Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie (31324, R1844).

(Zie vergadering van 13 november 2008.)

De voorzitter:

Ik wijs u erop dat het goed gebruik is dat u in uw tweede termijn een derde gebruikt van de spreektijd van de eerste termijn. Wie die tijd vergeten is, kan hem hier bij mij opzoeken.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

De heer Knops (CDA):

Dank u, voorzitter. Ik zal ruim binnen de tijd blijven. Ik dank de staatssecretaris voor de beantwoording in eerste termijn en voor de uitvoerige brieven die zij na afloop van het debat in eerste termijn aan de Kamer gestuurd heeft en waarin een groot aantal van onze vragen naar tevredenheid beantwoord is.

Het is nu duidelijk dat de regeling van één persoon per paspoort er gaat komen en dat de mogelijkheid voor Nederland om nog iets te veranderen aan het meerderheidsstandpunt in Europa, bijkans uitgesloten is. Onze fractie betreurt dat, omdat zij nog steeds niet overtuigd is van de voordelen van het 1p:1p-principe. Het is geenszins aangetoond dat het feit dat kinderen een eigen paspoort hebben in plaats van een bijschrijving, zou bijdragen aan het tegengaan van kinderhandel en kinderontvoering.

Het is wel duidelijk dat invoering van dit systeem een aanzienlijke kostenstijging tot gevolg zal hebben. Er is sowieso de stijging van € 3,50 tot € 4 per paspoort om de invoering van een centrale reisdocumentenadministratie te financieren. Ook zijn er de extra kosten voor een gezin. De minister heeft dat inzichtelijk gemaakt in haar brief van 18 november. Ik becijferde eerder een bedrag van € 435 voor een gezin met drie kinderen. Met de kostenstijging zoals door staatssecretaris aan de Kamer bekendgemaakt, zou dat bedrag nog oplopen.

De heer Pechtold (D66):

Voordat de CDA-fractie om geld bij de staatssecretaris gaat bedelen, waarvoor geen amendement is ingediend en waardoor het geld ook door het CDA gefourneerd wordt, wil ik even de geschiedenis erbij halen. Het CDA schrijft vanochtend met grote chocoladeletters in de krant dat dit allemaal niet kan. Mag ik aan de CDA-fractie vragen welke kleur de CDA-bewindspersoon had die dit met Europa geregeld heeft? Wat heeft de CDA-fractie in Europa gestemd?

De heer Knops (CDA):

Ja, dat mag u vragen. Overigens schrijf ik de krant niet en ook de koppen die daarin staan niet; dat weet u ook.

De heer Pechtold (D66):

Was het foutief weergegeven?

De heer Knops (CDA):

Nee, dat debat ga ik nu niet voeren. Het was prima weergegeven, maar wij voeren hier een debat en niet via de krant. De minister die op Europees vlak verantwoordelijk is voor het innemen van standpunten is de minister van Justitie. Die bewindspersoon heeft het standpunt daar namens de Nederlandse regering verkondigd. Dat is niet automatisch het standpunt van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Dat mag ook duidelijk zijn. Uiteindelijk heeft gisteren het CDA-smaldeel in het Europees Parlement na ampel beraad ingestemd met dit voorstel. Ik heb in een vorig debat al gezegd dat, als wij in Nederland een ander standpunt zouden hebben ingenomen – de regering of onze Europese fractie – dit niet geleid zou hebben tot een andere uitkomst. De meerderheid van de landen op Europees niveau is voor een 1p:1p-stelsel.

De heer Pechtold (D66):

Dus wij mogen concluderen dat de CDA-minister van Justitie heeft ingestemd, de hier aanwezige CDA-staatssecretaris van BZK het mag verdedigen, de CDA-Europarlementariërs er unaniem mee hebben ingestemd en dat de CDA-fractie hier geen amendement heeft liggen om wat zij vanochtend correct groot in de krant heeft weten te krijgen, daadwerkelijk van geld te voorzien. Mag ik dit bijschrijven als een van de vele, vele CDA-luchtballonnen, die alleen leuk zijn voor de bühne? Hier zitten echter een paar mensen in de Kamer die weten dat het anders is. Er volgt gewoon niets.

De heer Knops (CDA):

Dat is niet correct. Onze fractie in het Europees Parlement heeft kritische vragen gesteld over nut en noodzaak van het 1p:1p-principe. Datzelfde debat hebben wij hier ook gevoerd. Wat ons betreft is de meerwaarde daarvan niet aangetoond. Wij maken dus een eigen afweging. Ik wijs er overigens op dat in het huidige wetsvoorstel 1p:1p nog niet aan de orde is. Er is dus geen sprake van amendementen. In de brief van de staatssecretaris staat dat wij waarschijnlijk hierover een voorstel voorgelegd krijgen in de loop van het jaar. Vooruitlopend daarop maken wij ons standpunt al kenbaar. Dat is ons goed recht.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik begrijp de verbazing van de heer Pechtold goed. Ik las vanochtend ook die bekende krant. Ik vraag de heer Knops wat de consequentie is van mogelijke weigering van een tegemoetkoming in de kosten.

De heer Knops (CDA):

Daar loop ik niet op vooruit. Ik zeg dat wij er problemen mee hebben. Ik heb ook gezegd dat feitelijk niet meer relevant is wat de Kamer straks van het voorstel vindt. Op Europees niveau zijn er immers al besluiten genomen. Ik maak mij wel oprecht zorgen over de consequenties. Dat moet mevrouw Azough ook doen. Wij moeten er geen spelletje van maken omdat ik in de krant sta en zij niet. Het moet om de inhoud gaan en hoe wij dit op een goede manier kunnen regelen. Ik heb daarover vragen gesteld aan de staatssecretaris. Ik dien hierover ook een motie in.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik deel de zorgen van de heer Knops helemaal. Dat geldt ook voor mijn smaldeel in het Europees Parlement, dat als enige tegen deze Europese maatregel heeft gestemd. De heer Knops gaat echter niet in op mijn vraag. Wat is de consequentie van zijn oproep?

De heer Knops (CDA):

Wij voeren een debat met de staatssecretaris. Ik vraag haar om te bezien wat de consequenties zijn voor de Nederlandse gezinnen van het voorstel zoals het nu voorligt. Het staat nog niet in het huidige wetsvoorstel. Dit is een debat dat wij nog moeten voeren. Het ontslaat ons niet tot nadenken over de toekomst. Het lijkt erop dat als de paspoorten € 50 of meer gaan kosten, dit vooral voor gezinnen veel geld gaat kosten. Daarvoor vragen wij aandacht. Wij vragen de staatssecretaris om te bekijken welke mogelijkheden er zijn om eenzijdige neerslag van kosten bij de gezinnen te beperken. Daarvoor bestaan allerlei mogelijkheden die ik niet op tafel hoef te leggen. Gelukkig hebben wij ook nog een aantal maanden de tijd om erover na te denken. Dit is echter de oproep die ik doe aan de staatssecretaris.

De heer Van Raak (SP):

Wij staan allemaal wel eens in de krant. Wij staan ook allemaal wel eens niet in de krant.

De voorzitter:

Met deze filosofische tekst kunnen wij allemaal gesterkt de dag aan.

De heer Van Raak (SP):

Wat ik zeg is niet benevens de waarheid.

Wij kunnen tegen de staatssecretaris zeggen dat wij spijt hebben. Wij kunnen tegen haar zeggen de gezinnen die straks honderden euro's extra moeten betalen te willen compenseren. Dat is mooi, maar wij moeten het wel betalen. Linksom of rechtsom gaan wij dus een hele hoop geld betalen voor een onnodige Europese bureaucratie. Wij zijn het daar allemaal niet mee eens, maar toch gebeurt het. Wat vindt de CDA-fractie daarvan?

Hoe komt het bovendien dat wij niet eerder hebben ingegrepen? De staatssecretaris heeft de vorige keer gezegd dat het bij de Kamer heeft voorgelegen. Ik heb het echter laten passeren, net zoals de heer Knops en de heer Pechtold. Wat zegt dat over onze controle op dit soort Europese richtlijnen? Ik wil best de zaak repareren. De Kamer vindt dit immers geen goed idee. Met wat sturen wij de staatssecretaris terug naar Europa, zodat de fout hersteld kan worden?

De voorzitter:

Mijnheer Van Raak, ik wil samen met u oefenen op kort en bondig formuleren.

De heer Knops (CDA):

Het is wel heel duidelijk wat de heer Van Raak vraagt. Ik beperk mij echter tot het voorliggende onderwerp, dus zonder Europa in brede zin erbij te betrekken. Het is de taak van de Kamer om zo snel mogelijk te reageren op de fiches die voorbijkomen. Wrang aan deze situatie is dat ook als wij dat gedaan hadden, met wellicht een ander standpunt van de regering als gevolg of een tegenstem van het CDA, dat niets had uitgemaakt. Dat moeten wij accepteren. Wij moeten bekijken hoe wij dat kunnen repareren. Ik vind het dus geen goed voorstel, zoals het over een aantal maanden bij de Kamer voor zal liggen. Ik vraag de staatssecretaris om te bekijken wat überhaupt mogelijk is om er iets aan te doen. Ik worstel net zoals de heer Van Raak met deze materie. Ik ben ook voor de beste paspoorten en tegen kinderontvoering en kinderhandel. Een en ander moet wel in proportie blijven. Nu dalen de kosten eenzijdig neer bij de gezinnen. Daar zijn allerlei oplossingen voor, je kunt het omslaan over alle paspoorten, je kunt voor kinderpaspoorten andere prijzen vragen, je kunt überhaupt de vraag stellen of de prijs van een paspoort wel reëel is en niet lager zou kunnen. Ik vraag dat ook de staatssecretaris. Is daar misschien iets aan te doen? Er is sowieso al sprake van een kostenstijging van € 3,50 à € 4 als gevolg van de reisdocumentenadministratie. Kan daar misschien nog iets aan worden gedaan? Die plicht hebben wij allemaal!

De heer Van Raak (SP):

Wij vinden het allemaal een slecht idee dat kinderen en zelfs baby's een eigen paspoort moeten hebben. Wij willen allemaal dat kinderen tot hun 16de jaar worden bijgeschreven op de paspoorten van de ouders. Ook al hadden wij op tijd gepiept, al hadden wij allemaal "nee" geschreeuwd, we gaan er niet meer over! Wat is daarover nu de opvatting van de CDA-fractie? Het moet allemaal maar gebeuren, we moeten het allemaal maar weer gaan repareren!

De heer Knops (CDA):

Ik snap wel dat de heer Van Raak probeert weer een debat over nut en noodzaak van Europa te gaan voeren naar aanleiding van het paspoort, maar onze fractie twijfelt er niet aan dat Europa ons veel goeds heeft gebracht. Als hij het mij op dit punt vraagt, dan heb ik er eerlijk gezegd wel wat moeite mee, maar nogmaals, wij hebben het toch te accepteren!

Voorzitter. Mijn vraag aan de staatssecretaris is dus welke ruimte er is om iets aan de autonome prijs van het paspoort te doen, om te kijken of de kosten wel zo moeten worden omgeslagen – die 27 mln. plus die 20% beheerskosten, zoals zij in haar brief schrijft – en of er wellicht mogelijkheden voor differentiatie zijn aan te brengen, in ieder geval manieren om ouders met kinderen tegemoet te komen.

Wij zijn blij met de toezegging van de staatssecretaris dat zij de procedure rondom vermissing van reisdocumenten onder de loep gaat nemen. Op welke wijze en wanneer denkt zij de Kamer daarover te informeren?

Tot slot, voorzitter, wil ik graag de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat door het Europees Parlement een voorstel tot wijziging van de Verordening betreffende veiligheidskenmerken in paspoorten aanvaard is, waarbij het beginsel van "één persoon per paspoort" wordt ingevoerd;

voorts constaterende dat het bijschrijven van kinderen in het paspoort van (een van) de ouders hierdoor onmogelijk wordt;

overwegende dat invoering van "één persoon per paspoort" niet mag leiden tot onevenredige lastenverzwaring voor gezinnen met kinderen;

verzoekt de regering, bij de invoering van "één persoon per paspoort" maatregelen te nemen om de kostenstijging voor gezinnen met kinderen te beperken,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Knops. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 13(31324, R1844).

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Een woordje viel mij net op en daar wil ik graag wat meer van weten. Een van de oplossingen die de heer Knops de staatssecretaris voorlegt is differentiatie van de tarieven. Dat klinkt heel academisch. Ik begrijp wie er minder moet betalen, maar wie moet er dan meer betalen? Hij bedoelt toch niet dat mensen zonder kinderen maar de paspoorten van de gezinnen met kinderen moeten betalen?

De heer Knops (CDA):

Dat zou een van de mogelijkheden zijn. Ik hoef in deze instantie hier gelukkig niet de oplossingen aan te dragen. Ik vraag de staatssecretaris om daar eens over na te denken. Ofwel alle kosten worden versleuteld over alle reisdocumenten die worden uitgegeven met een differentiatie – dan kom je op het model uit dat u net beschrijft – ofwel er zijn andere manieren om überhaupt de kosten van het paspoort te beperken.

De heer Van Beek (VVD):

Dat laatste begrijp ik allemaal wel, maar het ging mij even om het woord "differentiatie". Dat klonk wel erg mooi, maar ik heb het gevoel dat daar toch wel een slechte gedachte achter zit, namelijk dat u het anderen wil laten betalen.

De heer Knops (CDA):

Differentiatie is ook dat uw partij minder zetels in de Kamer heeft dan bijvoorbeeld de PvdA!

De heer Van Beek (VVD):

Dat is van tijdelijke aard en niet zo definitief!

De voorzitter:

Het blijft filosofisch!

De heer Pechtold (D66):

Ja, en met een hoog gehalte aan tegeltjeswijsheid!

Maar even serieus. Mijnheer Knops, uw partij is toch een serieuze partij, is een regeringspartij. U weet waar wij dit jaar voor staan; een economische neergang, inkomens staan onder druk. Maar nu wilt u weer de alleenstaanden en de mensen zonder kinderen, dus ook veel ouderen, laten betalen voor de gezinnen. Klopt dat nu, of sluit u dat met uw motie uit?

De heer Knops (CDA):

Ik sluit niets uit, maar heb het ook niet gezegd! In de motie wordt de regering letterlijk gevraagd om maatregelen te nemen om de kosten te beperken. Nogmaals, daar zijn allerlei mogelijkheden voor.

De heer Pechtold (D66):

Als ik dat even mag ontkrachten. Als oud-burgemeester – de staatssecretaris is dat ook – weet je tot op de cent nauwkeurig wat het paspoort kost. Dat zijn echt alle kosten, er zit geen cent winst op, er blijft niets van hangen. Als u spreekt over efficiënter, moeten er misschien minder bladzijden in komen of moeten wij het bij het goedkope drukkertje op de hoek laten maken. Dat kan dus niet. Nog even die chocoladeletters in de krant: het CDA gaat dit wel doen. Nu ligt er weer zo'n laf motietje. Nee, dan nu helderheid, want dan willen wij morgen ook in die krant lezen dat de alleenstaanden en de mensen zonder kinderen gaan betalen voor de mensen met kinderen. Klopt dat?

