Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 8 oktober 2009 over ambulancezorg.

Mevrouw Schermers (CDA):

Voorzitter. Ik dien de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het bij reanimeren gaat over leven en dood;

constaterende dat de wet ondubbelzinnig een op schrift gestelde wilsverklaring eist ten aanzien van niet reanimeren en dat hieraan met de niet-reanimerenpenning niet wordt voldaan;

constaterende dat de niet-reanimerenpenning enkel verkrijgbaar is bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde en dat voor het verkrijgen slechts het overleggen van een pasfoto en een kopie van een identiteitsbewijs is vereist, waarmee er geen objectief betrouwbare afgifteprocedure is;

constaterende dat uit de gegevens op de niet-reanimerenpenning niet blijkt hoe recent deze zijn;

voorts constaterende dat de juridische status van de niet-reanimerenpenning onduidelijk is, hetgeen heeft geleid tot het niet aanvaarden ervan door Ambulance Zorg Nederland, waardoor er grote onzekerheid is bij de hulpverleners in situaties waarin acuut moet worden gehandeld;

verzoekt de regering, duidelijkheid te verschaffen over de eisen die aan een rechtsgeldige niet-reanimerenpenning moeten worden gesteld en daarnaast definitieve duidelijkheid te verschaffen over de juridische status van de niet-reanimerenpenning,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Schermers. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 57(29835).

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De SP-fractie heeft één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de regering van plan is, de nieuwe contracten voor de ambulancezorg via aanbesteding te verlenen;

constaterende dat de ambulancemarkt ook open ligt voor buitenlandse aanbieders;

van mening dat de ambulancezorg zich niet leent voor marktwerking;

verzoekt de regering, de vergunningen voor de ambulancezorg niet via aanbesteding te laten verlopen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 58(29835).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Klink:

Voorzitter. In de motie-Schermers wordt duidelijkheid gevraagd over de eisen die aan een rechtsgeldige niet-reanimerenpenning moeten worden gesteld. Daarvoor geldt wat de staatssecretaris kennelijk al heeft gemeld in het kader van een AO over het reanimeerbeleid. Ik weet niet of zij dat persoonlijk met mevrouw Schermers heeft gewisseld maar in ieder geval wel met het parlement. De eisen die aan de penning worden gesteld, zijn dezelfde als de eisen die worden gesteld aan een schriftelijke wilsverklaring. Met andere woorden: de juridische status van de niet-reanimerenpenning is dezelfde als die van de wilsverklaring. Hij heeft dus dezelfde rechtskracht. Wel leek de ambulancesector dat standpunt niet over de hele linie te delen. Er vindt op dit moment overleg plaats met de sector over de bezwaren rondom de niet-reanimerenpenning. De zorgen daarover liggen in het bijzonder bij de zorgvuldigheid van de procedure bij de afgifte van de penning en de consequenties die hij heeft voor de hulpverlening.

Mochten de waarborgen die daarmee zijn gemoeid, uitdrukkelijk in beeld komen, dan wil ook de ambulancesector zich in die zin scharen achter het oordeel dat ik zo-even gaf, dat de sector dezelfde status aan de penning zal toekennen als aan de schriftelijke wilsverklaring. Die zorgvuldigheid brengen wij op dit moment nauwgezet in kaart, maar dat alles onder de premisse dat de juridische status dat de juridische status niet afwijkt van. In die zin is de motie-Schermers overbodig. Als de bedoeling is dat de juridische status van de penning in twijfel wordt getrokken, moet ik haar dan ook ontraden.

In de motie-Van Gerven wordt verzocht tot het niet aanbesteden van de ambulancezorg. Het gaat niet om aanbesteding, maar om vergunningverlening. Dat is een meer juridische opmerking. De strekking van de motie is in feite contrair aan wat wij met de wet beogen, namelijk wel degelijk een vergunningverlening op basis van een beoordeling van degenen die in aanmerking willen komen voor een vergunning volgens de eisen van kwaliteit en doelmatigheid. De heer Van Gerven zal begrijpen dat ik die strekking van de wet bepaald niet wil schrappen. Ik ontraad deze motie dan ook.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik denk dat wij aanstaande dinsdag over de ingediende moties zullen stemmen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven