Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend tijdens de interpellaties over bouwfraude, te weten:

- de motie-Van Gijzel/Leers over het sepot van drie strafzaken tegen bouwbedrijven (28093, nr. 1);

- de motie-Van Gijzel/Leers over bescherming van klokkenluiders in de private sector (28093, nr. 2);

- de gewijzigde motie-Leers/Van Gijzel over diverse onderzoeken (28093, nr. 6);

- de motie-Van der Steenhoven over plaatsing van bedrijven op de zwarte lijst (28093, nr. 4);

- de motie-Van den Berg over de schikking met bij de Schipholtunnel betrokken aannemers (28093, nr. 5).

(Zie vergadering van 14 november 2001.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

Mevrouw Giskes (D66):

Mevrouw de voorzitter. Mijn stemverklaring heeft betrekking op de motie op stuk nr. 1. Wij zullen daar om de volgende reden tegen stemmen. De minister van Justitie is op afstand politiek verantwoordelijk voor de beslissingen die het OM neemt. In deze zaak heeft het OM besloten niet te vervolgen, maar te schikken. Met die uitkomst is D66 zeer ongelukkig. Dat hebben wij hopelijk ook laten blijken tijdens het debat. Wij vinden het echter onzuiver dat de Staat, de eerst verantwoordelijke zijnde voor die schikking, vervolgens zelf daartegen in beklag zou moeten gaan. Wij hebben ook het gevoel dat dit eigenlijk niet zou kunnen. Dat is dus de meer praktische reden dat wij tegen deze motie stemmen. Inhoudelijk blijven wij het echter zeer betreuren.

In stemming komt de motie-Van Gijzel/Leers (28093, nr. 1).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Van den Berg (SGP):

Mevrouw de voorzitter. De minister van Justitie heeft tijdens het debat verklaard dat hetgeen in deze motie is gevraagd, juridisch niet kan. Ik ben het daarmee eens. Daarom hebben wij ook tegen deze motie gestemd.

Nu deze motie is aanvaard, is mijn vraag hoe de minister van Justitie met deze motie zal omgaan.

Minister Korthals:

Mevrouw de voorzitter. De heer Van den Berg heeft duidelijk mijn opvattingen weergegeven. Ik zal schriftelijk een reactie aan de Kamer doen toekomen. Dat gaat uiteraard via het kabinet. Aangezien ik morgen in Brussel ben, zal dit volgende week vrijdag in het kabinet aan de orde komen. Daarna komt die reactie onmiddellijk naar de Kamer.

De heer Van den Berg (SGP):

Ik betreur het tijdstip, gezien de gevoeligheid van deze materie. Kan dit antwoord echt niet volgende week dinsdag hier zijn?

De voorzitter:

Ik zal mij met de minister van Justitie verstaan in hoeverre daarvoor een mogelijkheid is.

De heer Van der Steenhoven (GroenLinks):

Voorzitter. Dat laatste verzoek van de heer Van den Berg zou ik willen steunen.

Onze fractie wil graag de motie op stuk nr. 4 bij dit onderwerp aanhouden in afwachting van de brief van het kabinet en de discussie die over die brief ongetwijfeld zal volgen.

De heer Van den Berg (SGP):

Voorzitter. Nu de situatie zo is dat de motie op stuk nr. 1 is aanvaard en de minister daarover nog een oordeel geeft, wil ik u ten aanzien van de motie op stuk nr. 5 van mijn hand het volgende verzoeken. Deze motie geeft een oordeel over datgene wat er de achterliggende week is gepasseerd op het punt van de schikking. Nu er kennelijk nog een mogelijkheid is – dat wordt althans onderzocht – van enigerlei wijze van heroverweging, vind ik het zuiverder om deze motie aan te houden en vandaar dat ik u verzoek deze motie op dit moment van de stemmingslijst af te voeren.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van der Steenhoven stel ik voor zijn motie (28093, nr. 4) van de agenda af te voeren. Voorts stel ik op verzoek van de heer Van den Berg voor, ook diens motie (28093, nr. 5) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Van Gijzel/Leers (28093, nr. 2).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Leers/Van Gijzel (28093, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven