9 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 

21501-33-528; 21501-33-529; 21501-33-530; 33561-14; 30196-262; 31936-237; 21501-08-542; 33952-20; 34000-XIII-38. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Op verzoek van de SP-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Europese Zaken het lid Van Raak tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Smaling. 

Het woord is aan de heer Bashir van de SP. 

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Gisteren bereikte ons het nieuws dat 5.000 medewerkers van de Belastingdienst ander werk moeten zoeken, terwijl er op dit moment bij de Belastingdienst vooral behoefte is aan rust. Het nieuws is zonder enige vorm van kennisgeving, bijvoorbeeld via een brief aan de Kamer of de medewerkers, naar buiten gekomen. Dat heeft gezorgd voor veel onzekerheid bij de medewerkers van de Belastingdienst, maar ook bij de vakbonden. Mijn verzoek is om hierover spoedig een debat te houden met de staatssecretaris van Financiën. 

De voorzitter:

Verzocht wordt om steun voor een spoedig te houden debat over de Belastingdienst. 

De heer Van Vliet (Van Vliet):

Voor mij ligt het zwaartepunt meer bij het schofferen van de Kamer: één dag voor een AO over de Belastingdienst moeten we via de pers vernemen dat er ingrijpende wijzigingen bij de Belastingdienst zullen plaatsvinden. Normaal zou ik zeggen: we hebben morgen een AO, dus dit verzoek is overbodig. Toch steun ik de heer Bashir, want ik zal straks in de procedurevergadering verzoeken om dit AO uit te stellen, zodat ik als parlementariër eens goed kan gaan nadenken over hoe we deze schoffering van de Kamer kunnen beëindigen. Steun voor dit verzoek. 

De heer Fritsma (PVV):

De PVV steunt dit verzoek. 

De heer Groot (PvdA):

We hebben net een brief gehad, waarover we morgen in het algemeen overleg over de Belastingdienst uitgebreid gaan praten. In dat AO heeft de staatssecretaris inderdaad het een en ander uit te leggen als het gaat om de communicatie met de medewerkers van de Belastingdienst. Dat debat gaan we zoals gezegd morgen voeren. We zullen hierover ongetwijfeld ook nog plenair gaan spreken, maar het lijkt me wat vroeg om dat nu al in de agenda te zetten. Ik wacht daarom eerst het algemeen overleg af. 

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik wil eerst meer weten. Dat er een stuk onrust is, heb ik ook kunnen vaststellen. Ik begrijp dat de brief er inmiddels is en we hebben morgen een algemeen overleg. Dan hebben we alle tijd. Daarna kunnen we kijken hoe verder. Nu geen steun voor het verzoek. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Hetzelfde geldt voor de D66-fractie. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ook bij de CDA-fractie is er irritatie over het feit dat het nieuws op deze manier naar buiten wordt gebracht en niet eerst via de medewerkers of via de Kamer. Eerst via de medewerkers was ook een nette weg geweest als je 5.000 man gaat herplaatsen, zeg ik in alle eerlijkheid. Het is naar buiten gebracht via kranten die goed geïnformeerd werden en prima op de hoogte werden gebracht. Zo voer je geen personeelsbeleid. We hebben morgen het AO en dan zullen we het hierover hebben. We zullen daarbij een aantal vragen stellen. Afhankelijk van wat er in het AO gebeurt, sluit ik niet uit dat we daarna een wat groter debat zullen hebben over de reorganisatie bij de Belastingdienst. Ik zou zeggen: nu geen steun, ook omdat ik zie dat er toch geen meerderheid is, maar wel nadrukkelijk de bereidheid om hiervoor, als er duidelijkheid komt, als de Voorjaarsnota er ligt en als de regering hiervoor misschien wel geld vrijmaakt, uitgebreid te gaan zitten, temeer daar de Algemene Rekenkamer net zeven tekortkomingen bij de Belastingdienst heeft geconstateerd. 

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, ik stel vast dat u op dit moment geen steun van de Kamer hebt voor een ... 

De heer Bashir (SP):

Ik ben verbaasd, omdat er voor het algemeen overleg van morgen al heel veel brieven op de agenda staan en omdat we morgen uiteraard ook hierover gaan spreken. Misschien kunnen we het algemeen overleg een beetje verlengen. Dit is een bericht dat bij de medewerkers van de Belastingdienst is ingeslagen als een bom. Ik zou het heel raar vinden als wij hier niet zouden besluiten om dit debat alvast te plannen om hierover uitgebreider te spreken. 

