3 Vragenuur: Vragen Podt

Vragen van het lid Podt aan de staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering over het bericht "Grote verschillen per gemeente in tempo waarmee Oekraïners worden ingeschreven".

De voorzitter:

Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Podt van de fractie van D66. Ik wens de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een prettige dag toe en heet de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom. Het woord is aan mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Dank, voorzitter. De afgelopen weken sprak ik met Oekraïense vluchtelingen. Ik hoorde verschillende emoties: verdriet en angst, natuurlijk, om hun land en hun geliefden, dankbaarheid dat ze hier mogen zijn, de wens om snel weer naar huis te gaan, maar ook de wens om hier mee te doen, om zelf zaken te kunnen regelen en om te kunnen werken.

Toen D66 twee weken geleden in het asieldebat haar zorgen uitte over onervaren gemeenten die Oekraïense vluchtelingen moesten gaan registreren, kwam de reactie van staatssecretaris Van der Burg feitelijk neer op "het is niet anders". Inmiddels zien we daarvan de consequenties. Tilburg lukt het om Oekraïners binnen één dag te registreren, en Almere, Heerenveen en Leidschendam-Voorburg lukt het om binnen een week een bsn-nummer te regelen voor Oekraïense vluchtelingen, maar in Amsterdam en Haarlem duurt het minstens een maand.

Voorzitter. D66 baalt hiervan. Hiermee staan deze Oekraïners namelijk gelijk 2-0 achter, want zonder registratie geen bsn, en zonder bsn geen mogelijkheid om een bankrekening te openen, eten te kopen, zorg te krijgen of te kunnen werken. Kortom, zonder bsn hebben ze geen mogelijkheid om te beginnen in Nederland.

Voorzitter. We moeten erkennen dat Oekraïense vluchtelingen langer in Nederland zullen blijven. We moeten hen helpen om hier snel hun weg te vinden. Snelle registratie is daarbij stap één. Daarom is mijn vraag: kan de staatssecretaris toezeggen met gemeenten de afspraak te maken dat alle Oekraïense vluchtelingen binnen maximaal één week worden geregistreerd?

De voorzitter:

Dank u wel. Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Dank u wel, voorzitter. Dank aan mevrouw Podt voor haar vraag.

We hebben inderdaad afgesproken dat de mensen die als vluchteling uit Oekraïne in Nederland zijn aangekomen, geregistreerd worden bij een gemeente. Dat hebben we in eerste instantie afgesproken om te zorgen dat ze zich überhaupt melden en te zorgen dat we weten dat ze er zijn, maar in tweede instantie om ze in te schrijven in onze basisregistratie. Daarmee creëren we de mogelijkheid dat ze hier, als ze ook langer verblijven, gebruik kunnen maken van allerlei soorten voorzieningen. Dat is bijvoorbeeld ook nodig voor het kunnen starten van werk en het openen van een bankrekening; dat gaf u ook al aan. Dat is overigens niet nodig — ik denk dat dat wel van belang is — om directe of acute zorg te krijgen. Dat is ook niet nodig om kinderen naar school te laten gaan en onderwijs te laten krijgen, en ook niet om leefgeld te krijgen; daarvoor is die eerste aanmelding bij de gemeente voldoende. Desalniettemin is die inschrijving dus heel erg belangrijk.

Het is voor gemeenten niet ontzettend makkelijk om dat er snel bij te doen. Dat merken we dus ook in de tijd en de doorlooptijd die het sommige gemeenten kost om dit voor elkaar te krijgen. Gemeenten moeten namelijk bepalen wie ze voor zich hebben en of ze behoren tot de groep van mensen die we op deze specifieke manier inschrijven. Het moeten wel mensen zijn die de Oekraïense nationaliteit hadden of rechtmatig in Oekraïne verbleven. We moeten zorgen dat ook de familierelaties helder in kaart worden gebracht en goed worden geregistreerd. Vaak ontbreken er ook documenten, of zijn die voor gemeenten lastig te lezen omdat die in een ander schrift dan het onze zijn opgesteld.

