22 Wet kiescollege niet-ingezetenen

Wet kiescollege niet-ingezetenen

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het wetsvoorstel Regels omtrent de oprichting en inrichting van een kiescollege voor de Eerste Kamer voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn alsmede wijziging van de Kieswet ten behoeve van de verkiezing van de leden van het kiescollege voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn en de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer door de leden van dit kiescollege (Wet kiescollege niet-ingezetenen) ( 36071 ).

De voorzitter:

Aan de orde is het debat over de Wet kiescollege niet-ingezetenen (36071). Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, uiteraard de leden, de mensen op de publieke tribune en de mensen thuis welkom.

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de eerste spreker van de zijde van de Kamer en dat is mevrouw Leijten van de SP.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, dank aan de leden die mij voor hebben laten gaan en alvast excuses voor het feit dat ik zo meteen de vergadering verlaat. Ik wilde toch graag een bijdrage leveren namens de SP, omdat we het hier hebben over een invoeringswet naar aanleiding van een grondwetswijziging, waarvan de SP heel duidelijk heeft gezegd dat de manier waarop we dat toen deden, eigenlijk niet kies was. Als we willen spreken over hoe we de Eerste Kamer kiezen en wat de positie van de Eerste Kamer in onze democratie is, dan horen we dat op een andere manier te doen dan te zeggen: "Er komt een kiescollege voor alle Nederlanders die in het buitenland wonen. Die kiezen dan voor dat kiescollege van 37 personen. De leden van dat kiescollege worden voor één keer gekozen. Zij worden dan één keer naar Nederland gehaald en die gaan dan één keer stemmen voor de Eerste Kamer." Wij vonden dat gekunsteld, wij vonden dat gelegenheidswetgeving en nu zitten we met een uitvoeringswet waarvan de SP zegt: dat is een vluggertje.

We vinden dat op twee punten echt storend. Dat is op het punt van de stemwaardebepaling. Die is in Nederland anders als het gaat om hoe een ingezetene, dus een Drent, een Groninger, een Noord-Hollander, een Utrechter of een Limburger, uiteindelijk wordt gewogen in de stemwaarde voor de Eerste Kamer. Dat gaat anders gelden voor mensen die in het buitenland wonen en op deze manier zogenaamd stemrecht krijgen. Dan gaat het over de geregistreerden. Wij hebben geprobeerd om per amendement te regelen dat dit op dezelfde manier gaat als voor de ingezetenen van provincies en dus voor ingezetenen buiten een provincie. Dat is technisch heel ingewikkeld, omdat heel veel registraties niet op orde zijn. Dat krijg ik als Kamerlid niet opgelost. Maar dat laat wel zien dat dit wetsvoorstel eigenlijk vier jaar te vroeg komt. Eigenlijk zou je dat eerst moeten oplossen, om dan de Kamer voor te leggen hoe je dat doet met die stemwaardebepaling. Nu wordt er gekozen voor geregistreerde kiezers. Daarmee is er dus ongelijkheid ten opzichte van de wijze waarop in Nederland de Eerste Kamer gekozen wordt, namelijk getrapt, via de Provinciale Statenverkiezingen. Dit gaat over je beïnvloeding, als inwoner, van de Eerste Kamer. Dat vinden wij ongewenst. Wij vinden het een vluggertje, want je zou dus vier jaar de tijd moeten nemen om dat beter in te richten.

Dan vinden we ook nog op een ander punt ongewenst en een vluggertje. Politieke partijen hebben een netwerk buiten Nederland nodig om een lijst te krijgen voor dat kiescollege. Dat is op deze korte termijn voor kleinere partijen of net nieuwe partijen evident heel ingewikkeld, zo niet onmogelijk, maar zeker veel ingewikkelder dan voor partijen die zulke netwerken hebben. Daarmee kun je dus mogelijk ook je stemrecht niet effectueren.

Daarom zullen wij tegenstemmen. Ik weet niet of mevrouw Dekker-Abdulaziz het voor elkaar heeft gekregen om donderdag hierover te stemmen. Als dat zo is, stemmen we dan tegen. Anders stemmen we dinsdag tegen. Dat doen we niet omdat we zouden vinden dat mensen die in het buitenland wonen geen stemrecht zouden hebben. Dat hebben ze, namelijk via de verkiezingen van de Tweede Kamer. Dat is nog altijd de meest directe verkiezing die we hebben in dit land.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Leijten. Inderdaad is net bij meerderheid besloten om op donderdag te stemmen over deze wet. Er zijn geen interrupties, dus ik vraag mevrouw Dekker-Abdulaziz om haar inbreng te doen namens D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank, voorzitter. Vandaag is dan eindelijk de plenaire behandeling van de uitvoeringwet kiescollege niet-ingezetenen, een belangrijke wet voor de democratie. Nederlanders in het buitenland kunnen eindelijk hun stem uitbrengen op de Eerste Kamer. Tijdens de behandeling van de tweede lezing, afgelopen januari, noemde mijn collega Joost Sneller al de namen van de D66-Kamerleden Koşer Kaya, Den Boer en Sjoerdsma, die zich de afgelopen jaren hebben ingezet voor deze grondwetswijziging. De verkiezingen voor de Provinciale Staten, de waterschappen en de kiescolleges voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba staan voor de deur. In de brief die de minister een kleine twee weken geleden heeft gestuurd, staat dat we nog wat ruimte hebben voor de behandeling van deze wet, zodat in maart 2023 Nederlanders in het buitenland toch hun stem kunnen uitbrengen via een kiescollege. Time is of the essence, en daarom hierbij nog kort een aantal vragen voor de minister.

Voorzitter. Tijdens de behandeling is de actualiteit van de RNI, de Registratie Niet-Ingezetenen, vaker ter sprake gekomen. De RNI is vervuild en geeft daarom geen actueel beeld van het aantal Nederlandse kiesgerechtigden in het buitenland. Daarom is gekozen om gebruik te maken van het permanente register voor kiesgerechtigden in het buitenland. Hoe gaat de minister erop toezien dat de mutaties in dit register beter worden gemonitord en bijgehouden dan bij de RNI? Met andere woorden, hoe voorkomen we dat het nieuwe register een tweede RNI wordt?

Voorzitter. Dan de informatiecampagne. Als de behandeling van dit wetsvoorstel binnen de deadline valt, is het van belang om kiesgerechtigden zo snel mogelijk te informeren over het stemproces en de bijbehorende deadlines. Gelet op het mogelijke aantal Nederlandse kiesgerechtigden in het buitenland vraag ik de minister hoe zij ervoor zal zorgen dat meer Nederlanders in het buitenland zich registreren en uiteindelijk meedoen aan deze verkiezingen.

Voorzitter. Dan heb ik nog een vraag over het briefstemmen. De kiesgerechtigden in het buitenland zijn al gewend hun stem per brief uit te brengen. Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat kiesgerechtigden op een juiste manier hun stem per brief uitbrengen en dat we niet eindigen met stembiljetten die ongeldig verklaard moeten worden vanwege onduidelijke instructies of omdat ze te laat worden ontvangen?

Als laatste punt wil ik het toch nog hebben over het democratisch deficit binnen ons Koninkrijk. De burgers van de Caribische landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn officieel niet-ingezetenen van Europees Nederland. Onze rijkswetten worden behandeld in de respectievelijke nationale parlementen van de autonome landen, in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer. Hoewel de inwoners van de Caribische landen, mits zij voldoen aan bepaalde voorwaarden, ook hun stem kunnen uitbrengen, geldt dat niet voor alle burgers. De redenering dat de Eerste Kamer ook invloed heeft op Nederlanders in het buitenland geldt voor deze rijksgenoten, woonachtig in de Caribische landen. Waarom hebben Nederlanders in de CAS-landen deze extra voorwaarden om toch hun stem te kunnen uitbrengen, terwijl Nederlanders in Duitsland of in Australië die niet hebben? Hoe gaat de ministers zich inzetten om dit te corrigeren? Wij verwachten voor november 2022 een brief over het democratisch deficit in de CAS-landen. Graag een toezegging.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Dekker-Abdulaziz. Dan geef ik het woord aan de heer Strolenberg namens de VVD.

De heer Strolenberg (VVD):

Voorzitter, dank. Met dit voorstel wordt Nederland weer een klein stukje democratischer. Daar zijn we als VVD blij mee. We hebben een jaar gepleit voor dat kiescollege Eerste Kamer. Het is dan ook mooi dat het er nu van komt. Er komt een einde aan een stukje onevenwichtigheid. Het is namelijk best vreemd dat Nederlanders in het buitenland wel hun invloed kunnen uitoefenen op de samenstelling van de Tweede Kamer en het Europees Parlement en dat niet kunnen voor de Eerste Kamer. Er zijn natuurlijk tal van zaken die hen ook raken, zoals bijvoorbeeld pensioenen. Op deze manier is geborgd dat zij daar een rol in hebben.

Op dit moment moeten Nederlanders in het buitenland wel expliciet aangeven dat ze willen stemmen voor de Tweede Kamer en het Europees Parlement, en daar komt nu dit kiescollege ook bij. Hoewel, we hadden het liefst de vorm gehad waarin registratie automatisch doorwerkt in het registratiesysteem voor de in het buitenland wonende Nederlanders. Dat scheelt gewoon een extra handeling om te kunnen stemmen. Ik begrijp dat de minister om meerdere redenen vasthoudt aan de huidige systematiek, maar ik wil de minister ook uitdagen om toe te zien dat het proces van registratie en het muteren daarvan zo eenvoudig mogelijk en zo laagdrempelig mogelijk kan. Ik ben ook benieuwd, in lijn met de vraag van mevrouw Dekker-Abdulaziz, hoe het staat met de opkomstbevordering en de registratiebevordering van dat permanente register. Want ook voor Nederlanders in het buitenland, of die gaan emigreren naar het buitenland zou het eigenlijk met één handeling mogelijk moeten zijn om zich voor alle drie de verkiezingen aan te melden of daar afzonderlijke keuzes in te maken.

