhoog doen, maar dat is met terugbetalen allemaal lastig; dus het kan wel, maar het is een boel ellende. Als het kan, is het CDA dan bereid om die groep mee te laten gaan bij het ontvangen van die €500 boven op hun zorgtoeslag? Is het CDA dus bereid om dit jaar nog wat extra's te doen voor die groep rondom modaal, die het zo zwaar heeft?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Het gevoel dat ik aan het debat van gisteren heb overgehouden, is dat we hier met elkaar welwillend tegenover staan, dus dat we dat willen onderzoeken. Maar voor mij blijft echt vooropstaan dat we het ook nog moeten kunnen waarmaken. We moeten niet iets beloven wat uiteindelijk gewoon een drama wordt in de uitvoering.

De heer Nijboer (PvdA):

Dat wil denk ik niemand, zeker gezien het feit dat de commissie voor Financiën, met de wetten die wij daarin mede hebben gemaakt, op verschillende punten, zoals de kinderopvangtoeslag en box 3, genoeg ellende over het land heeft afgeroepen. Maar er kan natuurlijk ook altijd wel wat. In coronatijd hebben we gezien hoeveel er kan. Dus als het CDA écht wil en ziet dat mensen aan het eind van de maand niet meer rondkomen, terwijl de winter er straks ook weer aankomt, is het dan bereid om daar toch nog een substantieel bedrag aan steun voor uit te geven, als het uitvoerbaar is en het ook gedekt wordt? Dat laatste zullen we ook nog bespreken; we hebben de solidariteitsheffing.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Wij zijn heel erg bereid om daar uitgebreid met u over in debat te gaan. Als het inderdaad gerichte maatregelen zijn die een groot deel van het probleem op zouden kunnen lossen, dan gaan wij niet ons hoofd in het zand steken.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Mevrouw Van Dijk zei in haar bijdrage en net ook in het debatje dat ze voor betere oplossingen zou zijn. Ze is op zoek naar goede alternatieven. Wij komen vandaag met alternatieven. Het is betaalbaar. Het past ook helemaal bij het CDA, want het komt uit het stikstoffonds. Ook het CDA wil het geld van dat fonds anders besteden. Dus gaat zij ons vandaag steunen?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Nee, dat ga ik niet doen. En waarom niet? Omdat ik het eigenlijk ideeënarmoede vind van de PVV. We roepen heel hard en daadkrachtig "dit moet en dat is de oplossing", maar ook het CPB-rapport laat zien dat het helemaal niet de oplossing is voor de mensen die echt door het ijs dreigen te zakken. Ik vind dat wij zuinig met ons geld moeten omgaan, want het is gemeenschapsgeld, en ik ga het niet brengen naar mensen met drie auto's voor de deur en een verwarmd zwembad. Het rapport geeft heel nadrukkelijk aan dat die mensen ook heel erg profiteren. Ik ga het liever gericht inzetten. Ik vind het ideeënarmoede en wij zullen het dus niet steunen.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ideeënarmoede? Wij komen met gerichte oplossingen die ook de onderkant van de inkomens in Nederland helpen met €1.000 per direct, per 1 juli. Dat is wel gericht. Dan doet u wél iets. Praten over zuinig zijn met geld als je zelf 108 miljard wegflikkert, is wel heel cru om in één zin te zeggen. Maar terug naar de inhoud. Onze voorstellen zijn gedekt en, al bent u het er niet helemaal mee eens, zorgen er in ieder geval voor dat mensen die nu in de problemen zitten, per direct geld krijgen en daardoor minder problemen hebben. Waarom wilt u dat niet steunen?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Wij willen graag met elkaar de komende weken — daarom ben ik ook blij dat dat de uitkomst is van het debat van gisteren — beter nadenken over gerichtere maatregelen. Wij vinden dit iets te veel "grote stappen, snel thuis". Ik ben er op dit moment nog niet van overtuigd dat dit de oplossingen zijn die wij moeten bieden aan de mensen tot anderhalf keer modaal zodat zij inderdaad niet door het ijs zakken. Dat is het eerlijke antwoord. U heeft het over — ik zal het maar netjes formuleren — "geld weggooien". Dat is ook nog helemaal niet bewezen. Want misschien gaan we wel investeren in bepaalde maatregelen die naar de toekomst toe ook de rekening van mensen verlagen. Denk aan isolatieprogramma's. Daar ben ik helemaal niet tegen, zeker niet als dat goedkope huurwoningen betreft waar mensen, zoals dat heet, "doorheen waaien". Ik vind dat we dat moeten doen, want het is en-en.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Voorzitter ...

De voorzitter:

Nee, ik ga naar de heer Van Baarle.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Waarom mag ik niet ...

De voorzitter:

Omdat ik interrupties in tweeën doe.

De heer Van Baarle (DENK):

Deze CDA-staatssecretaris heeft de accijns op brandstof een beetje verlaagd. Maar inmiddels zien we dat de prijzen van benzine weer richting de €2,50 gaan en dat die accijnsverlaging totaal is verdampt. Mijn vraag aan mevrouw Van Dijk is daarom of zij de conclusie deelt dat dat te weinig is, dat die steunmaatregel al totaal is verdampt, dat de benzineprijzen nu weer exceptioneel hoog aan het worden zijn en dat we daarom wat extra's moeten doen? Nú, om die mensen aan de benzinepomp te helpen?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik deel de conclusie dat we iets extra's moeten doen, maar ik deel niet de conclusie dat dat per definitie de brandstofprijzen moeten zijn. Ik zie dat niet als de meest gerichte oplossing of als de oplossing die de meeste mensen gaat helpen die het het hardst nodig hebben. Ik ben ook heel gevoelig voor het argument dat mensen in de regio hun auto nodig hebben. Ik kom uit die regio en ik weet hoe het is om ervan afhankelijk te zijn, maar ik deel niet het argument dat dit de beste oplossing is voor die mensen die het het hardste nodig hebben, en daar wil ik voor gaan.

De heer Van Baarle (DENK):

Het is wel de beste oplossing voor die mensen die dat het hardst nodig hebben. Het Centraal Planbureau is daar namelijk niet zo stellig in als heel veel mensen doen voorkomen. Zij zeggen letterlijk dat veel autogebruik ietsje minder voorkomt bij mensen met een lager inkomen. Het komt dus niet heel veel minder voor. Mensen met een lager inkomen hebben ook gewoon 65% autobezit. Die taxichauffeurs en die zzp'ers die afhankelijk zijn van hun auto, zitten allemaal in die groep en die zijn hier gewoon mee geholpen. Die zijn er gewoon mee geholpen als we ervoor zorgen dat die benzineprijzen omlaaggaan. Mijn vraag aan het CDA blijft dus: waarom helpen we deze mensen niet gewoon met een lagere benzineaccijns?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

De reden is dat wij — ik val een beetje in herhaling en dat vind ik altijd vervelend — echt denken dat we gericht moeten nadenken over hoe we het besteedbaar inkomen van die mensen omhoog kunnen krijgen. Hoe gaan we zorgen dat ze meer overhouden aan het einde van de maand? Waar zij dat vervolgens aan uit willen geven, of dat nou tanken is, de boodschappen of misschien toch een keer dat uitje met hun kinderen, dat wil ik heel graag bij die mensen laten.

De voorzitter:

Ik wil dolgraag naar de volgende spreker. Dat is meneer Mulder. Het woord is aan u.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Het CDA heeft het erover dat het niet gericht is en schermt met een rapport van het CPB. Maar hetzelfde CPB zegt dat als je de btw verlaagt, je vooral de mensen aan de onderkant helpt, die weinig inkomen hebben, omdat zij in verhouding veel meer voordeel hebben van zo'n verlaging. Het zou dus in uw straatje passen om die btw te verlagen. U zegt dat u nu per direct oplossingen zoekt en u heeft ook problemen met de besteding van het stikstoffonds. Ik snap dan niet waarom die beide zaken niet bij elkaar kunnen komen en u ons niet kunt steunen. Daarmee zou u niet vooral de PVV steunen, maar de mensen die de komende zes maanden in de problemen zitten. Dan gaat het dus niet om uw vrienden, die drie auto's en een zwembad hebben, maar om de mensen die nu de boodschappen niet kunnen betalen. Ik zou graag van u willen horen dat u dat voor de komende zes maanden een goed alternatief vindt. Dan doen we nu op korte termijn iets; dat zijn uw eigen woorden. We kunnen het betalen en het voorstel ligt er. Help die mensen a.u.b.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik hoor dat de heer Mulder denkt te weten wie mijn vrienden zijn, maar dat denk ik niet, want mijn vrienden hebben geen drie auto's en een zwembad. Dan wist ik wel waar ik mijn weekenden door ging brengen. Het gaat mij erom dat we binnen nu en een paar weken verder gaan debatteren over dit onderwerp. Volgens mij is gisteren de afspraak gemaakt dat er een aantal dingen uitgezocht gaan worden. Ik kan niet geloven dat de PVV wil dat we besluiten nemen die uiteindelijk achteraf gezien minder efficiënt en effectief blijken te zijn. Dus misschien kunt u uw voorstel een paar weken aanhouden. Dan hebben we de brede onderzoeken klaar en kunnen we gezamenlijk tot besluiten komen waarbij we elkaar in de spiegel kunnen aankijken en kunnen zeggen: nu hebben we echt het goede gedaan voor de mensen aan de onderkant.

De voorzitter:

Heel kort, meneer Mulder. Heel kort.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ja, we interrumperen altijd in tweeën, dus dit is dan de tweede.

De voorzitter:

We interrumperen ook kort, hè.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ja, zeker. Dat is erg belangrijk, voorzitter. We hoeven geen maanden na te denken. U komt zelf aan met het verhaal dat er rapporten zijn die aangeven of iets wel of niet gericht is. Het rapport geeft aan dat btw-verlaging hartstikke gericht is. Het is voor de korte termijn en het helpt de mensen die nu in de problemen zitten, en het geld is er. Ik zie geen enkele reden om nog weer weken of maanden te wachten. En ik wil het ook niet hebben over isolatie en dergelijke. We moeten nu helpen. Het voorstel ligt er en we behandelen de wet. Het geld is er. Dan kunt u dat gewoon steunen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik ga het nog één keer proberen.

De voorzitter:

Heel kort.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Een algemene maatregel als het verlagen van de btw helpt iedereen. Dat is hartstikke fijn. Maar ik zal heel eerlijk zijn: ik met mijn inkomen hoef niet geholpen te worden. Ik zou dat geld veel liever aan de onderkant geven, tot anderhalf keer modaal, en komen met maatregelen die die mensen helpen.

De voorzitter:

Ja. Dank u wel. Dan gaan we luisteren naar de heer Alkaya, van de fractie van de SP. Qua spoorboekje streef ik ernaar om de eerste termijn van de Kamer af te hebben voor de lunch.

De heer Alkaya (SP):

Voorzitter. We kunnen als volksvertegenwoordigers natuurlijk niet zitten en toekijken terwijl honderdduizenden Nederlanders hun energierekening niet meer kunnen betalen. Na lang wachten kwam dan ook eindelijk dit pakket met maatregelen van de regering waar wij het vandaag over hebben, die de prijzen voor gas en elektra en voor brandstof aan de pomp tijdelijk iets hebben verlaagd. Maar die verlaging is vandaag, nu wij de wet bespreken, eigenlijk alweer tenietgedaan. Het was dus zwaar onvoldoende. Voordat ik over de wet zelf een aantal vragen stel, wil ik opmerken dat dit soort overheidsingrijpen in deze vorm en met zo'n omvang waarschijnlijk niet nodig was geweest als wij een eerlijk functionerende economie hadden gehad of als de regering al eerder iets had gedaan aan de afbrokkelende koopkracht van mensen, bijvoorbeeld door het minimumloon en de uitkeringen substantieel te verhogen, de huren te verlagen of de zorgkosten te verdelen naar draagkracht, in plaats van daar een markt van te proberen te maken.

Het zijn politieke keuzes die ertoe hebben geleid dat veel mensen in onze samenleving, veel mensen in ons land, op het randje leven en dat zij in normale tijden al niet of nauwelijks kunnen rondkomen en zeker geen tegenslagen kunnen opvangen, waardoor dit soort spoedingrepen van de overheid nodig zijn. Als er nu al honderdduizenden huishoudens — en straks mogelijk dus 1,2 miljoen huishoudens — in de problemen zitten en hun vaste lasten niet meer kunnen betalen, dan voel ik plaatsvervangende schaamte voor onze regering. In een land waar zo veel geld is, is deze situatie simpelweg het gevolg van mismanagement en het gevolg van politiek wanbestuur. Er ligt hier vandaag een spoedingreep voor en daar gaan wij het over hebben, maar die is dus in de praktijk al onvoldoende gebleken.

Gisteren is bij het debat over de Voorjaarsnota al uitgebreid gesproken over aanvullende maatregelen en ook over een eerlijke dekking, bijvoorbeeld door de winstbelasting voor grotere bedrijven iets te verhogen. Die eerlijke dekking is des te belangrijker als de maatregelen ongericht zijn, zoals de maatregelen waar wij het vandaag over hebben, namelijk die belastingverlaging op energieverbruik. Daar profiteert iedereen van en dus ook mensen die op dit moment helemaal geen behoefte hebben aan steun van de overheid.