De heer Knops (CDA):

Nee, dat heeft u mij niet horen zeggen. U moet ook geen toespeling maken alsof wij dat zouden willen. Wij hebben aandacht gevraagd voor de eenzijdige kostenstijging voor gezinnen met kinderen. Dat is een feit. Dat komt eraan door de aanstaande wetgeving. Daarover maken wij ons oprecht zorgen. Wij vragen het kabinet om te kijken of er mogelijkheden voor zijn om dat te verminderen. Wij zeggen niet dat die kosten er niet moeten zijn, want mensen met kinderen hebben nu eenmaal ook dat soort kosten. Dat vragen wij, niet meer en niet minder.

De heer Pechtold (D66):

Dit is uw eigen staatssecretaris. Wat moet zij nu gaan antwoorden? U moet richting geven. Als u een grote broek aantrekt in de krant, moet u ook helderheid geven. Of gaat u extra geld uittrekken en betekent dit dat het kabinet nog meer geld gaat besteden in een jaar, waardoor wij misschien zelfs moeten gaan bezuinigen? Kom, zulke grote letters in de krant, door u ingestoken. U zei: "Het debat voeren wij hier." U begint het debat in de krant. Dan moet u nu ook een vent zijn en gewoon vertellen hoe wij dit financieren. Gaan de alleenstaanden het betalen of gaan wij meer belasting betalen?

De heer Knops (CDA):

U kunt het tien keer proberen en blijkbaar heeft die kop in de krant u heel erg beziggehouden. Ik zal de volgende keer ook eens opletten hoe dat bij u gaat. Volgens mij voeren wij debatten terecht hier. Wij hebben in dit debat aandacht hiervoor gevraagd. Dat is overigens iets wat in voorgaande debatten tussen de regels door allemaal niet helder was. Wij hebben in het debat van vorige keer voor een deel boven tafel moeten krijgen dat dit soort kostenstijgingen er inderdaad is. Het is ook de taak van de Kamer om daarop te wijzen en om te kijken hoe je dit kunt voorkomen. Er ligt geen amendement of een concreet wetsvoorstel voor op dit punt, dus dit is nu niet aan de orde. Dat debat gaan wij nog voeren. Ik wacht graag af waarmee de staatssecretaris in de tussentijd komt.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Eerlijk gezegd was dit ook mijn indruk uit uw motie, zeker gezien uw toelichting, waarin u sprak over versleuteling. Sluit u uit dat alleenstaanden en mensen zonder kinderen meer gaan betalen voor hun paspoort dan noodzakelijk is?

De heer Knops (CDA):

Ik sluit op dit moment niets uit.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. De staatssecretaris legt ons vandaag twee vragen voor. Willen wij een reisdocumentenregistratie voor paspoorten en willen wij voortaan vingerafdrukken op ons paspoort? Over beide punten had de SP nog veel vragen. In de afgelopen maanden heeft de staatssecretaris een aantal zaken kunnen verhelderen. Veel vragen staan echter nog open.

Bij ons was veel onduidelijkheid over de vele nadere regelingen, meer dan 20. Ik heb de staatssecretaris gevraagd om nog eens uit te leggen welke gevolgen al deze regelingen hebben voor de reikwijdte van de wet. Na enig aandringen hebben wij een mooi schematisch overzicht gekregen, waarvoor dank. Ik stel voor dat de staatssecretaris, het ministerie, in de toekomst bij wetten met veel nadere regelingen ook altijd zo'n mooi schema bijvoegt. Dan snappen wij het ook.

Welke instellingen en personen krijgen toegang tot de centrale reisdocumentenadministratie en welke gegevens worden ter beschikking gesteld? Welke zoekingangen kunnen worden gebruikt? In haar nadere toelichting stelt de staatssecretaris dat dit in beginsel hetzelfde is als in de bestaande wet. Voor alle helderheid vraag ik of de staatssecretaris met "in beginsel" bedoelt dat het gaat om dezelfde autoriteiten, dezelfde zoekingangen en dezelfde gegevens, met als aanvulling de in het nieuwe wetsvoorstel geïntroduceerde vingerafdrukken.

Behalve overheidsorganisaties kunnen bijvoorbeeld ook banken en verzekeraars gebruik maken van de centrale reisdocumentenregistratie. Het is wat ons betreft een geruststelling dat deze private organisaties niet meer informatie kunnen krijgen dan de mededeling dat een paspoort voorkomt in de reisdocumentenregistratie en de vaststelling of dit document mag voorkomen in het maatschappelijke verkeer.

De staatssecretaris verzekerde ons dat de centrale reisdocumentenregistratie geen opsporingsregister zal worden. Bedoelt zij dat zij vindt dat deze reisdocumentenregistratie niet wordt gebruikt als opsporingsregister, of maakt deze wet dat onmogelijk? Het laatste is volgens mij niet het geval. Is de staatssecretaris het ook met ons eens dat hier het aanbod de vraag kan bepalen, dat de gelegenheid de dief maakt en dat grote databestanden bijna uitnodigen tot misbruik?

Ik eindigde het vorige debat met de opmerking dat met betrekking tot de centrale reisdocumentenregistratie te veel kan worden uitgebreid en opgerekt. Ondertussen heb ik het vertrouwen dat de staatssecretaris in de uitwerking van deze wet terughoudend wil zijn, maar veel zal afhangen van de precieze uitvoering. Ik neem aan dat de staatssecretaris bereid is om ons de uiteindelijke AMvB's toe te sturen.

Een aantal zaken is helaas nog niet opgehelderd. De voorgenomen beveiliging van de centrale reisdocumentenregistratie is indrukwekkend. Problemen met de veiligheid van dit soort databestanden kunnen te maken hebben met de organisatie. Of dat het geval is, kunnen wij pas beoordelen als wij de nadere regelingen kennen. Veiligheid is in de eerste plaats mensenwerk. Uit recent onderzoek van het College bescherming persoonsgegevens blijkt dat de meeste politiekorpsen niet kunnen voldoen aan de eisen van de Wet politiegegevens, die de voorwaarden regelt voor de ruimere informatieverstrekking binnen de politie. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat de toegang van al die verschillende mensen na invoering van deze wetswijziging wel goed is geregeld? Het is mij ook nog steeds niet duidelijk welke mogelijkheden de veiligheidsdiensten precies hebben om de centrale reisdocumentenregistratie te gebruiken. Zij zijn niet gehouden aan de beperkingen die deze nieuwe wet stelt. Met welke beperkingen hebben de AIVD en de MIVD wel te maken? Geldt ook hier dat het aanbod de vraag zal bepalen, omdat het databestand er is en dus zal worden gebruikt?

Het Europees Parlement heeft besloten om de leeftijd waarvoor vingerafdrukken moeten worden opgenomen, te verhogen van 6 naar 12 jaar. Dat is goed nieuws, maar Europa maakt het ons onmogelijk om de kinderen bij te schrijven op het paspoort van de ouders. Dat gaat gezinnen mogelijk honderden euro's extra kosten en waarom? Voor de Europese bureaucratie! Deelt de staatssecretaris onze zorg dat dit soort Europese bemoeienis slecht is voor het draagvlak van Europa? Europa dwingt ons ook van kleine kinderen, zelfs voor baby's, een gezichtsopname te nemen. De afbeeldingen van baby's en kinderen zijn op het moment dat ze worden genomen toch al achterhaald, verouderd? Dat gaat toch supersnel? Waarom al dit gedoe? Wij hebben nog veel bedenkingen bij en vragen over de centrale reisdocumentenregistratie van vingerafdrukken. Veel zal afhangen van de uitvoering. Die zullen wij dus nadrukkelijk volgen.

Dat brengt mij bij de meer fundamentele vraag of wij überhaupt vingerafdrukken in het paspoort willen. Eerder tijdens het debat heb ik aangegeven dat vingerafdrukken wat ons betreft omslachtig zijn en fraudegevoelig. Vingerafdrukken zijn bepaald niet foutloos. Zo'n 6% van de afdrukken in de huidige administratie blijkt fout. Dat iets moet van Europa wil nog niet zeggen dat het goed is. Kan de staatssecretaris uitleggen waarom het goed is om vingerafdrukken op te nemen in het paspoort, wat de gevolgen voor mensen zijn als hierbij fouten optreden en waarom alternatieven, zoals de irisscan, minder goed zijn?

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik verbaas mij over de manier waarop de heer Van Raak de Europese processen beschrijft. Hij doet alsof het een soort lawine is die over ons heen komt en waar wij als weerloze Kamerleden niets aan kunnen doen. De SP heeft echter ook een vertegenwoordiging in het Europees Parlement en die heeft voor deze maatregelen gestemd, voor zover mijn informatie reikt. Waarom heeft de collega van de heer Van Raak daar niet tegen gestemd?

De heer Van Raak (SP):

Ik kan dat nu niet zeggen, maar ik ga dat na.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

En wat als ik gelijk heb?

De heer Van Raak (SP):

Dan kom ik erop terug.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik vind het toch enigszins gemakzuchtig om alle schuld en verantwoordelijkheid bij Europa te leggen, terwijl de SP daar een stokje voor had kunnen steken in Brussel.

De heer Van Raak (SP):

Wij hadden het zelfs hier kunnen doen, maar ook weer niet. Wij hadden hier kunnen piepen, maar dat hebben wij allemaal niet gedaan, omdat wij al die fiches niet goed behandelen. Blijkbaar hebben wij allemaal bezwaren tegen iets. Wij hebben ook een procedure afgesproken om onze bezwaren te kunnen uiten, maar in de praktijk blijkt dat niet te werken. Wij moeten ons dus de vraag stellen of dat in de toekomst niet beter moet, maar als wij wel hadden gepiept en neen hadden gezegd, had het ook niet uitgemaakt.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Nu doet de heer Van Raak zich weer voor als een onschuldig slachtoffer, maar ik heb gewezen op zijn collega's in Brussel. Die hebben niet gepiept, die hebben ingestemd met de maatregelen, voor zover mijn informatie reikt. Dat vind ik vreemd. Ik vind deze kritiek dan ook een beetje raar.

De heer Van Raak (SP):

Ik trek dat na. Als mevrouw Azough gelijk heeft, kom ik erop terug, maar ook als zij ongelijk heeft.

De SP is nog niet gerustgesteld over de invoering van deze wet. Wij zijn nog niet overtuigd van de noodzaak van de wet, maar wij geven de staatssecretaris graag de kans om ons alsnog te overtuigen.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie stond en staat positief ten opzichte van dit wetsvoorstel. Dit moet het misbruik van reisdocumenten, waarmee gefraudeerd wordt en dergelijke, aanzienlijk terugbrengen. Dat is een van de belangrijkste opbrengsten van deze wetswijziging. Ik dank de staatssecretaris voor de uitgebreide beantwoording, ook op schrift. Zij heeft een viertal brieven aan de Kamer gezonden. Er resteren een paar kleine kwesties. Ik ga ze min of meer van klein naar groot af.

De vorige keer heb ik een geweldig punt gemaakt van vermissing en diefstal. Het zou voor burgers toch gemakkelijker moeten worden om het te regelen als hun paspoort gepikt is of vermist is, met bescherming van de legitimiteit van de reisdocumenten. De staatssecretaris heeft toezeggingen daarover op papier gesteld. Ik sluit mij aan bij de vraag van de heer Knops wanneer wij tegemoet kunnen zien dat het gemakkelijker voor de burger wordt als deze helaas zijn paspoort kwijt is.

Het tweede kleine punt, naar aanleiding van de vraag van de VVD-fractie waarop de staatssecretaris is ingegaan, betreft het inleveren van het paspoort bij overlijden. De staatssecretaris schrijft dat zij welwillend staat tegenover de gedachte dat door Burgerzaken mensen worden aangespoord om het paspoort zo snel mogelijk in te leveren. Zij wijst op de administratieve lasten die dit met zich meebrengt. Ik heb hierbij eigenlijk een andere notie. Deze betreft de moeite die het nabestaanden kost om afstand te doen van de spullen van de overledene. Ik kan mij dus juist enige terughoudendheid voorstellen in plaats van een actieve ambtenaar die tegen mij zegt, als ik mijn partner heb verloren en dat telefonisch doorgeef, of hoe dat ook mag gaan: wilt u wel dat paspoort komen inleveren? Ik zou er, denk ik, een paar maanden voor nodig hebben om die spullen een plek te geven, letterlijk en figuurlijk. Ik pleit dus voor terughoudendheid. Ik ben benieuwd wat de staatssecretaris daarvan vindt, en ook wat collega Van Beek daarover straks wellicht zal zeggen.

Mijn derde punt is het volgende. Ik maak mij grote zorgen over de situatie per 28 juni, wanneer de uitgifte van de nieuwe paspoorten begint en er dus voor het eerst door heel Nederland vingerafdrukken moeten worden afgenomen terwijl de rijen al extra lang zijn. De staatssecretaris gaat de komende tijd een proef doen. Als uit deze proef blijkt dat het inderdaad veel meer tijd kost om die paspoorten uit te geven, is de staatssecretaris dan bereid om dit in plaats van per 1 juli pas na de vakantie te introduceren? Op de stadhuizen kan daardoor makkelijker worden ingespeeld op die verandering dan midden in de vakantietijd.

Mijn vierde punt betreft het principe van "één paspoort, één persoon". Ik ga daarover nu niets zeggen, want dat komt allemaal nog aan de orde. Wat ik mij op dit moment wel afvraag, naar aanleiding van de recente besluitvorming in het Europees Parlement, is het volgende. Ik kom na 1 juli met een kind voor een paspoort. Ik kies er niet voor om het bij te schrijven, wat nog kan; iedereen zal dat ook doen, denk ik. Ik kies er daarentegen voor om een zelfstandig paspoort voor mijn kind van 9 jaar aan te vragen, omdat ik naar de Verenigde Staten moet of wat dan ook. Moet mijn kind dan vingerafdrukken afgeven of niet? De vorige keer zei de staatssecretaris dat dit wel moet, vanaf 6 jaar. Begrijp ik nu dat dit vanaf 1 juli pas vanaf 12 jaar hoeft? Ik hoop dat straks uit de mond van de staatssecretaris te vernemen.

Mijn laatste punt gaat over de financiële gevolgen. De staatssecretaris schrijft dat het naar schatting € 3,50 tot € 4 extra gaat kosten. Mijn vraag is of dat inclusief de extra tijd is van ambtenaren op de stadhuizen. Op basis van de cijfers krijg ik de indruk van niet. Als mijn vermoeden juist is, komt er dus nog een bedrag bij. De staatssecretaris schrijft ook dat het om een raming gaat. Mijn grootste ongemak met dit wetsvoorstel is dat ik niet weet welk bedrag straks bij de burger in rekening gebracht zal worden als wij hier ja tegen zeggen. Waar zeg ik ja tegen? Is dat het bedrag van € 48 plus € 3,50 à € 4, of is dat € 48 plus misschien wel € 10? Dat laatste willen wij niet. Wat dat betreft willen wij de zaak omdraaien, en zeggen: de Kamer stelt nu een bedrag vast, en daar blijft de staatssecretaris maar onder, desnoods door efficiencymaatregelen. Dat doen wij immers voor de hele rijksdienst; 5% of 10% op sommige diensten.

Daarom heb ik een motie opgesteld, die als volgt luidt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitgifte van het nieuwe paspoort is voorzien vanaf 28 juni 2009;

overwegende dat nog steeds niet duidelijk is hoeveel extra tijd gemoeid zal zijn met het aanvragen en uitgeven van nieuwe paspoorten voor burgers en gemeenten;

overwegende dat mede daarom ook nog steeds niet duidelijk is hoeveel het nieuwe paspoort gaat kosten;

verzoekt de regering, de kosten van het nieuwe paspoort te beperken tot maximaal € 50 in 2009 en de kosten ervan jaarlijks aan te passen met niet meer dan de loon- en prijsontwikkeling zoals de rijksoverheid die hanteert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Heijnen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 14(31324, R1844).

De heer Van Beek (VVD):

De heer Heijnen spreekt over kosten, maar ik heb het gevoel dat hij opbrengsten bedoelt.

De heer Heijnen (PvdA):

Kosten voor de burger.

De heer Van Beek (VVD):

Als hij het heeft over kosten voor de burger, wie betaalt het verschil? Stel dat het € 52 of € 55 gaat kosten. Wie betaalt dan het verschil?

De heer Heijnen (PvdA):

Ik stel vast dat het nu maximaal € 48 voor de burger kost. De staatssecretaris heeft de vorige keer in haar motivering van het wetsvoorstel geschreven, een belangrijke inverdiencapaciteit te zien in de digitalisering, zonder die te kwantificeren. Nu zegt zij dat de meerkosten lijken uit te komen op € 3,50 à € 4. Ik ga veiligheidshalve een beetje in het midden zitten en stel voor om, taakstellend, € 50 als uitgangspunt te nemen. Als het onverhoopt meer kost, ligt er dus een bezuinigingsopgave voor de centrale personenreisadministratie, maar ook voor de gemeenten om het document goedkoper te leveren.

De heer Van Beek (VVD):

Ik herhaal mijn vraag, want dit was geen antwoord. Ik neem even aan dat de staatssecretaris gelijk heeft en dat de kostprijs op gemiddeld € 52 uitkomt. De heer Heijnen wil de aanbiedingsprijs vaststellen op gemiddeld € 50. Wie betaalt het verschil?

De heer Heijnen (PvdA):

Nogmaals: het is maar de vraag of de kosten moeten toenemen als je efficiencymaatregelen neemt. Stel echter dat dit niet lukt, dan komt het uit de huishouding van de gemeenten. Laat dat ook helder zijn. Daar waar het Rijk moet betalen voor de centrale reisdoumentenadministratie van het Rijk, is het een niet-gerealiseerde taakstellende bezuiniging.

De heer Van Beek (VVD):

Dat is helder, de gemeenten moeten betalen. Daarover hebben wij afspraken. Als wij dit soort zaken doorschuiven naar de gemeenten, compenseren wij dat via het Gemeentefonds. Wilt u de dekking aangeven?

De heer Heijnen (PvdA):

Nee, want ik vind dat wij, als volksvertegenwoordiging en kabinet, taakstellend naar alle betrokken instanties, waaronder de gemeenten, duidelijk moeten maken dat zij het moeten doen voor een bedrag dat vanuit het oogpunt van de burger nog enigszins acceptabel is. Anders moet het inderdaad maar met iets minder kwaliteit. Ik heb echter het vertrouwen in de bureaucratie dat die op dit punt efficiënter kan werken.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De brieven van de staatssecretaris riepen bij mijn fractie vragen op. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens concludeert in de zaak-Marper vs UK dat het ongelimiteerd opslaan en bewaren in een database van onder andere vingerafdrukken van personen die verdacht waren, maar niet zijn veroordeeld in strijd is met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens. De staatssecretaris meent dat volgens het wetsvoorstel de vingerafdrukken niet opgeslagen worden in een strafrechtelijke context, maar in het kader van de uitgifte van reisdocumenten. De vingerafdrukken kunnen echter ook beschikbaar worden gesteld voor het identificeren van verdachten. Ik vond de uitleg van de staatssecretaris erg beperkt. Kan zij verder ingaan op de uitspraak van het Europees Hof in verband met de toegang van de officier van justitie tot deze administratie?

Gisteren heeft het Europees Parlement ingestemd met het opnemen van twee vingerafdrukken in het paspoort voor iedereen boven 12 jaar. De staatssecretaris gaat in het wetsvoorstel uit van een leeftijdsgrens van 6 jaar. Wel heeft zij aangegeven dat wanneer een gewijzigde Europese Unieverordening een andere leeftijdsgrens voorschrijft, die leeftijdsgrens in de algemene maatregel van rijksbestuur wordt opgenomen. Zal de leeftijdsgrens omhoog gaan naar 12 jaar, nu het Europees Parlement hiervoor heeft gestemd?

Dat de regering dit wetsvoorstel niet wil uitbreiden omdat de onderwerpen niet direct verband houden, gecompliceerd zijn en meer zorgvuldigheid vereisen, begrijp ik, maar het verbaast mij wel. Gisteren werd namelijk het wetsvoorstel inzake de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheid tot uitzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen, behandeld. Dat was een wetsvoorstel met de meest uiteenlopende en gecompliceerde onderwerpen.

In chocoladeletters konden wij vandaag lezen dat het CDA ervoor wil zorgen dat gezinnen straks niet veel geld moeten neerleggen van wat het noemt een "babypaspoort". Vreemd dat het CDA zich hiervoor hard gaat maken in Brussel en dat het daar de schuld legt, terwijl de Europarlementariërs van het CDA en de minister hiermee zelf hebben ingestemd. Ook de Nederlandse regering, waaraan het CDA deelneemt, heeft dit gesteund.

Concluderend. Ik ben nog niet helemaal overtuigd van delen van dit wetsvoorstel. Ik zie zeker het nut van een centrale reisdocumentenadministratie. De vraag blijft echter of de voordelen opwegen tegen de nadelen en de risico's. De randvoorwaarden moeten duidelijk en goed worden geregeld.

Ik kom bij het punt van het CDA. De heer Knops geeft geen richting aan waar de staatssecretaris haar geld moet halen. Hij laadt nu alle verdenking op zich dat alleenstaanden en mensen zonder kinderen, onder wie ouderen, dadelijk de paspoorten van kinderen moeten betalen. Zo kennen wij het CDA weer, want de heer Van Geel zag al eerder de problemen van alleenstaanden in dit land niet. Daarom dien ik de volgende motie in. Dan zullen wij kijken of het CDA nog iets voor de alleenstaanden wil doen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat invoering van "één paspoort per persoon" niet mag leiden tot onevenwichtige lastenverzwaring;

verzoekt de regering, bij de invoering van "één paspoort per persoon" niet alleen alleenstaanden en personen zonder kinderen de eventuele kostenstijging voor hun rekening te laten krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Pechtold. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 15(31324, R1844).

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Wat is nu precies de conclusie van de heer Pechtold uit de behandeling van dit wetsvoorstel tot nu toe? Hij heeft in eerste termijn heel veel kritiek geuit; kritiek die ik deelde, maar die mij wel verraste, aangezien hijzelf als minister deels verantwoordelijk is geweest voor dit wetsvoorstel. Wat gaat de fractie van D66 in deze Kamer nu precies doen?

De heer Pechtold (D66):

Naar aanleiding van de vraag die ik heb gesteld over het Europees Hof van de Rechten van de Mens en met name over de centrale opslag wil ik er meer van weten. Is het inderdaad een administratie in het kader van paspoorten of moeten wij, omdat de officier van justitie ervan gebruik kan maken, toch verder beoordelen hoe de staatssecretaris dat weegt? Daarvoor is deze tweede termijn van groot belang. Ik heb al eerder aangegeven dat mijn fractie geen enkel probleem heeft of heeft gehad met het opnemen van vingerafdrukken in de paspoorten. Wij zien eventueel nut en noodzaak van die centrale opslag nog wel, maar ik wil er meer van weten. Als er een paspoort per persoon komt, heb ik er geen problemen mee dat wij de kosten per paspoort verhalen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Er moet eigenlijk wel heel wat gebeuren voordat u gaat tegenstemmen?

De heer Pechtold (D66):

Nee, dat gaan wij in de fractie bespreken. Ik heb mij nog eens verdiept in de casus Marper-UK. Ik neem aan dat ik er dadelijk een antwoord van de staatssecretaris op krijg. Dan zullen wij dat in de fractie wegen. Zo werkt dat.

De heer Knops (CDA):

Passages uit de motie van de heer Pechtold kwamen mij bekend voor, het dictum niet, maar graag gedaan. Accepteert D66 nu dat de kostenstijgingen, de ruim € 400 die voortvloeit uit het aanstaande wetsvoorstel 1p:1p, eenzijdig bij gezinnen met kinderen terechtkomen?

De heer Pechtold (D66):

Nee. Het voorstel wil bedoelen dat dadelijk in Europa iedere persoon die naar het buitenland wil, hoe oud hij ook is, een paspoort heeft. Er is nog steeds een keuzemogelijkheid voor de identiteitskaart en dergelijke. De bedoeling daarachter is bijvoorbeeld het voorkomen van kindersmokkel. Wij hebben daarvan een paar tragische voorbeelden gehad, ook aan het eind van 2008, zelfs met baby's. Ik vind het niet zo'n probleem als er paspoorten voor zijn. Ik zie dat er kosten zijn. Alleen spreek ik mij in tegenstelling tot de heer Knops al duidelijk uit. Gezinnen met kinderen hebben de afgelopen jaren meer kinderbijslag gehad en worden in allerlei andere vormen met name door dit kabinet bevoordeeld. Ik wil dan ook niet nog eens de kosten voor dat paspoort verhalen op de alleenstaanden, onder wie veel ouderen.

De heer Knops (CDA):

Dus D66 zegt: die ruim € 400 legt u maar gewoon bij de gezinnen met kinderen neer, want die maken er ook gebruik van?

De heer Pechtold (D66):

Ik heb zelf kinderen. Er zijn meer kosten en de overheid komt je in tal van dingen tegemoet. Ik heb zojuist weer mijn bijschrift voor de kinderopvang gekregen. Een groot deel daarvan wordt vergoed. Ik krijg elk kwartaal kinderbijslag. Er is een enorme solidariteit in dit land van mensen zonder kinderen met mensen met kinderen. Als nu voor die mensen met kinderen een veilig paspoort wordt ingevoerd waardoor ook hun kinderen in het buitenland veilig zijn en waardoor wij kunnen proberen kindermisbruik te voorkomen, dan heb ik die kosten daar graag voor over. Dan leg ik het niet eenzijdig neer bij de alleenstaanden, zoals de heer Knops nog steeds boven de markt laat hangen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording in eerste termijn. Ik kon daar helaas niet helemaal bij zijn, maar ik heb de Handelingen er goed op nagelezen. Desondanks blijven er bij mij nog veel vragen over. De belangrijkste bezwaren van GroenLinks gelden de doelbinding, de centrale opslag en vooral het opslaan van de biometrische gegevens. De staatssecretaris zegt meermalen dat de databank met biometrische gegevens van miljoenen Nederlanders geen opsporingsregister mag worden, maar zij zal dat niet per se kunnen voorkomen. Door de officier van justitie toegang te geven tot de biometrische gegevens en dus vingerafdrukken gebeurt dat namelijk. De doelbinding is geen in beton gegoten gegeven en kan veranderen. De "function creep", waarbij de functie van een bepaald systeem langzaam verandert, is niet fictief. De ervaringen met andere Europese systemen, zoals het SIS I bewijst dat. Als zo'n databank eenmaal bestaat, zullen andere organisaties steeds meer belangstelling krijgen voor de mogelijkheden van dit bestand. Zo kan het gebruik in de loop der tijd opgerekt worden. Wellicht met steun van de Kamer, maar desondanks is er sprake van oprekking. Dat is niet de bedoeling van de GroenLinks-fractie. Na verloop van tijd kunnen AIVD en IVD toegang krijgen.

Afgezien van het principiële bezwaar tegen zo'n enorme databank, is er ook het risico dat er fouten worden gemaakt. In haar eerste termijn ging de staatssecretaris nauwelijks in op de foutmarges bij de toepassing van vingerafdrukken als biometrisch kenmerk. Als een hacker erin slaagt, centrale bestanden te vervuilen, wordt het voor onschuldige burgers en slachtoffers nog veel moeilijker om dit recht te zetten.

Technische mankementen kunnen er daarnaast toe leiden dat mensen ten onrechte worden geweigerd als zij op Schiphol staan, maar ook dat zij ten onrechte worden doorgelaten, hetgeen ten koste gaat van de veiligheid, die juist centraal staat in dit wetsvoorstel. Aangezien het bij paspoorten om enorme aantallen mensen en situaties gaat – per jaar worden er miljoenen reisdocumenten aangevraagd – kunnen zelfs bij relatief kleine foutmarges grote problemen ontstaan. Ik wil graag een concrete reactie van de staatssecretaris op dit specifieke punt. In eerste termijn is zij er onvoldoende op ingegaan.

Over de toegang is de staatssecretaris duidelijk geweest, maar uit haar beantwoording blijkt juist dat heel veel verschillende organisaties op heel veel verschillende wijzen toegang krijgen tot de centrale databank. De duidelijkheid van de staatssecretaris heeft bij mij tot nog meer zorgen geleid. In eerste termijn is de staatssecretaris nog niet ingegaan op het toezicht en op de monitoring van het gebruik.

Ook mijn fractie heeft de brief van eind december over de zaak-Marper-UK gelezen. Deze zaak, die bij het Europese Hof heeft gediend, moet gevolgen voor dit wetsvoorstel hebben. Het gaat bij dit wetsvoorstel immers niet alleen om verdachten, zoals bij de zaak-Marper-UK, maar ook om de vingerafdrukken van alle Nederlanders. Dat lijkt mij een veel vergaander en verruimde toepassing.

De fractie van GroenLinks heeft pas na lezing van de Handelingen begrepen dat er ook voor baby's paspoorten moeten worden aangevraagd. Dat is toch idioot? Ik vind dat echt onbegrijpelijk. Ik vind het onbegrijpelijk dat zo veel Europarlementariërs daar voor hebben gestemd. Het brengt enorm hoge kosten met zich mee voor gezinnen die hiermee te maken krijgen. Voor drie kinderen moeten zij tot hun achttiende dus drie keer drie paspoorten aanvragen. Ik kan mij voorstellen dat voor kinderen vanaf 12 jaar een paspoort verplicht gesteld wordt, maar een paspoort voor jongere kinderen lijkt mij ridicuul. In Europa wordt dit door verschillende fracties als een soort onstuitbaar natuurgeweld voorgesteld, maar dat vindt mijn fractie wel erg makkelijk. Het debat over deze voorstellen woedt al langer. De Europese maatregelen zijn onder druk van de War on Terror na 2001 op gang gebracht. Een CDA-minister van Justitie heeft daarin een rol gehad, maar ook de heer Pechtold, de toenmalige minister van BZK, en alle fracties hebben hun vertegenwoordigingen in het Europees Parlement. In Brussel hadden het CDA destijds, en voor zover ik weet de SP en D66, tegen kunnen stemmen, wat ze niet hebben gedaan. Dan is het wel makkelijk hier een soort weerloos slachtoffer te spelen, terwijl wij daar waar wel iets hadden kunnen doen, namelijk tegenstemmen; zij hebben echter wel ingestemd. Het wetsvoorstel is wat mijn fractie betreft nog onvoldoende duidelijk. Wij hebben vertrouwen in deze staatssecretaris, maar wij hebben geen vertrouwen in de mogelijke uitwerking van dit wetsvoorstel. Er wordt heel veel in tientallen AMvB's geregeld, de consequenties worden daardoor voor mijn fractie niet duidelijk, en ik ben heel benieuwd naar het antwoord van de staatssecretaris in tweede termijn. Mijn fractie staat hier heel kritisch in.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoorden die zij ons half november gegeven heeft, en alle aanvullende informatie die er toen nog bijgekomen is. Ik moet zeggen dat ik met twee maanden verschil tussen eerste en tweede termijn geen echt goede ervaringen heb opgedaan, want ik had het gevoel dat mijn schijf aardig was gewist. Ik heb ontzettend veel bij moeten lezen om weer een beetje het gevoel te krijgen te weten waarover het ging en wat ik er zelf van gezegd had!

Steun als het gaat om verbetering van het paspoort en om het opnemen van biometrische gegevens en zeker vingerafdrukken. Maar wij weten hoe moeilijk de paspoortdiscussie altijd is. Op de belangrijkste onderdelen heb ik ruim antwoord gehad van de staatssecretaris. Ik vind het antwoord van de staatssecretaris op vragen over verdwenen documenten en inleveren bij overlijden goed. Ik begrijp wat een van de collega's hiervan zei: het is wel heel vervelend om het paspoort zo snel te moeten inleveren. Toch moeten die paspoorten op de een of andere manier uit de roulatie worden genomen, wat best een paar maanden later mag. Dit is typisch zo'n zaak waarin de goeden moeten lijden onder de kwaden. Bij 90% van de mensen speelt dit helemaal niet, maar het gaat om het aantal situaties waarin het paspoort wordt voorzien van andere gegevens. Ik accepteer het antwoord van de staatssecretaris, en ik ben blij dat zij er aandacht aan besteedt. Met alle gemaakte opmerkingen is een passende oplossing mogelijk die iets ruimer is dan wat ik zei. Alle respect daarvoor.

Een volgend punt is de discussie over het afgeven van reisdocumenten op ambassades. Ook daarop was het antwoord helder: er wordt aan een wetsvoorstel gewerkt. Ik vraag de staatssecretaris dat in de gaten te houden, want dat moet niet tussen wal en schip vallen.

Privacy is voor de VVD buitengewoon belangrijk. Wij beoordelen dit soort voorstellen daarop. Tegelijkertijd is het opsporen van misdrijven ook erg belangrijk. In dat verband wil ik dat de staatssecretaris in haar tweede termijn reageert op het amendement van collega Brinkman. Ik vind dat op zichzelf een sympathiek amendement, zij het dat ik wat moeite heb met de toelichting, die volgens mij erg ruim is. Het gaat erom dat er een bank is waar vingerafdrukken beschikbaar zijn ten aanzien van gevallen waarbij sprake is van misdrijven, waarbij er tevens voor wordt gezorgd dat de desbetreffende gegevens niet uit handen worden gegeven. Er moet dus één kanaal zijn waarlangs in dat systeem gekomen kan worden. Op dat punt was er een verschil van opvatting tussen de heer Brinkman en mij. Ik kreeg het gevoel dat op basis van zijn amendement meerdere mensen toegang zouden hebben tot het systeem. In haar antwoord zegt de staatssecretaris dat er één plek is waarlangs toegang kan worden verkregen en dat als een officier van justitie een vingerafdruk naast dat systeem wil liggen, dit alleen maar kan via dat kanaal en niet rechtstreeks. Dat zou wat ons betreft toch wel heel wat kunnen oplossen en van groot maatschappelijk belang zijn. Kortom, ik zou het goed vinden als dit punt nog even aan de orde komt.

Ik ben er met de heer Heijnen niet uitgekomen als het gaat over kosten en opbrengsten, trouwens met de heer Knops ook niet. Ik denk dat het goed is dat er concurrentie komt. Het systeem voorziet er ook in dat men in het vervolg zelf kan bepalen op welk gemeentehuis men zijn of haar paspoort wil laten maken. Ik hoop dat daardoor de kosten heel snel naar beneden zullen gaan.

Verder dank ik de staatssecretaris voor de lijst met AMvB's. Die twee, drie A4'tjes leveren heel veel informatie op. Dat bewijst ook het gelijk van de staatssecretaris, in de zin dat zij niet bezig is om alles via AMvB's op te rekken. Dat neemt niet weg dat het er wel erg veel zijn. Maar goed, als wij later nog eens deze wet onderhanden hebben, is het wellicht denkbaar dat wij een aantal zaken rechtstreeks invoeren.

Vervolgens wil ik nog terugkomen op de kwaliteit van de foto's. In het antwoord van de staatssecretaris omschrijft zij heel helder waaraan een foto moet voldoen, welke delen van het lichaam er op moeten staan en of er sjaals, petten en doeken mogen worden gedragen. Ik heb het gevoel dat de omschrijving aardig klopt en dat men er daardoor ruim zichtbaar op staat. Ik heb echter grote aarzeling of dat in de praktijk echt plaatsvindt. Met name mensen die hoofddoeken dragen hebben toch vaak veel meer van hun gezicht verborgen dan in het voorstel wordt beschreven. In de beschrijving staat dat de oren er niet volledig op behoeven te staan, maar je moet mijns inziens op z'n minst toch wel kunnen constateren dat er oren aan zitten. Die sjaal zal dan dus toch een klein beetje meer naar achteren moeten. Kortom, ik denk dat die voorschriften wat scherper zouden moeten worden nagekomen.

De heer Heijnen (PvdA):

De bijdrage van de heer Van Beek op het punt van de kosten verbaast mij toch enigszins. Ik ken de VVD toch als een partij die altijd zegt dat de lasten zo laag mogelijk moeten zijn en dat de overheid zo efficiënt mogelijk moet werken. Als ik het goed begrijp, zegt de VVD nu: gaat uw gang met die twee vingerafdrukken en die centrale reisdocumentenadministratie, en wat het gaat kosten, dat zien wij wel. In feite geeft u een blanco cheque af. Ik stel uw vertrouwen in dit kabinet zeer op prijs, maar ik vind wel dat u een beetje doorschiet. Deelt u niet mijn zorg dat als je het zo openlaat, die kosten geweldig kunnen stijgen en ze niet in de hand kunnen worden gehouden? Wilt u op grond van die zorg niet met mij kijken hoe wij dat kunnen begrenzen?

De heer Van Beek (VVD):

Er is een verschil tussen kosten en opbrengsten. Ik zou graag de kosten willen begrenzen. Elke suggestie daarvoor is welkom. Wat u deed, is de opbrengsten begrenzen waarmee u het probleem bij de gemeenten legt. Dat vind ik een gebrek aan vertrouwen in gemeentebesturen en het is bovendien in strijd met de afspraak die wij hebben met gemeentebesturen dat als wij weer een hete aardappel doorschuiven wij dat doen met de daarbij horende vergoeding van kosten. Vandaar dat ik er een zeer groot voorstander van ben dat er concurrentie komt als het gaat om de afgifte van die reisdocumenten, waardoor ik de keuze heb of in mijn woonplaats een nieuw paspoort aan ga vragen of bij de gemeente Den Haag. Ik kan dat dan doen waar het het goedkoopst en het meest praktisch is. Dat lijkt mij een stap in de goede richting. Bovendien bestaat dan de kans dat de kosten ook echt wat naar beneden gaan.

De heer Heijnen (PvdA):

Aan de kostenkant zitten meer aspecten, waaronder de 27 mln. thans geraamde extra kosten, landelijk, voor het beheer en de exploitatie van de centrale reisdocumentenadministratie. Daarvan kunt u in de Kamer toch wel aangeven of dat niet minder zou moeten en of het niet taakstellend minder zou moeten. Dan is er vervolgens nog de vraag wat dat de gemeenten gaat kosten en of dat langs de weg van concurrentie kan worden beperkt.

De heer Van Beek (VVD):

Ik ben absoluut niet in staat om te beoordelen of het bedrag dat is ingeschat een juist bedrag is of dat het met minder kan. Als het met minder kan, dan heel graag. Ik kan mij ook voorstellen dat wij vinden dat een deel van die kosten ten laste van het Rijk moet komen. Dan moet er echter iemand zijn die een post op de begroting aanwijst ten laste waarvan het kan. Ik heb grote moeite met het feit dat u twee constateringen doet en dan het verschil bij de gemeenten neerlegt. Dat vind ik unfair. U zou pas echt een vent zijn als u een amendement indient waarin u aangeeft dat die 27 mln. ten laste van een bepaalde post moet komen.

De heer Heijnen (PvdA):

Als het gaat om de kosten bij de gemeenten, wil ik de bal toch terugspelen naar de VVD. Want hoe vaak niet vanuit VVD-hoek wordt gezegd dat het met de leges allemaal minder moet, is niet op de vingers van één en zelfs niet op de vingers van twee handen te tellen. Maar het is goed om te horen dat de heer Van Beek zich namens de VVD zorgen maakt om de gemeentelijke huishouding.

De heer Van Beek (VVD):

Dit is volgens mij wat wij een jij-bak noemen. Niet, voorzitter?

De voorzitter:

Maar u deed het ook. Om niet aan de gang te blijven, geef ik nu het woord aan de heer Knops.

De heer Knops (CDA):

Na deze tour de horizon van de heer Van Beek heb ik toch wel wat vragen. De heer Van Beek gaat het hele wetsvoorstel langs en beschouwt wat hij goed en minder goed vindt. Komt hij nog met moties of met concrete voorstellen om de concurrentie tussen de gemeenten te vergroten? Hij zegt namelijk dat hij het heel mooi zou vinden als dat gebeurt, maar ik mis concrete voorstellen en een positiebepaling in zijn betoog.

De heer Van Beek (VVD):

Ik heb het over dingen die allemaal keurig in de wet staan. Ik hoef dus geen andere voorstellen te doen. De wet voorziet erin dat je vrij bent om je paspoort ergens anders te halen. Een aantal van de collega's heeft gezegd dat dat niet mag leiden tot concurrentie, maar ik ben van mening dat dat juist zou moeten leiden tot concurrentie. Dit staat echter in de wet en dat geldt ook voor de andere punten.

De heer Knops (CDA):

U verwijt ons echter dat wij als het gaat om de kosten niet duidelijk zijn. De heer Heijnen heeft een concreet voorstel gedaan. U zei daarop: dat gaat om de opbrengstenkant en daar kan ik niet voor zijn. Bent u het echter met mij eens dat op basis van de antwoorden die wij tot op heden van de staatssecretaris hebben gekregen, het nog volstrekt niet duidelijk is wat wij straks gaan betalen voor een paspoort?

De heer Van Beek (VVD):

Dat is niet helemaal juist, want de staatssecretaris heeft gezegd dat het de huidige prijs plus € 3,50 of € 4 is. Dan weet u het dus. Met een klein zakrekenmachientje moet daar toch uit kunnen komen.

De heer Brinkman (PVV):

Ik heb een klein vraagje aan de heer Van Beek en een kleine opmerking. Ik wil beginnen met die opmerking. Volgens mij verschillen de heer Van Beek en ik niet van mening over de beschikbaarstelling. Uiteraard wil ik dat ook vanuit één kanaal. De officier van justitie zou dat kunnen aanvragen. Volgens mij zijn wij het dus voor 99% met elkaar eens.

Ik nog wel even terugkomen op de opmerking van de heer Van Beek over het hoofddoekje. Hij frommelde zich er een beetje tussendoor door te stellen dat die maar een beetje naar achteren moet. Ik wil het even klip en klaar hebben. Ik weet wat de heer Van Beek in zijn vorige leven ook heeft gedaan. Hij heeft toen ongetwijfeld ook allerlei identiteitscontroles uitgevoerd. Hij is dat misschien al vergeten, want hij zit al heel lang in de politiek. Bij controle van identiteit is van belang – dat weet hij ook – dat men de ooraanzet en de hoofdlijn kan herkennen. Is hij het met mij eens dat op een foto voor een Nederlands paspoort de hoofdlijn en de ooraanzet zichtbaar zou moeten zijn?

De heer Van Beek (VVD):

Ik wil eerst het laatste punt beantwoorden. U hebt de beschrijving van de staatssecretaris gezien. Daar staat het precies zo in. Het antwoord is dus "ja". Vandaar dat ik de staatssecretaris heb gevraagd of dit in de praktijk ook gebeurt en of daar niet bij gesmokkeld wordt. Ik heb het gevoel dat er wel eens foto's zijn waarop meer bedekt wordt. Vandaar die vraag aan de staatssecretaris. Wat het eerste punt betreft, zou ik u willen vragen om uw eigen toelichting nog eens te lezen, want daarin staat een ander verhaal. U suggereert daar dat officieren van justitie rechtstreeks bevoegd zijn om het systeem in te gaan. Op pagina 2 wordt dat nog eens heel nadrukkelijk geformuleerd, terwijl ik heb gezegd dat het alleen mag via de beheerder. Men moet het aanvragen bij de beheerder. Er is er maar één die in het systeem mag, namelijk de beheerder. Daar zit dus echt een verschil in.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. De PVV heeft helaas nog geen afvaardiging in Europa, maar als dat wel het geval was geweest, hadden wij natuurlijk tegen deze regeling gestemd. Het verbaast mij een beetje dat een aantal hier aanwezige fracties moeilijk doet over eventuele kostenstijgingen, maar in Europa voor heeft gestemd. Wat dat betreft, complimenteer ik overigens de fractie van GroenLinks. Ook op dit punt hebben wij het dus even gehad met Europa.

Ik heb het amendement over de algemene beschikbaarstelling toegelicht. Ik begrijp nu wat de heer Van Beek bedoelde. Hij heeft gelijk: ik vind inderdaad dat de officier van justitie direct de beschikking moet kunnen hebben over de vingerafdrukken als hij beslist dat het gaat om een zaak waarvoor op grond van artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering een voorlopige hechtenis is toegelaten.

Wat het probleem met de hoofddoekjes betreft: ik heb hier de matrix. Op bladzijde 4 staan enkele uitzonderingsbepalingen. Ik wil die wel aan u, mevrouw de voorzitter geven, zodat u die kunt doorsturen. Daar staan twee foto's op van twee mensen van wie de oren en de hoofdharen totaal niet te zien zijn. Toch worden die foto's beschouwd als goed. Vroeger kon je bij de politie gezichten samenstellen ten behoeve van een compositiefoto. De een had grote flaporen, de ander had kleine oortjes. Uiteindelijk kwam daar een foto uit waarvan de getuige zei dat die leek op de man van de overval. Als je een dergelijk gezicht neemt en daar tien verschillende oren en twintig verschillende kapsels aan plakt, weet ik zeker dat de politieman of het lid van de Koninklijke Marechaussee aan de grens de persoon op de foto echt niet kan herkennen. Volgens mij is de functie van een paspoort onder andere dat kan worden nagegaan of de persoon die voor je staat, inderdaad de houder is van dat paspoort. Wij hebben met dat hoofddoekje dus gewoon een levensgroot probleem. Wij kunnen het verbieden; ik denk ook dat wij het moeten verbieden. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het op de pasfoto van een reisdocument dragen van een hoofddoek of andere hoofdbedekking in Nederland is toegestaan, mits dit geschiedt vanwege godsdienstige of levensbeschouwelijke of medische redenen;

constaterende dat deze regel een extra veiligheidsrisico oplevert, omdat herkenning van de drager en de tenaamgestelde van het reisdocument door opsporende en controlerende autoriteiten wordt bemoeilijkt;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat wordt verboden om op de pasfoto van een reisdocument een hoofddoek te dragen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Brinkman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 16(31324, R1844).

De vergadering wordt van 14.32 uur tot 14.42 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik denk dat het goed is om de staatssecretaris in tweede termijn eerst haar verhaal te laten doen. Als het nodig is, kan aan het einde daarvan een vraag worden gesteld.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik heb liever dat wij afspreken om terughoudend te zijn met interrumperen op de momenten die ertoe doen, in plaats van aan het einde van het betoog van de staatssecretaris een lijstje vragen af te handelen.

De voorzitter:

Wat u terughoudend vindt, vind ik misschien niet zo terughoudend.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Soms verschilt dat. Wellicht kunnen wij een compromis vinden.

De voorzitter:

Wij doen een experiment. Ik ga horen wat u terughoudend vindt.

Het woord is aan de staatssecretaris.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Voorzitter. Ik moet eerlijkheidshalve bekennen dat ik aan hetzelfde syndroom leidt als de heer Van Beek. De eerste termijn van dit debat hebben wij in november gevoerd. Ook ik moest het allemaal weer nalezen. Volgens mij geldt dat voor meer mensen in deze zaal.

In de tussentijd heb ik geprobeerd zoveel mogelijk antwoorden op schrift te geven. Ik heb dat ook toegezegd. Ik ben blij dat leden van de Kamer daar positief over zijn. Op een gegeven moment werd het echter een beetje veel. Ik wil nu dan ook geen algemene inleiding houden. Dat heb ik ruimschoots gedaan in eerste termijn.

De heer Knops bedankte mij uitgebreid voor mijn antwoorden in eerste termijn. Hij is uitgebreid ingegaan op 1p:1p, net als anderen na hem. Daarbij is de situatie immers nadrukkelijk veranderd ten opzichte van het vorige debat. Ik ben er al op ingegaan. Ik leg het nog maar eens uit. 1p:1p staat voor een persoon per paspoort, wat betekent dat het bijschrijven van kinderen uiteindelijk niet meer mogelijk is. Iedere persoon moet een eigen paspoort hebben als die reist. In veel landen is het 1p:1p-beginsel al ingevoerd. Het is goed om ons dat te realiseren. Een aantal landen laat geen personen zonder paspoort toe. Het meestgenoemde voorbeeld is de Verenigde Staten. Het is uiteraard niet verplicht om een eigen paspoort te hebben. Met een identiteitskaart kan een Nederlander in het gehele Schengengebied reizen.

Waarom gekozen voor 1p:1p, zo vraagt de heer Van Raak. ICAO, een organisatieonderdeel van de VN dat leidend is op het gebied van reisdocumenten, adviseert dit nadrukkelijk. Zo kan identificatie en verificatie van personen met een paspoort beter plaatsvinden. De EU is van mening dat daardoor kinderhandel en -smokkel beter kan worden voorkomen dan in de bestaande situatie, waarin bijschrijvingen in paspoorten in een aantal EU-lidstaten nog mogelijk is. Dat argument is ook door de heer Pechtold aangehaald. Die haalde ook nog een aantal nare voorbeelden uit het vorige jaar aan.

Over een belangrijk punt is naar mijn idee een misverstand ontstaan bij de Kamer. Wanneer treedt een en ander in werking? Het Europees Parlement heeft gisteren, op 14 januari, met de verordening ingestemd. Mevrouw Azough is daarop bij interruptie al ingegaan. De Raad moet nog instemmen voordat de verordening van kracht wordt. Wij weten niet precies wanneer dat zal gebeuren. Het zal ergens vóór de zomervakantie zijn. Zeker weten wij het gewoon niet. De gewijzigde verordening wordt na de formele vaststelling meteen van kracht. Die heeft directe en rechtstreekse werking en staat dan boven wat er in de Nederlandse wet staat over bijschrijvingen. Het systeem van bijschrijvingen moeten wij vervolgens uit de Paspoortwet halen. Dat is echter slechts een administratieve handeling. De datum waarop de vaststelling plaatsvindt, is nog onbekend. Het is echter niet zo dat de Kamer vervolgens daarover nog uitgebreid een debat kan voeren. De heer Knops en de heer Heijnen hoorde ik daarover spreken. De verordening heeft een rechtstreekse werking en wordt vanaf het moment van vaststelling ingevoerd. Het kabinet wijzigt vervolgens alleen de wet in administratieve zin.

De heer Pechtold (D66):

Dit is voor de CDA-fractie heel belangrijk. Zal de CDA-minister van Justitie in de Raad van Ministers wel of niet hiermee instemmen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik had niet de indruk dat die vraag aan mij gericht was. U keek zo naar de heer Knops dat ik dacht dat u hem een vraag ging stellen.

De heer Pechtold (D66):

Nee, ik stel u die vraag, omdat het CDA al de hele dag zo'n groot punt maakt van dat 1p:1p, dat ieder persoon, dus ook kinderen, een paspoort moet hebben. U zegt dat de beurt van de Kamer voorbij is en dat alleen de Raad van Ministers er nog over spreekt.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik heb ook gezegd dat de Kamer aan de beurt is geweest!

De heer Pechtold (D66):

Inderdaad, dus als het CDA ertegen was, is het te laat. Wij hebben echter nog een laatste strohalm, namelijk de CDA-minister van Justitie. Die zit in die Raad. Gaat hij voor of tegen stemmen? Dan kan de heer Knops straks alsnog een poging doen om dat met een motie te verhinderen. Dan doen wij ook eer aan de manier waarop wij de dag gestart zijn.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Dat heeft geen zin en de heer Knops heeft dat zelf ook gezegd. In eerste termijn heb ik uitgebreid uitgelegd hoe dat met dat fiche zit. De Kamer had daar zijn zegje over kunnen doen. Volgens mij heeft alleen mevrouw Jonker daar een vraag over gesteld en is er voor de rest niet over gesproken. Daar heeft de Kamer dus haar invloed laten liggen, hetgeen ook ruiterlijk is erkend door u allen. Over de tekst is dus al materiële overeenstemming bereikt tussen de Raad en het EP. Dat betekent dat het eigenlijk alleen nog maar een formele afronding is. Het kabinet heeft zich op het standpunt gesteld dat het zich niet zou verzetten tegen 1p:1p – u weet dat, dat stond ook in dat fiche – vanwege de kindersmokkel en mensenhandel.

De heer Pechtold (D66):

Mag ik het kort samenvatten met "de CDA-minister van Justitie zal ermee instemmen"?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het hele kabinet stemt ermee in en dat hebben wij u ook al laten weten. Ik heb u overigens ook nog in de brief van 18 november geschreven wanneer dat aan de orde is geweest. Daar is dus geen misverstand over mogelijk.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter ...

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik was nog niet klaar met dat punt van 1p:1p. Wellicht dat ik het beter even kan afmaken.

Vanaf het moment dat het die rechtstreekse werking heeft, mogen er in beginsel geen kinderbijschrijvingen en ook geen kinderstickers meer aan paspoorten worden toegevoegd. Bestaande paspoorten met kinderbijschrijvingen en kinderstickers behouden hun geldigheidsduur.

Misschien is het ook goed om aan te geven hoeveel kinderen een eigen reisdocument hebben. Uit berekeningen blijkt dat er in 2008 ongeveer 340.000 kinderen onder de 14 jaar een eigen paspoort of Nederlandse identiteitskaart hebben gekregen. Dat is dus een behoorlijk aantal. Onder de 16 jaar waren dat er in 2008 460.000. U weet dat het beleid is om eenmalig op het 14de jaar de gratis NIK te verstrekken. Dat heeft te maken met de identificatieplicht. Het aantal kinderbijschrijvingen en kinderstickers in de paspoorten bedraagt ongeveer 500.000 per jaar. Daar zit ook een overlap in, sommige kinderen zijn bijgeschreven in het paspoort van de ouders, maar hebben ook een eigen paspoort. In 2007 waren dat er 550.000. Totaal zijn er in Nederland 2,7 miljoen kinderen onder de 14 jaar die als ze zouden willen of moeten reizen zo'n paspoort moeten hebben of een identiteitskaart die iets goedkoper is.

Er is een aantal vragen gesteld over de vingerafdrukken bij invoering van 1p:1p. Er is gevraagd naar de specifieke gevolgen voor kinderen onder de 12 jaar. Ik ben steeds uitgegaan van 6 jaar, omdat dit de grens tot nu toe was. U kunt ervan op aan dat wij voor kinderen onder de 12 jaar geen vingerafdrukken zullen vragen. Hetzelfde geldt voor personen waarvoor het fysiek onmogelijk is om een vingerafdruk af te geven, maar ook dit hebben wij in eerste termijn al uitgebreid besproken.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. Het verbaast mij toch wel een beetje. De staatssecretaris heeft de indruk gewekt, ook op schrift, dat wij nog afzonderlijk zouden praten over wetsaanpassingen die leiden tot 1p:1p. Nu blijkt in tweede termijn dat het om alleen nog wat administratieve handelingen gaat, dat de staatssecretaris met een voorstel komt om dat bijschrijven er maar even uit te halen. Dat is het dan en dat veronderstelt toch nauwelijks meer een parlementaire behandeling.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Dat is niet helemaal waar. Ik heb die indruk zeker niet op schrift gewekt. U hebt dat fiche gekregen, u weet wat de inzet daarvan was. Daar is nu over besloten. Op schrift heb ik u doen toekomen dat in het kabinet was afgesproken dat de financiële consequenties van eventuele invoering van het 1p:1p in beginsel nog onderwerp van gesprek zullen zijn. Ik heb u ook toen al toegezegd dat ik de Kamer over de uitkomst van dat overleg zou informeren. Dat overleg zou ik voeren met de ministers voor Jeugd en Gezin, van Justitie en van Financiën.

De heer Heijnen (PvdA):

Het spijt mij, maar ik hoef het stuk er niet eens bij te pakken om te kunnen citeren: de eventuele invoering van 1p:1p en dat lijkt mij een context te zijn dat er nog het een en ander gewisseld zou moeten worden. Dat is echter niet het punt dat ik wilde maken.

Volgens mij doet iedere Nederlander met kinderen die voorziet dat hij de eerstkomende vijf jaar mogelijk een paspoort nodig heeft er goed aan om de komende maanden zijn kinderen als de donder te laten bijschrijven. Dan hoeft hij niet vanaf 1 juli vingerafdrukken te laten afnemen als ze boven de 12 jaar zijn en zeker niet binnen afzienbare tijd een zelfstandig paspoort aan te vragen. Hij kan zo dan vijf jaar vooruit. Deelt de staatssecretaris mijn mening en dus van de PvdA dat dit voor de burgers van Nederland met kinderen heel verstandig zou zijn?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik heb net al uitgelegd dat bijschrijvingen die er zijn op het moment van invoering geldig blijven gedurende de termijn dat het paspoort geldig is. Dat geldt ook voor die kinderstickers. Die hebben dus de geldigheidsduur van het desbetreffende paspoort.

De heer Heijnen (PvdA):

Ik stel vast dat het antwoord dus "ja" is en ik hoop dat De Telegraaf hier net zo veel aandacht aan zal besteden als aan de woorden van collega Knops.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

En daar ga ik niet over, zoals u weet!

De heer Pechtold (D66):

Nog even over die woorden van de heer Knops. Er ligt nu die motie van het CDA.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Daar ga ik natuurlijk ook wat over zeggen!

De heer Pechtold (D66):

U noemde net de identiteitskaart die eenmalig gratis werd gemaakt voor 14-jarigen en zei daarbij dat de toenmalige minister in Balkenende 2 extra geld bij de minister van Financiën heeft gehaald om dat te financieren. Nu is een van de dekkingsmogelijkheden die het CDA in de motie aangeeft dat alleenstaande ouderen en mensen zonder kinderen gaan betalen voor het kinderpaspoort. Neemt u dat als een serieuze optie mee?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Zal ik dan maar iets over de motie van de heer Knops zeggen? Ik heb net gezegd dat wij u schriftelijk hebben laten weten dat het kabinet zich ervan bewust was dat dit financiële consequenties had voor gezinnen. Die zouden pas optreden als het zou worden aangenomen. Vandaar het eventueel. Je moet altijd een slag om de arm houden, want je weet nooit wat er uiteindelijk in Europa wordt besloten. Mevrouw Azough heeft daar ook uitgebreid over geïnterrumpeerd. Ik ben daar altijd heel consequent in geweest. Het kan inderdaad een grote kostenverhoging tot gevolg hebben. Wij hebben ons dat gerealiseerd. Zelf heb ik de opvatting dat ik als het gaat om de motie eigenlijk niets anders kan toezeggen dan ik al eerder heb gedaan, namelijk dat nu wij weten dat het ervan komt, ik met de betrokken bewindslieden nader ga overleggen over die financiële consequenties en daarbij zullen wij natuurlijk alle invalshoeken bezien, dus ook de invalshoeken die in de motie staan.

Ik zal mij ervoor inspannen dat de kosten voor gezinnen, of voor kinderen, zo laag mogelijk zijn. Er zijn ook mogelijkheden, bijvoorbeeld als ik kijk wat de toenmalige minister heeft ingevoerd met de eenmalige verstrekking van de ID-kaart op 14-jarige leeftijd. Je kunt er ook over nadenken om dat op een andere leeftijd te doen, of bij de eerste verstrekking van zo'n ID-kaart of paspoort. Er zijn veel meer mogelijkheden om tegemoet te komen aan dit probleem. Dan kun je het geld dat destijds ter beschikking was gesteld wellicht versleutelen. Het is een mogelijkheid waarnaar wij zouden kunnen kijken om tegemoet te komen aan de kosten voor gezinnen. Ik zal mij ervoor inspannen om daar serieus naar te kijken, omdat dit een serieus probleem is, dat door deze invoering wordt gecreëerd.

