Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Venhuizen en Drechterland (29730).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Voorzitter. Drechterland is een schitterende gemeente, kan ik u verzekeren! Het gaat hier om een kleine herindeling, dus om een klein debat, en om een van onderop gewenste, gedragen herindeling. In de raden was het besluit nagenoeg unaniem, en ook de bevolking heeft overwegend positief gereageerd. Een mooie groene gemeente, tussen Hoorn en Stede Broec/Enkhuizen, met in het noorden de N302 als een soort natuurlijke grens, en in het zuiden het Markermeer. Een gemeente met veel kleine kernen en een gemeentehuis in aanbouw in het nieuwe centrum. Ik ben er op werkbezoek geweest, en het ziet er prachtig uit: ik heb een goede indruk gekregen. Beide gemeenten werken gestaag en gemotiveerd aan die nieuwe gemeente, waarvoor ik respect heb. De PvdA zal niet tegen deze herindeling stemmen.

Wel hebben wij een paar vragen van meer principiële aard. Ik vraag mij af of deze herindeling zoden aan de dijk zet. Deze vraag resteert ook na de schriftelijke beantwoording. Het betreft in de eerste plaats de rol van de provincie. In een eerdere fase lag er een meer integraal voorstel voor de herindeling van West-Friesland. Uiteindelijk bleek daarvoor geen meerderheid te vinden: het struikelde in Stede Broec, op een paar stemmen na. De provincie heeft toen besloten de Arhi-procedure stop te zetten en het initiatief terug te leggen bij de gemeente. De minister heeft besloten, de handelwijze van de provincie te erkennen. Wat ziet hij als de rol van de provincie op het gebied van herindelingen? De provincie Noord-Holland is namelijk wel erg afwachtend. Ze legt het initiatief steeds terug bij de gemeentes, terwijl dit wel een wettelijke bevoegdheid van de provincie is. De commissaris van de koningin van Noord-Holland heeft die passieve opstelling bevestigd in een toespraak voor de Vereniging van Noord-Hollandse gemeenten. Iedere sturing ontbreekt nu. Wat betekent dit voor de duurzaamheid en de integraliteit van herindelingen?

De omvang van de nieuwe gemeente is beperkt, namelijk 18.000 inwoners. Gezien de toenemende complexiteit van het lokaal bestuur is dat eigenlijk wat aan de krappe kant. De gemeenten hebben een notitie geschreven over hun bestuurskracht, "Samen sterker", waarin een positief oordeel wordt neergelegd. De minister volgt dat. Maar een aantal van 18.000 inwoners vind ik krap, wat ook te maken heeft met de benadering van de provincie.

Wat betekent het dat deze herindeling andere herindelingen in de regio toch behoorlijk klemzet? Niet dat er nog vooruitgang zit in de herindelingen in West-Friesland, maar toch. Door deze samenvoeging kan Stede Broec alleen nog maar naar Enkhuizen. Uitbreiding naar het noorden is niet voor de hand liggend. Doordat deze twee gemeenten als laatst overgeblevenen nu samengaan, zit er een "pin" op de herindeling in West-Friesland.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Een fusie van de gemeenten Drechterland en Venhuizen is volledig in lijn met het Hoofdlijnenakkoord. Die fusie zal namelijk op initiatief van de gemeenten zelf tot stand komen. Daarmee wordt ook voldaan aan een belangrijke voorwaarde in ons verkiezingsprogramma, namelijk dat wij ons alleen uitspreken voor herindelingen die plaatsvinden op initiatief van de betreffende gemeenten, met een bestuurlijk draagvlak of in het geval dat zich knelpunten voordoen op bestuurlijk of ruimtelijk terrein die alleen door middel van een fusie kunnen worden opgelost.

De heer Van Beek (VVD):

Dit is een wat te summiere uitleg van het regeerakkoord. Wij hebben inderdaad afgesproken dat herindelingen van onderaf door gemeenten of met behulp van een provinciaal plan tot stand komen. Misschien was ik te snel en was mevrouw Smilde juist van plan die zin uit te spreken.

Mevrouw Smilde (CDA):

Nee, die zin staat niet in mijn tekst.

De heer Van Beek (VVD):

Dat vreesde ik al.

Mevrouw Smilde (CDA):

Het is juist dat het initiatief ook van de provincies kan komen, maar de CDA-fractie geeft de voorkeur aan een initiatief van de gemeenten. In dit geval was daarvan sprake. Mevrouw Fierens heeft zelfs kritische vragen gesteld over de afwezigheid van de provincie, dus wat dat betreft doe ik de provincie Noord-Holland met dit uitgangspunt niet tekort.

Mevrouw Fierens refereerde al aan het feit dat het voorliggende wetsvoorstel een lange voorgeschiedenis kent. Toch zijn deze gemeenten samen tot het besluit van fusie gekomen om zodoende hun taken in de 21ste eeuw op adequate wijze te kunnen uitvoeren. De harmonieuze wijze waarop de gemeenten daarvoor hebben gekozen, duidt op een breed draagvlak. Ik ben ook in de gemeenten geweest en heb dat geconstateerd. Dat is uiteindelijk een goed uitgangspunt voor een nieuwe, grotere gemeente. Draagvlak is voor de CDA-fractie een belangrijk criterium bij de bepaling van haar standpunt over een gemeentelijk herindelingvoorstel. Dit voldoet daar volledig aan. Onze schriftelijke vragen over dienstverlening, de financiële positie en de harmonisatie van gemeentelijke tarieven zijn door het kabinet afdoende beantwoord. Nu is het woord aan de nieuwe gemeente Drechterland om alle voornemens uit het beslisdocument "Samen sterker" waar te maken. Wij wensen haar en haar burgers daarbij veel succes toe.

De heer Van Beek (VVD):

Voorzitter. Het voorstel voor het samenvoegen van de gemeenten Venhuizen en Drechterland heeft de steun van mijn fractie. Wij zijn de regering erkentelijk voor de antwoorden op onze vragen in de nota naar aanleiding van het verslag.

Aansluitend op betogen van de voorgaande sprekers merk ik op dat wij het betreuren dat dit overblijft van een proces dat hoopvol van start ging met het doel om van dertien gemeenten in de kop van Noord-Holland vijf gemeenten te maken. Wij hebben daarom des te meer respect voor de gemeenten Venhuizen en Drechterland die hun toekomst in eigen hand hebben genomen. Zij zijn doorgegaan en hebben zelf de beslissing genomen, wat positief is. Voor ons is het echter lastig te beoordelen of dit vrijwillige herindelingvoorstel nu past in een wat bredere visie op het totale gebied van West-Friesland. Wij hadden dan ook graag gezien dat de provincie Noord-Holland bestuurlijk een sterkere rol had gespeeld, dat zij ons had aangegeven hoe het totale gebied er in de toekomst eventueel uit kan zien en dat zij bekend had gemaakt welke stappen door haar en anderen konden worden gezet. Ik weet dat er nog discussies gaande zijn, waarvan ik hoop dat die opnieuw zullen leiden tot een aantal voorstellen tot samenvoeging. Tegelijkertijd spreek ik echter de wens uit dat er met name een iets krachtiger bestuurlijke rol door de provincie zal worden gespeeld. Dat wil niet zeggen dat zij een dicterende rol moet vervullen, maar wel dat zij moet stimuleren dat in het gehele gebied de schaal van de gemeenten wordt aangepast aan het toekomstige takenpakket. Alles afwegend, zullen wij dit wetsvoorstel steunen.

Minister Remkes:

Mijnheer de voorzitter. Ik ben vanzelfsprekend erg verheugd over de brede steun die in deze Kamer voor dit wetsvoorstel blijkt. Bij andere, eerdere herindelingsvoorstellen heb ik al gezegd dat het herindelingskader bekend is bij de Kamer, waarin een aantal criteria staan. Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat wat mij betreft twee daarvan superieur zijn. Allereerst is dat het element draagvlak. Gegeven de besluitvorming bij de gemeentebesturen, gegeven wat er bekend is aan opvattingen bij de bevolking op basis van resultaten van inspraak en overleg, en gegeven de opvatting van het provinciaal bestuur kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat dit voorstel voldoet aan het criterium draagvlak. Mevrouw Smilde heeft dat in feite onderstreept.

Het tweede superieure criterium is bestuurskracht. Mevrouw Fierens vroeg of het desbetreffende aantal inwoners niet aan de krappe kant is. Ik ga er niet op voorhand van uit dat het aantal van 18.000 inwoners voor bijvoorbeeld de komende 25 jaar, aan de krappe kant is. Dat wordt in feite onderstreept door het gemeentelijk rapport Samen sterker, waarvoor ik overigens waardering heb. Ik vind het nuttig dat gemeentebesturen juist op het punt van de bestuurskracht op die manier analyserend te werk gaan. Ik kom dan ook tot de conclusie dat dit voorstel de toets der kritiek kan doorstaan. Ik ben het overigens met de heer Van Beek eens dat je het element draagvlak natuurlijk nooit zo absoluut kunt interpreteren dat per se alle bij een herindeling betrokken gemeenten ja moeten zeggen. Bepaalde vreemde situaties zijn namelijk denkbaar, zoals het theoretische geval dat vier gemeenten wel samen willen gaan en één daartussen liggende gemeente niet. In dat geval zou het herindelingsvoorstel geblokkeerd kunnen worden. Ik kan mij dan ook niet voorstellen dat mevrouw Smilde dat op die enge manier uitlegt. Naar ik aanneem, zal er ook vanuit het CDA dus ongetwijfeld wel enige nuance bij aangebracht worden. Dit laat onverlet dat het element van draagvlak belangrijk is.

