7 Eerstelijnszorg

Aan de orde is het VAO Eerstelijnszorg (AO d.d. 17/03). 

De voorzitter:

Een hartelijk woord van welkom aan de minister. Fijn dat u bij ons bent tot aan het eind van de vergadering vanavond, minister. Ik hoop dat u goed zit, want u zit er nog wel even! 

Wij hebben vijf deelnemers van de zijde van de Kamer, waarvan er drie gaan spreken. De eerste is mevrouw Wolbert van de fractie van de Partij van de Arbeid. Zij heeft zoals iedereen twee minuten spreektijd. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. We hebben in het Algemeen Overleg over de eerstelijnszorg heel veel onderwerpen besproken. We hebben geconstateerd dat er veel gebeurt en er in Nederland veel de goede kant op beweegt. Ik heb met een aantal andere fractie in dat overleg aandacht gevraagd voor situatie van apotheekhoudende huisartsen die geen vergunning meer kregen. Dat leidde ertoe dat de mensen in de dorpen Arkel en Annen naar een apotheek in een dorp verderop moesten en de mensen van buiten Arkel en Annen wel naar die apotheken konden. Ik heb gevraagd of de minister daarnaar wilde kijken. De minister heeft daarop heel welwillend gereageerd en gezegd: ik snap het probleem en ik zie wat er aan de hand is, maar ik kan er niet zomaar in optreden; ik ga eerst even bekijken wat er mogelijk is en een impactanalyse doen. De Partij van de Arbeid was daar blij mee. Er komt een brede, uitgebreide kwantitatieve financieel-juridische analyse. De Partij van de Arbeid wil dat we in dat hele proces niet uit het oog verliezen waar het precies om ging. Daarom heb de volgende motie opgesteld. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

van mening dat patiënten zekerheid moeten hebben over de continuïteit van goede en bereikbare farmaceutische zorg; 

van mening dat dit betekent dat apotheekhoudende huisartsen voor inwoners van dorpen en dunbevolkte gebieden van vitaal belang kunnen zijn; 

constaterende dat bij de beoordeling van een vergunningaanvraag voor een apotheekhoudende huisarts voor inwoners van een gebied dat tussen de 3,5 en 4,5 kilometer van de dichtstbijzijnde openbare apotheek ligt, alleen gekeken wordt naar de beschikbaarheid van openbaar vervoer, zonder daarbij andere criteria die van belang zijn voor de bereikbaarheid en kwaliteit van farmaceutische zorg, mee te wegen of een andere indeling van deelgebieden te overwegen; 

verzoekt de regering om na te gaan welke mogelijkheden c.q. oplossingen er binnen de huidige wet- en regelgeving zijn in situaties waarin geen vergunning wordt verleend aan een apotheekhoudende huisarts voor bewoners uit een gebied dat tussen de 3,5 en 4,5 kilometer van de dichtstbijzijnde openbare apotheek ligt terwijl: 

  • -deze bewoners dan aangewezen zijn op beperkte mogelijkheden voor openbaar vervoer; 

  • -deze bewoners dan aangewezen zijn op bezorging van geneesmiddelen, waarbij de adviesfunctie van de apotheker c.q. apotheekhoudende huisarts niet kan worden ingevuld en de veiligheid van medicatiegebruik onvoldoende wordt gewaarborgd; 

  • -inwoners van omliggende dorpen wél terecht kunnen bij deze apotheekhoudende huisarts; 

verzoekt de regering voorts, de Kamer hierover uiterlijk 1 juni 2016 te informeren, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Wolbert. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 25 (33578). 

Hij is lekker puntig! 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik geef toe dat mijn moties doorgaans veel compacter zijn, maar hier was het even nodig. Ik dank u voor de uitloop in mijn tijd. 

De voorzitter:

Veel succes ermee. Het woord is aan de heer Van Gerven van de fractie van de SP. 