Mijn partij zal niet tegen deze maatregelen stemmen, want zonder deze maatregelen zijn we nog verder van huis. Maar als de regering noodgedwongen geld uitdeelt aan iedereen en dat geld vervolgens ook ophaalt bij iedereen, dan is dat geen solidariteit. Is de staatssecretaris dat met mij eens? Deelt de staatssecretaris namens het kabinet dan nog steeds de oproep van de SP om niet te bezuinigen op publieke diensten en om ook niet de lasten op arbeid of consumptie te verhogen?

Voorzitter. Gisteren zijn er veel ideeën uitgewisseld om daadwerkelijk wél solidariteit in de samenleving te organiseren, structureel, maar juist ook in crisissituaties, in uitzonderlijke tijden. Vraag van miljonairs en multinationals een eerlijke bijdrage, zeker in crisissituaties, maar ook gewoon structureel. Roep een halt toe aan de militarisering. Stop geen miljarden in wapens, maar in de samenleving. We kunnen vandaag zien waar die militarisering toe leidt. De wapenbeurs in Parijs is overvol, populairder dan ooit. Modellen in korte rokjes staan naast bommen te poseren. Pervers! Dat is niet de wereld waar we naartoe moeten bewegen. Verhoog met het geld dat je daarmee bespaart, de lonen en verlaag de lasten van mensen, vooral natuurlijk van mensen met een laag inkomen of een middeninkomen. Vandaag heb ik weer een aantal ideeën daarover gehoord. Een groot aantal daarvan zal ik steunen, mits de dekking daarvoor ook goed is. Om eerlijk te zijn, twijfel ik nog over het stikstoffonds. Er zijn dus genoeg mogelijkheden om onze samenleving eerlijker te maken, waardoor dit soort spoedingrepen van de overheid hopelijk in de toekomst niet meer nodig zullen zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed. Dank voor uw beknoptheid. Dan de heer Nijboer van de fractie van de Partij van de Arbeid.

De heer Nijboer (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Morgen vallen de mussen waarschijnlijk van het dak. Ik hoop dat het een warme zomer wordt. Maar het duurt niet zo heel lang meer voordat we in het najaar zijn en mensen weer de verwarming aan moeten zetten. Er zijn heel veel mensen die een hogere rekening krijgen en dat gewoon kunnen doen, maar er zijn ook heel veel mensen die daar met angst en beven naar kijken. Zij moeten beslissen of ze de verwarming niet meer aanzetten of dat ze de verwarming op 16 graden moeten zetten en met koude voeten thuis zitten. Misschien moeten ze de sportclub van de kinderen opzeggen en afwachten of ze nog wel een uitje kunnen doen deze zomer, omdat ze enorm tegen de winter opzien. Voor die mensen heeft het kabinet wel maatregelen getroffen, maar ik vind dat het niet genoeg is. Dat is wel heel zorgelijk. Hoewel het nu lekker warm is, brengt dat stress. Ik noem de financiële problemen, de inteertermijn, een nieuwe term van het CPB: hoeveel maanden kun je nog overbruggen als je niet genoeg geld hebt om je rekeningen te voldoen? Dan gaat het er niet alleen maar om hoeveel maanden je kunt overbruggen; elke maand heb je zorgen om gewoon te voorzien in de basisbehoeftes die je nodig hebt als gezin of als persoon. Daar hebben we het over. De PvdA strijdt samen met GroenLinks — overigens ook met andere partijen — om de problemen van die mensen te verkleinen.

Voorzitter. Zo zie ik ook dit debat. De belangrijkste kritiek op de maatregelen van het kabinet is dat ze heel veel geld kosten, dat er heel veel geld gaat naar mensen die het eigenlijk niet echt nodig hebben en dat er voor de mensen die het echt nodig hebben, waar ik het net over had, te weinig wordt gedaan. Het is niet zo dat er niks voor wordt gedaan. Er komt een aparte wetsbehandeling over de inkomens tot 120% van het sociaal minimum. Daar zijn maatregelen voor genomen. Mijn collega Kathmann zal daar nog iets over zeggen. Er komt een bedrag van €800. Dat is veel geld. Maar ja, je zult maar in de gemeente Eemsdelta wonen. Dan krijg je maar 110%. Dan moet je echt op het sociaal minimum zitten, terwijl andere gemeenten veel ruimhartiger zijn. Mijn vraag aan het kabinet is dan ook: waarom heeft het die regeling niet opgetrokken tot 130% van het sociaal minimum?

De grootste zorg die de PvdA heeft, is die over huurders, vooral in tochtige huurwoningen. Ik snap dat je nu de huren niet meer kunt bevriezen per 1 juli, maar wij hebben er in het najaar en daarvoor al voor gepleit om dat te doen. Toen kon het nog wel. Ik denk ook aan huurverlaging voor mensen die in tochtige woningen wonen. Dat is wel de groep die je wilt bereiken. Waarom is daar niet voor gekozen?

Voorzitter. De PvdA-fractie heeft samen met GroenLinks het voorstel gedaan om €500 te geven aan de groepen die net tussen al die regelingen in vallen. De staatssecretaris heeft eerder aangegeven, ook naar aanleiding van vragen van de heer Klaver, dat als je dat via de zorgtoeslag doet, het allemaal weer wordt verrekend. Dan heb je er straks weer geen recht op. Dan moet je weer terugbetalen, wat een enorme hoeveelheid administratieve handelingen vraagt. Het kan wel — toen nog; ik weet niet of het nu nog kan — maar het geeft een heleboel gedoe. Eigenlijk moet je het daarom niet willen en daarom is voor deze maatregel gekozen.

Toen dachten wij: wat als je daar nu aanspraak op maakt? Dat is op zichzelf niet zo ingewikkeld. Geef de mensen die aanspraak maken op die zorgtoeslag, €500 in het najaar, nog voordat de energierekening verder omhoogloopt. Dat zijn groepen met een inkomen tussen de €31.000, €32.000 en ruim €40.000, onafhankelijk van de vraag of je samenwoont of niet. Dan heb je precies de groepen bereikt die je wilt bereiken. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor studenten. Hoe ziet het kabinet dat? Kan dit uitvoeringstechnisch? Is het kabinet bereid om dat in te voeren?

De voorzitter:

De heer Omtzigt komt binnen en begint meteen met interrumperen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Dat klopt. Maar ik volg het debat ook van afstand. Ik probeer te multitasken. Het zorgtoeslagidee is een sympathiek idee, maar het heeft één probleem. Een zorgtoeslag is een voorschot. Dus je krijgt het voor dit jaar op basis van je geschatte inkomen. Je kunt naar de Belastingdienst/Toeslagen schrijven en zeggen: ik denk dat ik dit jaar recht heb op €20 zorgtoeslag, omdat ik vlak onder die grens zit. Uiteindelijk krijg je het niet en moet je €20 terugbetalen. Met die gevallen heeft niemand medelijden, maar als je eraan vastkoppelt dat je €500 krijgt, wordt het heel interessant om een kleine zorgtoeslag aan te vragen, want tja, je krijgt het. Hoe werkt dat in de praktijk? Moeten die mensen die achteraf dus net geen recht hebben op de zorgtoeslag, niet alleen die €20 terugbetalen, maar €520 terugbetalen?

De heer Nijboer (PvdA):

Dit is een hele terechte vraag. Hoe krijg je nou het geld bij de mensen die dat het hardste nodig hebben? Er zijn overal praktische bezwaren, en dit is een praktisch bezwaar. Er zijn een paar alternatieven voor denkbaar. Je kunt zeggen: de mensen die er aanspraak op maken en de zorgtoeslag verliezen, krijgen toch die €500. Dat hebben we bij die NOW-regeling toch ook vrij ruimhartig gedaan. Alleen bij echte fraude vorder je terug, maar anders laat je het gewoon zitten. Je kunt wellicht zeggen dat de mensen die nu aanspraak maken op zorgtoeslag … Je kunt zeggen dat je het niet doet voor de mensen die het nieuw aanvragen, met kleine bedragen. Dat is aan het kabinet om uit te werken, vind ik. Natuurlijk zijn er bij elk voorstel dat je doet praktische bezwaren, zoals overigens ook bij dit voorstel van het kabinet, namelijk dat het meeste geld bij de hoogste inkomens terechtkomt. Dus ik vind het een legitiem punt. Ik vraag aan het kabinet wat het antwoord daarop is.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Ik was verbaasd over het volgende. De zorgtoeslag is ideaal vormgegeven, omdat die afloopt met het inkomen. Je had kunnen zeggen dat de mensen die op dit moment de hoogste zorgtoeslag krijgen, er €800 bij krijgen en dat je het laat aflopen naar nul. Je hoogt gewoon het hele zorgtoeslagbudget op en je laat het wat steiler aflopen. Dan zou je iedereen wat geld gegeven hebben. Dan kom je niet bij die grenzen waardoor iemand op basis van een euro meer of minder net €500 krijgt en we achteraf, echt waar, een hopeloos gezeur krijgen. Dus zou de PvdA ook willen overwegen om het gewoon in het hele budget te doen? Dat is trouwens nog iets goedkoper, want dat betekent dat iemand die er net wel voor in aanmerking komt, geen €500, maar €200 krijgt. Dat is dan wel de consequentie. Maar maak het dan uitvoerbaar, zou ik zeggen.

De heer Nijboer (PvdA):

Dit hadden we voorgesteld. Toen zei het kabinet: weet wel dat het achteraf allemaal weer verrekend moet worden en dat mensen het ook moeten terugbetalen dan. Als iemand recht heeft op zorgtoeslag, geef je wel of niet €500. Dat is natuurlijk het voordeel. Het nadeel is natuurlijk dat als je net onder die grenzen zit … Overigens is dat bij alle regelingen zo. Dat geldt ook voor die gemeentelijke regeling van €800, die ook nog eens verschillend uitwerkt. Dat vind ik nog veel problematischer. Dat is natuurlijk het nadeel als je dat doet. Dit was ons initiële voorstel. Als het kabinet zegt dat het het initiële voorstel uitvoeringstechnisch beter vindt, is daar best over te praten. Ik ben echt op zoek naar de beste manier om het uit te voeren. Je wilt het geld bij die groep krijgen. Eerlijk gezegd is €500 ook een arbitrair bedrag. Je kunt ook €50 in de maand zeggen. Dat is €600. Zegt u het maar. Je probeert die groep zo goed mogelijk te bereiken. Bij beide varianten zijn voor- en nadelen.

De voorzitter:

Ja. U continueert.

De heer Nijboer (PvdA):

Ja, voorzitter. Dan moet het ook gedekt worden; tenminste, dat is nieuw beleid van het kabinet. In de afgelopen tijden was dat niet het geval, maar dat schijnt nu zo te zijn. Vanaf nu moet het toch echt gedekt worden. Daar is gisteren ook een debat over geweest. Er zijn in Europa verschillende varianten van de solidariteitsheffing. Deels wordt die ingevoerd, deels wordt erover nagedacht. Ik vraag het kabinet naar welke varianten het kijkt. Kijken ze naar de Engelse variant, met 25% winstbelastingopslag voor energiebedrijven? Kijken zij breder naar een opslag op de Vpb, op het winstbelastingtarief? Welke varianten neemt het kabinet in ogenschouw? Ik zou het kabinet in overweging willen geven … Want we weten allemaal dat we niet in dit jaar nog zo'n winstbelasting kunnen invoeren. Dat zou ik wel willen, maar ik denk dat dat praktisch niet kan, terwijl ik wel die €500 bij de kwetsbare groepen wil hebben. Is het kabinet ook bereid om de opbrengsten plat te slaan? We weten dat we ongeveer 2,4 miljard euro nodig hebben als je die €500 daar wilt krijgen. Is het kabinet bereid om die heffing zo vorm te geven, zodat je de komende jaren daar de dekking ook voor levert? Want anders voorzie ik dat het allemaal ellenlange discussies worden, terwijl het ook gewoon mag volgens de begrotingsregels.

Voorzitter. Dan kom ik op wat preciezere vragen over het wetsvoorstel. De SGP heeft elke keer benadrukt dat je in plaats van btw-verlaging ook belastingvermindering kunt doen. Dan krijgt iedereen hetzelfde bedrag. Iemand die in een dikke villa zit en veel stroom, veel elektriciteit, verbruikt, krijgt door die btw-verlaging eigenlijk relatief veel geld, terwijl iemand in een klein appartementje, die weinig verbruikt, bijvoorbeeld omdat hij een beetje tussen die appartementen in zit, minder krijgt. Waarom is er niet gekozen voor belastingvermindering, waar vorig jaar ook voor is gekozen? Was dat niet toch gerichter geweest dan deze maatregel? Ik zeg er gelijk wel bij: in een tochtige huurwoning gebruik je ook veel en heb je wel weer veel voordeel van die btw. Soms heb je een politieke opvatting en soms heb je ook een inhoudelijke vraag. Deze valt onder de inhoudelijke vragen.

Voorzitter. Ik snap wat er wordt gedaan met de accijnzen. In het buitenland gebeurt het ook, maar het is wel ongericht. Als je in een heel dikke auto rijdt, zoals we dat in Groningen zeggen, heb je er natuurlijk meer profijt van dan wanneer je niet eens een auto hebt. Dus wij hebben eerder gezegd dat het ook belangrijk is voor woon-werkverkeer. Als je verpleegkundige bent, als je 's nachts of in de regio moet reizen, heb je echt wel een auto nodig. Die onbelaste reiskostenvergoeding is er natuurlijk wel een beetje uit gekomen, maar dat is wel heel magertjes. Dat is van volgend jaar dan naar voren gehaald en dat is dan met een paar cent. Dus waarom wordt dat niet gewoon naar €0,30 opgehoogd? Dan heb je echt woon-werkverkeer, waar mensen ook echt kosten van hebben en dat ook nodige reizen betreft. Waarom is dat dan niet toch gedaan, misschien in plaats hiervan of hiernaast, en waarom wordt dat dan niet in januari alsnog gedaan, als het niet meer dit jaar kan?

