Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de fracties van het CDA, de PvdA en de ChristenUnie stel ik voor om het wetsvoorstel Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap ter invoering van een verklaring van verbondenheid, en tot aanpassing van de regeling van de verkrijging van het Nederlanderschap na erkenning (30584) van de agenda af te voeren.

Ik stel voor om bij het debat over het generaal pardon de volgende spreektijden te hanteren: CDA, PvdA, SP en VVD 20 minuten, PVV, GroenLinks en ChristenUnie 15 minuten, D66, PvdD en SGP 10 minuten.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik:

  • - in de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven het lid Anker tot lid;

  • - in de Commissie voor de Werkwijze der Kamer het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de Contactgroep België het lid Anker tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de Contactgroep Duitsland het lid Wiegman-van Meppelen Scheppink tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de Contactgroep Frankrijk het lid Voordewind tot lid in de bestaande vacature;

  • - in de Contactgroep Groot-Brittannië het lid Ortega-Martijn tot lid in de bestaande vacature.

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. De staatssecretaris voor Europese Zaken, de heer Timmermans, heeft in gesprekken met de pers laten weten dat het lidmaatschap van de Europese Unie op het spel zou komen te staan, wanneer Nederland in een nieuw referendum over een nieuw verdrag opnieuw "nee" zou zeggen. Ik vind dit een zo vérgaande uitspraak dat ik daarover de staatssecretaris wil interpelleren. Hierover moeten wij op korte termijn duidelijkheid krijgen.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Ik heb dit ook vernomen uit de pers, maar het zou wel eens kunnen dat er half is geciteerd en dat de woorden uit hun context zijn gehaald. Het lijkt mij niet meer dan zuiver om aan de staatssecretaris te vragen om in een brief melding te maken van hetgeen hij bedoelde te zeggen. Wij kunnen dan afhankelijk van de inhoud van de brief bepalen wat wij doen.

De heer Ten Broeke (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft er eerlijk gezegd schoon genoeg van om telkens hier te moeten debatteren over uitlatingen die wel of niet zijn gedaan. Wij steunen het verzoek van de heer Van Bommel om een interpellatie. Laat de staatssecretaris maar gewoon hier komen om uit te leggen dat hij hier geen behoefte aan heeft. En daarmee moet het af zijn.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Voorzitter. De fractie van de ChristenUnie heeft ook moeite met de uitspraken die zij tegenkwam in de pers. Toch vind ik het prettiger om aan de hand van een brief dan aan de hand van uitspraken in de pers, waarvan de achtergrond en de context niet helemaal duidelijk zijn, met elkaar te praten.

De heer Van der Ham (D66):

Het beste om dit soort ongein uit de wereld te helpen, is door er zo snel mogelijk hier over te spreken. Dan behoeft het debat over een nieuw verdrag niet belast met een hypotheek te worden gevoerd.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Ook de Partij voor de Vrijheid is verontrust over en geschokt door de uitlatingen van de staatssecretaris in de pers. Wij willen daarover graag met hem een debat voeren. Ons voorstel is om dit ook snel te doen en er een spoeddebat van te maken.

De voorzitter:

Er is een voorstel voor een interpellatie gedaan. Ik begrijp dat u er een voorstel naast legt.

De heer De Roon (PVV):

Dat klopt en ik krijg er ook graag een reactie van de heer Van Bommel op.

De heer Van der Staaij (SGP):

Ik kan mij het verzoek van collega Van Bommel om een interpellatiedebat heel goed voorstellen. Er zijn vergaande uitspraken gedaan. De context daarvan kan heel goed worden verduidelijkt in een interpellatiedebat, zoals de heer Van Bommel heeft aangevraagd. Wij steunen dus dat verzoek.

De heer Blom (PvdA):

Ik steun het verzoek van het CDA om een brief.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik heb er natuurlijk over nagedacht. De uitspraak is overigens bevestigd door de staatssecretaris, vanochtend in de media en ook op zijn eigen website. Daarover bestaat dus geen twijfel. Het gaat mij ook alleen om die uitspraak. Omdat er geen verdrag is, omdat er nog geen referendum is en omdat er misschien helemaal geen referendum komt, is die uitspraak zo voorbarig en ook ondubbelzinnig onzinnig dat wij alleen daarover een debat moeten voeren. Daarover hoeft dus geen brief te komen. De uitspraak is gedaan en is bevestigd. Ik wil de staatssecretaris daarover graag een paar vragen stellen.

De voorzitter:

De heer Van Bommel handhaaft zijn verzoek om een interpellatie. Hij heeft daarvoor de steun van ruim 30 leden. Ik stel dan ook voor dat wij dat debat houden. Ik zal de Kamer nader informeren over de planning. Wij hanteren de spreektijden die gebruikelijk zijn bij een interpellatie.

De heer Blom (PvdA):

Ik heb het Reglement van Orde ook gelezen. Ik kan mij vergissen, maar volgens mij zijn er voor een spoeddebat 30 leden nodig en is voor een interpellatie een meerderheid nodig.