Besloten is dat de leden van het kiescollege een keer in de vier jaar fysiek bij elkaar komen. Dat zal ik steunen, ook omdat stemmen via internet misschien kwetsbaar zal zijn. Maar voor het elektronisch en het internetstemmen moet wel aandacht blijven. Die ontwikkelingen moeten we goed in de gaten houden. Ik heb dat ook bij de behandeling van de grondwetswijziging aangegeven, maar ik herhaal het nog maar een keer. Ik heb zelf in de coronatijd als gemeenteraadslid en als waterschapsbestuurder heel veel besluiten genomen op een digitale manier. Dat kon met identificatie door, in dit geval, de burgermeester en de dijkgraaf. Ik kan mij ook voorstellen dat deze groep met mensen een redelijk compacte omvang heeft, waardoor het te overzien is om daar veiligheidsmaatregelen voor te treffen. Zo zou het op een goedkopere en duurzamere manier kunnen. Ik ben benieuwd wat de minister daarin zou kunnen gaan doen. Zou zij kunnen toezeggen dat ook verder te onderzoeken? Dan kunnen wij overgaan naar een goede en veilige digitale mogelijkheid voor het kiescollege om zijn stem uit te brengen.

Tot slot, mevrouw Abdulaziz heeft al het verzoek gedaan de stemming wat naar voren te halen. Wat ons betreft moeten we ook gewoon vaart maken en alles in het werk stellen om dit in ieder geval voor de Provinciale Statenverkiezingen van volgend jaar te effectueren.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan de heer Strolenberg. Dan wil ik mevrouw Van Dijk van het CDA verzoeken om haar inbreng te doen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Voorzitter. De regering wil de onevenwichtigheid opheffen in het stemrecht van Nederlandse kiesgerechtigden buiten Nederland. Ze hebben nu wel het recht en de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de samenstelling van de Tweede Kamer, maar niet op die van het andere deel van de Staten-Generaal; de Eerste Kamer. Zoals ik bij de eerdere behandeling over het onderwerp al heb aangegeven, legde de CDA-afdeling België-Luxemburg in 2018 een uitspraak voor aan het CDA-partijcongres, namelijk dat de Kieswet en zo nodig de Grondwet zo snel mogelijk moeten worden aangepast om alle Nederlandse kiesgerechtigden buiten Nederland in staat te stellen om te stemmen voor de verkiezing van de Eerste Kamer. De CDA-afdeling België-Luxemburg dacht: dit kan voor 2019 wel geregeld zijn. Maar we weten allemaal dat dat niet zo snel gaat. Zoals het er nu naar uitziet, zal het ook spannend worden voor de Statenverkiezingen van 2023. Ik hoor daar graag nog iets meer over van de minister.

In 1986 konden Nederlanders in het buitenland voor het eerst hun stem uitbrengen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Sindsdien zijn de communicatiemogelijkheden alleen nog maar uitgebreider en is fysieke afstand steeds minder een belemmering om op de hoogte te blijven van wat er in Nederland op allerlei gebieden, ook op politiek gebied, speelt. Ook daarom ligt het voor de hand dat Nederlanders in het buitenland betrokken worden bij de Eerste Kamerverkiezingen. De vraag die nu voorligt, is de manier waarop. In de voorgestelde vormgeving wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de al bestaande regelgeving voor de inrichting van en de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de kiescolleges in Caribisch Nederland.

Voorzitter. Ik heb nog een paar vragen. Bij de Statenverkiezingen in 2019 hebben Bonaire, Saba en Sint-Eustatius ervaring opgedaan met de verkiezing van een kiescollege voor de Eerste Kamer. Welke lessen zijn daaruit getrokken voor het wetsvoorstel dat we vandaag bespreken?

Voor de verhouding tussen het aantal geregistreerde kiesgerechtigden en het aantal leden wordt aangesloten bij artikel 8 van de Gemeentewet en artikel 8 van de Provinciewet. Een van de argumenten daarvoor is dat het kiescollege genoeg leden moet tellen om het stemgeheim te waarborgen. Wij stelden in de schriftelijke inbreng de vraag waarom het stemgeheim bij negen leden gewaarborgd is, want Saba en Sint-Eustatius hebben een kiescollege van vijf leden. Levert dat problemen op?

Ook vinden we het van belang dat kandidaten van kleinere groeperingen de kans hebben om gekozen te worden in het kiescollege, zodat de representativiteit zo veel mogelijk wordt geborgd. Wij vroegen bij hoeveel leden de representativiteit volgens de regering is geborgd. Wij kregen als antwoord dat ook in de Gemeentewet wordt uitgegaan van de gedachte dat een aantal van negen leden voldoende is qua representativiteit en dat dat dus ook voor het kiescollege kan worden aangenomen. Maar wij vragen ons af of dit echt het enige argument is. Kan de minister aangeven waarom deze stellingname voldoende recht doet aan onze opmerking?

Voorzitter. De leden van de CDA-fractie vroegen in dezelfde inbreng op welke wijze de regering bevordert dat zo veel mogelijk Nederlanders buiten Nederland zich als kiezer laten registreren. Hoe beoordeelt de regering onze suggestie om de registratie als kiezer als keuze voor te leggen bij bijvoorbeeld de verlenging van het paspoort? De minister gaf aan dat ze samen met de minister van Buitenlandse Zaken zal verkennen of uitvoering van de door de leden van de CDA-fractie vermelde suggestie een optie is. Graag horen wij vandaag de stand van zaken van deze verkenning.

Ten slotte: in de vergaderzaal van de Eerste Kamer in de tijdelijke huisvesting aan de Kazernestraat hangt geen portret van koning Willem II, zoals op het Binnenhof het geval was. Voor de tijdelijke vergaderzaal van de Eerste Kamer heeft beeldend kunstenaar Navid Nuur — ik hoop dat ik het goed zeg — een kleurrijk werk gemaakt van acryl op aluminium, dat vanuit verschillende perspectieven anders oogt. Meer dan 2.000 bezoekers hebben afgelopen zaterdag op Open Monumentendag dit kunstwerk bekeken. Bij de onthulling vorig jaar zei de voorzitter van de Eerste Kamer: "Je positie in de zaal bepaalt je beeld van het werk. Zodra je loopt, een andere positie inneemt, zie je iets anders." Dat staat voor mij symbool voor de politiek. Wij kijken naar hetzelfde, maar we zien allemaal iets anders. Met elkaar zie je het geheel. Dat is de complementariteit van het parlement en dat is de verbindende kracht van dit kunstwerk. Zoals we vandaag ook weer hebben kunnen horen, geldt dat ook voor dit voorstel.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Inge van Dijk van het CDA voor uw inbreng. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de zijde van de Kamer. De minister heeft aangegeven een kwartiertje te willen schorsen. Dus ik stel voor om te schorsen tot 17.05 uur. Daarmee schors ik voor nu de vergadering.

De vergadering wordt van 16.52 uur tot 17.07 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik wil de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het woord geven voor haar eerste termijn.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter, dank u wel. Ik wil de leden bedanken voor hun inbreng. Ik heb, zoals altijd, geprobeerd de vragen zo goed mogelijk in een aantal blokjes neer te zetten. Dat zijn de blokjes tijdpad, registratie, vormgeving kiescollege en het blokje overig.

Ik wil allereerst de Kamer en de voorzitter ook bedanken voor de snelle agendering van dit voorstel. Ik heb inmiddels begrepen dat de stemming deze week plaatsvindt. Ook daarvoor dank, omdat dit inderdaad van belang is voor het kunnen effectueren en uitvoeren van dit wetsvoorstel. Ik kom daar zo nog even op terug.

In dit wetsvoorstel is de uitvoering neergelegd van de grondwetswijziging voor de oprichting van een kiescollege voor niet-ingezetenen van de Eerste Kamer. Ik zal het nog even kort toelichten. Nederlanders buiten Nederland stemmen al jaren vanuit het buitenland voor de leden van de Tweede Kamer. Onder anderen deze Kamervoorzitter en ook de leden hebben de wens uitgesproken om Nederlanders buiten Nederland ook invloed te geven op de samenstelling van de Eerste Kamer. Dat is eigenlijk, zoals de heer Strolenberg ook zei, het oplossen van een democratisch deficit; zo zou je het misschien met dure woorden kunnen noemen. Beide Kamers, de Eerste en de Tweede Kamer, hebben in twee lezingen ingestemd met de wijziging van de Grondwet en die wijziging is op 18 augustus in werking getreden. Hiermee wordt het dus mogelijk dat Nederlanders die in het buitenland wonen, de leden van een kiescollege niet-ingezetenen kiezen, die dan vervolgens weer de leden van de Eerste Kamer kiezen. Het is even een trits, maar daardoor hebben Nederlanders in het buitenland straks wel de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de leden van de Eerste Kamer, net zoals dat nu gebeurt als mensen stemmen voor de Provinciale Staten. Daarmee nemen we een onevenwichtigheid weg.

Op het tijdpad wil ik ook nog ingaan. Dat komt erop neer dat de verkiezing van het kiescollege niet-ingezetenen altijd gelijktijdig plaatsvindt met de verkiezing van de leden van de Provinciale Staten en de verkiezing van de leden van de kiescolleges in Caribisch Nederland. Zoals de voorzitter en ook de leden hier weten, is de eerste verkiezing alweer in maart 2023.

Zo'n voorstel en het oprichten van zo'n kiescollege moet je natuurlijk wel heel zorgvuldig doen, omdat er best wel wat handelingen bij komen kijken. Je moet mensen in het buitenland activeren om zich te gaan registreren als ze daadwerkelijk hun stem willen uitbrengen. De gemeente Den Haag heeft ook voorbereidingen te doen. Politieke partijen moeten zoeken naar kandidaten die ook lid willen zijn van zo'n kiescollege. Dat maakt dat je het zorgvuldig moet kunnen uitvoeren. Daarvoor heb ik ook gekeken naar het tijdpad dat daarvoor nodig is. Ik heb als minister gezegd: als er op uiterlijk 11 oktober in de Eerste Kamer over gestemd is, hebben we voldoende tijd om dit op een zorgvuldige wijze in te voeren als beide Kamers instemmen met dit wetvoorstel. Dat is tevens het antwoord op de vraag die mevrouw Leijten en ook mevrouw Van Dijk hierover stelden.

Dan een terechte vraag van mevrouw Dekker die ik ook bij de andere leden hoorde terugkomen. Je wil een zorgvuldige registratie van de kiezers hebben en daar zijn verschillende soorten registraties voor. Waarom wordt er niet gekozen voor de nu al bestaande Registratie Niet-Ingezetenen? Waarom wordt er gekozen voor een nieuwe registratie, precies voor de Eerste Kamerverkiezingen? De gemeente Den Haag heeft hier voor de Tweede Kamerverkiezing sowieso al heel veel ervaring mee. Zij houdt ook intensief contact met de kiezers in de permanente registratie. Zo worden de kiezers in de permanente registratie in de aanloop naar elke verkiezing ook actief benaderd, ook met de vraag of hun contactgegevens nog actueel zijn. De Registratie Niet-Ingezetenen bevat bijvoorbeeld geen e-mailadressen en in veel gevallen ook geen telefoonnummers. Dat is in de permanente registratie wel zo. De gemeente Den Haag heeft daarmee op basis van die permanente registratie ook de mogelijkheid om snel en direct contact op te nemen met de kiezer, bijvoorbeeld als de stembescheiden die men krijgt, retour komen omdat het postadres niet klopt. Het is in die zin dus gewoon beter geregistreerd. Het laatste echte verschil tussen de Registratie Niet-Ingezetenen en de permanente registratie is dat voor de permanente registratie geldt dat veranderingen in de Basisregistratie Persoonsgegevens automatisch worden doorgegeven naar de permanente registratie. Dat is wettelijk geregeld. Dat is nog een punt waarop het nog beter geregeld is. Op het moment dat de Kamers dit wetsvoorstel aannemen, is het natuurlijk wel van belang dat ik als minister mensen aanspoor om zich ook te registreren in die permanente registratie. Dat hebben de heer Strolenberg en mevrouw Dekker gevraagd.

Ik loop een beetje voor de troepen uit, maar omdat de grondwetswijziging is aangenomen, ga ik ervan uit dat dit wetsvoorstel het ook haalt. Het is altijd risicovol om dat als minister te doen. De gemeente Den Haag stuurt op dit moment alle kiezers die nu al in de permanente registratie staan, een brief met de vraag om zich te registreren voor de Eerste Kamerverkiezing van maart 2023. Dat gebeurt in batches achter elkaar. Verder stuurt de gemeente Den Haag aan iedere Nederlander die naar het buitenland verhuist en een adres in het buitenland achterlaat, een brief met de uitnodiging om zich te registreren als kiezer buiten Nederland. In deze brief worden de Nederlanders nu al op voorhand uitgenodigd om zich te registreren voor deze verkiezing. Wanneer er meer duidelijkheid is over het moment waarop de eerste verkiezing van dit kiescollege plaatsvindt — dat is natuurlijk afhankelijk van de stemming in de Tweede Kamer en in de Eerste Kamer — zullen we hier op bredere schaal bekendheid aan geven. Dat doen we samen met de gemeente Den Haag en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat gebeurt via de website van de gemeente, Nederlandwereldwijd.nl en social media. We hebben ook een heleboel verenigingen van Nederlanders in het buitenland die we hier ook voor kunnen benaderen. Wat is de stand van zaken? Op dit moment zijn al 13.500 kiezers uit de permanente registratie aangeschreven. In de afgelopen weken zijn de eerste 2.750 kiezers geregistreerd. Dit gaat zich allemaal nog verder vervolgen.

Dan een aantal vragen van mevrouw Van Dijk. Ik kan me haar redeneerlijn goed indenken. Je wil het stemgeheim graag borgen. In Saba kiest men voor vijf leden. In dit wetsvoorstel wordt gekozen voor negen. Levert dat problemen op? Het waarborgen van het stemgeheim is een van de overwegingen geweest bij het bepalen van het minimumaantal leden voor het kiescollege niet-ingezetenen. Er is ook heel nadrukkelijk gekeken bij het vormgeven van dit kiescollege of ook kandidaten van kleinere politieke groeperingen een kans krijgen om verkozen te worden. Dat betekent dus dat er een balans moet zijn tussen het aantal leden en de stemwaarde die elk lid vertegenwoordigt, en de administratieve lasten en kosten. We hebben uiteindelijk dus advies gevraagd aan de heer dr. Otjes. Hij heeft gezegd: je moet aansluiten bij een herkenbaar systeem. Daarom sluiten we aan bij het minimumaantal van de Gemeentewet. Hieruit volgt het minimumaantal van negen leden. Dit aantal van negen leden is dus niet gekozen vanuit de gedachte dat dit het minimum is om het stemgeheim te waarborgen en is dus, zoals gememoreerd in de nota naar aanleiding van het verslag, geen absoluut aantal. We hebben ervoor gekozen om naar aanleiding van dr. Otjes te kiezen voor iets wat een herkenbaar systeem is. In de kleinste gemeente in Nederland zelf, dus niet overzees, is dat negen. Dat maakt dat we daarvoor gekozen hebben. In de uitwerking van de kiescolleges in Caribisch Nederland is het ledenaantal op een andere wijze tot stand gekomen, maar wel op basis van gelijke overwegingen. Ook daar speelt het stemgeheim en de representatie van kleinere partijen een rol. Daar hebben we besloten om aan te sluiten bij het kleinste aantal van de eilandsraden. Bij de eilandsraden is dat vijf. Dit verklaart onze denkwijze.

Voorzitter. Mevrouw Van Dijk vroeg ook welke lessen in dit wetsvoorstel zijn getrokken uit de ervaringen die in 2019 zijn opgedaan met de verkiezingen van de kiescolleges van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Het trekken van die lessen is … Het verschilt natuurlijk wel, want als het gaat om Caribisch Nederland stemmen mensen immers in het stemlokaal, terwijl hier wordt voorgesteld dat de kiezers buiten Nederland per brief hun stem uitbrengen. De voornaamste les die we hebben geleerd, is dat je continu aandacht moet besteden, ook bij de politieke partijen, om ervoor te zorgen dat de leden zich ook kandideren voor dat kiescollege. Dat heeft bij ons wel het bewustzijn gebracht dat dat niet alleen van ons als ministerie extra input vraagt, maar dat we ook de partijen goed moeten informeren en activeren om ervoor te zorgen dat er voldoende animo is voor de kiescolleges. Daarbij geldt ook dat we daar blijvende aandacht aan moeten besteden, dus niet één keer. Ondanks dat zo'n kiescollege zit, moet toch gaandeweg weer naar voren komen: denk eraan, dit speelt nog. Het is nieuw, dus in die zin moet dat natuurlijk ook gewoon inslijten. Maar dat is de les die we getrokken hebben.

Mevrouw Dekker vroeg ook naar het democratische deficit, dus het democratische verschil dat er is. Dit is een verantwoordelijkheid die de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ook nadrukkelijk aangaat. We zijn bezig met de uitwerking van dit onderdeel van het coalitieakkoord. Dat willen we in goed overleg met de landen doen. Het is belangrijk om dat gezamenlijk te doen. Daarvoor is nu een werkgroep opgericht. Mevrouw Dekker wil graag voor november een brief hebben. Ik kan niet helemaal toezeggen dat dat gaat lukken, omdat ik ook even met de staatssecretaris wil overleggen. Ik zie wel de noodzaak om de Kamer hierin mee te nemen, ook gezien het belang dat de Kamer eraan hecht om te zeggen waar we precies staan. Omdat ik dit in zorgvuldig overleg met de landen en met de staatssecretaris wil doen, is het wellicht een optie dat ik op een later moment aan de Griffie doorgeef wat een goede termijn voor de brief kan zijn.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Dekker-Abdulaziz daarop een interruptie heeft.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank aan de minister voor haar antwoord. Deze vraag is natuurlijk niet voor de eerste keer gesteld. Binnen de verschillende commissies zijn er al brieven geweest waarin de staatssecretaris weer naar de minister verwijst en andersom. Nu weten we het ook niet.

Minister Bruins Slot:

Gezamenlijk, gezamenlijk, gezamenlijk. We zitten zelf allebei op dat ministerie, dus we voelen hier allebei een verantwoordelijkheid voor. We vallen allemaal onder BZK.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Het is heel fijn om te horen dat daar werk van gemaakt wordt. Ik heb nog een vraag gesteld, maar ik neem aan dat de minister daar nog op komt, dus dan wacht ik dat af.