De heer Pechtold (D66):

Nu maakt de staatssecretaris onnodig veel mist, net als het CDA. Misschien verbaast dat niet helemaal door de politieke kleur van de staatssecretaris. Er zijn drie opties. De eerste optie is het product zelf, maar wij samen weten dat de kosten van het product exact worden doorberekend, dus daarop bezuinigen kan niet. Graag vink ik die optie met de staatssecretaris af. De tweede optie is herberekenen tussen de diverse doelgroepen, zoals het CDA voorstelt. Alleenstaanden, ouderen en mensen zonder kinderen gaan daarvoor betalen. En optie drie is dat de staatssecretaris naar de minister van Financiën gaat in het jaar dat wij gaan bezuinigen, in het jaar dat de koopkracht voor gezinnen met kinderen al toeneemt ten opzichte van alleenstaanden en ouderen, om nog een extra douceurtje aan hen te geven. Dat zijn de drie mogelijkheden. De eerste kan niet, de tweede werp ik verre van mij en de derde zou de staatssecretaris vandaag moeten uitsluiten.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het kabinet heeft destijds breed gezegd dat wij ons op de financiële consequenties moesten bezinnen. Dat gaan wij dus ook doen. Dat zou ook mijn reactie zijn op de motie die voorligt. Dit betekent dat wij er serieus naar gaan kijken wat dit betekent en of hier oplossingen voor zijn. Ik heb net in verband met de ID-kaart een andere oplossing genoemd. Iedereen krijgt die ID-kaart op dat moment. Wij zullen hiernaar kijken. Ik zal alle suggesties die zijn gedaan daarbij meenemen. Ik werp dus geen enkele optie verre van mij.

De heer Knops (CDA):

Ik ben blij met het antwoord van de staatssecretaris. Wij hebben te maken met een nieuw politiek feit doordat het Europees Parlement dit gisteren heeft aangenomen. De staatssecretaris heeft inderdaad al eerder aangegeven dat zij hiernaar gaat kijken. Mijn motie roept ook daartoe op, niet meer en niet minder. Mijn motie roept er niet toe op, zoals de heer Pechtold zegt, om dit bij een andere groep neer te leggen. Ik daag de staatssecretaris vooral uit om alle mogelijkheden – misschien zijn er nog wel meer – hierbij te betrekken, en dit niet nu te verengen tot een verschuiving binnen bepaalde doelgroepen, zoals de heer Pechtold zei.

De heer Van Beek (VVD):

De staatssecretaris nam al even het woord "vingerafdrukken" in de mond. Zij heeft de ondergrens bij 12 jaar gelegd. Dat is begrijpelijk. Iedereen van boven de 12 jaar moet een vingerafdruk afgeven, behalve degenen die gebruik maken van de mogelijkheid om een noodvoorziening te treffen en een kaart op Schiphol te pakken. De staatssecretaris heeft in haar brieven onderkend dat daar mogelijk een lek zit en dat er mogelijk ook misbruik van kan worden gemaakt. Dat zouden wij toch bij voorbaat moeten dichten. Ik vraag mij af waarom dan niet ook gewoon vingerafdrukken worden afgenomen. Zij hoeven wat mij betreft niet op die kaart te staan, maar het feit dat je ze moet afgeven, zet in ieder geval niet de deur open.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik herinner mij dat u dit punt ook in eerste termijn heeft ingebracht. Toen dacht ik nog dat die vingerafdrukken inderdaad op de kaart zouden moeten komen. U hebt inderdaad later gezegd dat wij ze wellicht gewoon in de databank kunnen laten opslaan. Dat zou een mogelijkheid zijn om ze later weer op te nemen. Ik moet bekennen dat ik op dit punt niet verder heb gekeken dan mijn toenmalige antwoord dat ik ernaar zou kijken wat de mogelijkheden zijn. Dit is wel een serieus probleem. Wij zijn met deze wetswijziging bezig om de veiligheid zo groot mogelijk te maken. Dan moet je ook kijken naar de verstrekking van noodpaspoorten. Wij komen toch nog terug op de noodpaspoorten. Ik denk dat het goed is dat ik dit punt dan ook meeneem. Dat is alles wat ik over het 1p:1p kan zeggen.

Dan kom ik te spreken over de moties. Ik ontraad de aanneming van de gewijzigde motie van de heer Pechtold op stuk nr. 17, want daarin wordt een optie uitgesloten. Ik houd mij aan de toezegging die ik destijds heb gedaan.

In de motie van de heer Knops op stuk nr. 13 wordt de regering verzocht om maatregelen te nemen om de kostenstijgingen voor gezinnen te beperken. Wij hebben tot nu toe aangegeven dat wij ons zullen bezinnen op de financiële consequenties. Ik zal bezien of op dat punt iets mogelijk is, maar ik beloof de Kamer nog niet dat ik maatregelen op dit punt zal nemen. Ik maak er wel serieus werk van in het kabinet. Ook de aanneming van deze motie ontraad ik.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. De staatssecretaris maakt het tot een kabinetsstandpunt dat zij de optie niet uitsluit dat alleenstaande ouderen en mensen zonder kinderen moeten betalen voor het kinderpaspoort, hetgeen niet eventueel gebeurt, zoals de heer Heijnen aangaf, maar wat zeker zal gebeuren. Ik hoor hier graag de mening van de PvdA-fractie over. Steunt zij het eventueel verhalen van de kosten op alleenstaande ouderen en mensen zonder kinderen? Het is nu namelijk een kabinetsstandpunt.

De heer Heijnen (PvdA):

Voorzitter. Wat mij betreft haalt iedereen binnenkort een aantekening op het paspoort, zodat de komende vier, vijf jaar niemand met kinderen voor hogere kosten wordt gesteld. Dat lijkt mij het beste. Overigens raakt dit een veel bredere discussie. Daarover is het standpunt van mijn fractie bekend. Ook wij zijn voor het ontzien van gezinnen, althans gezinnen die over minder geld beschikken dan de familie Pechtold als die met twee kinderen naar de VS gaat en daarvoor een paspoort moet aanvragen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik heb niet de behoefte hier verder op in te gaan. Wij hadden al op schrift aangegeven dat wij ons zouden bezinnen op de financiële consequenties. Dat zullen wij doen, met alle opties die daarbij open staan.

De heer Knops heeft nog gevraagd naar de procedure rond de vermissing van reisdocumenten. Ik heb in eerste termijn gemeld dat ik bezig ben met het maken van analyses van de procedure rond de vermissing van reisdocumenten. Ik heb toen ook aangegeven dat ik daar serieus werk van maak. Samen met de minister van Verkeer en Waterstaat, de politie Amsterdam-Amstelland en de gemeente Amsterdam wordt in een pilot van bepaalde duur een andere werkwijze gevolgd voor zowel het aanvragen van een nieuw reisdocument en een rijbewijs bij de gemeente als de aangifte van de vermissing van een dergelijk document bij de politie. De doelen van die proef zijn het verhogen van de klantvriendelijkheid, het meer kijken naar waar mensen mee te maken hebben, vermindering van administratieve lasten, en een betere inzet van de politiecapaciteit en adequatere fraudebestrijding. Ik herhaal dat wij voor de zomer de Kamer een brief doen toekomen over dit experiment. Dan kan zij daar verder over spreken.

De heer Van Raak heeft een vraag gesteld over de gegevensverstrekking aan de AIVD en de MIVD. De bepalingen in de Paspoortwet over de gegevensverstrekking worden opzij gezet door de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Met betrekking tot de gegevensverstrekking aan de AIVD en de MIVD geldt artikel 17 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dit artikel voorziet erin dat de wettelijke beperkingen op grond van de Paspoortwet niet van toepassing zijn op de gegevensverstrekking aan deze diensten. Wel zijn de verdere regels in en op grond van de Paspoortwet van toepassing, voor zover deze in een concreet geval niet opzijgezet worden door de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten uit 2002. Juist vanwege de transparantie vermeldt het wetsvoorstel ook de hier bedoelde verstrekkingen, zoals dat overigens ook het geval is in de huidige paspoortregelgeving. Dat wijkt dus niet echt af. Verder zal de minister van Binnenlandse Zaken, die immers over deze wetgeving gaat, de Kamer hierover binnenkort nader informeren.

De heer Van Raak (SP):

Dat ik nader word geïnformeerd, vind ik fijn. Voorlopig moet ik echter concluderen dat er voor de AIVD, de veiligheidsdiensten, geen beperkingen zijn om gebruik te maken van dit nieuwe, reusachtige bestand met vingerafdrukken.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ja. Dat is ook in de huidige paspoortregelgeving het geval.

De heer Van Raak (SP):

Met het verschil dat wij nu dus een nieuw bestand hebben.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Zeker.

De heer Van Raak (SP):

Kan de staatssecretaris zeggen of dit bestand gebruikt zal worden voor datamining? Misschien kan dit in de brief van de minister meegenomen worden, als de staatssecretaris het niet weet.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Volgens mij niet. Dit bestand mag daarvoor niet gebruikt worden. In eerste termijn heb ik uitgebreid uiteengezet waarvoor dit bestand gebruikt mag worden en waarvoor niet. De heer Van Raak is daarop ook ingegaan. Dit mag niet.

De heer Van Raak (SP):

Ik vraag dit omdat de beperkingen voor de AIVD niet gelden. Er waren geen beperkingen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Volgens het artikel in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dat heb ik zo niet bij de hand. Ik zal aan de minister vragen om op dit punt in te gaan.

De heer Van Raak heeft uitgebreid gesproken over de vraag of de reisdocumentenadministratie een opsporingsregister wordt. Ook in eerste termijn heeft hij deze kwestie aangesneden. Mevrouw Azough is daarop eveneens ingegaan. Het zal in de praktijk geen opsporingsregister worden, omdat de mogelijkheden om de reisdocumentenadministratie te raadplegen in het kader van strafbare feiten in het wetsvoorstel heel duidelijk is ingeperkt. Dat is ook de reden waarom er een amendement van de heer Brinkman ligt op dit punt. Er is absoluut geen sprake van dat de reisdocumentenadministratie zou kunnen worden gebruikt om uitsluitend op basis van vingerafdrukken die in het kader van sporenonderzoek gevonden zijn, naar een identiteit te zoeken. Dergelijk gebruik van de reisdocumentenadministratie is niet beoogd en wordt ook niet mogelijk gemaakt bij algemene maatregel van rijksbestuur.

Het gebruik van gegevens uit de reisdocumentenadministratie voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten is overigens niet nieuw. Ook in de bestaande paspoortregelgeving is altijd al rekening gehouden met de mogelijkheid dat het noodzakelijk is om deze administratie te raadplegen voor de vaststelling van de identiteit van personen in het kader van opsporing en vervolging. Daarnaast wijs ik op artikel 126c van het Wetboek van Strafvordering, dat opsporingsambtenaren nu al de bevoegdheid toekent om uit de reisdocumentenadministratie identificerende gegevens van de houder te vorderen. Vanwege de aanwezigheid van vingerafdrukken in de nieuwe administratie is ervoor gekozen om in de wet vast te leggen dat deze niet aan de opsporingsambtenaren maar uitsluitend aan de officier van justitie kunnen worden verstrekt en dan nog uitsluitend in enkele specifiek omschreven gevallen. Daarover ging het debat tussen de heren Van Beek en Brinkman zonet. De verstrekking kan slechts geschieden indien het gaat om de identiteitsvaststelling van verdachten en veroordeelden in het kader van de toepassing van het strafrecht, dan wel indien deze in het belang is van het onderzoek in het geval van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.

Ten slotte wijs ik erop dat er geen sprake is van het verlenen van rechtstreekse toegang tot de reisdocumentenadministratie. Er kan daarin dan ook niet vrijelijk worden gezocht, noch kunnen er vrijelijk gegevens worden verzameld. Dit is het punt van datamining, waarover de heer Van Raak het net had. Er is slechts sprake van welomschreven, specifieke verstrekking van gegevens. Ik denk echt dat er op dit punt heel veel zekerheden in het wetsvoorstel zijn opgenomen.

Ik kom op de verstrekte matrix. De heer Van Beek zei dat deze zo helder is dat hij die in voorkomende gevallen graag bij andere wetsvoorstellen zou hebben. Ik kan dat natuurlijk niet voor iedere bewindspersoon beloven. Voor ons ministerie ligt dat al meer in de rede. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dit zelf ook een helder overzicht vond. Wij hebben hierover in eerste termijn uitgebreid gediscussieerd. Aardig vond ik ook dat mijn stelling dat wij niet doen wat in eerste instantie werd gezegd, goed te zien is in deze matrix. Wellicht ware het zelfs beter geweest om deze gewoon in de toelichting op te nemen. Ik hoop ook dat dit overzicht de heer Van Raak dusdanig overtuigd heeft, dat hij uiteindelijk, mede op basis van de gegeven antwoorden, voor het wetsvoorstel zal stemmen.

Er is gevraagd of de AMvB die wordt gemaakt, kan worden voorgehangen. Wij hebben al heel veel voorzichtigheid betracht. Wij hebben een overzicht gegeven. Ik ben in het algemeen niet meteen een voorstander van voorhangprocedures. Als de Kamer constateert dat de gedelegeerde wetgeving niet goed werkt, kan zij mij altijd ter verantwoording roepen. Ik ben er zeker van dat de Kamer ook volgt wat er op dit terrein gebeurt. Ik waag te betwijfelen of voorhangen van die AMvB nog iets toevoegt. De Kamer heeft een heel duidelijk inzicht in wat er gebeurt.

Ik was al ingegaan op "function creep". Mevrouw Azough vroeg ernaar. Ik denk echt dat het wetsvoorstel voldoende waarborgen en beperkingen bevat om te voorkomen dat gegevens te ruim worden verstrekt. Als er op termijn behoefte bestaat aan een ruimere verstrekking dan nu wordt beoogd, dus voor andere doelen dan in het wetsvoorstel zijn genoemd, moet de wetgeving worden aangepast. Dat was andere vraag van mevrouw Azough, die ik beter in dit verband kan beantwoorden. De discussie over een ruimere verstrekking zal dan op dat moment moeten worden gevoerd. Tot het moment dat dit is gebeurd, moet de gegevensverstrekking plaatsvinden binnen de grenzen die in het wetsvoorstel staan. Ik zie het risico van function creep daarom niet zoals mevrouw Azough het wel ziet. Zij moet daar echt uitgebreid zelf over debatteren.

De heer Van Raak heeft gevraagd waarom het goed is om vingerafdrukken op te nemen en waarom geen irisscan wordt opgenomen. Ik heb in de wet al beargumenteerd waarom het goed is. Met vingerafdrukken ontstaat een nieuwe mogelijkheid om vast te stellen of de persoon die het reisdocument gebruikt, ook de rechtmatige houder is. Het gaat echt om identiteitsvaststelling. De EU-verordening stelt duidelijk dat als verificatie van vingerafdrukken niet lukt, dit niet automatisch leidt tot ongeldigheid van het document. Er moet dan altijd nader onderzoek plaatsvinden. Dat is niet anders dan nu ook gebeurt. Als er twijfel is over bijvoorbeeld een foto of de echtheid van het document, vindt altijd nader onderzoek plaats. De EU heeft gewoon niet gekozen voor de irisscan. Het is dus zinloos om daarover verder te praten. Het zijn de gezichtsopname en de vingerafdruk en niets anders. Daar moeten wij ook van uitgaan.

De heer Van Raak (SP):

Er zijn heel veel nadere regelingen. Ik ben ervan overtuigd dat deze staatssecretaris die heel terughoudend zal invullen. Maar een andere hand, een ander hoofd, een ander hart kan dat wel eens heel anders invullen.

Een andere zaak is dat er een reusachtig databestand met vingerafdrukken moet komen. Gaat dit wel lukken? Ik las zojuist een ANP-bericht dat politie en marechaussee op dit moment al werken met een bestand van 800.000 gezochte personen. De EU wil het nieuwe systeem aanvullen met pasfoto's en vingerafdrukken. De test is mislukt. Er zijn grote technische problemen. De Oostenrijkse collega van deze staatssecretaris zegt in ieder geval dat de Europese Commissie het niet meer voor elkaar zal krijgen. De eerste test met het maken van een databestand met vingerafdrukken, in dit geval van gezochte personen, is een groot probleem geworden.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het is echt met een ander doel, het is niet iets wat wij op dit moment doen. Wij nemen van iedereen de vingerafdrukken op en leggen die vast in een bestand. Wij testen dat ook. De heer Heijnen had daarover een vraag gesteld. Ik had het in eerste termijn al toegezegd. De aanvraagstations hebben wij aanbesteed. Ik heb daarop indertijd ook geantwoord dat wij zouden testen en dat ik afhankelijk van de testen ook nog eens naar de invoeringsdatum zou kijken. Die vraag heeft de heer Heijnen nu herhaald. De testen zullen wij in de loop van januari van dit jaar afronden. Ik had dit vorig jaar november al gezegd. Wij denken dit nog steeds te doen. Ik zal eind januari de Kamer informeren over de wijze waarop de invoering wordt gepland. Dan zal ik ook ingaan op de tijd die gemoeid is met het opnemen en de verificatie van de vingerafdrukken. Over de drukke termijn van invoering, als wij precies op 28 juni zitten, heb ik in eerste termijn al gezegd dat wij er serieus naar kijken. Dat is in het verleden ook gebeurd bij nieuwe zaken die rondom de Paspoortwet moesten worden ingevoerd. Ik zal er niet voor schromen om, als wij problemen voorzien, iets rekkelijker met die datum van 28 juni om te gaan. Ik ken het ANP-bericht trouwens niet, dus ik heb er geen behoefte aan om er verder op in te gaan.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Het gaat hier over SIS II, waar al langer twijfels over waren. Mijn vraag gaat nog over de "function creep", waarover de staatssecretaris zegt niet zoveel zorgen te hebben. Maar het bestaan van zo'n enorm databestand zal op den duur wellicht kunnen leiden tot de behoefte aan meer gebruik voor andere doeleinden. Die zorg zal de staatssecretaris toch ook hebben?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Natuurlijk, dat is bij ieder databestand aan de orde. Er is ook geen misverstand over. Wij willen zo veel mogelijk waarborgen creëren door een duidelijke doelbinding vast te leggen. Als het voor andere doelen zou worden gebruikt, ook na mij, zal dat altijd met een wetswijziging moeten, omdat wij dat zo nauwgezet hebben vastgelegd. De Kamer zal dan altijd aan zet zijn en kan dat dan beoordelen. Met datgene wat wij nu hebben vastgelegd en omschreven, ben ik niet bang dat het gebeurt. Kan het in een andere situatie gebeuren? Als-danvragen zijn altijd moeilijk te beantwoorden.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

De Nederlandse regering kiest er zelf doelbewust voor om zo'n centraal databestand op te zetten. Andere landen kiezen er niet per se voor. Vanuit Europa is het niet verplicht. Waarom kiest de staatssecretaris er dan toch voor?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Wij hebben er in eerste termijn uitgebreid over gesproken. Het heeft een aantal doelen. Een van de doelen is het mogelijk maken van plaatsonafhankelijke dienstverlening. Dat was de reden waarom de heer Pechtold er altijd een voorstander van was. De heer Van Beek kwam daarop terug. Hij denkt dat die kosten zullen meevallen, omdat je daardoor concurrentie krijgt tussen gemeenten. Wij hebben er uitgebreid over gediscussieerd. Ik zie dat de voorzitter ook vindt dat het in eerste termijn uitgebreid aan de orde is geweest.

De voorzitter:

Ik kan niet zeggen dat ik het hele debat heb gelezen. Maar nu u het zegt, herinner ik het mij weer.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

De heer Pechtold vroeg of ik kon ingaan op de uitspraak van het Europees Hof in de zaak Marper-UK over de toegang voor de officier van justitie tot de vingerafdrukken. Die uitspraak van het EHRM over de zaak Marper-UK heeft geen invloed op dit wetsvoorstel en levert ook geen strijd daarmee op, nu aan de officier van justitie in de in het wetsvoorstel omschreven gevallen vingerafdrukken kunnen worden verstrekt. Het EHRM heeft geoordeeld dat het in casu niet was toegestaan de vingerafdrukken van de vrijgesproken verdachte te bewaren, gelet op het feit dat er geen grenzen zijn gesteld inzake de ernst van het strafbare feit en de duur van het opslaan. Dat maakt dat het Hof het bewaren van vingerafdrukken van de vrijgesproken verdachte als een zware inbreuk ziet op de privacy zoals bedoeld in artikel 8 van het EVRM. Op grond van het voorliggende wetsvoorstel worden, anders dan in de casus waarover de uitspraak gaat, de vingerafdrukken niet opgeslagen in een strafrechtelijke context, maar in het kader van de uitgifte van de reisdocumenten. Dit laat onverlet dat de vingerafdrukken die in de reisdocumentenadministratie zijn opgeslagen in voorkomende gevallen beschikbaar kunnen worden gesteld voor het identificeren van verdachten. In het wetsvoorstel zijn in dat verband overigens duidelijke grenzen gesteld. De verstrekking van vingerafdrukken kan slechts in een beperkt aantal gevallen plaatsvinden, alleen aan de officier van justitie. Deze grenzen passen binnen de recente uitspraken van het EHRM. De vingerafdrukken kunnen slechts aan de officier van justitie worden verstrekt ten behoeve van de vaststelling van de identiteit van de bekende verdachte van wie in het kader van het strafrecht vingerafdrukken zijn afgenomen.

Dan kom ik op de inbreng van de heer Heijnen. Ik had wel zijn vraag over de testen beantwoord, maar zijn andere vragen nog niet. Zijn tweede punt betrof het inleveren van het paspoort bij overlijden. Ik heb dat antwoord gegeven in reactie op opmerkingen van de heer Van Beek. Hij zei net dat je daar met piëteit mee om dient te gaan. Dat begrijp ik allemaal. Ik denk dat wij dicht komen bij wat de heer Heijnen bedoelt als wij mijn antwoord combineren met wat de heer Van Beek in tweede termijn zegt. Het is immers wel van belang om die documenten terug te krijgen. Daar heeft de heer Van Beek gelijk in.

Over de situatie per 28 juni heb ik de Kamer antwoord gegeven.

Dan kom ik op de motie. Die gaat niet zozeer over het 1p:1p-beginsel, maar over de kosten van reisdocumenten in zijn totaliteit. Ik heb net al iets gezegd over concurrentie in mijn antwoord op de vraag over die databank. Ik ontraad aanneming van deze motie. De heer Pechtold zei het ook al: de prijs van reisdocumenten is kostendekkend. Voor dat systeem hebben wij gekozen en daar wil ik geen afstand van nemen. Dat betekent dat de kosten van de nieuwe administratie en eventueel van de verhoging van de gemeentelijke leges door de vingerafdrukken moeten worden doorberekend in de prijs van de reisdocumenten. Ik heb de Kamer dat op schrift meegedeeld. Het is ook niet nieuw voor de Kamer. De afgelopen jaren zijn daar bij de behandeling van de begroting van BZK vaker vragen over gesteld en beantwoord. Niet alleen in deze kabinetsperiode maar ook in het verleden is in de antwoorden steeds gezegd dat die kosten worden doorberekend.

Verder is er inderdaad geen enkele dekking aangegeven voor de financiële consequenties van deze motie. Dat kwam in de interruptie aan de orde. Wij hebben ook nog artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet, die bij de Kamer bekend is. Wij hebben dus spelregels en kunnen niet zomaar beslissen dat die kosten over de schutting van de gemeente worden gegooid. Ik wil nog wel uitleggen hoe het in elkaar zit. Ik heb ook op schrift gemeld dat wij niet precies weten wat die reisdocumentenadministratie kost. Van die kosten hebben wij een raming gemaakt. Daarvan is altijd, ook in het verleden, gezegd dat die in de reisdocumenten zouden worden doorberekend. De kosten voor de apparatuur, de aanvraagstations, worden niet doorberekend, want er is generiek geld voor de nieuwe apparaten. Dat stellen wij dus ter beschikking aan de gemeenten. Verder komt het gebruikelijke bandbreedteonderzoek er om te bekijken hoe hoog de kosten zijn. Op basis daarvan wordt het maximum vastgesteld.

De heer Pechtold (D66):

Het zal de heer Van Beek en mij toch heel erg verbazen dat de staatssecretaris nu opeens heel duidelijk kan zijn over de vraag waar de kosten wel en niet kunnen terechtkomen. Wij kunnen ze niet over de schutting van de gemeenten gooien, maar wellicht wel in de lucht laten hangen. De staatssecretaris geeft als een van de opties om de kosten uit te sluiten, want op de kosten van het kinderpaspoort, die wij zojuist hebben behandeld, valt niet te bezuinigen. Hoe kan dat nu? De staatssecretaris weet nu al dat de gemeenten niet extra mogen gaan betalen, maar de alleenstaande ouderen en mensen zonder kinderen kunnen dadelijk opdraaien voor de kosten van het kinderpaspoort. Waarom moet de staatssecretaris het CDA nog even de ruimte geven om die grote chocoladeletters in de Telegraaf van vanochtend terug te draaien? Zij heeft immers gewoon het geld niet.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

De heer Pechtold haalt echt een ander onderwerp aan. Ik heb daar het mijne net al uitgebreid over gezegd. Ik heb geen behoefte om daar iets aan toe te voegen. Wat hij zegt klopt ook niet. In dit geval gaat het over de prijs van het totale paspoort. Hij heeft het zelf trouwens keurig uitgelegd, want ik heb dezelfde ervaring als hij in een vorig leven, wat betreft de manier waarop deze kwestie in elkaar zit. Er kunnen echter altijd andere mogelijkheden zijn. Eén daarvan heb ik al genoemd, namelijk de ID-kaart.

De heer Pechtold (D66):

De staatssecretaris sluit dus ook de mogelijkheid uit dat zij bij de minister van Financiën extra geld gaat halen. Hoe gaat zij het dan doen? Gaat zij de prijs van de ID-kaart verhogen en daar het geld vandaan halen? Dat is immers wel goed om te weten, vooral voor al die mensen in de lagere inkomensklassen die nu het hele Schengengebied met de ID-kaart kunnen afreizen, zo zeg ik tegen de PvdA-woordvoerder. De staatssecretaris heeft zich goed kunnen voorbereiden, dus ik wil iets meer helderheid van haar. Zij moet gewoon tegen het CDA zeggen: trek je hele reclameverhaaltje over dat kinderpaspoort maar in. Dat zou haar nu passen. Zij moet het nu niet afwentelen op de alleenstaanden of straks op de mensen met een ID-kaart, want dan komt het dadelijk neer op de mensen met de lage inkomens.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Nee, dit idee wil ik gelijk wegnemen. Ik heb niet gezegd dat de prijs van de ID-kaart hoger wordt. Nooit, nergens. Ik heb net tegen de heer Pechtold gezegd dat wij eenmalig de ID-kaart op 14-jarige leeftijd gratis verstrekken. Dat is een mogelijkheid die je kunt bekijken en die ik net heb genoemd. Daar kun je ook anders naar kijken. Je kunt het eerder doen, op een andere leeftijd, et cetera. Die mogelijkheid heb ik genoemd. Verder ben ik heel consequent. Ik heb gezegd dat ik de aanneming van de motie-Knops op stuk nr. 13 ontraad, omdat daarin om maatregelen wordt verzocht. Ik kan deze absoluut niet toezeggen, maar ik bezin mij wel op de financiële consequenties. Dit betekent dat wij daarbij alle opties bekijken. Overigens heb ik hierover al stukken aan de Kamer gezonden. Tevens was dit al eerder de stelling van het kabinet.

De heer Heijnen (PvdA):

Ik betreur het dat de heer Pechtold verwarring zaait. De staatssecretaris was immers bezig om een belangrijk punt aan de orde stellen naar aanleiding van mijn vraag en mijn motie. Het staat helemaal los van de kwestie van de kinderen. Hoeveel gaat een nieuw paspoort inclusief vingerafdrukken voor de Nederlandse burger kosten vanaf, als het mogelijk is, 28 juni? De staatssecretaris schrijft dat zij gezien de huidige stand van zaken verwacht dat dit € 3,50 tot € 4 meer is, maar zij geeft geen enkele garantie dat het daarbij blijft. Sterker nog, zij is enigszins onhelder over de meerkosten vanwege de extra tijd die het kost bij de daadwerkelijke uitgifte. Uit de proef moet immers de extra tijd blijken. Dit baart mij zorgen, want wij nemen zelden of nooit een wet aan waarvan wij de financiële consequenties nog niet kennen. Het is een oud principe dat een en ander moet worden doorgerekend, maar ik wil toch weten wat het volgens de staatssecretaris maximaal meer gaat kosten. Daar houd ik haar dan ook aan. Zo'n open rekening kan echt niet.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het maximum kan ik niet geven, want ik heb al geschreven dat dit niet precies bekend is. Wij hebben een ons inziens reële berekening gemaakt. Het bedrag kan echter ook lager zijn. Daarom gaan wij een aanbesteding doen. Ik heb hierdoor ook geen behoefte aan een motie waarin het maximum wordt vastgelegd op € 50, want wij weten het gewoon niet. Ik heb aangegeven uit welke componenten dit bedrag is opgebouwd en ik heb naar aanleiding van de vragen in eerste termijn de Kamer al zo veel mogelijk op papier aangereikt. Meer kunnen wij op dit moment niet zeggen. De gebruikte methode wordt sinds jaar en dag gebruikt. Zij is dus niet nieuw.

De heer Heijnen (PvdA):

Hierdoor wordt aan de op zichzelf respectabele diensten de mogelijkheid geboden, inefficiënt bezig te zijn. Ik maak daar bezwaar tegen. Wij moeten echt grenzen stellen aan de extra kosten die het nieuwe paspoort met zich mee zal brengen.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik ben het hier volstrekt mee oneens. Het is een sinds jaar en dag gebruikte methode waarvan sinds jaar en dag bekend is dat dit zo gaat. Misschien heeft de heer Van Beek wel gelijk, want het is best mogelijk dat er meer paspoorten worden aangevraagd in goedkopere gemeenten. Net zo goed als ik zijn stelling niet kan staven, kan ik die van de heer Heijnen niet staven. Wij hebben er een berekening van gemaakt. Daaruit blijkt onze visie op de maxima.