De voorzitter:

Vertrouwt u mij maar, voor een interpellatie zijn 30 leden ook voldoende.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Gisteravond hebben wij overleg gevoerd met de staatssecretaris van Defensie en met de minister voor Jeugd en Gezin over het project De Uitdaging. Ik wil u vragen, het verslag van het algemeen overleg volgende week op de plenaire agenda te zetten.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Griffith.

Mevrouw Griffith (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Gisteren besteedde het televisieprogramma NOVA aandacht aan het feit dat vertrouwelijke stukken gevonden zijn in een container met vuilniszakken bij het Kabinet der Koningin. Dit kabinet doet alle voorbereidingen voor staatsaangelegenheden van ons staatshoofd. Het gaat daarbij onder andere om vertrouwelijke informatie over de staatsbezoeken van de Koningin aan het buitenland, maar ook over binnenlandse activiteiten van de Koningin en andere leden van het Koninklijk Huis, zoals officiële openingen en verjaardagen.

De VVD-fractie vindt dit verbijsterend en beschamend. Het gaat immers om de veiligheid van ons staatshoofd, onze kroonprins en prinses Máxima. Wij vragen ons af hoe dit mogelijk is en of op enig moment de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis in het geding is geweest. Wij vragen ons ook af hoe het is gesteld met de vertrouwelijkheid van de informatie bij andere overheidsdiensten en welke maatregelen er zijn getroffen.

De voorzitter:

En wat is uw voorstel?

Mevrouw Griffith (VVD):

Mijn voorstel is dat de minister-president, die politiek verantwoordelijk is voor het Kabinet van de Koningin, opheldering verschaft over deze gang van zaken. Ik zou graag een brief van de minister-president ontvangen met het oog op een spoeddebat dat wij, indien mogelijk, graag morgen zouden voeren.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Een brief is prima, maar ik vind dat wij na ontvangst van de brief moeten beoordelen of een spoeddebat nodig is.

De voorzitter:

Dat zou ook mijn voorstel geweest zijn aan mevrouw Griffith. Kan zij daarmee instemmen?

Mevrouw Griffith (VVD):

Ik kan ermee instemmen dat wij morgen een brief van de minister-president krijgen. Wij kunnen dan afhankelijk van de inhoud beslissen of wij, indien mogelijk, 's middags een spoeddebat kunnen houden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Wit.

De heer De Wit (SP):

Mevrouw de voorzitter. De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft vorige week woensdag en vanochtend een algemeen overleg gevoerd met de staatssecretaris over het armoede- en schuldenbeleid. Ik wil u vragen, het verslag van dat algemeen overleg op de plenaire agenda te plaatsen, bij voorkeur volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor, het VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Teeven.

De heer Teeven (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Afgelopen weekend werden wij enigszins opgeschrikt door perspublicaties dat verscheidene justitiegebouwen en mogelijk ook andere gebouwen van de rijksoverheid onder grote tijdsdruk zouden zijn gebouwd en dat daarbij niet alle veiligheidsvoorschriften in acht genomen zouden zijn. Uit de strafrechtelijke uitspraak van de rechtbank van Arnhem in de zaak Van Z. kan men destilleren dat het om meer gebouwen van de rijksoverheid gaat.

Mede namens de fracties van de Partij van de Arbeid, GroenLinks, de SP en D66 doe ik het volgende verzoek. Wij zouden graag op korte termijn een brief ontvangen van het kabinet. Het moet daarin duidelijk maken welke gebouwen van de rijksoverheid dit betreft en bij welke projecten van de rijksoverheid de heer Van Z. nog meer betrokken is geweest. Moeten de desbetreffende gebouwen nog worden gescand op veiligheid en op het niet-nakomen van bouwregels? Heeft de heer Van Z. gelijk als hij beweert dat veiligheidsvoorschriften bewust worden omzeild in opdracht van de departementen die opdrachtgever zijn? Heeft de Rijksgebouwendienst opdracht gekregen om het maar niet te nauw te nemen met de regels? Omdat vanmorgen uit het Algemeen Dagblad bleek dat VROM en Justitie het er niet helemaal over eens leken te zijn wie opdrachtgever was en omdat er meer ministeries bij betrokken zijn, lijkt het mij het verstandigst als het kabinet hierover een brief schrijft.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik heb de minister van Volksgezondheid schriftelijke vragen gesteld over wachtlijsten voor afkickklinieken. Dat is inmiddels twee maanden geleden. De minister van Volksgezondheid kon er zich niet eens toe zetten om mij schriftelijk mee te delen dat hij de driewekentermijn niet kan halen. Ik vind dat onacceptabel. Ik wil die vragen aanstaande dinsdag mondeling aan de minister stellen. Mocht hij echter van plan zijn om het alsnog goed te maken, dan verzoek ik hem om mij vandaag voor 17.00 uur antwoord te geven.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik heb zojuist verzuimd te zeggen dat de brief waar mevrouw Griffith namens de Kamer om heeft gevraagd er morgen voor 12.00 uur, ruim voor de regeling, moet zijn.

Ik stel voor, ook het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven