Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 23 mei 2007 over diverse onderwerpen rondom het notariaat.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Wij hebben vorige week met de minister van Justitie een algemeen overleg gevoerd over het notariaat. Het overleg spitste zich toe op het functioneren van het notariaat als zodanig. Ik heb tijdens dit overleg opnieuw een motie ter sprake gebracht die ik een half jaar geleden heb ingediend. Deze motie beoogt dat notarissen na hun 65ste kunnen doorwerken. Dit is in lijn met het kabinetsbeleid dat mensen stimuleert om langer door te werken. Waarom zou dit niet voor notarissen gelden?

Toen ik de motie een half jaar geleden indiende, vroeg de toenmalige minister van Justitie of ik haar wilde aanhouden tot dit grote debat. De motie hoort daar ook inderdaad thuis. De huidige minister van Justitie toont zich echter een stuk terughoudender dan zijn voorganger. Daarom dien ik de motie nu opnieuw in. Zij luidt als volgt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aanwas van jonge notarissen te wensen overlaat en een tekort aan notarissen dreigt;

constaterende dat dit kabinet mensen wil stimuleren om na hun 65ste door te werken;

overwegende dat notarissen die na hun 65ste willen blijven doorwerken niet op barrières moeten stuiten;

van mening dat de leeftijdsgrens waarop notarissen moeten defungeren geschrapt, dan wel verhoogd zou moeten worden;

verzoekt de regering, hiertoe concrete voorstellen aan de Kamer toe te laten komen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van Vroonhoven-Kok, Teeven, Wolfsen en Van der Staaij. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 66(23706).

De heer De Wit (SP):

In de eerste alinea van de motie staat dat er een tekort aan notarissen dreigt. Volgens de meest recente gegevens van bijvoorbeeld de beroepsorganisatie van notarissen gaat het op dit moment goed en willen er opnieuw jonge notarissen kandidaat worden. Waar haalt mevrouw Van Vroonhoven de stelling vandaan dat er een tekort dreigt?

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

De situatie was abominabel. Het gaat nu gelukkig iets beter, want er zijn wat meer studenten notariaat. Niettemin treden er te weinig notarissen tot de beroepsgroep toe. Er worden verschillende maatregelen getroffen om hierin verbetering te brengen. Het moet interessanter worden om notaris te worden, maar wij zijn er nog lang niet. Dit zou een van de mogelijkheden kunnen zijn om het dreigende tekort op te vangen.

De heer De Wit (SP):

De minister heeft gezegd dat hij de leeftijd van 65 jaar wil handhaven. Hij heeft toegezegd dat hij in een brief aan de Kamer zal ingaan op de oplossing voor mensen die na hun 65ste nog als notaris actief willen zijn, bijvoorbeeld als kandidaat-notaris of als waarnemer. Is het niet wat prematuur om dan nu deze motie in te dienen? De minister komt immers met nieuw beleid en wil inzichtelijk maken hoe kan worden bereikt dat mensen na hun 65ste kunnen doorwerken, ook al wordt 65 jaar als functionele ontslagleeftijd gehandhaafd.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Wij vinden het de normaalste zaak van de wereld dat een notaris ook na zijn 65ste mag doorwerken, gewoon in zijn of haar oude functie en niet na demotie of het terugschroeven van de functie. Ik heb goed naar de minister geluisterd. De minister zei dat hij vreesde voor bepaalde sociaalrechtelijke problemen of barrières. Als dit op barrières zou stuiten, moet de oplossing naar onze mening worden gezocht aan de sociaalrechtelijke kant maar niet bij de notaris. De notaris moet gewoon kunnen blijven doorwerken als hij dat wil. Dit kabinet wil dat 65-plussers blijven werken en zegt dat dit ook heel hard nodig is. Het moet dan ook maatregelen in die lijn nemen.

De heer De Wit (SP):

De coalitie zegt dat 65 jaar wordt gehandhaafd als de leeftijd waarop functioneel ontslag, dat wil zeggen het pensioen van iedereen in Nederland begint. De AOW is gekoppeld aan de leeftijd van 65 jaar. Waarom zou dit bij de notarissen worden losgelaten? Het kabinet heeft er begrip voor dat mensen willen doorwerken na die leeftijd, maar stelt voor om het anders te doen. Het houdt vast aan de 65 jarige leeftijd die in het sociaal recht wordt gehandhaafd als de datum voor functioneel ontslag. Wat is daarop tegen? Waarom bent u voor een verruiming met het risico dat er een groep wat oudere notarissen ontstaat die de snelle hedendaagse praktijk niet meer kan bijbenen? Ik kan u hiervan zo voorbeelden geven, niet alleen in het notariaat maar ook in de advocatuur.

