Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het
wetsvoorstel Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met onder
meer de bestrijding van seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs
(25979), en over:
- de motie-Lambrechts
c.s. over een zo min mogelijk belastend aangiftetraject (25979,
nr. 13);
- de motie-Dijksma c.s. over een zorgvuldige taakuitbreiding
van de vertrouwensinspecteurs (25979, nr. 14).
(Zie vergadering van 28 januari 1999.)
De voorzitter:
Mevrouw Lambrechts trekt haar amendement op stuk nr. 10 in.
Begin artikel I, onderdeel A, aanhef, en artikel 4a, eerste lid, worden
zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het amendement-Schreijer-Pierik (stuk nr. 11, I).
De voorzitter:
Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.
Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement de andere op stuk
nr. 11 voorkomende amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.
Het tweede lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schreijer-Pierik
(stuk nr. 11, I), wordt zonder stemming aangenomen.
Het derde lid wordt zonder stemming aangenomen.
Het gewijzigde artikel 4a wordt zonder stemming aangenomen.
Het gewijzigde onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.
De onderdelen B t/m Ca worden zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 9, I).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP en het
CDA voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen,
zodat het is verworpen.
Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk
nr. 9 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.
Onderdeel D wordt zonder stemming aangenomen.
Onderdeel F wordt zonder stemming aangenomen.
Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel II, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schreijer-Pierik
(stuk nr. 11, II), wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel III, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schreijer-Pierik
(stuk nr. 11, III), wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel IV, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schreijer-Pierik
(stuk nr. 11, IV), wordt zonder stemming aangenomen.
Artikel V, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Schreijer-Pierik
(stuk nr. 11, V), wordt zonder stemming aangenomen.
De artikelen VI en VII en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.
In stemming komt het wetsvoorstel.
De voorzitter:
Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.
De motie-Dijksma c.s. (25979, nr. 14) is in die zin gewijzigd, dat het
dictum thans luidt:
"verzoekt de regering na inwerkingtreding van de wet een plan van aanpak
te formuleren dat waarborgt dat de taakuitbreiding van de vertrouwensinspecteurs
op een zorgvuldige wijze wordt waargemaakt,".
Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 15 (25979).
De motie is rondgedeeld. Ik neem aan dat wij er thans over kunnen stemmen.
In stemming komt de motie-Lambrechts c.s. (25979, nr. 13).
De voorzitter:
Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de gewijzigde motie-Dijksma c.s. (25979, nr. 15).
De voorzitter:
Ik constateer, dat deze gewijzigde motie met algemene
stemmen is aangenomen.