Aan de orde zijn de stemmingen over vier moties, ingediend
bij het debat over de Raming der voor de Tweede Kamer in 1999 benodigde
uitgaven, te weten:
- de motie-Rehwinkel c.s. over het
alsnog verwerken van een aantal mutaties in de begroting van de Hoge Colleges
van Staat en Kabinet der Koningin voor 1998 (25959, nr. 15);
- de motie-Bijleveld-Schouten c.s. over het indienen van
inbrengen van fracties per e-mail (25959, nr. 16);
- de motie-Bakker c.s. over sportruimte met deskundige begeleiding in het gebouw
van de Tweede Kamer (25959, nr. 17);
- de motie-Vos
c.s. over de toegankelijkheid van de Tweede Kamer voor gehandicapten en mensen
die minder goed ter been zijn (25959, nr. 18).
(Zie vergadering van 4 juni 1998.)
In stemming komt de motie-Rehwinkel c.s. (25959, nr. 15).
De voorzitter:
Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bijleveld-Schouten c.s. (25959, nr. 16).
De voorzitter:
Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
In stemming komt de motie-Bakker c.s. (25959, nr. 17).
De voorzitter:
Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de SGP tegen
deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij
is aangenomen.
In stemming komt de motie-Vos c.s. (25959, nr. 18).
De voorzitter:
Ik constateer, dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.
Ik stel voor, de Raming voor 1999, zoals deze thans voorligt, vast te
stellen.