Mevrouw Van Vroonhoven-Kok (CDA):

Hier protesteer ik toch echt tegen, want dit is natuurlijk een karikatuur van de oudere notarissen. Het is echt niet waar dat zij de snelle praktijk niet meer aankunnen. Het echte probleem is het gegeven dat wij te weinig notarissen hebben om het werk te doen. Verder is een notaris niet een doodnormale werknemer. Hij of zij vervult namelijk een bijzonder ambt. Rechters kunnen tot hun 70ste doorwerken en waarom zou een notaris dat niet kunnen?

Minister Hirsch Ballin:

Voorzitter. Het punt dat mevrouw Van Vroonhoven in haar motie naar voren brengt, is uitgebreid besproken in het algemeen overleg. In dat overleg heb ik al gezegd geen principieel bezwaar te hebben tegen verhoging van de leeftijdsgrens. Dit vraagstuk gaat echter wel verder dan het notariaat alleen, want ook bij andere beroepsbeoefenaren kan dezelfde vraag rijzen.

De werkgroep onder leiding van Ed Nijpels, Grijs Werkt, heeft meer in den brede gepleit voor het verhogen, en soms zelfs voor het loslaten van leeftijdsgrenzen. Er bestaan dus geen beleidsmatige bezwaren tegen en uit het werk van de werkgroep Grijs Werkt blijkt bovendien dat er al de nodige aandacht aan wordt besteed. Daarover hoeft mevrouw Van Vroonhoven niet bezorgd te zijn. Ik beschouw de motie al met al als een aanmoediging om met concrete voorstellen te komen.

Wij doen er goed aan om de overwegingen in de motie even serieus te nemen als het dictum. In de motie wordt namelijk geconstateerd dat de aanwas van jonge notarissen te wensen overlaat en dat er een tekort aan notarissen dreigt te ontstaan. Ik zal mij verstaan met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie om de juistheid van deze redengevende veronderstellingen te bepalen, voordat ik met nadere voorstellen kom.

Mevrouw Van Vroonhoven constateert terecht dat het kabinet pal staat voor mogelijkheden om langer in het arbeidsproces werkzaam te zijn. Het kabinet staat echter ook pal voor de instroom van jonge mensen in het arbeidsproces, inclusief het notariële arbeidsproces. Wij zouden er dan ook goed aan doen om zicht te krijgen op de mogelijkheden voor jongeren om een standplaats in het notariaat te verkrijgen.

Ten slotte wijs ik erop dat pensioenopbouw en inkomensposities hierbij ook een rol spelen. Ik zal mij ervan vergewissen of de indruk juist is dat notarissen in het algemeen op hun 65ste voldoende pensioen hebben opgebouwd. Als die indruk juist is, moeten wij vervolgens de inkomenseffecten voor jonge notarissen in de beschouwing betrekken.

Ik was het al van plan, maar na aanneming van de motie zal ik de Kamer zeker voorzien van aanvullende informatie over de feitelijke punten die in de motie aan de orde worden gesteld, punten waarover de heer De Wit terecht heeft gesproken. Daarbij zal ik ook ingaan op de manier waarop het kabinet bij het notariaat uitvoering geeft aan zijn beleid voor het ondersteunen van oudere werknemers.

De heer De Wit (SP):

Ik wijs de minister er wel op dat de regering in de motie wordt gevraagd om concrete voorstellen voor het verhogen van de pensioenleeftijd van 65 naar 70.

Minister Hirsch Ballin:

Ik heb gezegd dat ik ook nadrukkelijk de overwegingen in de motie zal bezien. De heer De Wit wees zelf terecht op het belang daarvan. Concrete voorstellen kunnen ook rekening houden met de punten die ik net onder de aandacht bracht. Wanneer het mogelijk is om concrete voorstellen te doen die niet schadelijk zijn voor de instroom van jongere mensen in de notariële functies, zal ik die concrete voorstellen zeker doen. Als er inderdaad een tekort mocht zijn aan notarissen, zullen de concrete voorstellen eerder uitkomen op het gewoon in de bestaande functie blijven. Concrete voorstellen zijn wat mij betreft prima; welke dat zijn, behoeft concretisering.

De voorzitter:

Stel dat de motie wordt aangenomen. Wanneer denkt u dan ongeveer die concrete voorstellen naar de Kamer te kunnen sturen?

Minister Hirsch Ballin:

Dat vergt dus even wat feitenonderzoek, maar ik zeg graag toe dat ik voor de behandeling van de begroting van Justitie voor het jaar 2008 daarover een bericht zal sturen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, volgende week dinsdag over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt van 14.26 uur tot 16.30 uur geschorst.

Naar boven