De voorzitter:

Toch is dat de conclusie in deze regeling van werkzaamheden. U hebt niet de steun voor een ander spoedig debat dan dat wat morgen al plaatsvindt, wat volgens mij tamelijk spoedig is. 

Het woord is aan mevrouw Agema van de PVV. 

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Al vele jaren geven fracties in dit huis aan het onacceptabel te vinden dat hoogbejaarden standaard in verpleeghuizen worden gedrogeerd. Nu blijkt dat dit bij een derde van de hoogbejaarden nog steeds gebeurt. Ik vind dat we daarover moeten debatteren. 

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om steun voor het houden van een debat over het drogeren van ouderen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ook ik vind dat we daarover moeten debatteren, maar we hebben vanochtend in de procedurevergadering afgesproken dat we zullen vragen om een plan van aanpak om dit drogeren te voorkomen, zoals toegezegd door de staatssecretaris en geformuleerd in een door de Kamer aangenomen motie, en verder dat we zo snel mogelijk na ontvangst van de stukken over de kwaliteit in de verpleeghuiszorg een AO zullen hebben. Ik denk dat dat sneller is. Daarom wil ik het daarbij laten. 

De voorzitter:

Op dit moment dus geen steun voor een aanvullend verzoek. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Ik sluit me aan bij wat de SP daarover heeft gezegd. Op dit moment steun ik het verzoek niet. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Hetzelfde geldt voor D66. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook voor de ChristenUnie. 

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

En voor de Partij van de Arbeid. 

De voorzitter:

Mevrouw Agema, ik stel vast dat u niet de steun van de Kamer hebt voor het houden van een apart debat. 

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Bij het wegstemmen van de zogenaamde zorgwet — zo is de wet gaan heten die in de Eerste Kamer is gestrand — is ook het verbod op het aangaan van fusies tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars gestrand. Gisteren is in NRC Handelsblad het bericht verschenen dat een medisch fabrikant een kliniek koopt. De minister wilde wel een wet maken om te voorkomen dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders in één hand komen, maar hierover heeft zij nu geen mening. Ik vind dat we hierover als Kamer, als politiek wel een mening moeten hebben. Wat gebeurt er als, in dit geval, een geneesmiddelenfabrikant een behandelkliniek koopt? Daarom wil ik daarover graag een debat voeren met de minister van Volksgezondheid. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Ik vind het ook belangrijk dat we het daar met de minister over hebben, maar ik wil heel graag dat we als Kamer toch eerst een inhoudelijke reactie van haar per brief vragen. Daarna bekijken we hoe we het zo snel mogelijk aan de orde kunnen stellen. Wat mij betreft kan dat wellicht ook worden meegenomen in een van de AO's die we nog zullen hebben over de ziekenhuiszorg. 

De voorzitter:

U geeft de voorkeur aan een brief en steunt op dit moment niet het verzoek om een plenair debat. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook ik wil heel graag een brief van de minister. Daarna wil ik er ook over debatteren, maar ik wil nog wel even bekijken wat dan de snelste route is: een AO of een plenair debat. Ik wil dus eerst een brief en steun het verzoek nu niet. 

Mevrouw Bouwmeester (PvdA):

Wij hebben behoefte aan een aantal nadere feiten. Mevrouw Leijten wees er terecht al op dat de mening van de minister hierover belangrijk is. Wij willen dus een brief. Via de commissie willen we dan graag eerst de nadere vragen inventariseren, want die zijn vrij technisch. 

De voorzitter:

Dat lijkt mij een goed plan. 

De heer De Lange (VVD):

Het is goed dat mevrouw Leijten nog eens het belang van de Zorgverzekeringswet naar voren bracht. Ik steun het idee om met een brief te komen. 

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Het is ontzettend belangrijk dat in zo'n situatie artsen onafhankelijk blijven. Daarom moet er echt een brief komen van de minister. Ik denk dat het verstandig is om een aantal aanvullende vragen te stellen. Mijn voorstel aan mevrouw Leijten is om dit te betrekken bij het AO Governance in de zorg, zodat we het snel kunnen bespreken. 

De voorzitter:

Wanneer is dat? 

Mevrouw Leijten (SP):

18 juni. 

De voorzitter:

Dan weet ik namelijk ook waarop de deadline voor de brief moet worden gesteld. Daarom stelde ik deze vraag. 

Mevrouw Klever (PVV):

Ik steun het verzoek om een brief van de minister, te ontvangen voor het AO Governance, waar we dit dan kunnen bespreken. 

De heer Krol (50PLUS):

Daar sluit ik mij bij aan. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dat is een prima middenweg. Mocht de brief toch wél aanleiding geven tot een debat, dan melden we ons hier vanzelf weer. 

De voorzitter:

Ik zal de griffier van de commissie vragen om de vragen die u nog hebt, te inventariseren. Ik zal alvast het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet, zodat men weet dat er vragen beantwoord moeten worden. Ik stel voor om de deadline voor de brief op 15 juni te zetten, zodat u … 

Mevrouw Leijten (SP):

Het AO kan ook op 11 juni zijn. 

De voorzitter:

Ik zal de griffier vragen om ook daar even naar te kijken en dan de deadline op drie dagen voor het AO te zetten, zodat u de tijd hebt om die brief daarbij te betrekken. 

Mevrouw Leijten, u hebt nog een tweede verzoek. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik doe een vooraankondiging, zodat u daarmee in de planning rekening kunt houden en omdat er geen ander moment voor is. Vanavond debatteren we over de uitbetalingsproblemen met de pgb-salarissen via de Sociale Verzekeringsbank. Het lijkt mij goed om rekening te houden met een plenaire afronding. 

De voorzitter:

Nog vandaag in te plannen. Ik neem aan dat daar geen bezwaar tegen is. De heer Potters wil nog iets zeggen. 

De heer Potters (VVD):

Op zich heb ik er geen bezwaar tegen, maar misschien zou mevrouw Leijten even kunnen aangeven waarom zij graag vandaag de plenaire afronding zou willen hebben. 

Mevrouw Leijten (SP):

Het gaat vanavond over de vraag of een motie van de Kamer is uitgevoerd. Als je die vraag met zijn allen gaat beantwoorden, is het heel verstandig om ruimte te houden voor het eventueel trekken van conclusies direct na het debat. Aangezien er geen ander moment is om dat aan te kondigen dan nu, kondig ik het aan. Het kan best zijn dat het niet nodig is. Dan halen we het van de agenda. Het kan procedureel nu even niet anders, maar het gaat vanavond wel over het uitvoeren van de motie van deze Kamer. 

De voorzitter:

Voor de helderheid: ik ga er dan van uit dat u ook wilt dat er rekening wordt gehouden met een stemming over deze motie vanavond. 

Mevrouw Leijten (SP):

Anders zou ik niet zeggen dat het vanavond gehouden moet worden. Dan hadden we het ook morgenochtend om kwart over tien kunnen doen. 

De voorzitter:

Juist. Het is goed dat wij dit even hardop met elkaar hebben uitgesproken. Voor de agenda van hedenavond moeten wij rekening houden met een eventueel VAO inclusief stemmingen. Dat is na afloop van het algemeen overleg, dus heel laat op de avond. Het is niet anders. 

Het woord is aan de heer De Graaf van de PVV. 

De heer De Graaf (PVV):

Voorzitter. Kort geleden is een mevrouw van 90 jaar die was verhuisd naar Judea en Samaria, gekort op haar AOW. De SGP heeft daar terecht vragen over gesteld; zij was mij net voor. Aanvullende vragen waren niet nodig. Nu blijkt deze regel te gaan gelden voor iedereen die in dezelfde situatie zit en bijvoorbeeld vanwege het toegenomen antisemitische klimaat in Nederland naar die regio wil verhuizen. De regels die worden ingevoerd zijn nogal arbitrair en daarom willen wij graag een debat hierover. Voor bijvoorbeeld Noord-Cyprus gelden niet dezelfde regels en zo zijn er nog wel meer gebieden te noemen. De regels zijn heel lastig uit te leggen aan de mensen. Wij vinden het onterecht dat dit gebeurt. De kwestie met die eerste mevrouw van 90 jaar is al opgelost — dat is heel mooi — maar wij willen graag een debat over het vervolg. 

De voorzitter:

Uw inbreng kunt u tijdens het debat doen. Het onderwerp van vandaag is uw verzoek om een debat te plannen over het korten op de AOW bij vertrek naar het buitenland. 

De heer De Graaf (PVV):

Naar bepaalde gebieden in het buitenland. 

De heer Voordewind (ChristenUnie):

De fracties van de SGP en de ChristenUnie hebben hierover al vragen gesteld. Vanavond hebben we een plenair debat over Israël waarin dit in ieder geval ook door ons aan de orde zal worden gesteld. Als er daarnaast nog behoefte bestaat aan een plenair debat met de minister van Sociale Zaken, steunen we dat. 

De heer Bisschop (SGP):

Daar sluit de SGP zich graag bij aan, zij het dat we daarbij nadrukkelijk vragen om vooraf de beantwoording van de vragen te ontvangen. 