Datzelfde geldt eigenlijk voor het openbaar vervoer. Het openbaar vervoer in Duitsland wordt wel heel erg goedkoop; €9,00 is wel mooi, maar ik geloof dat je daar niet meer in de trein wil zitten op dit moment. Dat is misschien wat fors, maar op zichzelf is het een goed idee om dat betaalbaar te houden, ook als alternatief nu het reizen met de auto zo duur is geworden. Waarom is daar geen initiatief op genomen? Was dat ook niet veel gerichter geweest?

Dat waren mijn vragen, voorzitter. Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Idsinga van de VVD.

De heer Idsinga (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Vandaag spreken wij over twee noodmaatregelen die het kabinet eerder dit jaar heeft doorgevoerd om de prijsstijging aan de pomp en die van de energierekening te dempen. Concreet hebben we het over de btw-verlaging op de energierekening per 1 juli en de verlagingen van de benzine- en dieselaccijns die al afgelopen april zijn ingegaan. Dit zijn twee specifieke onderdelen van recente pakketten aan koopkrachtmaatregelen voor in totaal het duizelingwekkende bedrag van 6 miljard euro. Gisteren voerden wij hier uitvoerig het debat over wat er nog meer nodig is. Binnenkort, hopelijk heel snel, spreken we daarover verder, maar vandaag hebben we het dus over de maatregelen die het kabinet in het voorjaar genomen heeft en de manier waarop wij die wettelijk vastleggen. Vandaag wil ik twee belangrijke punten maken over die btw- en accijnsverlagingen.

Voorzitter, ten eerste. Dit belastinggeld is bedoeld om prijsstijgingen enigszins te dempen om te zorgen dat de mensen die moeite hebben om rond te komen, iets meer lucht krijgen. Ik maak me dan ook zorgen als ik lees dat het kabinet in een reactie op de Raad van State stelt dat het effect van deze belastingverlaging onder andere afhankelijk is van de mate waarin en wanneer de energiebedrijven of oliemaatschappijen die verlaging in hun prijzen doorberekenen. We moeten ons ervan verzekeren dat dit enorme bedrag aan gereserveerd belastinggeld bij de burger terechtkomt, en niet bij energiebedrijven of oliemaatschappijen. Afgelopen weekend schrok ik van de berichten in de krant hierover. Dat waren berichten over andere landen, die onlangs ook een forse accijnsverlaging hebben doorgevoerd. Daar, in die landen, zijn er stevige zorgen en zijn er zelfs onderzoeken op dit punt gestart. Kan de staatssecretaris concreet aangeven wat hij met de sectoren heeft afgesproken op dit punt? Zijn deze afspraken ook juridisch afdwingbaar? Zo nee, gaat het kabinet deze bedrijven dan wel aanspreken op hun verantwoordelijkheid om de belastingverlagingen door te geven aan gewone consumenten? Is het kabinet van plan de doorberekening van het belastingvoordeel door deze energieleveranciers te monitoren en te evalueren?

Voorzitter. Dan kom ik bij mijn tweede punt, namelijk de grenseffecten van de verlaging van de benzine- en dieselaccijns. Nederland heeft deze per 1 april fors verlaagd, maar Duitsland is daarin met ingang van 1 juni nog veel verder gegaan. Het effect is dat een liter brandstof daar vele dubbeltjes goedkoper is dan in Nederland. Op een volle tank kan dit zo een paar tientjes schelen. Begrijpelijkerwijs is het nu dus voor veel Nederlanders nog aantrekkelijker om in Duitsland te tanken. We kennen allemaal de ingekleurde landkaart van Nederland met vanaf ongeveer welk punt vanaf de Duitse grens het loont om daar te tanken. Het moge duidelijk zijn: voor een groeiend aantal mkb'ers, tankstationhouders en winkeliers in Nederland heeft dit mogelijk ingrijpende financiële gevolgen. Voor hen betekent dit minder omzet. Tegelijkertijd is dit ook voor de Nederlandse schatkist slecht nieuws, namelijk minder btw- en accijnsinkomsten. Ik weet dat het kabinet momenteel bezig is om deze effecten in kaart te brengen. Dus daar zal ik nu niet opnieuw naar vragen. Wat ik wel wil weten, is of het kabinet daarbij ook kijkt naar wat die prijsverschillen doen met de belastingopbrengst. Komen we bij prijsverschillen van meer dan 30 cent per liter, wat het huidige prijsverschil tussen Nederland en Duitsland ongeveer is, niet bijna op een punt dat het meer geld oplevert om de accijns in Nederland te verlagen? Is er niet een soort van evenwichtspunt, zeker als de brandstofprijzen überhaupt al zo hoog zijn dat veel mensen wel twee keer nadenken of ze echt moeten tanken? Ik vraag de staatssecretaris om dat ook serieus te onderzoeken, zodat we op basis van feiten deze discussie goed met elkaar kunnen voeren.

Dank u wel.

De voorzitter:

U bedankt. De volgende spreker van de zijde van de Kamer … O, er komt nog een enkele interruptie aan. De heer Alkaya was de eerste.

De heer Alkaya (SP):

De heer Idsinga was wel heel snel klaar opeens. Mijn vraag gaat over de dekking, niet zozeer van wat vandaag voorligt als wel van wat in algemene zin voorligt aan maatregelen die de lasten verlichten om koopkrachtverlies te dempen. Die maatregelen zorgen voor minder inkomsten voor de overheid en moeten dus op de een of andere manier gedekt worden, want als je die niet dekt, betalen de komende generaties daarvoor. Ik heb in februari, toen het ging over box 3, een motie ingediend om niet de lasten te verhogen op arbeid of consumptie. Alle partijen hebben die motie gesteund, behalve de VVD. Het kabinet heeft die motie netjes uitgevoerd, waar ik ook blij mee ben, maar ik was zo verbaasd over die tegenstem van de VVD dat ik mij nu afvraag of we in de toekomst wel steun van de VVD kunnen krijgen als wij zeggen dat de lasten op arbeid en consumptie niet omhoog mogen.

De heer Idsinga (VVD):

De discussie rondom lasten op arbeid en kapitaal gaan we later dit jaar met elkaar voeren. Ik wil daar dus nu niet al op vooruitlopen, met name niet ten aanzien van box 3, omdat we nog wat harde noten met elkaar zullen moeten kraken op andere gebieden. Dus ja, dat is mijn antwoord.

De heer Alkaya (SP):

Als het bij dit antwoord blijft, ga ik die motie gewoon weer indienen. Dat kunt u verwachten. De VVD staat geïsoleerd. Ik vraag de VVD om niet zo geïsoleerd te staan en hier ook uit te spreken, zodat de samenleving daarover zekerheid krijgt van onze Kamer, dat de lasten op arbeid, dus inkomstenbelasting en dergelijke, en de lasten op consumptie, btw en dergelijke, niet omhoog zullen gaan. Waarom laat de VVD daarover onzekerheid boven de markt hangen?

De heer Idsinga (VVD):

Onze fractievoorzitter, mevrouw Hermans, heeft gisteren ook wat gezegd over de verhouding tussen de belastingdruk op arbeid en de belastingdruk op vermogen. Op dit moment is de belastingdruk op arbeid ontzettend hoog in Nederland; dat klopt. Maar wij willen graag constructief met u verder die discussie voeren zodra we ook de rapporten over de vermogensongelijkheid en dergelijke hebben gekregen.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil nog even het eerste punt van de heer Idsinga met hem bespreken, want hij eist nu eigenlijk een verzekering van de staatssecretaris dat de route die de VVD zelf heeft bepleit, namelijk een indirecte compensatie van mensen via bedrijven, volledig bij mensen terechtkomt. Dat roept als eerste de vraag op: had er dan niet vanaf het begin een andere keuze moeten worden gemaakt? Had dat geld niet direct naar mensen zelf toe moeten gaan? Want dan hééft u die verzekering.

De heer Idsinga (VVD):

Ik vind dat een hele terechte vraag. De keuze die we hebben gemaakt met elkaar, moest natuurlijk snel, want we wilden snel iets doen. Dus dan kom je met generieke maatregelen. Dat hoeft op zich niet slecht te zijn, wil ik tegen de heer Van der Lee zeggen. Generieke maatregelen hoeven in principe niet slecht te zijn, maar ik wil wel dat we ons ervan verzekeren dat áls we die generieke maatregelen nemen, bijvoorbeeld het verlagen van btw, het verlagen van accijnzen, we er wel voor zorgen, via de voorkant of via de achterkant, dat dat grote bedrag dat we daar met z'n allen voor hebben gereserveerd, wel bij die burgers terugkomt.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Een van de antwoorden van de staatssecretaris zou kunnen zijn: direct verzekeren kan ik niet, maar ik kan via de introductie van een solidariteitsheffing zorgen dat het geld dat niet naar de burger gaat, alsnog wordt opgehaald via de fiscus en vervolgens in een directe uitkering, via een toelage aan mensen die het moeilijk hebben, echt volledig bij hen terechtkomt. Bent u daar dan voor?

De heer Idsinga (VVD):

De solidariteitsheffing is gisteren uitgebreid aan de orde geweest. Die wordt ook onderzocht, dus ik denk dat dat een terechte vraag is. Daar zitten nog wel wat voor- en nadelen aan; laat ik het maar even zo zeggen. Ik vraag iets heel anders, namelijk dat áls je besluit om dat geld beschikbaar te maken — dus ik heb het niet over extra geld dat je nu eventueel al dan niet via een solidariteitsheffing zou ophalen; nee, ik heb het gewoon over het geld dat nú beschikbaar is gemaakt — je ervoor zorgt dat dat een-op-een bij de mensen terechtkomt.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het is goed dat de heer Idsinga over de benzineaccijns begon en over dat kaartje. De VVD kennen we natuurlijk van vroeger nog als een partij die opkwam voor ondernemers, voor mensen die in de auto zitten, maar volgens de NOS, toch bepaald een kabinetsvriendelijke omroep, is de grensstreek inmiddels opgetrokken naar Utrecht. Dus vanuit Utrecht kan je volgens de NOS al profiteren door naar Duitsland te rijden. Ik gaf zelf aan, en daar werd ik een beetje op gecorrigeerd, dat je vanuit Den Haag inmiddels naar Duitsland kunt rijden. Bent u het met mij eens dat het veel en veel te ver gaat en dat we daar heel snel iets aan moeten doen?

De heer Idsinga (VVD):

Ik ken dat kaartje en ik ben daarvan geschrokken. U hield het net omhoog; ik ken dat ook. Overigens, Den Haag staat niet roodgekleurd op dat kaartje, gelukkig, en ik hoop ook niet dat dat gebeurt. Maar ik ben het met u eens. Vandaar ook mijn vragen aan het kabinet. Hoe groot zijn die grenseffecten en wat is de totale impact ervan, ook voor de mensen die in die grensregio hun brood moeten verdienen? Die grensregio, meneer Van Haga, schuift inderdaad steeds verder op naar het binnenland. Dus dat vind ik zorgelijk, want dat betekent dat winkeliers en pompstationhouders in dat gebied het nog zwaarder krijgen, want die zien hun omzet teruglopen. Tegelijkertijd is het ook — dat is de vraag die ik ook aan de staatssecretaris stel — slecht voor onze schatkist. Dus er zit ergens een evenwicht. Ik wil precies weten waar dat omslagpunt zit, want ik vind het onderzoek op dit gebied nog niet voldoende. Als we die feiten op tafel hebben, en die feiten gaan verder dan dat kaartje dat u liet zien — ik zie u knikken, dus ik ga ervan uit dat u dat met me eens bent — dan moeten we die discussie op basis van die feiten goed moet elkaar gaan voeren. Ik kan het nu nog niet helemaal overzien, en u ook niet, want die feiten hebben we nog niet.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Het is afhankelijk van een aantal factoren: de grootte van je tank, je brandstofverbruik. Maar ik heb het toch eventjes nagerekend. Stel, je moet 150 kilometer rijden. Heen en weer is dat 300 kilometer. Bij 1 op 25 is dat 12 liter. Met €2 per liter kost het €24. Dus bij 48 liter tanken rijd je kostenneutraal naar Duitsland. Dus je rijdt vanuit Den Haag naar Duitsland, en als je meer dan 48 liter tankt, maak je al winst. Het is dus wel degelijk zo dat dat kaartje nu bijna heel Nederland bestrijkt. Als je dan nog vijf jerrycans van 20 liter in je achterbak zet, en je neemt 100 liter mee, dan maak je nog een keer €50 winst. Nou, bij drie uurtjes heen en weer rijden, ben je dan dus €16 per uur aan het verdienen.

De voorzitter:

Helder!

De heer Van Haga (Groep Van Haga):

Voor de meeste mensen is het een ontzettend lucratieve business. Ik wil hier geen smokkelroute blootleggen, maar het is nu wel degelijk lucratief om vanuit Den Haag naar Duitsland te rijden. Ik hoop dus dat de VVD hier iets aan gaat doen.

De heer Idsinga (VVD):

Ik deel uw zorgen, wil ik tegen de heer Van Haga zeggen. Inderdaad, als je ook nog eens een paar jerrycans achter in de auto gooit, in de kofferbak, wat volgens mij wel heel gevaarlijk is … Maar goed, het kan wel ...

De voorzitter:

Volgens mij mag dat ook niet.

De heer Idsinga (VVD):

Nou, volgens mij mag dat tot een bepaalde hoogte wel. Als je dat doet, kan de winst die je als consument maakt, behoorlijk oplopen. Daarvan ben ik me bewust, en dat is zorgelijk. Daar moeten we meer van weten.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Hartstikke goed wat de VVD hier opmerkt over grenseffecten en te hoge benzineprijzen. Wij dienen een amendement in waardoor de accijnzen naar nul gaan en een liter benzine 80 cent goedkoper wordt. Het is dus fijn dat we daarvoor de steun van de VVD hebben. Het is ook absurd, die benzineprijs. Als je een volle tank hebt, zo zeg ik ook tegen de staatssecretaris, moet je die waarde tegenwoordig bijna bij box 3 optellen. Daar kunnen we dus met dit amendement iets tegen doen. Maar het is nog erger qua grenseffecten, want alleen al het bedrag aan misgelopen tabaksaccijnzen is per jaar 1,4 miljard. Dat is zo'n beetje de waarde van het pakket dat het kabinet vandaag indient. Het zou dus hartstikke goed zijn als we er gezamenlijk voor zorgen dat de prijs van de benzine 80 cent naar beneden gaat, waardoor er weer veel meer mensen in Nederland kopen en wij meer accijnzen en btw krijgen. Klopt dat?

De heer Idsinga (VVD):

Nou, er zitten een aantal lagen in uw vraagstelling of in uw oproep aan mij. Ik deel uw zorgen. Die heb ik ook in mijn bijdrage opgenomen. Om die reden wil ik daar ook meer van weten. Als het inderdaad zo blijkt te zijn dat we nu belastinginkomsten missen, vervolgens ook nog eens onze mkb'ers hard raken en onze pompstationhouders hard raken, en dat allemaal terwijl we inkomsten voor de schatkist missen, is dat heel zorgelijk. Tegelijkertijd moeten we ook realistisch zijn. Ik ken uw amendement; ik heb het gelezen. Het is ook meegenomen in het debat gisteren. Gisteren hebben we met elkaar gesproken over koopkrachtmaatregelen. U was er zelf ook bij en ik was erbij; we zaten in de zaal. Er is nu een opening om daar met elkaar verder naar te kijken, van links tot rechts in de Kamer. Dat gaan we dus ook doen. Op dat moment, op het moment dat we ook de weging hebben vanuit het kabinet over die maatregelen, waaronder de maatregel die u nu noemt, zullen we daarover met elkaar een debat voeren en zullen we daar met elkaar een beslissing over nemen.

De voorzitter:

Afrondend.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Aan de ene kant hoor ik: we willen het graag doen. Maar we gaan weer allerlei onderzoeken doen. Het probleem is dat dat weer maanden gaat duren en dat de mensen nú naar Duitsland toe rijden, waarvan u zegt dat dat niet de bedoeling is, en dat ze nú naar België gaan en daar tanken. We kunnen er nu wat aan doen. We kunnen dan niet alleen zorgen dat er meer in Nederland wordt besteed — sterker nog, vanuit Duitsland komen ze dan naar Nederland toe — maar we lossen ook het probleem met bijvoorbeeld de tabaksaccijnzen op, 1,4 miljard. We verdienen aan alle kanten, plus, plus, plus. Én de dekking is geheel conform het VVD-congres, want die komt uit het stikstoffonds. Ik denk dat we het eens zijn. Ik zie ook aan de lichaamstaal dat de VVD ons volledig steunt. Alleen, we moeten niet een paar maanden wachten. We moeten het nu regelen.

De heer Idsinga (VVD):

Dan is mijn lichaamstaal misschien een beetje verraderlijk, zeg ik tegen de heer Mulder. Ik vind het zinvol om hier een goed gesprek over te hebben met elkaar. Dat ben ik helemaal met de heer Mulder eens. Maar als je met elkaar een gesprek hebt, moet wel helder zijn op basis van welke feiten je die gesprekken voert. Daarvoor heb ik wel even iets meer achtergrondinformatie nodig. Die is er nu niet, en dat vind ik buitengewoon pijnlijk.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik hoor de VVD helemaal niet over de groepen die nu in de problemen zijn gekomen, dat het erger is geworden en wat er extra moet gebeuren. Ik heb het CDA daarop bevraagd. Zij zeiden: als het kan, zijn wij bereid om over die €500 te spreken. Hoe zit de VVD hierin? Is het geen zorg van de VVD dat mensen met een modaal inkomen niet meer rondkomen?

De heer Idsinga (VVD):

Dat is zeker een zorg, wil ik tegen de heer Nijboer zeggen. Dat heeft u gisteren ook gehoord in onze bijdrage aan het debat. Heel veel mensen kunnen inderdaad niet rondkomen of dreigen straks niet meer rond te kunnen komen door stijgende prijzen aan de pomp, de energierekening, de boodschappen. Gisteren werd wel duidelijk, denk ik, dat het kabinet openingen biedt om te zeggen: we moeten iets; we moeten in ieder geval die effecten zien te dempen. Maar dat is een ingewikkelde puzzel; dat weet de heer Nijboer ook. We gaan daar op heel korte termijn met elkaar over verder praten. Ik heb net al gezegd dat hier allerlei ideeën over leven in deze Kamer, van links tot rechts. Die zullen wij met open vizier bekijken, zodra we daarvan een appreciatie hebben van het kabinet.

De heer Nijboer (PvdA):

Het kabinet komt natuurlijk met appreciaties en voorstellen, maar wij zijn de Kamer en wij kunnen ook wat vinden. Vandaag is ook een moment om daarover te spreken. We hebben het over fiscale maatregelen voor de koopkracht; dat wetsvoorstel ligt voor. Het is dus nogal logisch dat ik nu vraag: vindt de VVD ook dat datgene wat er nu ligt van het kabinet, niet genoeg is? Moeten er dus extra voorstellen komen, dit jaar nog, om de koopkracht te ondersteunen?

De heer Idsinga (VVD):

Ik heb net in mijn bijdrage gezegd dat wij zeer binnenkort opnieuw hierover met elkaar zullen spreken. Nogmaals, mevrouw Hermans heeft dat gisteren ook gezegd. We zullen alle voorstellen die hier van links tot rechts in de Kamer leven, serieus bekijken. We zullen in overleg met elkaar, in samenwerking — dat vind ik ook weleens belangrijk om te noemen in de Kamer — op basis van die feiten moeten bekijken wat er wel en niet mogelijk is. Dat is gewoon het eerlijke gesprek wat we hier moeten voeren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. We hebben nog zes sprekers van de zijde van de Kamer te gaan. Ik geef graag het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Voorzitter, dank u wel. Dit debat voelt toch een beetje als een debat om des keizers baard. Over artikel 2.27 Comptabiliteitswet is in de afgelopen weken veel gesproken en tijdens dit debat zal er nog wel meer over gezegd worden. Ik ben benieuwd naar een reflectie van de staatssecretaris op hoe dat hier is toegepast.

Na het debat over de Voorjaarsnota gisteren en de schorsing daarvan beperk ik me nu tot het stellen van een aantal vragen. De kernvraag is dus: hoe kunnen we mensen helpen die door het ijs zakken? Het antwoord daarop is verdaagd tot later dit seizoen en dit jaar, niet omdat het niet relevant en urgent is, maar wel omdat het debat gisteren even is geschorst.

In het schriftelijk overleg heb ik ook al een punt gemaakt over de doorberekening naar de consument van de btw- en accijnsverlaging. De btw en de accijns worden geheven aan de kant van de ondernemer. Of de consument een lagere brandstofprijs betaalt, hangt dus af van de vraag of bedrijven die verlaging doorberekenen. Een aantal vragen hierover. De verlaging van de accijns is nu al enkele maanden van kracht. Bij ingang van de verlaging daalde de consumentenprijs abrupt. Inmiddels is de prijs weer gestegen tot boven het niveau van net voor de verlaging van de accijns. Welk deel van deze stijging is te wijten aan de autonome stijging van de olieprijs en de appreciatie van de dollar ten opzichte van de euro? En welk deel komt doordat bedrijven de accijnskorting misschien niet langer doorberekenen aan consumenten? Welke mogelijkheden heeft het kabinet om ervoor te zorgen dat bedrijven die belastingverlaging daadwerkelijk doorberekenen? Zijn er naast het doen van een moreel appel op bedrijven door het kabinet ook nog andere mogelijkheden, juridische mogelijkheden wellicht, om doorberekening af te dwingen? Is er reden om de kartelwetgeving op dit punt nog eens te bezien? Welke rol speelt de ACM bij deze handhaving? Onderzoekt de ACM kartelgedrag van bedrijven die er gezamenlijk voor kiezen de accijnsreductie niet geheel door te berekenen?

Is de staatssecretaris ervan op de hoogte dat in Duitsland recent de accijnzen ook fors zijn verlaagd en dat daar veel kritiek is ontstaan op de maatregel, omdat de verlaging slechts deels wordt doorberekend? De Duitse minister van Economische Zaken en Klimaat, Robert Habeck, gaat de kartelwetgeving daarom aanscherpen, zodat de marktmacht van oliemaatschappijen kan worden ingeperkt. Is de staatssecretaris in gesprek met zijn Duitse collega, zodat goede ideeën van onze oosterburen eventueel kunnen worden overgenomen? Wat kunnen we wat de staatssecretaris betreft überhaupt leren van wat we in Duitsland zien gebeuren met die prijsbeweging? Is er overigens zicht op hoe het daar verdergaat met de accijnsverlaging na 31 augustus? Dat is wel betekenisvol voor afwegingen hier.

Sprekend over Duitsland kom ik bij het thema "grenseffecten". Door de recente Duitse verlaging van de accijns is er sprake van forse grenseffecten. Voor Nederlanders die bij de Duitse grens gaan wonen, is er — we hebben net in een heel debatje gezien dat dat een rekbaar begrip is —een flinke financiële prikkel om naar Duitsland te rijden om te tanken. Welke gevolgen heeft dat nu voor Nederlandse tankstations in de grensregio? Spelen dergelijke grenseffecten een rol in de besluitvorming van het kabinet rond het verlagen van de accijns? Want naast doelmatigheid, wat een belangrijk aspect is — dat kwam zojuist in een interruptiedebat al uitgebreid aan de orde — is dit natuurlijk ook een overweging.

We hebben een goede economische samenwerking met onze buurlanden Duitsland en België. Er zijn best wat Nederlanders die in het buitenland wonen maar in Nederland werken. Die groep dreigt nu buiten de boot te vallen. Als je in Duitsland woont, neem je daar je gas en je stroom af. Deze groep krijgt dus geen steun in de vorm van een generieke verlaging van de energiebelasting. Duitsland doet namelijk ook iets om huishoudens en middeninkomens te helpen, maar dat gaat dan via de inkomstenbelasting aldaar. Deze Nederlanders vallen dus buiten de boot, zei ik al.

Sowieso heb ik naar aanleiding van deze observatie de vraag en het pleidooi om meer aandacht te bieden aan dit soort grenseffecten voor mensen die daar wonen en hier werken en vice versa, en ook aan een wisselende omgang van de Belastingdienst daarmee de afgelopen jaren. Wil de staatssecretaris eens een inventarisatie daarvan maken en van welke oplossingen mogelijk zijn? Het gaat dus iets verder dan alleen maar het woord "grenseffecten" in relatie tot wat de verschillen in brandstofaccijns doen. Het gaat ook om het punt van daar wonen, hier werken en vice versa.

Voorzitter. Deze maatregelen zijn generiek van aard. Een accijnsverhoging gaat naar alle consumenten. Hoe meer energie en brandstof een consument verbruikt, hoe meer hij profiteert van de belastingverlaging. En alhoewel je leugens hebt, grote leugens en statistieken, hebben over het algemeen hogere inkomens daar meer aan dan lagere. Wat de ChristenUnie betreft, moeten we vooral de zwakste schouders ontlasten. Welke mogelijkheden ziet de staatssecretaris om juist de lagere inkomens tegemoet te komen zonder dat hogere inkomens hard meeprofiteren? Ik zeg dit ook omdat zo veel fiscaal stimulerend beleid de inflatie wellicht verder opjaagt. Ziet de staatssecretaris dat risico ook? Wordt dit ook gemonitord vanuit Financiën?

Het laatste punt gaat over groen gas. Voor fossiele brandstoffen is in het kader van de lastenreductie per 1 april een accijnsverlaging doorgevoerd. Op verzoek van mij en collega Stoffer is dat toen uitgebreid naar lpg. Ik heb toen ook een toezegging gekregen over propaan, maar dat zie ik er niet tussen staan. Hoe zit dat nou precies? Ook cng en groen gas staan er niet tussen, terwijl er in Nederland 10.000 auto's zijn die op groen gas rijden. Dat is dus nog wel even een aandachtspunt. Hoe zit dat nou precies en wat kan daar nog op gedaan worden? Of is daar een amendement voor nodig?

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Romke de Jong van de fractie van D66.

De heer Romke de Jong (D66):

Voorzitter, dank u wel. Vandaag de codificatie van de btw-verlaging op energie en de accijnsverlaging op brandstoffen, waartoe de Kamer in maart met het kabinet heeft besloten. Dat betekent dat we in een rare situatie zitten, namelijk dat een deel van de wetgeving, de accijnswetgeving, al tweeënhalve maand geleden is ingegaan en een ander deel, de btw-verlaging, al over twee weken werkelijkheid moet zijn geworden.

Ik begin hierover om de context van dat moment even te schetsen, want in februari dit jaar viel Rusland Oekraïne binnen. Gelukkig hebben de westerse landen zich solidair getoond met Oekraïne. Oekraïners worden ruimhartig ontvangen, we stellen sancties in tegen het agressieve Rusland. Het is een feit dat we door de jaren heen veel te afhankelijk zijn geworden van Rusland. Onze energieprijzen, die toch al aan het oplopen waren door de inval, zijn juist alleen maar gaan stijgen. Onder stoom en kokend water hebben het kabinet en de Kamer toch een pakket samengesteld om Nederlanders te helpen deze stijgende prijzen te dragen. We hebben daarbij vanaf het begin gezegd dat het niet mogelijk zou zijn om iedereen voor alles te compenseren. We worden nu eenmaal allemaal armer door deze crisis. We hebben wel geprobeerd om de klap te verzachten en daarbij absoluut te voorkomen dat mensen aan de onderkant door het ijs zouden zakken door stijgende prijzen.

We hebben al veel maatregelen getroffen. Toen de prijzen in 2021 begonnen te stijgen, hebben we 3,2 miljard euro uitgetrokken om de energiebelasting te verlagen en om een energietoelage te verstrekken aan de laagste inkomens. In maart hebben we die energietoelage met nog 3 miljard euro verhoogd, en hebben we besloten de accijnzen op brandstof en de btw op energie voor de rest van het jaar te verlagen. In de Voorjaarsnota wil het kabinet de broodnodige extra verhoging van het minimumloon vervroegen en de onbelaste reiskostenvergoeding al volgend jaar omhoog laten gaan. Daarnaast zetten we zo snel mogelijk in op het verminderen van de energievraag door vaart te maken met het isoleren van huizen. Kortom, er zijn veel knoppen om aan te draaien, en we draaien ook aan veel knoppen.

Ik kan me voorstellen dat er naar aanleiding van het debat over de Voorjaarsnota van gisteren of bij de koopkrachtbesluitvorming in augustus wordt besloten om op een andere manier in te grijpen, omdat er dan weer meer duidelijk wordt over de ontwikkelingen van de prijzen. Ik wil de staatssecretaris daarom vragen om die scenario's voorbereid te hebben, ook met de uitvoering, zodat we elkaar daarmee niet hoeven te overvallen. Gisteren is er bijvoorbeeld gesproken over de solidariteitsheffing. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: welke effecten heeft dit op de uitvoering? Welke mogelijkheden zijn er? Kortom, ik wil de staatssecretaris vragen om ervoor te zorgen dat de uitvoering ook voorbereid is.

Afgelopen maart zijn het kabinet en de Kamer het binnen een paar weken eens geworden over een groot pakket, dat ook nog eens snel uitgevoerd kan worden. De btw- en accijnsverlaging is een voorbeeld van een maatregel die generiek en snel uitgevoerd kan worden. Maar bij wie die verlichting terechtkomt, verdient geen schoonheidsprijs. Wie meer energie en brandstof verbruikt, profiteert ook meer. Toch was dit de manier om ervoor te zorgen dat we konden ingrijpen zonder dat de uitvoering zou omvallen. Die uitvoering staat al onder grote druk. Met de energietoelage helpen we gericht de laagste inkomens. Met de btw- en accijnsverlaging helpen we ook de rest een handje. Ik denk ook aan de mensen met een modaal salaris bij mij thuis in Friesland die echt een paar keer per week de auto moeten gebruiken om bijvoorbeeld mantelzorg te verlenen, of aan de vrouw in de Achterhoek die gewoon haar auto nodig heeft om op het werk te komen, terwijl haar energierekening thuis vanwege een slecht geïsoleerde woning door het dak schiet. Voor hen maken deze maatregelen echt een verschil. Dan moet de btw-verlaging natuurlijk wel echt doorberekend worden aan de energiemaatschappijen. Daar is net ook al over gesproken. De staatssecretaris gaf in zijn schriftelijke beantwoording aan dat hij in gesprek is met energiemaatschappijen over een manier om de btw-verlaging zeker door te berekenen naar de consument. Ik sluit me dan ook graag aan bij de vraag van mijn collega over de status van dat gesprek.

Voorzitter. Veel mensen hebben het zwaar door de hoge energierekening. Het kabinet heeft miljarden uitgetrokken om hen te helpen. Als de prijzen zo hoog blijven, zal er meer nodig zijn, zo gericht mogelijk, om kwetsbare huishoudens te helpen.

Dank u wel.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Waar moet je beginnen met zo'n verhaal? De energieprijzen waren al hoog. Alle prijzen waren al hoog voor de inval. Het wordt alleen maar erger, maar wat mij het meest dwarszit in deze hele opsomming, is een soort verlekkerd uiten van het verhaal dat we allemaal armer worden. Vroeger, voor dit kabinet, had je kabinetten die, als er tegenslagen waren, als er problemen waren met de inkomens van mensen, gingen proberen om de mensen te helpen, om er wat aan te doen. U en ook mevrouw Kaag zeggen de hele tijd maar heel lekker: ja, we worden met z'n allen armer. Weet u wie er armer wordt? Dat zijn de mensen die niet hier in de Tweede Kamer zitten, die geen consultantbaantje hebben. D66'ers hebben er geen last van. Die zorgen goed voor zichzelf, maar gewone mensen kunnen bijna niet rondkomen. Als u eens drie, vier, vijf maanden op een minimumsalaris zou moeten rondkomen, ben ik benieuwd of u hier nog voor de microfoon zou zeggen dat we met z'n allen een beetje armer worden. Dat is onacceptabel! Daar moet je dus wat aan doen. Daarvoor dienen wij hier voorstellen in. En u komt met een of ander makkelijk verhaaltje dat we de kosten van arbeid gaan verlagen. Waar is dat voorstel dan? Hoeveel verlaagt u het? Hoe dekt u het? Hoeveel krijgen de mensen dan? Graag een reactie.

De heer Romke de Jong (D66):

Dat zijn wel tien vragen in een. Ik ga proberen daar ook enige nuance in aan te brengen. Wat de PVV hier nu doet, is zeggen dat er eigenlijk helemaal geen probleem is. Dat stelt u. Ik zeg hier heel eerlijk dat er ook een realiteit is waarin we vermogen verliezen. Dat is gewoon een eerlijk verhaal. U wilt dat niet horen. Dat is prima. Dat laat ik ook helemaal aan u. Wij willen vooral kijken wat wel mogelijk is. U verwijt mij in deze opsomming dat ik daar niks aan doe, maar als u goed had geluisterd, dan hoort u dat wij juist heel veel doen en dat we ook bereid zijn om meer te doen. Ik geef net aan: twee keer dat pakket, twee keer 3 miljard euro. U kijkt heel verbaasd, maar het is terug te kijken op Debat Direct. We doen heel veel en we staan ervoor open om meer te doen. U zegt: ik heb een voorstel. Ik heb gisteren in het debat, dat nog niet afgerond is, gehoord dat het kabinet elk voorstel uiterst serieus gaat beoordelen. Ik denk dat het thuishoort in dat debat. Als het gaat over vandaag, over de codificatie, dan denk ik dat we de maatregelen zo snel mogelijk moeten doorvoeren om ervoor te zorgen dat deze besluiten zo snel mogelijk bij de mensen terechtkomen. Het is niet in mijn belang maar in ons aller belang om het zo snel mogelijk te krijgen bij de mensen die het nu nodig hebben.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ik word niet boos omdat ik constateer dat we qua welvaart en inkomen achteruitgaan. We constateren dat juist. Alleen, de PVV wil daar iets aan doen en u stelt alleen maar vast dat het gebeurt. U zegt: "Dat overkomt ons nu eenmaal. We moeten veel geld sturen naar Afrika. Iedereen mag geld krijgen en we moeten Italië voor de 28ste keer redden. Dat vinden we allemaal belangrijk." Maar de PVV kiest voor de Nederlander. Wij kiezen ervoor om de energie goedkoper te maken, maar u wilt mensen een warmtepomp opleggen van €10.000. Dat zijn de verschillen tussen onze partijen. Ik word boos omdat ik samen met u constateer dat we in welvaart achteruitgaan en omdat u dat op de een of andere manier terecht vindt. Daarom doet u niks voor de mensen die aan de onderkant zitten. Wij doen dat wel. Wij komen met extra voorstellen voor 8,5 miljard, wat voor mensen gemiddeld €1.000 in een halfjaar oplevert. U zegt: dat gaan we niet doen; we gaan naar de toekomst kijken. Dát vind ik oneerlijk. Reageert u daar eens op!

De heer Romke de Jong (D66):

Ik constateer wederom dat de PVV niet wil luisteren naar wat we wél doen. Wat ik heb gezegd en wat we ook kunnen lezen in het CPB-rapport, is dat de accijnsverlaging niet ten goede komt aan de mensen die dat juist hard nodig hebben. Het CPB-rapport stelt dat we het inkomen van mensen aan de onderkant juist moeten verbeteren. Daartoe zie ik goede voorstellen, zoals het sneller omhooggaan van het minimumloon en de toezegging van de minister om richting de augustusbesluitvorming — de heer Idsinga refereerde daar ook al aan — te kijken of we wellicht de lasten op vermogen kunnen verhogen en de lasten op arbeid kunnen verlagen. Want daar gaat het om. Dat zijn precies de mensen waar u over spreekt, de mensen die het nodig hebben. Laten we er met elkaar voor zorgen dat we op de inkomensknop gaan drukken.

De heer Alkaya (SP):

De heer De Jong spreekt, ook in de manier waarop hij zijn zinnen opbouwt, over de plannen van de regering in termen van "we": we doen dit en we doen dat. Maar hij is onderdeel van de D66-fractie. Ik wil hem inhoudelijk wat dingen vragen over het kabinetsbeleid, maar voor mij is het eerst van belang om te weten of de heer De Jong wel de ruimte en de verantwoordelijkheid voelt om een eigenstandig standpunt in te nemen. Of staat hij onverkort achter alle kabinetsplannen en spreekt hij daarom van "we"?

De heer Romke de Jong (D66):

In het algemeen hoop ik dat "we" het hier als collectief in de Kamer regelen. "We" staan hier vandaag in de Kamer om te debatteren over de maatregelen die nu voorliggen. Die gaan over de btw en over de accijnzen. Dus ja, ik voel me hier net als u onderdeel van. We moeten kijken hoe we dit zo snel mogelijk kunnen tackelen. Wat betreft mijn positie binnen D66: ik wil graag de scheiding maken tussen het debat van vandaag, waarin we het hebben over de btw en de accijnzen, en het debat van gisteren, dat geschorst is, over alle mogelijkheden die nog voor ons liggen. U kunt mij op van alles bevragen — ik sta hier als D66-Kamerlid — maar ik heb net als u de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat "we', als Kamer, dit vandaag kunnen regelen.

De heer Alkaya (SP):

Zeker, maar ik zou nooit het woord "we" gebruiken als ik over de kabinetsplannen praat. Als oppositielid zou ik dat al helemaal niet doen, maar eigenlijk zou geen enkel Kamerlid dat moeten doen, omdat we als Kamerleden, als volksvertegenwoordigers, de plicht en de verantwoordelijkheid hebben om het kabinet daarop te bevragen en streng te controleren. Ik zou dat niet zo doen.

Ik heb de volgende inhoudelijke vraag. Stel dat we als Kamer vandaag akkoord gaan met deze wet. Dat leidt tot minder inkomsten voor de overheid; dat accepteren we dan als Kamerleden. Maar de mensen in de samenleving, de mensen thuis, hebben daar natuurlijk helemaal niets aan als zij die lastenverlichtingen vervolgens in de vorm van bezuinigingen weer teruggepresenteerd krijgen. Ik zou van D66 willen weten: staat de D66-fractie achter de woorden van de minister van Financiën, die bezuinigingen niet uitsluit, of wil de D66-fractie wel bezuinigingen uitsluiten? Want dat zou een hoop onzekerheid in de samenleving wegnemen.

De heer Romke de Jong (D66):

U heeft gister onze fractievoorzitter, Jan Paternotte, ook vanaf deze plek, heel duidelijk horen zeggen dat wij openstaan voor alle mogelijkheden die zijn aangereikt door de Kamer. Achter die woorden sta ik nog steeds.

De voorzitter:

Prima. De heer Nijboer.

De heer Nijboer (PvdA):

De laatste zinnen van de heer De Jong gingen heel snel, maar zei hij nou dat er dit jaar wel echt wat extra's moet gebeuren voor de groepen die echt niet bereikt worden, onder andere door deze wet? Moet er wat extra's gebeuren? Zet D66 zich daarvoor in?

De heer Romke de Jong (D66):

Wat ik zei, is dat we nu het liefst zo gericht mogelijk kijken. Ik gaf in mijn spreektekst al aan dat de kwetsbaarheid van dit pakket in de ongerichtheid zit, namelijk dat het wellicht niet terechtkomt bij de mensen over wie u sprak. Dat zijn de mensen die het echt het meest nodig hebben en dreigen door het ijs te zakken. Ik heb gister de handreiking gehoord van het kabinet en die hoorde ik ook door heel veel partijen uitgesproken worden in dat debat. Het kabinet gaat nu kijken naar alle voorstellen en komt daar inhoudelijk op terug. Ik denk dat dat een goed moment is om daarna het debat gericht te voeren.