Vervolgens is de vraag hoe je de rol van de provincie weegt en wat haar positie precies is. Die positie is op grond van de Wet ARHI volstrekt helder. Het ligt ook niet in mijn voornemen om een voorstel bij de Kamer in te dienen om de Wet ARHI te wijzigen. Dat betekent dat provincies een initiatiefnemende rol bij herindelingsvoorstellen hebben. Tegelijkertijd betekent dat voor de Kamer dat zij in haar eigen beoordelingsmogelijkheden wat beperkt wordt, want anders had zij de provincie die positie in de Wet ARHI niet moeten geven. Om die reden is de rol van de provincie in het Hoofdlijnenakkoord en in het herindelingskader erkend. Vervolgens zijn provincies wel autonoom bij de vraag hoe zij die rol invullen. Ik voel er niet zoveel voor om provincies in wezen te kapittelen, tenzij ik een keer een voorstel tegenkom dat zo onlogisch is, als je naar het gebied kijkt, dat er een breder vraagstuk ligt. Als ik kijk naar het kaartje dat hier aan de orde is, en als ik kijk naar de oude voorstellen die op tafel lagen, kan ik niet tot de conclusie komen dat dit een onlogisch voorstel is voor deze regio. Dit past in feite in het oude plaatje, zij het dat de omvang wat geringer is.

Mevrouw Fierens vraagt wat er in de toekomst moet gebeuren met Stede Broec. Kan dit uitsluitend naar Enkhuizen? Nee, dat hoeft niet. Als de beide andere gemeenten dat ook willen, zou Stede Broec door schade en schande wijs geworden, bij wijze van spreken, alsnog de keuze kunnen maken om bij de nieuwe gemeente gevoegd te worden, zij het dat het dan enigszins op achterstand komt te staan bij de groei van deze gemeente, omdat het niet bij de wordingsgeschiedenis heeft gezeten. In die zin sluit dit voorstel niets uit.

Mevrouw Fierens (PvdA):

Dat past in het oude plaatje. Het eerste voorstel was om Enkhuizen met Stede Broec en Venhuizen met Drechterland samen te voegen. Er zijn er nog twee overgebleven. Dat is precies mijn zorg. Dit is echt een oprechte vraag. Stede Broec kan altijd later nog aansluiten, maar ik vind dat dit haaks staat op de duurzaamheid. Dat betreur ik echt. Ik had gehoopt dat de provincie wat stevigere knieën had gehad. Ik betreur het dat de rol van de provincie, zoals beschreven in de Arhi-procedure en door de CdK, volkomen passief is, maar ik snap dat de minister overwegingen heeft om te zeggen dat de provincies autonoom zijn en dat hij dat zo laat.

Minister Remkes:

Dit lijkt mij een onderwerp voor een boeiend debat in de staten van Noord-Holland.

Mevrouw Fierens (PvdA):

De provincies leunen achterover en zetten daarmee wel degelijk een paar dingen klem. De duurzaamheid van deze herindeling staat onder druk.

Minister Remkes:

Nee, dat bestrijd ik. Ik heb net gezegd dat ik 18.000 inwoners niet op voorhand te klein vind voor de komende 25 jaar. Ik herinner eraan dat de Kamer nog niet zo lang geleden, bij het herindelingsvoorstel Westland, ook een gemeente van 18.000 inwoners tot stand heeft gebracht. Het is geen unicum. Ik heb destijds heel bewust geen cijfermatige norm in het beleidskader opgenomen. Dat is geen onderdeel van het beleid of van het toetsingskader. In het gemeentelijke rapport wordt onderstreept dat de bestuurskracht als gevolg van dit voorstel groter wordt, en daar moet je ook vertrouwen in hebben. Dat is een belangrijk uitgangspunt voor mij. Wij zetten op de kaart niets dicht. Er loopt ook nog een andere discussie die binnenkort wordt afgerond; over Noorder-Koggenland en Wognum. De besluitvorming daarover moet nog plaatsvinden, maar er is in dat gebied van onderop wel het een en ander aan de orde.

Het toetsingskader voor mij is of er op de kaart heel onlogische dingen worden gedaan en dat is hier niet het geval. In navolging van mevrouw Smilde wens ik de nieuwe gemeente heel veel succes. Ik sprak een uur geleden met de huidige waarnemend burgemeester van een van beide gemeenten. Hij zei dat het proces volop loopt en dat men er zin in heeft. Dat geeft mij een gerust gevoel.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

Het wetsvoorstel wordt, na goedkeuring van de onderdelen, zonder stemming aangenomen.

Sluiting 15.10 uur

Naar boven