Dat laat onverlet dat gemeenten heel hard aan het werk moeten zijn. Heel veel gemeenten zijn dat gelukkig ook, want van de ongeveer 19.000 mensen die zich nu bevinden in de opvang zijn er al zo'n 13.000 mensen daadwerkelijk ingeschreven. Nou zijn die getallen niet helemaal vergelijkbaar, want we weten niet precies hoeveel mensen zich op dit moment bij mensen thuis of bij hun familie bevinden. Maar we hebben dus wel ongeveer zo'n twee derde van de Oekraïners die zich in Nederland bevinden daadwerkelijk ingeschreven. Dat aantal loopt iedere dag hard op, want we zijn in feite pas ongeveer een week geleden vol op stoom gekomen. Gemeenten moeten dat werk dus verder invullen. Gevraagd is of dat binnen een week kan. Ik vind het ongelofelijk goed om daarnaar te streven maar of dat voor alle gemeenten mogelijk is, weet ik nog niet. Daar ga ik graag met de gemeenten en vooral met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten mee aan de slag. Het is in ieder geval wel goed om te proberen dat daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Daarbij zeg ik nog wel het volgende, namelijk dat snelheid van belang is, maar dat het juist en compleet registreren ook van belang is. Mensen moeten op de goede titel worden ingeschreven, om verschillende redenen. Natuurlijk om gebruik te kunnen maken van de voorzieningen waar ze gebruik van willen maken, maar ook om ervoor te zorgen dat wanneer ze worden opgevangen bij iemand thuis, door een onjuiste registratie degene die ze opvangt, niet gekort gaat worden op toeslagen. Dus het is voor ons van belang om dat goed te doen en om het natuurlijk in een zo hoog mogelijk tempo te doen. Vanuit het Rijk willen wij ervoor zorgen dat er zo veel mogelijk ondersteuning wordt gegeven aan gemeenten om dat voor elkaar te krijgen. Nogmaals, we zijn in overleg met de VNG en andere instanties om ervoor te zorgen dat we hen daarbij zo goed mogelijk helpen. Ook spreken we daarover met de Oekraïense ambassade, omdat zij in sommige gevallen moeten helpen om mensen te kunnen identificeren of om de juiste papieren te leveren die inschrijving mogelijk maken.

De voorzitter:

Dank u wel. Mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):

Allereerst dank aan de staatssecretaris voor deze toezegging. Heel fijn dat zij in gesprek wil met gemeenten en de VNG om in ieder geval dit streven voor snel en goed registreren te bewerkstelligen. Het is heel mooi dat we zo onderweg zijn, maar we weten nu eigenlijk al vrij zeker dat er snel veel meer mensen komen. Ik heb begrepen dat bijvoorbeeld de gemeente Tilburg de registratie als urgent heeft bestempeld en dat zij extra mensen heeft vrijgemaakt om heel snel die registratie te kunnen doen. Dat heeft dus effect, als we dat mogen aflezen aan de cijfers. Ik hoop dat de staatssecretaris gemeenten kan aanmoedigen om dat ook te doen. Verder noemde de staatssecretaris natuurlijk een aantal hobbels, problemen, die gemeenten in de weg zitten om dit snel te doen. Ik vraag me af of we gemeenten daar meer bij kunnen helpen, met name bijvoorbeeld met de vertalingen. Ik kan me voorstellen dat Nederlandse Oekraïners daar ook een rol in kunnen spelen. Wat kunnen we nou nog meer doen om gemeenten te ondersteunen om dit snel te doen, zeker als het straks nog veel meer mensen worden?

Staatssecretaris Van Huffelen:

We kunnen zeker verwachten dat er nog veel meer mensen komen. Dan wordt het ook steeds urgenter om te zorgen dat die inschrijving zo goed en zo snel mogelijk verloopt. Wij zijn in overleg met de VNG, met de Vereniging voor Burgerzaken en met de Vereniging Directeuren Publieksdiensten. Dat geldt met name voor de grote steden, waar nu de grootste hobbels lijken te liggen. We kijken wat zij daadwerkelijk nodig hebben. Daarbij kijken we ook wat de Oekraïense ambassade aan hulp kan bieden. Denk aan hulp bij vertalingen, bij het opvragen van stukken of bij het mogelijk maken van identificaties. Ik ben het zeer met u eens dat dat urgent is. We kunnen inderdaad verwachten dat nog zeer veel mensen zich in de komende tijd zullen melden. Het blijft ook van belang dat gemeenten niet alleen aangeven wat ze nodig hebben en dat wij dat proberen in te vullen, maar dat gemeenten daar ook ruimte voor maken. We weten natuurlijk niet precies bij welke gemeenten mensen zich zullen melden, maar we mogen verwachten dat Oekraïners zich de komende tijd in vele gemeenten daadwerkelijk zullen melden om zich in te schrijven.

Mevrouw Podt (D66):

Mooi. Misschien nog even aandacht voor een hele specifieke groep. We hebben natuurlijk mensen die in de gemeentelijke opvang verblijven. Zij hebben een soort natuurlijke weg richting de gemeenten. Daarnaast zijn er heel veel mensen die bij particulieren worden opgevangen. Ik denk dat de ervaring tot nu toe is dat die wat minder snel hun weg vinden naar die gemeentelijke registratie. Hoe wordt nou gezorgd dat ook deze Oekraïners zich registreren? Dat helpt ze niet alleen om snel op eigen benen te staan, maar ik kan me ook voorstellen dat het voor deze groep voor wat meer veiligheid zorgt als we weten waar mensen verblijven.

Staatssecretaris Van Huffelen:

We proberen hen natuurlijk zo goed mogelijk te bereiken. Dat geldt ook voor degenen die mensen opvangen. Ik wil ook verwijzen naar de website rijksoverheid.nl, want daarop staat heel veel informatie over wat belangrijk is om te doen als je mensen in huis neemt. Op die website staat ook iets meer over de precieze gang van zaken bij de inschrijving. Voorts wordt aangegeven hoe belangrijk het is om niet alleen bij de gemeente te melden dat je hier bent als Oekraïense burger of als iemand die uit Oekraïne is gevlucht, maar zeker ook om te zorgen dat je dan toegang krijgt tot een zogenaamd bsn-nummer. Dat is van belang om ervoor te zorgen dat je bijvoorbeeld aan het werk kunt en allerlei andere zaken kunt regelen. Wij gaan er dus alles aan doen om ervoor te zorgen dat mensen zo goed mogelijk geïnformeerd zijn. Dat zullen we ook blijven doen. Het is natuurlijk wel van belang dat mensen die mensen uit Oekraïne opvangen, met hen samen naar onze website kijken en zorgen dat er informatie komt. Ik weet ook dat de Oekraïense ambassade daar hard aan werkt. We proberen zo veel mogelijk voorlichting te geven en hopen dus ook dat mensen zich zo snel mogelijk melden. Het omgekeerde is natuurlijk dat wanneer ze zich niet melden en aan het werk willen, ze dan al snel tot de conclusie komen dat daarvoor een bsn nodig is. Ik hoop dus ook dat dat een extra motivatie kan zijn.

De voorzitter:

Afrondend.

Mevrouw Podt (D66):

Laten we in ieder geval zorgen dat we inderdaad mensen bereiken. Ik denk dat dat de kern van mijn betoog is. Laten we inderdaad zorgen dat we die lange termijn in het oog houden. Uiteindelijk willen we gewoon dat mensen allemaal mee kunnen doen. Daar moeten we onszelf op voorbereiden, daar moeten we hen op voorbereiden en daar hebben we die registratie voor nodig.

De voorzitter:

Er zijn nog een aantal vervolgvragen. Ik zag mevrouw Koekkoek van de fractie van Volt als eerste. Geniet ervan zolang het kan!

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Vorige week is er in de JBZ-Raad 10 miljard euro toegezegd door de Europese Commissie, juist ook specifiek voor de opvang van vluchtelingen. Dat geld is specifiek bedoeld voor gemeentes die juist de uitvoering van de opvang doen. Heeft de staatssecretaris er voldoende zicht op of Nederland voldoende actief is bij die fondsen en of die fondsen ook terechtkomen bij de gemeenten die dat nodig hebben, juist ook voor de extra registratieactiviteiten die nodig zijn?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Ik moet u zeggen dat ik daarmee overvraagd word, want het is aan de collega die net voor mij aan de beurt was, om daar iets meer over te zeggen. Ik weet wel dat in de JBZ-Raad ook is gesproken over de registratie van mensen uit Oekraïne. Het ging daarbij niet zozeer om het verstrekken van bsn-nummers maar om te bezien hoe mensen die uit Oekraïne komen, zich door Europa heen bewegen. Daar worden nog verdere afspraken over gemaakt. De vraag of die middelen juist worden ingezet, zal ik doorsturen naar mijn collega. Die zal daar ongetwijfeld antwoord op willen geven.

Mevrouw Koekkoek (Volt):

Dat is heel vriendelijk van de staatssecretaris, maar dat heb ik vorige week al gevraagd. Dat antwoord heb ik dus al. Het korte antwoord daarop was: ja. Maar ik denk dat het belangrijk is, juist omdat dat geld bedoeld is voor gemeenten. Misschien kunnen de twee staatssecretarissen hier met elkaar over spreken? Het is uiteraard toegezegd in de JBZ-Raad — dat begrijp ik heel goed — maar het is bedoeld voor gemeenten die het uitvoeren en die juist ook zo'n registratie regelen. Wellicht kan de staatssecretaris in een brief ingaan op de vraag hoe deze samenwerking verloopt.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Dat doe ik graag.

Mevrouw Kuik (CDA):

Wij maken ons ernstig zorgen over mensenhandel, over mensen die onder de radar blijven en uitgebuit worden. Screening en registratie helpen natuurlijk om te voorkomen dat mensen onder de radar blijven. Kan de staatssecretaris aangeven welk pakket maatregelen zij heeft om die mensen echt in beeld te houden? Als een derde niet geregistreerd is, dan ligt dat gevaar natuurlijk gigantisch op de loer.

Staatssecretaris Van Huffelen:

Voordat dat getal een verkeerd leven gaat leiden, is het misschien even goed om het volgende op te merken. We hebben na een week inmiddels twee derde van de mensen geregistreerd. Dat tempo neemt in hoge mate toe. Ik denk dat dat belangrijk is, want het is natuurlijk de bedoeling om ervoor te zorgen dat iedereen ingeschreven is. Overigens kan iemand zich voor die inschrijving ook alvast melden bij de gemeente. Dan is iemand ook in beeld. Dat is van belang, omdat we daarmee niet alleen inzichtelijk hebben wie er is, maar ook weten wat we voor de komende tijd kunnen verwachten. Ik vind het belangrijk om ervoor te zorgen dat niet alleen de aanmelding maar ook de inschrijving zo snel mogelijk kan plaatsvinden. Ik stimuleer gemeenten uiteraard volop om dat te doen, en dat doet u net zo goed. Ik probeer hen ook te ondersteunen en te helpen waar dat mogelijk is. Ik ben het met u eens dat de registratie en de inschrijving heel belangrijk zijn. Die zijn belangrijk om heel veel redenen, bijvoorbeeld om aan het werk te gaan en om goede zorg te krijgen. Ik merk hierbij nog op dat acute zorg natuurlijk altijd voor iedereen beschikbaar is. Dat is dus wat we willen bereiken.

Mevrouw Rajkowski (VVD):

Dat de mensen snel worden ingeschreven, is in het belang van iedereen. Sommige gemeenten willen misschien wel sneller inschrijven, maar dat lukt niet altijd. Voor sommige gemeenten is het ook heel lastig, door te weinig capaciteit, doordat mensen speciale identiteiten moeten kunnen checken, van het gezicht maar ook van de documenten. Sommige gemeenten pakken het ook wel weer heel creatief aan. Zij kijken bijvoorbeeld of ze mensen die met pensioen zijn tijdelijk kunnen terughalen, of ze kunnen zorgen dat er eerst een lichte digitale inschrijving is zodat daarna pas de identiteitscheck plaatsvindt. Zou het misschien helpen om een paar van deze best practices op te schrijven en die via de VNG ook met gemeenten te delen?

Staatssecretaris Van Huffelen:

Ja. Ik zou het ook graag willen aanmoedigen om de VNG zelf ook te vragen om dat te delen en met elkaar te zien hoe we dit doen. Er zijn bijvoorbeeld ook gemeenten die extra lang loketten open hebben, die mensen extra uren laten werken of die een specifieke groep medewerkers daarvoor inzetten. Alles wat we kunnen doen moet hier worden ingezet. Nogmaals, het gaat nu best snel en goed, dat is fijn en er wordt ook hard gewerkt, maar we mogen verwachten dat er nog veel meer mensen komen. Dan is het belangrijk dat we dan ook het tempo erin houden en dat we idealiter, zoals ik net besprak met mevrouw Podt, naar die registratie binnen een week moeten kunnen overgaan.

De voorzitter:

Hartelijk dank. Dank aan de staatssecretaris voor haar aanwezigheid vanmiddag. Dan geef ik graag het woord aan de volgende vragensteller. Dat is mevrouw Tielen van de fractie van de VVD.

Naar boven