De heer Nijboer (PvdA):

Dat is altijd goed. Ik ben altijd gek op studies van het kabinet; die gaan we allemaal lezen. Maar het helpt altijd wel als ook politieke partijen in de Kamer zeggen: werkt u het maar uit. Ik had net met de heer Omtzigt ook zo'n debat over de zorgtoeslag, over het hoe, over de varianten en de voor- en nadelen. Maar het principe is wel: het is nu niet genoeg. Het is niet gericht genoeg geweest. Dat betekent dat mensen buiten de boot vallen die het echt hard nodig hebben. Is D66 het daarom met de analyse eens dat er wel wat moet gebeuren? Alle varianten die het kabinet uitwerkt, ook met betrekking tot de dekking, komen later wel, maar het begint natuurlijk met die analyse.

De heer Romke de Jong (D66):

Ik waardeer elke keer de vragen van de heer Nijboer, omdat hij ze elke keer in andere bewoordingen stelt, ook aan de VVD en het CDA. Ik snap dus heel goed wat u zegt. Ik heb u ook net gezegd: wij staan daar open voor. Dat heeft onze fractievoorzitter gister ook laten horen. Ik vind het wel belangrijk dat het uitvoerbaar is; ik vond het interruptiedebatje over doelmatigheid ook mooi. Als u een ja-neevraag stelt, dan zeg ik: ja, wij staan daar open voor en willen daar oprecht naar kijken. Maar dan moeten we wel van het kabinet weten of het ook daadwerkelijk uitvoerbaar is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Voor de lunch hebben we nog drie sprekers van de zijde van de Kamer te gaan. Ik geef nu graag het woord aan de heer Van der Lee van de fractie van GroenLinks.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Als politicus moet je af en toe je historische gelijk benadrukken en ik kan vandaag niet de verleiding weerstaan om dat te doen. Als het moeilijk wordt, maar je de basis op orde hebt, hoef je minder noodgrepen uit te voeren en zul je ook minder uitvoeringsproblemen hebben. Mijn partij ijvert al meer dan drie decennia voor een snelle energietransitie. Als daar eerder op was gehandeld, hadden we nu veel meer goedkope, hernieuwbare energie gehad. Mijn partij ijvert ook al decennia voor het verlagen van steun aan fossiele energie. Als we daar eerder op hadden gehandeld, dan was er in de energiebelasting een veel eerlijker lastendruk geweest in plaats van dat we grootverbruikers bevoordelen ten koste van kleingebruikers en het mkb. Als er eerder was ingegrepen op de vermogensongelijkheid in Nederland en kapitaalswaarde was belast, was de arbeid voor werkgevers goedkoper gemaakt, maar hadden we ook eerder het wml, het wettelijk minimumloon, kunnen verhogen. Met de koppeling hadden we er dan voor kunnen zorgen dat de groepen die nu zwaar in de problemen zitten, minder zwaar in de problemen hadden gezeten.

Ik noem dat even, omdat er in het verleden verkeerde keuzes zijn gemaakt waardoor we nu in de knel zitten.

De voorzitter:

Was dit uw blokje "I told you so"?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat is uw samenvatting, maar dat klopt.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Even een punt van orde. Als communisten beginnen over historisch gelijk krijgen, moet je altijd oppassen. Ik zal een heleboel van die opmerkingen vergeten, maar ik ga in op één ding: het is natuurlijk totale onzin dat duurzame energie goedkoop is. Daardoor zitten we in de problemen. Dat kost kapitalen, maakt landen stuk en slaat nergens op. Mijn punt van orde is: het is handig als we het in de zaal bij de feiten houden en niet bij rare wensdromen.

De voorzitter:

Dat is geen punt van orde, maar gewoon een interruptie.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja, dat is helemaal geen punt van orde. Het zijn ook onjuiste feiten die de heer Mulder hier delibereert. Energie uit wind en zon is veel goedkoper dan fossiel. Hadden we er meer van gehad, dan waren we niet afhankelijk geweest van Poetin en hadden mensen niet met deze hoge prijzen te maken gehad.

De voorzitter:

We gaan naar de wet.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

De wet gaat over energieprijzen en daar had ik het over. Ik wil ook nog even terug naar september vorig jaar. Toen lag er ook al een rapport, van TNO, dat in kaart bracht wat op dat moment de groep mensen was in Nederland die al te maken had met energiearmoede. Daaruit bleek dat die groep zich concentreert onder de mensen die óf een bijstands- óf een kale AOW-uitkering hebben. Het ging zelfs om 80% van de 550.000 mensen die toen in beeld waren. 75% daarvan huurde. Wat er vervolgens is gebeurd, is dat op Prinsjesdag een compensatiepakket is overeengekomen door de coalitie, waarbij een groot deel ook weer naar mensen met veelal hogere inkomens ging. Dat is vervolgens in maart herhaald, in het pakket dat we vandaag bespreken. We hebben afgelopen maandag met het CPB zijn rapport over de scenario's voor de toekomst bekeken. Daarin wordt vooruitgekeken, terwijl TNO terugkeek naar wat op dat moment de situatie was. Daarin zien we dat de problemen zich echt concentreren bij de groep die ik en TNO al noemden — de groep tot 120% wml — de groep tussen 120% en modaal en een stukje van de groep van modaal tot anderhalf keer modaal. De mensen daarboven kunnen zich redden. Die hebben voldoende inkomen of voldoende reserves. Toch is er nu in twee pakketten, ongericht, 6 miljard uitgegeven. Dat geld komt voor een groot deel bij de mensen terecht die meer dan anderhalf keer modaal verdienen. Dat is echt problematisch.

Ik hoop dus dat het nu, in het vervolg van het debat over de Voorjaarsnota, driemaal scheepsrecht wordt. We hebben twee keer de kans gemist om grote bedragen gericht in te zetten, dus laten we het nu alsnog één keer goed doen, dit jaar, om de mensen die het het moeilijkst hebben, écht tegemoet te komen. Ik begrijp wel dat de VVD graag de verzekering wil dat bedrijven hun btw- en accijnsverlaging volledig aan burgers doorgeven, maar die krijgt zij natuurlijk niet. Daar lekt geld weg; dat weten we. Het zijn ook niet alleen de energieproducenten die windfall profits maken. We zien het bij hoge inflatie en stijgende prijzen overal gebeuren dat bedrijven meer dan noodzakelijk prijzen doorberekenen aan de burgers. Stel dat het uitvoeringstechnisch niet mogelijk is om een solidariteitsheffing vorm te geven. Daar zei de staatssecretaris gisteren al een aantal dingen over: dan kom je gauw in discussies over staatssteun terecht. Hij had het specifiek over de mijnbouwheffing, al dan niet vergeleken met Engeland, want dan heb je meer met vestigingsklimaat te maken. Als dat allemaal speelt, ontkom je er denk ik niet aan om de Vpb wat te verhogen, om te zorgen dat we dit jaar in harde euro's een bedrag kunnen geven aan in ieder geval de mensen tot modaal, om te zorgen dat ze dit jaar rond kunnen komen.

De heer Idsinga (VVD):

Dank aan de heer Van der Lee voor zijn betoog. Wij hebben maatregelen getroffen op het gebied van btw-verlaging en accijnsverlaging. Dat moet naar mijn idee een-op-een terechtkomen in de zakken van de burgers, aangezien het consumptiebelastingen zijn. Als consumptiebelastingen omhooggaan, worden ze betaald door de burger en als ze naar beneden gaan, moet het een verlichting zijn voor de burger. Hoor ik de heer Van der Lee nou zeggen dat het hem niet uitmaakt, dat hij het wel prima vindt dat dat effect wordt verstoord en dat er toch ergens in die keten van overheid naar consument belasting blijft hangen in de zakken van anderen?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dit is wel een heel gekke manier van luisteren. Dit is namelijk precies niet wat ik zeg. Ik constateer alleen dat u kiest voor een route waardoor er niet direct compensatie aan burgers wordt gegeven maar dit via bedrijven gebeurt. En dan eist u vervolgens de verzekering dat die het volledig doorbetalen, terwijl u geen instrumenten heeft om dat af te dwingen en de staatssecretaris ook niet. Het was veel beter geweest om het geld onmiddellijk veel gerichter in te zetten en direct aan burgers zelf te geven, die dan zelf zouden kunnen beslissen waar ze het aan uitgeven. Aan een ritje met de auto? Aan een ritje met het ov? Of aan de hoge voedselprijzen of waar dan ook aan? Het is juist de keuze om het via een omweg te doen die maakt dat het niet volledig bij de burgers terechtkomt.

De voorzitter:

Afrondend.

De heer Idsinga (VVD):

De keuze is geweest om dat geld snel bij de burger te krijgen. Dat wil ik hier toch nog even benadrukken. En dan is de gekozen richting via de btw en de accijns naast al die andere maatregelen die getroffen zijn, helemaal niet zo'n gekke keus van dit kabinet. Alleen vraag ik vervolgens wel het volgende, en ik hoop dat u mij daarin steunt. Als je kiest voor snelheid moet je er wel alles aan doen om de negatieve effecten van die snelheid zo veel mogelijk te voorkomen. U maakt er nu wel een hele mooie show van dat wij anders in de wedstrijd zitten, maar wat ik zeg is: als je die keuze maakt, denk dan ook aan de nevenschade en probeer die enigszins te beperken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Kijk, nevenschade moet je natuurlijk altijd beperken, maar als je een keuze maakt waarbij je weet dat er een zekere nevenschade gaat ontstaan, is het wel gek om vervolgens een verzekering te vragen van de staatssecretaris, te eisen zelfs, dat die nevenschade niet optreedt. Die verzekering kan hij gewoon niet geven. Het lijkt me eerlijk om dat toe te geven. Verder ben ik het met de heer Idsinga eens: natuurlijk moeten die bedrijven het volledig doorgeven aan de burgers. En natuurlijk moeten bedrijven altijd keurig belasting betalen en geen constructies maken om die belastingen te ontwijken. Dat zijn allemaal zaken waar wij al jaren voor pleiten. Feit is wel dat de VVD een van de partijen is — maar dat geldt ook voor de PVV — die altijd een grote mond heeft, die tegen het aanpakken van vermogensongelijkheid is en jarenlang op de rem heeft gestaan in de energietransitie, waardoor we nu met hoge energieprijzen zitten en een scheve vermogensverhouding hebben in Nederland, en ook een groep mensen die te weinig inkomen heeft om rond te komen.

De voorzitter:

U continueert.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Kijk, ik wil nog wel een nuancering maken. Als het gaat om de twee maatregelen die we vandaag bespreken, zit er wel een verschil tussen de btw-verlaging en de accijnsverlaging. Die accijnsverlaging is echt heel denivellerend. We weten gewoon dat mensen met meer geld grotere auto's hebben, vaak ook meer rijden en relatief veel meer profiteren van die accijnsverlaging. Bij de btw is dat minder vanzelfsprekend. Daarbij zie je dat ongeacht de inkomensgroep het effect redelijk gelijk is. Ik chargeer een beetje — ik zie de heer Grinwis zijn hoofd schudden — maar dat verschil is er echt wel. Wat we vooral ook nog weten, en daar wil ik eigenlijk naartoe, komt uit een ander rapport van het Centraal Planbureau, over ongelijkheid en herverdeling. Dat rapport bracht ons eigenlijk tot het inzicht dat we het vaak hebben over ons progressieve belastingstelsel maar dat de eigenlijke herverdeling niet plaatsvindt binnen ons fiscale systeem maar vooral via de overheidsuitgaven. Het gaat in belangrijke mate ook over de toeslagen die we toekennen. Die les hoor ik ook te weinig in deze discussies. We hebben het weer heel veel over fiscale instrumenten, terwijl we weten dat de herverdeling via die route per saldo te weinig lukt. Je zult dus meer moeten kijken naar de overheidsuitgaven. De heer Nijboer heeft ons voorstel toegelicht en ook de aanpassing die we hebben aangebracht, namelijk een top op de zorgtoeslag, omdat een deel van de oorspronkelijke versie volgens het kabinet niet uitvoerbaar zou zijn. Via die route kun je op een nivellerende manier meer gericht de mensen bereiken die wij nu willen bereiken. We willen hun helderheid kunnen geven voor de zomer, voordat wij in de Eerste Kamer beslissen over de Voorjaarsnota. Dat betekent dat er helderheid moet zijn over welk bedrag deze mensen dit jaar nog krijgen. De solidariteitsheffing zou prima de dekking kunnen zijn. Als daar problemen zijn, dan moet er maar een alternatieve dekking komen. Over die dekking kunnen we ook nog wat langer praten, als het maar helder is dat er minimaal €500 gaat naar de groepen die volgens het planbureau echt door het ijs gaan zakken. Ik hoop dat de staatssecretaris en zijn medewerkers zich daar met hun creativiteit volop voor gaan inzetten en dat de coalitie ook bereid is om na driemaal echt te kiezen voor een heel gerichte compensatie voor de mensen die echt nu in de knel zitten.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Ik ben even iets in de war. Naar het voorstel van die €500 van gisteren kijken wij heel serieus. Maar daaraan vooraf ging nu een heel verhaal van GroenLinks over dat er veel te weinig wordt gedaan om de problemen met de toeslagen op te lossen en dat daar veel te weinig over gediscussieerd wordt. GroenLinks vindt dat een groot probleem. Dat moet allemaal anders. Maar gisteren stelde GroenLinks wel voor om die €500 bij een toeslag te voegen. Bent u daar nou voor of tegen? Vindt u dat nou vervelend of niet?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Er moet zeker het nodige veranderen in de hele toeslagensystematiek. Ik denk dat het op papier mogelijk is om herverdeling te realiseren via een beter fiscaal stelsel. Het probleem is alleen dat we daar al jaren niet aan toekomen, omdat een echt substantiële herziening van ons belastingstelsel nog niet van de grond is gekomen door verouderde systemen en door politieke onwil. Dus ook hier zijn we met relatief tijdelijke en beperkte maatregelen aan het sleutelen, maar het CPB constateert dat de herverdeling in Nederland plaatsvindt door de uitgaven van de overheid en niet doordat wij ons fiscale stelsel zo hebben ingericht dat we herverdelen in de mate die nodig is.

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dus u handhaaft dat voorstel van €500 wel. Ik was even bang dat u dat ter plekke ging intrekken.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dat is een beetje kinderachtig, meneer Mulder. Ik had u hoger ingeschat.

De heer Alkaya (SP):

Even om het goed te begrijpen: het Centraal Planbureau constateert inderdaad dat veel nivellering, het tegengaan van ongelijkheid, via de overheidsuitgaven plaatsvindt en niet via de belastinginkomsten. Dat is toch problematisch? Daar moeten we toch iets aan doen? Het leek er even op dat GroenLinks zich daarbij had neergelegd en dat we daarom op die weg moeten doorgaan. Ik hoop dat ik dat verkeerd begrijp.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik begon mijn betoog met mijn historische gelijk, waarin het precies ging over de aanpassing van het hele fiscale stelsel, waarbij de vervuiler meer betaalt en waarbij het kapitaal, de winst, en het vermogen zwaarder worden belast. Dat is allemaal nagelaten en daardoor zit je nu in de situatie dat herverdeling inderdaad niet via het fiscale terrein plaatsvindt, maar via de uitgaven van de overheid. Ik zeg niet dat ik daar blij mee ben. Ik constateer gewoon feitelijk dat dat de situatie is en dat het CPB dat in een heel interessant onderzoek heeft aangetoond. We moeten het debat over de Voorjaarsnota voor de zomer afronden, dus we moeten nu, op heel korte termijn, een keuze maken. Wat doen we nu? Je kunt dan beter kiezen voor een manier waarbij je via overheidsuitgaven direct geld geeft aan burgers in de knel, dan dat je weer op zoek gaat naar een ingewikkelde fiscale constructie die tijd kost en er niet op tijd voor zorgt dat mensen in de knel krijgen waar ze recht op hebben.

De heer Alkaya (SP):

Ik snap dat wel. Ik denk ook dat we aan dezelfde kant staan. Maar we moeten wel constateren dat de zaken die wij hier op korte termijn voorstellen, natuurlijk niet moeten bijdragen aan het probleem, namelijk het langetermijnprobleem dat nivellering, het aanpakken van ongelijkheid, niet via de belastingen wordt aangepakt. Dat moet toch veranderen? Als wij dit soort zaken bespreken, moeten we ook zeggen: dat geld moet ook in de lastensfeer worden opgehaald, bij vermogen en winst, zodat we kunnen afstappen van het systeem dat nivellering alleen maar via de uitgaven plaatsvindt. Dat heb ik in mijn eigen inbreng proberen te doen. Nivellering moet ook via de inkomstenkant van de overheid plaatsvinden.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Maar dat zeg ik toch de hele tijd? Ik constateer alleen dat het niet gebeurt. En dan misschien toch een opmerking in de richting van de heer Alkaya: in de augustusproblematiek speelt ook nog de vraag wat we doen met box 3 als het gaat om compensatie voor de kleine spaarders. Dan hoor ik de SP zeggen: iedere spaarder moet worden gecompenseerd. Dat betekent zo nog maar eens 2 miljard extra uitgeven aan mensen die een groot spaarbedrag hebben, die niet bij de groepen horen die nu financieel in de knel zitten. Dan weet ik wel waar mijn prioriteiten liggen.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Even voor de Handelingen: ik deel helemaal de analyse van de heer Van der Lee, ook met betrekking tot wat hij zegt over btw. Maar hier gaat het natuurlijk specifiek over een btw-verlaging op de energierekening. Dan heb je wel degelijk het effect dat je er bij meer gebruik — over het algemeen zijn dat de hogere inkomens — iets meer van profiteert dan de lagere inkomens, hoewel het verschil minder extreem is dan bij de accijnsverlaging.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ja. Ja.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Maar in generieke zin middelt het redelijk uit met waar het lage en hoge btw-tarief terechtkomt. Een andere les van het onderzoek van het CPB dat de heer Van der Lee aanhaalde, is dat we nu enorme disrupties zien. Mensen moeten heel veel meer voor energie betalen. Dan zie je dat de filosofie van het internaliseren van negatieve externe effecten en daarmee het steeds verhogen van prijzen, voor energie maar misschien ook voor voedsel, ook wel een keerzijde heeft, namelijk dat lagere inkomens die een groter deel van hun inkomen kwijt zijn aan dat soort primaire goederen, er extra last van krijgen. Wat heeft dat inzicht gedaan met de lijn van GroenLinks, zeker omdat in deze transitietijd het ideaal van helemaal geïnternaliseerde negatieve externe effecten misschien wel repercussies geeft die we met elkaar niet kunnen en niet willen dragen, juist voor de zwakste schouders?

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Goed, maar dat issue is voor ons echt niet nieuw. Dat hebben we ons al langer gerealiseerd. Dan speelt ook nog het element dat iemand die huurt, nog veel minder mogelijkheden heeft om te sturen op die energie-uitgaven dan iemand die een koophuis heeft en daar zelf keuzes in kan maken en aanpassingen kan doen die ook direct financieel voordeel opleveren. Daarom zijn wij samen met de PvdA ook heel kritisch over wat er op de woningmarkt gebeurt. Wij willen op dit moment ook huren bevriezen en zeker de mensen in de allerslechtste huurwoningen, met een E-, F-, of G-label, extra tegemoetkomen, want die kunnen nauwelijks hun energiebehoefte beïnvloeden. Uiteraard. Maar dit inzicht is helemaal niet nieuw. Daarom hebben wij ook samen met de ChristenUnie gepleit voor een veel groter isolatieprogramma. Ik kan een hele serie maatregelen noemen die ik al bepleitte toen ik woordvoerder op klimaat en energie was. Dat is echt geen nieuw inzicht, toch? Daar zijn we het toch ook over eens?

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Daar zijn we het zeker over eens, maar ik hoorde de heer Van der Lee dat niet noemen. Het is wel een heel belangrijk aspect, juist bij die extreme prijsstijgingen die we nu zien. Het is er ook een oorzaak van dat het fiscale systeem minder herverdelend werkt dan het zou moeten werken, naast heel veel andere dingen, maar daar gaat het debat vandaag niet over. Ik ben het inderdaad met de heer Van der Lee eens dat de toeslagroute, te midden van alle onvolkomen routes, misschien wel de route zou kunnen zijn met de minste onvolkomenheden. Als je later dit jaar of zo snel mogelijk wil kijken naar wat je nog meer zou kunnen doen, waarbij je je wel rekenschap moet geven van verdere inflatierisico's voor de economie, geef ik de heer Van der Lee graag toe dat dit inderdaad, alles afwegende, misschien weleens de route is die we moeten bewandelen. Maar daarop gaat de staatssecretaris studeren en hij gaat er straks op terugkomen. Dat wilde ik nog even meegeven.

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Het is fijn dat u zo in onze richting aan het bewegen bent. Ik hoop dat uw zendingswerk ook bij de rest van de coalitie gaat werken. Dan komen we over twee weken misschien tot een echt stevig resultaat voor de mensen die nu echt in de knel zitten. Ik denk dat we er met die dekkingsproblematiek ook wel uitkomen. Ik heb een aantal dingen inderdaad niet genoemd, maar dat komt ook omdat de voorzitter niet wil dat ik over de spreektijd heen ga die ik heb opgegeven. Dat zal ik ook proberen te voorkomen.

Rest mij toch de staatssecretaris nog een vraag te stellen, namelijk: wat is de eerlijke omschrijving van het doel van deze wet? Gaat het erom iedere Nederlander een beetje tegemoet te komen in een tijd waarin de prijzen enorm gestegen zijn, of ziet u dit echt als een wet die de mensen met de grootste problemen echt helpt? Want daar gaat natuurlijk in essentie de discussie over. Ik denk dat u, als u eerlijk bent, moet toegeven dat dit niet de beste manier is om de mensen in de zwaarste problemen tegemoet te komen. Verder wens ik hem veel sterkte om in een heel korte tijd met een uitvoerbare optie te komen voor een extra tegemoetkoming aan mensen die nu door het ijs zakken.

Daar laat ik het even bij. Dank u wel.

De voorzitter:

Heel goed, dank u wel. We gaan luisteren naar de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Voorzitter. Vandaag spreken we over een wetsvoorstel dat al is ingegaan. De accijnzen zijn al verlaagd. En ook als wij tegen dit wetsvoorstel zouden stemmen, zouden we die accijnzen niet gaan terugvorderen bij de mensen die getankt hebben tegen iets lagere benzineprijzen dan die ze gehad zouden hebben als de accijnzen niet verlaagd zouden zijn.

Dat is niet de eerste keer, voorzitter. We hebben hier afgelopen week een motie van collega Heinen aangenomen, die ziet op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet; dat is het muizengaatje, het geitenpaadje, of hoe je het ook wilt noemen om dit soort dingen te doen. De motie vraagt om dat eens wat minder te gebruiken. Het baart mij grote zorgen dat de regering hier consequent gebruik van maakt. We hebben hier nu namelijk een vrij ongerichte maatregel; dat geldt zeker voor de verlaging van de btw op energie. Dat is erg leuk, maar thuis heb ik een driejarig contract en mensen die een vast contract hebben, betalen dit jaar dus minder voor hun energie dan ze ooit betaald hebben, omdat de btw omlaaggaat maar ze nog met het vaste tarief zitten. Dat is een enorme groep, die een verlaging krijgt die werkelijk echt nergens op slaat. Je ziet hoe groot de noden in de samenleving zijn, met 1,2 miljoen huishoudens die straks moeten kiezen tussen het omhoog zetten van de thermostaat of het kopen van eten, terwijl ze alle variabele kosten al afgeschaft hebben. Die maatregel is behoorlijk ongericht, maar we kunnen hier niks doen vandaag.

Mijn eerste vraag aan de regering is dus: wat willen ze nu precies? Ik ga namelijk even het lijstje langs. De Catshuisregeling heeft miljarden gekost en we hebben nog steeds de juridische onderbouwing niet geregeld in de wet. Onder een hele hoop uitkeringen die wij doen aan de toeslagenouders, zit dus geen wet. Dat wordt met beleidsbesluiten gedaan, met miljarden tegelijk. We hebben hier wetsbehandelingen voor. Je doet namelijk een wetsbehandeling om te wegen of iets goed of minder goed is, en of je misschien nog een wijziging moet aanbrengen of iets anders kunt voorstellen. Zoals ik al eerder heb gezegd, ben ik over de Catshuisregeling ook gebeld vanuit het Catshuis en heb ik gezegd dat ik het er niet mee eens ben. Mensen met €100 schade zouden immers €30.000 krijgen en de wachtlijst zou zo lang worden — ik had overigens niet verwacht dat die vier jaar lang zou worden, dus ik wist niet alles — dat de mensen met de ergste problemen jarenlang on hold zouden staan, zoals nu het geval is. Maar we kunnen nu geen kant op. Bij deze wet idem dito. De wet op de €800 toeslag, die vorig jaar in december was aangekondigd als €200 en twee dagen voor de verkiezingen in maart €800 werd, moet hier nog behandeld worden. U zegt dat dat een detail is, maar er is nog steeds niet door de Kamer vastgesteld wat de definitie van het inkomen is waarop gebaseerd wordt of je er recht op hebt. Je ként het inkomen van dit jaar namelijk niet, dus je kan vragen of iemand in 2022 minder verdient dan 120% van het sociaal minimum, maar dat weet je niet als je een oproepcontract hebt. Je weet dus niet of je die krijgt. Dat zijn discussies die je moet hebben voordat je met uitkeren begint. Er zijn mensen die daarop wachten.

Waarom maak ik er nu zo'n verhaal van, voorzitter? Dat heeft te maken met het feit dat ik gisteren weer opgeschrikt werd door een brief van de andere staatssecretaris van Financiën. Daarin stond namelijk dat we aan de mensen uit Oekraïne die hier komen, vanaf volgende maand huurtoeslag en kindgebonden budget gaan betalen en dat we een bepaling in de wet over kinderopvangtoeslag gaan veranderen, zodat die erin voorziet dat je kinderopvangtoeslag kunt krijgen als je een partner in het buitenland hebt, wat nu niet zo is. Dat is een wens van een gedeelte van deze Kamer, maar zo'n wijziging heeft vergaande gevolgen, en daar wil je eerst over spreken met z'n allen voordat je die invoert. Een dag na aanname door deze Kamer, die heeft gezegd "wees voorzichtig met 2.27", zegt de regering: die wetswijziging dienen we wel een keer na de zomer in maar we beginnen in juli al met de uitvoering ervan. Mijn vraag is dan wat wij hier dan als Kamer zitten te doen. Zit ik hier voor Jan met de korte achternaam of mag ik meehelpen om wetten te maken? En dat is een bloedserieuze vraag. Het gaat dit jaar om vele miljarden. Dit is ook precies waar de Rekenkamer kritiek op had. Die zei dat er voor 5% van de uitgaven geen toestemming is gevraagd; dat zijn dit soort mechanismes. Dat betekent dat wij hier als Kamer over miljardenuitgaven niet kunnen spreken. Daarom wil ik de komende weken bij brief graag een duidelijk verhaal over hoe men vanaf nu om denkt te gaan met de positie van deze Kamer. In absolute noodgevallen kunnen wij ook op zaterdag vergaderen. Daar heb ik geen enkele moeite mee. Dat hebben we gedaan bij covidnoodwetten en bankensteun, maar niet hierbij.

De heer Grinwis (ChristenUnie):

Een dikke streep onder dit pleidooi van collega Omtzigt, maar ik wil hem wel de volgende vraag voorleggen. Hoe ziet hij het dilemma tussen enerzijds de enorme disruptie door de crisis vanwege Oekraïne en Rusland en überhaupt de prijsstijgingen van fossiele energie en voedsel en anderzijds het streven om daarop tussentijds gedurende een begrotingsjaar in te grijpen, waarbij het aantal instrumenten beperkt is en er soms ook heel snel moet worden besloten? Wat is dan in zijn ogen een rechtvaardig beroep op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet?

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):

Om te beginnen verwacht ik dat op het moment dat de regering het aankondigt, het wetsvoorstel echt met grote spoed wordt ingediend. Dat hebben we bij die €800-maatregel echter niet gezien. Die is in december aangekondigd. Het bedrag is in maart, twee dagen voor de verkiezingen, verhoogd van €200 naar €800 en het voorstel ligt hier nu nog in de Kamer. Dat is een voorbeeld van hoe het niet moet. De wetgeving die hier voorligt, is een stuk uitvoerbaarder. Die accijnsverlaging, daar kun je voor of tegen zijn. Ik kom zo overigens nog op de grenseffecten. Ook speelt daarbij nog de vraag hoeveel er nog in je tank zit op het moment dat de accijnzen verlaagd worden. Daar zit nog een stukje in waar we het over gehad zouden moeten hebben. Daar is dan 20 miljoen extra voor uitgetrokken omdat niet alles gemeten kon worden. Maar behalve dat is het uitvoerbaar met de verkopers van benzine en diesel in dit land. Ik verwacht eigenlijk wel het onmiddellijk indienen van wetsvoorstellen op dat moment. Zeker daar waar het vergaande voorstellen betreft vind ik het dus heel kwetsbaar dat wij nu aan deze Oekraïense vluchtelingen gaan zeggen: er ligt een voorbehoud van de Kamer, want die mensen hebben geen idee wat daarmee bedoeld wordt. Wij staan voor het blok, want als we achteraf, in oktober of november, zeggen: u had geen recht op de kinderopvangtoeslag, dan krijgen we hetzelfde verhaal als we met de terugvorderingen hebben gehad met de toeslagenouders. Want dan heb je als regering de verwachting gewekt dat je vanaf juli mocht werken met de kinderopvangtoeslag, terwijl wij dan in november zeggen: nee hoor, dat gaan we niet doen. Wat doe je dan? Ga je vijf maanden kinderopvangtoeslag terugvorderen? Ik vind dat niet kunnen. Het alternatief is spoedwetgeving en dat ik van reces terugkom en in juli behandel wat er moet gebeuren. Als er dan nog wat moet gebeuren, dan kom ik terug. Dit zijn miljardeningrepen en wij worden als Kamerlid goed betaald, met vijftien weken reces. Als we een keer een week moeten terugkomen, no problem.

Voorzitter, de grenseffecten. Ik lees even voor uit de memorie van toelichting. "Duitsland heeft aangekondigd de accijnzen te verlagen naar de minimumtarieven voor een periode van drie maanden. Voor diesel komt dit neer op een soortgelijke verlaging als in Nederland en voor benzine een sterkere verlaging. Hierdoor verwachten we dat de verlaging in Nederland ook aan de Duitse grens geen noemenswaardige verandering in de grenseffecten veroorzaakt." Het staat er letterlijk, terwijl het verschil €0,45 is.

Nu woon ik echt in de grensregio. De enige echte winst van dit debat is dat iedereen nu in de grensregio denkt te wonen, terwijl ik er normaal in mijn eentje woon. In Enschede ben ik echt de enige die aan de pomp loopt te tanken, echt de enige. En het is knettergek. Is er nou eindelijk inzicht bij Financiën hoe erg dit voor de grensregio is? Ik heb pomphouders — daar weet ik niet meer mee te praten — die de pomp niet open hoeven te doen, want die zijn meer kwijt aan degene die daar zit dan aan de benzine die er getankt wordt, tenzij ze daar nog een winkeltje bij hebben. Er is echt niemand in Enschede die denkt: ik rijd niet naar Gronau toe, niemand. Als u mee wilt, staatssecretaris, neem ik u mee naar Glanerbrug, neem ik u mee naar Denekamp, naar de plekken die vlak aan de grens zitten, waar grote tankstations staan waar je een voetbalwedstrijd kunt houden. Bang dat er een auto langskomt hoef je er toch niet te zijn. Het is namelijk de enige plek waar je zeker weet dat er geen auto's komen. Er zou goed onderzoek zijn. Dit is een perfecte test hoe prijzen aan de grens werken. Doe het alsjeblieft, want dan hoeven we dit soort dingen nooit weer te doen.

Ik heb er nu geen oplossing voor, maar ik wil dat onderzoek wel zien aan het eind van wat hier gebeurd is. Want als dit de manier is waarop de Europese samenwerking verloopt, hebben we met z'n allen echt een knettergroot probleem. Dit betekent wat voor supermarkten, want als mensen over de grens gaan tanken, gaan ze daar ook winkelen en hun inkopen doen. Dit heeft echt grote impact op de lokale economie. Mijn cri de coeur is: kom de komende maanden langs, zie het met uw eigen ogen, zodat bij een volgende ronde daar rekening mee kan worden gehouden.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. De laatste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Stoffer van de Staatkundig Gereformeerde Partij.

De heer Stoffer (SGP):

Voorzitter. In de eerste plaats excuus dat ik het betoog van de heer Eppink niet heb bijgewoond. Ik begreep dat er een goed voorbereid deel voor mij in zat, maar ik zal het terugkijken.

Tegelijkertijd mijn dank aan de heer Grinwis. Het is een beetje als bij Jozef, dat je de uitleg uit Genesis 41 hebt waargenomen. Broeder Grinwis, dat doet me goed. Bij Jozef en de broeders ging het ook niet helemaal goed. Ze hadden weleens wat gedoe — dat hebben wij misschien ook weleens als ChristenUnie en SGP — maar als het erop aankomt, dan helpen we elkaar in nood. Dat zit dan natuurlijk in de band die we hebben in de meerdere Jozef.

Goed, voorzitter, tot zover de tale Kanaäns. Dan nu gewoon de Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen. Ik heb het al vaak gezegd: de koopkracht van gezinnen en huishoudens enzovoorts holt de laatste tijd achteruit. Ik heb gehoord dat collega's dat gelukkig ook zo zien, maar het is wel heel erg spijtig dat het zo is. De gevolgen van de oorlog in Oekraïne zijn duidelijk merkbaar aan de pomp. De gevolgen van de oplopende inflatie, mede door het beleid van de ECB, zijn merkbaar in de supermarkt en ook aan de energierekening. Voor een groot deel van de huishoudens komen die klappen heel hard aan. Het is heel goed dat het kabinet daarom de koopkracht van kwetsbare huishoudens ondersteunt, maar wat ons betreft zou het wel echt bij die kwetsbare huishoudens terecht moeten komen, oftewel meer daarop gericht. Ik kom daar zo op terug.

Want iedereen compenseren voor de gestegen prijzen: dat kan wat ons betreft gewoon niet. Gratis geld bestaat namelijk niet. Ook de rekening van dit compensatiepakket moet betaald worden. Het kabinet heeft ervoor gekozen om de meevallers uit de gasbaten te gebruiken. Daarbij moet mij van het hart dat we opnieuw begrotingsafspraken niet naleven, door de inkomsten en uitgaven van de overheid te vermengen. Mijn vraag is daarom ook waarom het kabinet hiervoor gekozen heeft. Waarom is er opnieuw voor gekozen om de begrotingsregels niet na te leven?

Voorzitter. Overheidsuitgaven moeten ook doelmatig zijn. We mogen niet zomaar met geld strooien, maar moeten het geld van onze burgers en bedrijven — want dat is het uiteindelijk — doelgericht en met maatwerk besteden. De SGP is net als bijvoorbeeld de Raad van State kritisch over de doelmatigheid van het wetsvoorstel. Doordat we alle huishoudens ondersteunen, ondersteunen we eigenlijk niemand. Mijn vraag is of er echt niet meer maatwerk mogelijk was. Bij het vorige compensatiepakket eind vorig jaar zagen we namelijk precies dezelfde ongerichtheid. Het kan toch niet zo zijn dat we zulke grote problemen, waarvoor maatwerk noodzakelijk is, alleen kunnen oplossen met enorme, generieke pakketten. Mijn vraag aan de staatssecretaris is of hij daarop wil ingaan.

Voorzitter. Het compensatiepakket moet veel gerichter en ook eerlijker. De SGP heeft vooral bezwaren bij de btw-verlaging op energie. Die komt volgens mij vooral ten gunste van hogere inkomens; daar kijken we dus wat anders tegen aan dan GroenLinks. Hoge inkomens gebruiken nu eenmaal veelal meer stroom, bijvoorbeeld doordat ze in een groter huis wonen. Het gevolg van de btw-verlaging is: hoe groter het energieverbruik, hoe hoger het voordeel. Terwijl de SGP ervoor staat om met name de lage inkomens en de middeninkomens te helpen.

Voorzitter. Om het compensatiepakket iets gerichter te maken, hebben we daarom een amendement ingediend. Daarin stellen we voor om het budget voor de btw-verlaging in te zetten voor het verhogen van de belastingvermindering in de energiebelasting. Dat is een vaste korting die iedereen krijgt, ongeacht het energieverbruik. Daardoor profiteren lage inkomens en middeninkomens relatief meer. Dat geeft het kabinet zelf ook toe. Ons voorstel zou ingaan per 1 januari 2022, dus met terugwerkende kracht. Daarmee kunnen mensen het ook direct in de portemonnee voelen. Het kabinet is in een Kamerbrief ingegaan op de uitvoeringsaspecten van het verhogen van de belastingvermindering in de energiebelasting. Hieruit blijkt dat dit amendement voor de Belastingdienst uitvoerbaar is. Daarmee is een eerder belangrijk argument van het kabinet tegen deze verhoging weggenomen.

In de brief wordt ook genoemd dat de verhoging voor de energieleveranciers lastig uitvoerbaar is. We snappen uiteraard dat de uitvoeringskosten voor hen toenemen, maar ik ben van mening dat de extra uitvoeringskosten van de energieleveranciers niet opwegen tegen de grote financiële problemen waar heel veel huishoudens mee kampen. Mijn vraag is dan ook of het kabinet dat met de SGP eens is. Daarbij heb ik natuurlijk de vraag waarom het kabinet toch niet voor deze route heeft gekozen.

Een extra voordeel van het amendement is dat het ook echt gevoeld wordt door huishoudens. De voordelen blijven niet bij de energieleveranciers liggen, wat mogelijk wel gebeurt bij de btw-verlaging, en de belastingvermindering is volledig verzilverbaar. Dus als de energiebelasting lager is dan de korting, krijgen huishoudens alsnog de belastingkorting. Ik hoor graag een reactie van het kabinet op mijn amendement.

Voorzitter. We hebben vorige week het Verantwoordingsdebat gehad. We hebben het toen gehad over het respecteren van het budgetrecht van de Kamer en over degelijk financieel beheer. Dit wetsvoorstel staat daar haaks op. Het is al eerder gezegd: de accijnzen zijn al op 1 april verlaagd en de btw-verlaging wordt over twee weken al ingevoerd. We kunnen als Kamer eigenlijk geen invloed meer uitoefenen op deze uitgaven van 2 miljard euro. Waarom heeft het kabinet niet gewacht — dat is ook onze vraag — op een goede parlementaire behandeling? Dat kan heel snel; zie het KLM-debat, dat we in de afgelopen weken hebben afgerond. Ik wil vooral vooruitkijken, want je kunt wel blijven achteruitkijken, maar dat helpt niet. Hoe gaan we dit in de toekomst voorkomen?

Voorzitter, ten slotte. De btw-verlaging op energie moet terechtkomen bij de gebruikers van de energie, de huishoudens. De btw-verlaging moet daarvoor echter door de energieleveranciers doorberekend worden in de prijzen, maar het kabinet geeft aan dat daar geen zicht op is. We begrijpen als SGP ook wel dat dat lastig is, want die energieprijzen schommelen enorm, maar het bevreemdt ons wel dat het kabinet ook niet eens van plan is om dit in de gaten te houden. Hoe weten we dan dat die maatregel effectief is? Hoe weten we ook dat het doel van die maatregel bereikt wordt? Wat is dan wel mogelijk, is uiteindelijk natuurlijk mijn echte vraag, om de doelmatigheid van de maatregel te monitoren? Ik overweeg afhankelijk van het antwoord een motie op dit punt.

Voorzitter, helemaal tot slot. De SGP is kritisch op dit wetsvoorstel, vooral omdat de btw-verlaging niet terechtkomt bij degenen die het het allermeest nodig hebben. Ik hoop dan ook op een positieve reactie op mijn amendement waardoor we het in ieder geval nog iets gerichter maken. Ik ben benieuwd naar de antwoorden.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Wij allemaal.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors tot 14.15 uur. Dan gaan we eerst stemmen en daarna luisteren naar de staatssecretaris.

De vergadering wordt van 13.38 uur tot 14.16 uur geschorst.

Voorzitter: Bergkamp

Naar boven