De voorzitter:

Ik begrijp dat u die nog niet binnen hebt. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

We steunen het verzoek om een debat niet, maar we zijn wel nieuwsgierig naar de antwoorden op de reeds gestelde vragen. Wellicht is er ook nog ruimte voor een aanvullende brief. Ik weet niet aan welke bewindspersoon die vragen zijn gesteld. 

De heer De Graaf (PVV):

De staatssecretaris. 

De voorzitter:

De staatssecretaris van Sociale Zaken. Laten we even de antwoorden afwachten. Dan kunt u bekijken of er nog behoefte is aan aanvullende vragen. 

Mevrouw Vermeij (PvdA):

Precies. 

De heer Van Weyenberg (D66):

We steunen het verzoek om een debat niet. Er is onder meer vanavond een debat waarin dit aan de orde kan worden gesteld. Ik ben ook benieuwd naar de brief van het kabinet, als de heer De Graaf daar prijs op stelt. 

De heer Omtzigt (CDA):

Ik kan me voorstellen dat we hierover een schriftelijke aanvullende vragenronde houden. Dat kunnen we hier nu organiseren. Als de heer De Graaf daarna een motie wil indienen, kan die op de agenda worden geplaatst. We kunnen nu een debat houden over een relatief klein aantal casussen, maar dan moeten we over een heel groot aantal gebieden plenaire debatten houden. Daarom kom ik met deze praktische oplossing. 

De heer Krol (50PLUS):

Ik sluit me aan bij de heer Omtzigt van het CDA. 

Mevrouw Schut-Welkzijn (VVD):

Wel steun voor een brief, maar niet voor een debat. 

De voorzitter:

Ik wil wel dat we onze eigen procedures serieus nemen. Er zijn schriftelijke vragen gesteld en er zijn ook al aanvullende schriftelijke vragen gesteld. Ik stel voor om de antwoorden op die vragen af te wachten en om via het stenogram aan de regering te vragen om dit zo snel mogelijk te doen, omdat de urgentie van de vragen tijdens deze regeling duidelijk naar voren is gekomen. Op basis van die antwoorden kunt u in uw commissie bekijken of er behoefte is aan het stellen van aanvullende vragen of eventueel een aanvullende brief. Mijnheer De Graaf, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. 

De heer De Graaf (PVV):

Inderdaad, en met de praktische oplossing kan ik prima leven. Er is wel nog weinig tijd voor de zomer, ook gezien het schema van de commissie. Vandaar dat ik graag steun wil geven aan het initiatief om de beantwoording snel te krijgen en eventueel daarna snel een nieuwe ronde te organiseren. 

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. 

Ik geef het woord aan mevrouw Keijzer van het CDA. 

Mevrouw Keijzer (CDA):

Voorzitter. Gisteren stond ik hier om het rapport op te vragen van de auditdienst die onderzoek gedaan heeft naar de steekproef bij de Sociale Verzekeringsbank op 15 mei. Ik heb gevraagd om het rapport per ommegaande naar de Kamer te sturen, maar heb het nog niet gehad. Vandaar dat ik hier sta om te rappelleren. 

De voorzitter:

Mijn voorstel is om het stenogram ... Mevrouw Leijten wil er nog iets over zeggen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Dit is niet de tweede of de derde maar de vierde keer dat dit gebeurt. De vorige keer heb ik het bij u, voorzitter, neergelegd en gevraagd of u kunt bekijken wat we kunnen doen als we stukken zo laat krijgen dat het eigenlijk zand in de machine is. De staatssecretaris heeft ons maandag een brief gestuurd met een verwijzing naar die cijfers en heeft ons niet de onderliggende rapporten gestuurd. We weten dat het debat om 18.00 uur begint en iedereen weet dat er veel druk op zit; de staatssecretaris moet het nu gewoon sturen. Ik wil toch weer aan u, voorzitter, vragen — u hebt niet altijd de leukste baan — om met de staatssecretaris te bellen en hem erop te wijzen dat een verzoek van de Kamer echt een grondrecht en grondwettelijk is, en dat hij dat rapport beter zo snel mogelijk kan sturen. 

De voorzitter:

Wat ik zal doen, is het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, natuurlijk inclusief de opmerkingen die mevrouw Leijten heeft gemaakt, doorgeleiden naar het kabinet. Ik hoop dat de stukken dan zo snel mogelijk naar de Kamer worden gestuurd. 

Hiermee is er een einde gekomen aan de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt van 14.46 uur tot 17.33 uur geschorst. 

Naar boven