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik moet mijn meerdere erkennen in mevrouw Wolbert wat betreft de lengte van de motie die ik ga indienen, maar ik wil wel aansluiten op haar motie. De minister heeft gezegd dat zij een impactanalyse gaat doen van deze problematiek. Wil zij ook nadrukkelijk kijken naar de goodwillproblematiek? Om het concreet te maken: als een apotheekhoudend huisarts door de regels gedwongen wordt om te stoppen met de apotheek, is daar ook veel goodwill mee gemoeid. Ik vraag de minister hoe dat opgelost kan worden, want dat is vaak een bottleneck bij het oplossen van deze problematiek. Ik dien één motie in. Zij heeft betrekking op het Medisch Centrum Haaglanden, dat heeft besloten de spoedeisende hulp in Leidschendam te sluiten. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat Medisch Centrum Haaglanden (MCH) heeft besloten om de spoedeisende hulp (SEH) in het ziekenhuis Antoniushove in Leidschendam te sluiten; 

constaterende dat de bevolking en betrokken gemeenten Leidschendam-Voorburg en Voorschoten niet bij dit besluit van het MCH zijn betrokken; 

overwegende dat de SEH Antoniushove momenteel goed bereikbare zorg biedt voor de hele noordelijke regio van Den Haag en omstreken; 

overwegende dat de spoedeisende hulp ook van belang is voor het in stand houden van de huisartsenpost en een goede samenwerking tussen de huisartsenpost en de spoedeisende hulp; 

verzoekt de regering, uitgaande van het principe "zorg dichtbij als het kan", haar invloed aan te wenden opdat de sluiting van de SEH Antoniushove niet doorgaat, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 26 (33578). 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik heb twee moties. 

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

constaterende dat de NZH heeft geadviseerd de tarieven voor logopedie vrij te geven; 

constaterende dat de minister overweegt het advies van de NZH over te nemen … 

Voorzitter. Ik hoor allemaal geroezemoes uit de zaal. 

De voorzitter:

Ik denk dat u iets te vroeg bent met deze motie. Wij hebben straks een VSO over de vaste prijzen logopedie. Zal ik u alvast op de sprekerslijst zetten? 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter. Dank dat u mij daarop attendeert en doet u dat. Ik had gemeend de motie bij deze gelegenheid te kunnen indienen, maar ik wacht er wel even mee. 

Dan ga ik over naar de andere motie. 

Motie

De Kamer, 

gehoord de beraadslaging, 

overwegende dat apothekers als medebehandelaars samen met huisartsen en wijkverpleegkundigen de kern van de lokale zorg rondom de patiënt vormen; 

overwegende dat van deze driehoek zowel de huisarts als de wijkverpleging buiten het eigen risico valt; 

van mening dat eenduidigheid ook van belang is voor de patiënt en verzekerde; 

verzoekt de regering, de zorg van de apotheker uit het eigen risico te halen, 

en gaat over tot de orde van de dag. 

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dik-Faber en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund. 

Zij krijgt nr. 27 (33578). 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Toch nog een opmerking over Het Roer Gaat Om: ik dien daarover geen motie in. Ik weet dat het proces loopt. Het is ongelooflijk belangrijk dat de zorgverzekeraars afspraken hebben gemaakt over de huisartsenzorg, maar wij zien dat het nu wordt uitgebreid naar de apothekers in de eerste lijn. Dat is goed. Ik volg die ontwikkelingen nauwgezet en ik hoop dat er goede afspraken worden gemaakt. 

De voorzitter:

Tot zover de inbreng van de Kamer. Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken tot de minister over alle moties beschikt. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Minister Schippers:

Voorzitter. De eerste motie die is ingediend, is de motie op stuk nr. 25 van mevrouw Wolbert. Ik schrijf in mijn brief over de impactanalyse dat ik dit zal onderzoeken. Ik heb dit breder toegezegd dan in de motie wordt gevraagd. Ik zie deze motie dus als ondersteuning van beleid. Dit betekent wel dat als deze motie wordt aangenomen, wij het deel dat buiten deze motie valt, niet onderzoeken. 

De voorzitter:

Dus u neemt deze motie over? 

Minister Schippers:

Ik weet niet hoe dat is geregeld, maar ik wil het graag doen. 

De voorzitter:

Wij hebben de regeling-Van der Staaij en als u de motie overneemt, wordt zij niet in stemming gebracht. Daarom vraag ik dit. Ik stel voor dat u de motie overneemt. 

Minister Schippers:

Als niemand daartegen protesteert. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik ben een beetje in verwarring. Ik ben weliswaar niet de indiener van de motie, maar volgens mij heeft de minister gezegd het uitgebreider te zullen onderzoeken dan in de motie staat. Kan de minister dan nader duiden wat ze extra onderzoekt? Het is in ieder geval niet mijn bedoeling dat we straks een "beperkende" motie aannemen. 

Minister Schippers:

In het debat hebben we het erover gehad dat ik het wat breder onderzoek. Deze motie gaat uit van een smaller onderzoek, namelijk binnen de huidige wetgeving. Dus dat betekent dat als deze motie wordt aangenomen, ik alleen naar opties ga kijken die binnen de wetgeving vallen en dat ik alle opties die daar niet binnen vallen, dan niet onderzoek. Als de Kamer dat wil, ben ik natuurlijk bereid om dat onderzoek in te perken. Ik bedoel: ik heb er niet om gevraagd. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Het is ook de uitdrukkelijke bedoeling van de PvdA om niet de wet te wijzigen. In de motie wordt ervan uitgegaan, zoals ik in het debat zelf ook heb betoogd, dat er binnen de wet mogelijkheden zijn om tot een oplossing te komen. Als het mij om een wetswijziging was gegaan, had ik daar wel op aangestuurd. Ook ik ben niet goed thuis in de betekenis van het overnemen en het niet overnemen van een motie. Ik houd mijn motie in ieder geval nog even aan om nog over dit punt na te denken, want anders gaan er allemaal dingen gebeuren waar ik mijn collega-fracties niet in meekrijg, wat mij niet verstandig lijkt. 

De voorzitter:

Ik begrijp dus dat u uw motie aanhoudt. 

Minister Schippers:

Ik zeg er dan wel bij dat de klok richting 1 juni wel doortikt. Dus op een gegeven moment moeten we wel van start met het onderzoek. Als de Kamer een veel smaller onderzoek wil, zou ik het op prijs stellen als ik dat dan tijdig zou horen. Dat scheelt namelijk de andere helft van het onderzoek. 

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik snap wat de minister zegt. Dus ik zal zorgen dat het voor volgende week dinsdag, wanneer we gaan stemmen, helder is en dat de minister dan weet hoe het verdergaat. Dus die vier dagen zal het wel kunnen lijden. 

Minister Schippers:

Zeker, uiteraard. 

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Wolbert stel ik voor, haar motie (33578, nr. 25) aan te houden. 

Daartoe wordt besloten. 

Minister Schippers:

Voorzitter. De motie van de heer Van Gerven op stuk nr. 26 vraagt of ik mijn invloed wil aanwenden om de sluiting van de spoedeisende hulp Antoniushove niet te laten doorgaan. We hebben hier uitgebreid in het algemeen overleg over gesproken. Er zijn heldere normen die we met elkaar hebben afgesproken, evenals heldere verantwoordelijkheden. Daar wil ik mij aan houden en dus wil ik deze motie ontraden. 

De motie op stuk nr. 27 verzoekt de regering de zorg van de apotheker uit het eigen risico te halen. Het is wat technisch, maar er zit geen dekking in deze motie. Dat lijkt mij al reden genoeg om de motie te ontraden. 

De heer Van Gerven (SP):

Ik had nog gevraagd of de minister de problematiek rond de goodwill ten aanzien van de apotheekhoudende huisartsen wil meenemen in haar analyse van het onderzoek. 

Minister Schippers:

Ja, dat zal ik doen. 

De beraadslaging wordt gesloten. 

De voorzitter:

Aanstaande dinsdag wordt er gestemd over de moties. 

Naar boven