Voorzitter. Mevrouw Azough heeft gevraagd wat er wordt gedaan om te voorkomen dat de burger bij reizen niet op basis van zijn eigen vingers kan worden geverifieerd. Het is niet uit te sluiten dat dit gebeurt. Ieder land gebruikt namelijk eigen apparatuur en geautomatiseerde systemen om de vingerafdrukken te vergelijken. Het is niet uit te sluiten dat voor het ene systeem de vingerafdrukken wel overeenkomen en voor het andere systeem niet. Dit is echter niet anders dan de beoordeling of de pasfoto overeenkomt met de paspoorthouder. De ene douaneambtenaar kan daarbij tot een andere conclusie komen dan de andere. De heer Brinkman heeft hier, weliswaar in een andere context, terecht op gewezen. Wij hebben uiteraard aandacht voor deze problematiek. Hiervoor is een aantal maatregelen voorzien. Ten eerste wordt bij de aanvraag van een reisdocument gecontroleerd of de opname van de vingerafdrukken goed genoeg is voor de verificatiedoeleinden. Als dat niet het geval is, dan wordt een andere vingerafdruk opgenomen. Ten tweede wordt bij het opnemen van de vingerafdrukken een tweede opname gemaakt, opdat kan worden nagegaan dat met de vingerafdruk een succesvolle verificatie mogelijk is. Bij het uitreiken van het document wordt nogmaals gecontroleerd of een succesvolle verificatie mogelijk is met de in het document opgenomen vingerafdrukken. Bij de opname wordt gebruiktgemaakt van hoogkwalitatieve apparatuur en programmatuur. Dezelfde vingerscanner wordt gebruikt in Duitsland. Er is al sinds 2007 ervaring mee.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

De foutmarge is voor mijn fractie een belangrijk gegeven. Daarom moet de monitoring heel goed zijn. Kunt u daar nog iets over zeggen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Wij gaan het zoals altijd volgen, maar meer kan ik er nu niet over zeggen. Wij hebben maatregelen genomen, zoals de controle bij uitgifte. Als wij een tijdje hiermee werken, kan ik u wel informeren over de foutmarges.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Niet alleen over de foutmarges, maar over allerlei mogelijke andere onderdelen van deze wet. Op welke termijn kan dat gebeuren?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Wij moeten nog beginnen met de wet, dus dat weet ik niet!

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Wat is voor u acceptabel en wat niet?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik zal daar eens over nadenken. Wij moeten nog beginnen met de invoering, wij moeten de apparatuur en programmatuur nog testen, ik kan u nu echt nog niet zeggen wanneer ik u iets kan doen toekomen over de foutmarges. Daar moet je toch minstens een jaar mee hebben gewerkt. Maar ik zal er eens over nadenken.

De heer Van Beek was positief over de antwoorden, die hijzelf ook nog eens had nagelezen, en over het doel en de inzet van het wetsvoorstel. Ik zal het afgeven van reisdocumenten op ambassades zeker in de gaten houden.

De heer Van Beek (VVD):

Ik heb u gevraagd in te gaan op het verschil tussen wat in uw wetsvoorstel staat, en het amendement-Brinkman over de toegang tot gegevens. Belangrijk is immers wanneer je er wel, en wanneer niet in mag komen om vingerafdrukken te gebruiken voor een ander doel.

Over de hoofddoekjes heb ik gezegd: de beschrijving is goed, maar geldt dat ook voor de praktijk?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

De beschrijving is goed. De heer Brinkman heeft de fotomatrix laten ronddelen. Het gezicht moet inderdaad vrij zijn, de oren moeten vrij zijn, en volgens de matrix is dat te doen. In de praktijk gebeurt dat volgens mij goed, daarover worden niet al te veel problemen gemeld. Ik wil dat overigens nog wel eens wat nadrukkelijker laten bekijken. Wat ik ervan weet, is dat die fotomatrix wordt bekeken, ook met de gebruikersgroep, wat in de praktijk goed werkt. Daar wordt de hand aan gehouden. Een foto van een heel bedekt gezicht kan absoluut niet, want dat voldoet niet aan de matrix. Mij is niet bekend dat daarmee veel problemen zijn of dat er veel onoorbare dingen gebeuren.

De heer Brinkman (PVV):

Kent u de uitzonderingsbepalingen op de matrix, die gewoon op de internetsite van BZK staan? Ik zie dat dat het geval is. Daarin wordt een foto als goed gehonoreerd waarbij, in tegenstelling tot wat u zojuist beweerde, de oren en de haarlijn niet zichtbaar zijn.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Je moet de aanzet kunnen vaststellen.

De heer Brinkman (PVV):

Ik heb heel goede ogen, en de aanzet van de oren zijn bij die dame niet zichtbaar, noch bij die heer met die lange baard die op Sinterklaas lijkt. Dus dat is gewoon niet zichtbaar. De matrix op uw internetsite klopt dan gewoon niet. Ik wil hier gewoon helderheid over hebben, want dit is een heel belangrijk punt voor de politieman en de Koninklijke Marechaussee op straat.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Dit is een van de uitzonderingen. Je moet inschatten waar de ooraanzet begint. In de brief van 18 november heb ik dat ook aangegeven.

De heer Brinkman (PVV):

Dit is echt een beetje lachwekkend. U zou helderziend zien als u kunt vaststellen waar op die foto de oren van die mevrouw zitten. Het is toch echt klinkklare onzin. Dit kunt u niet menen. Ik vind dat deze foto's nooit in een Nederlands paspoort mogen komen. Bent u dat met mij van mening?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Volgens de huidige methode kan er vastgesteld worden waar de ooraanzet zit. Het gaat om de meetafstand. De heer Brinkman kan er wel om lachen, maar dat is wat er is vastgesteld als uitzondering. De heer Brinkman mag er zijn eigen opvattingen over hebben, maar op dit moment wordt er met deze fotomatrix gewerkt. Overigens gaat het in dezen om de uitzonderingsbepalingen.

De heer Knops (CDA):

De keten is zo sterk als de zwakste schakel. Ik probeer op die foto ook te achterhalen waar de oren zitten, maar ik kan het echt niet zien. Wat mij een beetje bevreemdt is het volgende. Wij krijgen een nieuw paspoort waaraan hoogwaardige eisen worden gesteld en waaraan hoge kosten zijn verbonden – wij hebben er al debatten over gehad – en tegelijkertijd accepteren wij dit soort foto's. Ik vind dat heel bijzonder. Ik ben het met de heer Brinkman eens dat dit vraagt om een duidelijk antwoord.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Het staat ook al in de brief van 18 november, maar ik wil best nog eens naar deze situatie specifieker kijken om na te gaan of die voldoet aan de eisen. In de brief heb ik aangegeven dat in de normale matrix het hoofd onbedekt moet zijn, dat het gezicht volledig zichtbaar moet zijn en dat ook de ogen volledig zichtbaar moeten zijn. Als het gaat om de uitzonderingen behoeven de oren zelf niet zichtbaar te zijn, maar moet de ooraanzet wel bepaald kunnen worden. Het gaat dan om uitzonderingen om godsdienstige en levensbeschouwelijke redenen. Als ik kijk naar deze foto, is voor mij ook de vraag of je de ooraanzet kunt vaststellen. Door de gebruikersgroep is geoordeeld dat dit wel kan. Het is ook overeenkomstig de standaard die internationaal is bepaald. Ik wil die standaard best naar de Kamer sturen, zodat zij zelf kan beoordelen of die voldoet aan haar verwachtingen.

De heer Knops (CDA):

Wat mij bevreemdt is dat wij alles in het werk stellen om een perfect paspoort te krijgen, met alle redenen die eraan ten grondslag liggen – die worden niet bestreden vanuit de Kamer – maar wij tegelijkertijd accepteren dat op dit soort foto's volstrekt onduidelijk is hoe het zit. U verwijst naar de fotomatrix. Wij passen hele wetten aan in dit land, dus vraag ik mij af waarom die fotomatrix niet kan worden aangepast. Het gaat uiteindelijk toch om uniciteit. Dit soort dingen wekt alleen maar verwarring.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik zeg u dat het voldoet aan de huidige norm. Als ik naar die foto kijk heb ik echter ook wel mijn twijfels. Dus ik wil best nagaan of dit goed genoeg is, maar op dit moment is het beoordeeld als goed genoeg, kijkend naar de standaard die er ligt. Ik zal dus nog eens kijken naar die matrix.

De heer Van Beek (VVD):

Als u de terminologie "is goed genoeg" gebruikt en het alternatief de motie van de heer Brinkman is, dan zijn dat mijns inziens twee uitersten die te ver uit elkaar liggen. Ik begrijp best dat er goede redenen van godsdienstige en levensbeschouwelijke aard zijn waarom mensen niet zonder hoofddoek op de foto gaan, maar ik stel wel vast dat de foto's van die mevrouw en die mijnheer niet voldoen aan de tekst zoals die in de wet is opgenomen. Overigens, als het gaat om de foto's die daaronder staan, vind ik dat ze wel erg op de heer Brinkman lijken.

De voorzitter:

Mag ik de staatssecretaris vragen om de brief over de fotomatrix, die misschien van invloed zal zijn voor de stemmingen, voor de stemmingen aan de Kamer te sturen? Ik kan mij voorstellen dat de leden die voor de stemmingen willen hebben.

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Ik zal kijken of dat kan. Dit is volgens de standaard, zoals die is bepaald. Ik zal kijken of dat tot problemen leidt.

In de motie van de heer Brinkman wordt gesproken over een verbod op het dragen van een hoofddoek. Dat doet geen recht aan de levensbeschouwelijke context waar de heer Van Beek zojuist over sprak. De aanneming van die motie wil ik dan ook echt ontraden, want dit staat ver af van wat de bedoeling is. Ik ben niet voor een verbod op het dragen van hoofddoeken vanuit levensbeschouwelijke overwegingen. Ik wil wel kijken of de eisen die ik in de brief van 18 november heb aangegeven, hieraan voldoen en of de fotomatrix zou moeten worden aangepast. De aanneming van de motie wil ik echter ontraden. Het is onnodig om dat te doen.

De heer Brinkman (PVV):

Volgens mij gaat het erom dat de ooraanzet en de hoofdlijn zichtbaar zijn. Bent u dat met mij eens?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Niet, die moeten vast te stellen zijn. Dat heb ik net voorgelezen.

De voorzitter:

Dit is echt een herhaling. De staatssecretaris heeft al gezegd dat het gaat om "vaststellen". Mevrouw Azough heeft nog een vraag.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik vind het fascinerend dat een debat over dit wetsvoorstel toch weer eindigt in een debat over hoofddoekjes. Ik heb nog een vraag aan de heer Knops van het CDA. Hij gaf zojuist aan dat de matrix die nu gehanteerd wordt onacceptabel is of in ieder geval veel problemen oplevert voor het CDA. Wat verwacht hij dan van de brief?

De heer Knops (CDA):

Mevrouw Azough moet nu even goed luisteren. Ik heb gezegd dat, zoals het hier voorligt, het volstrekt onduidelijk is waar de ooraanzetten zouden zijn. Ik heb ook gezegd dat als het nodig is de matrix moet worden aangepast. Het gaat namelijk om het doel van identificatie. De staatssecretaris heeft daar inmiddels duidelijk antwoord op gegeven.

De voorzitter:

Mevrouw Azough, het lijkt mij toch dat dit punt nu helemaal uitgesproken is. Ik zou niet weten wat u hier nog over kunt verzinnen.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Ik wil alleen vragen of de heer Knops vindt dat de matrix moet worden aangepast.

De heer Knops (CDA):

Ja.

De heer Van Raak (SP):

Er is gedoe over foto's en gedoe over vingerafdrukken. Staatssecretaris, wordt het niet tijd voor een irisscan?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Nee. Die vraag heb ik al beantwoord.

Voorzitter. Ik heb geen behoefte om in te gaan op de vraag van de heer Brinkman hoe ik naar Europa kijk. Dat lijkt mij niet in de scope van dit debat te liggen.

Er is mij naar aanleiding van een interruptiedebat tussen de heren Van Beek en Brinkman nog gevraagd wat mijn standpunt is over het amendement van de heer Brinkman. Ik heb daar in eerste termijn al een oordeel over gegeven. Ik heb de aanneming daarvan ontraden. De nieuwe reisdocumentenadministratie is echt in de eerste plaats bedoeld als hulpmiddel voor de uitvoering van de Paspoortwet. Dat heb ik toen ook uitgebreid gezegd. Het amendement-Brinkman voorziet echter in een algehele beschikbaarstelling van alle vingerafdrukken uit de reisdocumentenadministratie aan de officier van justitie. Dat was zijn doel ook, maar dat is niet het doel van deze wet. Een dergelijk ruim gebruik van vingerafdrukken ten behoeve van strafrechtelijke doeleinden betekent een te grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De noodzaak en de evenredigheid van de beschikbaarstelling van die gegevens is naar mijn mening ook niet aangetoond. Spontane verstrekking van alle vingerafdrukken uit de reisdocumentenadministratie, zoals de toelichting op het amendement vermeld, is niet nodig en komt in strijd met de privacyrichtlijn. Persoonsgegevens mogen alleen verwerkt worden voor een bepaald gerechtvaardigd doel. Gelet op dat doel, mag de verwerking niet bovenmatig zijn. Het amendement zou dus enerzijds onnodige verstrekking van persoonsgegevens tot gevolg en anderzijds is er sprake van een verarming.Bijleveld-Schouten

Het verstrekken van de vingerafdrukken aan de officier van justitie in geval van twijfel over de identiteit van een veroordeelde of een verdachte van een strafbaar feit waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegelaten, is dan niet meer mogelijk. Het was ook een inperking; dat heb ik in eerste termijn ook gezegd. Daar waren wij wat ruimer in en die verarming vind ik onwenselijk. Ook nadat de heer Van Beek het mij nog eens heeft gevraagd, blijf ik erbij dat ik de Kamer aanneming van dit amendement ernstig ontraad.

Volgens mij heb ik daarmee alle vragen beantwoord.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Gezien het feit dat de behandeling van dit wetsvoorstel nu is beëindigd, wil ik nog één vraag stellen. De heer Heijnen heeft het woord "onacceptabel" in de mond genomen naar aanleiding van het feit dat de kosten voor de burger nog niet duidelijk zijn. Wat is zijn conclusie na afloop van dit debat?

De heer Heijnen (PvdA):

Dat zou mevrouw Azough, denk ik, uiterlijk kunnen zien op het moment dat wij over het wetsvoorstel gaan stemmen, maar dat zou wat flauw zijn. Ik beraad mij op aanpassing van de motie, zodanig dat duidelijk wordt dat ik het tenminste niet wenselijk vind – ik zal mijn woorden iets nuanceren – dat wij een blanco cheque afgeven voor de prijs van het nieuwe paspoort.

De heer Knops (CDA):

De staatssecretaris heeft een uitvoerig betoog gehouden over mijn motie. Zij heeft daarin verwezen naar de brief. De staatssecretaris stelde dat de Europese regels ten aanzien van 1p:1p rechtstreeks gaan werken. Ik ga ervan uit dat de brief met de uitkomsten van de bezinning die de staatssecretaris gaat houden, de Kamer tijdig bereikt. Kan zij daarover iets zeggen?

Staatssecretaris Bijleveld-Schouten:

Die brief moet er natuurlijk zijn voordat de 1p:1p-regel definitief is. Op dit moment wordt een en ander niet ingevoerd; daar kan de heer Knops van op aan. De brief komt voordat de regel rechtstreekse werking heeft.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

De stemmingen over de moties en over het wetsvoorstel zullen volgende week dinsdag plaatsvinden, als de brief er op tijd is. Anders misschien niet; de Kamer kan dat zelf beslissen.

Sluiting 15.55 uur

Naar boven