Minister Bruins Slot:

Dat is de vraag: waarom krijgen niet alle Nederlanders … Sorry, voorzitter.

De voorzitter:

Misschien is het toch goed om iets concreter wat over de datum te zeggen. Het komt dus op een later moment, maar kunt u misschien wel enige indicatie geven van wat dat latere moment is?

Minister Bruins Slot:

De eerstvolgende procedurevergadering van de vaste commissie van BZK is donderdag. Of dat al gaat lukken … We gaan er ons best voor doen om te kijken of we iets meer een termijn kunnen geven.

De voorzitter:

Dank u wel. U was bezig met de beantwoording van de tweede vraag van mevrouw Dekker-Abdulaziz.

Minister Bruins Slot:

Ik hoop niet te vroeg in de ochtend. Prima. Ik zorg ervoor dat de informatie morgenvroeg meer gericht bekend is, dus voor de procedurevergadering van 11.30 uur.

De voorzitter:

Donderdag 11.30 uur, om helemaal volledig te zijn. Donderdag 11.30 uur. Ik zie dat dit gaat lukken, dus dat is goed nieuws.

Minister Bruins Slot:

Volgens mij was de andere vraag waarom niet alle Nederlanders die in Caribische landen wonen, kiesrecht krijgen, toch? Het ligt in de rede om in dit opzicht aan te sluiten bij het kiesrecht dat geldt voor de Tweede Kamerverkiezingen. Behalve in Nederland te zijn op de dag van de kandidaatstelling betekent dit dat iemand aanvullend ten minste tien jaar in Nederland moet hebben gewoond of dat iemand in de Caribische landen in Nederlandse openbare dienst werkbaar is, ofwel zijn of haar echtgenoot of echtgenote, partner of kind, voor zover met hem, haar of hen een gemeenschappelijke huishouding wordt gevoerd. Als je kijkt naar de andere inwoners van de zelfstandige Caribische landen, dan zie je dat die natuurlijk wel kiesrecht hebben voor de eigen volksvertegenwoordiging van de Caribische landen, namelijk de Staten. Dat is eigenlijk de reden waarom het zo geregeld is.

De voorzitter:

Ik zie dat dit een vraag oproept bij mevrouw Dekker-Abdulaziz.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Misschien heb ik mijn vraag niet heel goed gesteld. De vraag was eigenlijk veel meer de volgende. Ik weet dat dit aansluit op de Tweede Kamerverkiezingen. Wat mij verbaasde, is dat Nederlanders in het buitenland — bijvoorbeeld als dat buitenland Duitsland is — altijd mogen stemmen voor de Tweede Kamer en nu ook voor de Eerste Kamer, zelfs als ze niet tien jaar hier gewoond hebben. Maar mensen uit de CAS-landen mogen dat niet. Ongehinderd door enige kennis denk ik: hoezo? Dat was eigenlijk een oprechte vraag.

Minister Bruins Slot:

Het zijn natuurlijk autonome landen in ons Koninkrijk. Het zijn autonome landen met een eigen parlement. Dat parlement vertegenwoordigt de inwoners van die autonome landen binnen het Koninkrijk. Als je in Duitsland woont, zit je niet binnen het Koninkrijk en heb je ook geen eigen parlement dat jou vertegenwoordigt. Dat is het onderscheid.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ik denk dat ik dan genoeg weet. Dank u wel.

De voorzitter:

Dan vraag ik de minister om haar betoog te vervolgen.

Minister Bruins Slot:

Voorzitter. Mevrouw Van Dijk vroeg ook naar de stand van zaken omtrent het bij het verlengen van het paspoort voorleggen van de keuze om zich te registreren voor de permanente registratie. De verkenning die ik samen met de minister van Buitenlandse Zaken uitvoer, is nog bezig. Er wordt daarbij onder andere gekeken naar de vorm waarin de Nederlander daar eigenlijk op een praktische manier op kan worden geattendeerd, en ook naar de praktische uitvoering. Mijn idee was om de Kamer in ieder geval voor het einde van het jaar samen met de minister van Buitenlandse Zaken hierover te informeren.

Voorzitter. De heer Strolenberg had het over het belang van digitalisering van de verkiezingen. Dat is een consistente lijn van de heer Strolenberg. Hij geeft aan: als je daar stappen in kunt zetten, doe dat dan ook. Zo hoor ik de oproep van de heer Strolenberg ook elke keer. Hiervoor geldt dat de technologie nog onvoldoende ontwikkeld is om het stemmen tijdens de verkiezingen te kunnen doen. Je wilt voorkomen dat er inbreuk wordt gepleegd op de waarborgen van het verkiezingsproces. Het kabinet wil ook voorkomen dat er cyberrisico's in het verkiezingsproces worden geïntroduceerd die het proces vatbaar maken voor digitale inmenging. De kosten zijn ook nog niet helemaal helder. Vooral die eerste twee redenen vind ik het belangrijkste. België, de Belgische overheid, heeft dit laatst, in 2020, ook weer onderzocht. Daaruit blijkt dat we dat nog niet op een veilige manier kunnen doen. De heer Strolenberg zegt dan dat je de afgelopen periode wel op digitale wijze binnen een gemeenteraad kon stemmen. Maar dit is een besluit van een gemeenteraad, hoe belangrijk dat ook is. Als het gaat om onze verkiezingen, vind ik dat eigenlijk gewoon buiten kijf moet staan dat die niet gecompromitteerd of beschadigd worden, want dan gaat het vertrouwen in een keer weg.

De oproep die ik van de heer Strolenberg hoor, is: als je iets kan digitaliseren, kijk dan of je al stappen kunt zetten. Een van de dingen waarop ik me nu toch aan het beraden ben, is dat ik in het kader van de kandidaatstellingsprocedure voor bijvoorbeeld de Tweede Kamerverkiezing, wil bekijken of we wellicht niet meer de kant op kunnen gaan van de digitalisering van de ondersteuningsverklaringen, bijvoorbeeld. Dit is nog even een gedachte. Hier is op 11 mei jongstleden ook een advies van de Kiesraad over uitgekomen. Ik ga kijken welke mogelijkheden hier verder voor zijn. Ik wil de Kamer eind van dit jaar met een hoofdlijnenbrief informeren over hoe ik de kandidaatstellingsprocedure wil verbeteren of veranderen. Een van de zaken die ik aan de heer Strolenberg wil toezeggen, is dat ik op het punt van de ondersteuningsverklaring echt wil gaan kijken of digitalisering een stap zou kunnen zijn. Dat wil ik onderzoeken.

De heer Strolenberg (VVD):

Fijn. Ik ben blij met het antwoord van de minister en de aandacht daarvoor. Wat mij wel specifiek opvalt in dit stuk is dat de leden van het kiescollege fysiek bijeen moeten komen. Die vliegen vanuit de hele wereld naar Den Haag voor die vergadering. Dat zijn er misschien negen. Ik deed die oproep in het kader van duurzaamheid, maar ook in verband met de kosten. Misschien kan specifiek daarvoor naar de situatie gekeken worden. Dat is natuurlijk anders dan dat we iedereen via internetstemmen gaan oproepen.

Minister Bruins Slot:

Je moet daar ook het stemgeheim waarborgen. Dat betekent dat we, als je het kiescollege wil laten internetstemmen, eigenlijk moeten voldoen aan al die waarborgen die ik net heb genoemd. Daar voldoet het op dit moment gewoon niet aan. Dat is de reden waarom we het niet doen. Aan de andere kant is het ook echt een zwaarwichtige taak die de leden van het kiescollege hebben. In dat kader is de inspanning om naar Nederland toe te komen groot, maar het gaat ook wel ergens over. We faciliteren het. We betalen de onkosten. Het gaat er vooral om dat je het stemgeheim wil waarborgen. Dat moet je dan via internet doen op een manier waarop het niet beschadigd of gecompromitteerd kan worden en dat kan ik op dit moment gewoon nog niet garanderen.

Voorzitter. Mevrouw Dekker vroeg: hoe gaat de minister zorgen dat de kiesgerechtigden op de juiste manier hun stem uitbrengen, zodat hun stem niet ongeldig wordt verklaard? Bij de stembescheiden die de kiezer krijgt thuisgestuurd, zit een folder over hoe je precies een stembiljet invult. Het is natuurlijk ook een eenvoudiger te hanteren stembiljet dat de kiezers in het buitenland krijgen. Degenen die al langer in het buitenland wonen, doen dit al sinds 2014, dus het begint ook een staande praktijk te worden. De kiezer maakt bovenaan het stembiljet een keuze voor een partij en vervolgens onderaan het stembiljet ook een keuze voor de kandidaat. Als je het onderaan niet hebt ingevuld, word je geacht te hebben gestemd voor de eerste kandidaat van de partij. Het is een aandachtspunt. Er zit een goede uitleg bij, maar voor mensen die lang in het buitenland wonen, is het sinds 2014 al staande praktijk.

Voorzitter, volgens mij heb ik dan alle vragen gehad.

De voorzitter:

Dank aan de minister. Ik kijk even rond. Ik zie ook geen aanvullende vragen meer. Is er behoefte aan een tweede termijn van de zijde van de Kamer? Ik zie iedereen nee knikken. Dan zijn wij daarmee bij het einde van dit debat gekomen.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Omdat we dit debat zo voortvarend hebben gedaan, hervatten we de plenaire vergadering om 18.45 uur in plaats van om 19.00 uur. Het is goed om nog even te benoemen dat de stemmingen hierover aanstaande donderdag zijn, en niet op dinsdag.

De vergadering wordt van 17.28 uur tot 18.45 uur geschorst.

Naar boven